28 februari 2010

Preek voor de tweede zondag van de Vasten

Dit is Mijn veelgeliefde Zoon; luistert naar Hem!

Preek
Met het Evangelie van vandaag wil de Kerk ons aansporen om met onverdroten ijver ons vasten en onze verstervingen door te zetten door ons nu reeds het beeld van de verheerlijkte Christus voor ogen te houden. Dit beeld, dat de belofte van Zijn verrijzenis inhoudt, spoort ons aan om niet te vergeten waarom wij vasten en waarnaar wij streven.

Beminde gelovigen, ook wij zijn geroepen om aan deze heerlijkheid deel te hebben, indien wij edelmoedig ons levensdoel – dat is de heiligheid – nastreven. Dit streven betekent ook dat wij moeten strijden tegen onze zondigheid en het kwaad, die dreigen deze roeping in gevaar te brengen. Zonde en kwaad zijn zaken die tegen de goddelijke Wil en onze bestemming ingaan. Het zou dus een grote fout zijn, en getuigen van zelfbedrog, als iemand denkt dat hij zelf kan uitmaken wat goed en wat kwaad is. Mensen die dat denken zijn met velen, ook binnen de Kerk. Wij echter, beminde gelovigen, willen op onze weg naar heiligheid luisteren naar de stem van de Kerk en niet naar ongekwalificeerde wereldaanbidders.

Om goed te kunnen luisteren naar de stem van de Kerk zijn wij in de christelijke ascese geroepen om ons verstand te disciplineren. Als wij dat niet zouden doen, dan geraakte ons verstand, zoals bij de meeste westerse politici en meningvormers, in de war of zelfs in openbare schizofrenie. De zedelijke wetten van dit continent zijn daarvan een publiekelijk bewijs.

Maar wat hebben deze betreurenswaardige toestanden met ons vasten van doen? Ten eerste willen deze mensen het kwaad, waarvan wij ons zouden moeten bevrijden, aan de wereld als iets goeds verkopen. Ten tweede wil het vasten ons brengen tot een duidelijk inzicht op ons doel en op de noodzakelijke middelen om dit doel te kunnen bereiken.

Het verstand is ons gegeven om de waarheid en bovenal God en wat van God is te kennen. Het is daarom dus van groot belang om orde te verkrijgen in de werking van het verstand en deze orde ook te bewaren. Dit des te meer omdat het verstand de wil voorlicht en deze de goede richting op wijst. Omdat ons geweten de norm van ons zedelijk en bovennatuurlijk leven is, zijn wij, als katholieken, onder zware schuld verplicht om ons verstand naar de leer van de Kerk te vormen. Deze onderwerping doodt de hoogmoed; het zich laten beleren vermindert de onwetendheid, die vaak de oorzaak van ons vallen is. En als wij ons verstand naar de Waarheid laten vormen, dan verdwijnt tegelijk de onnuttige en veelal gevaarlijke nieuwsgierigheid die in ons woont.

Beminde gelovigen, vandaag laat de Kerk ons zowel vooruitkijken naar de heerlijkheid als afvragen hoe wij daar naartoe komen. Het is zeker dat wij deze vastentijd als gelegenheid moeten gebruiken om de juiste middelen te erkennen, en de gevaren te ontdekken en deze daarna te vermijden. Om deze heldere blik op de dingen te verkrijgen, laat de Kerk ons jaarlijks door een tijd van boete gaan. Deze boete dient ertoe om de Heer te ontdekken en Hem nog meer lief te hebben. Hij is het, Die ons vandaag verheerlijkt vooruit laat kijken. Amen.