11 april 2010

Preek voor Beloken Pasen


Beloken Pasen of Witte Zondag is de zondag waarop de dopelingen weer het gewone leven ingaan. Nadat wij door het verlossingswerk het witte kleed van genade hebben ontvangen en nu wij ons gewone leven weer oppakken, hebben wij meer dan ooit het geloof nodig, als wapen om de wereld te overwinnen. Epistel en Evangelie spreken daar vandaag beide van.

Wij zijn als katholieken in de huidige wereld op vijandig territorium. De vijand van de genade probeert door middel van de huidige samenleving, het van God en de Kerk losgeraakte openbare leven en hun inrichtingen de Kerk te ontkrachten en de gelovigen moedeloos te maken. Moedeloos door middel van allerlei verzinsels en leugens, door bespotting van en aanvallen op onze zeer geliefde Heilige Vader, en in zijn persoon op de heilige Kerk van God zelf. De Kerk, die heilig en smetteloos is, is door goddelijke wilsbeschikking gesticht en bedoeld om het heil van Christus de wereld in te dragen en te verspreiden. Door de Kerk zullen wij het eeuwig leven, dat Christus geeft, ontvangen.

Voor de wereld, die in duisternis leeft en in duisternis wil blijven leven, is de Rooms-katholieke Kerk een doorn in het oog, omdat door haar stralend licht de slechte werken van de wereld zichtbaar worden. Daarom klaagt de wereld nu de Kerk aan. Maar wat zij de Kerk voorwerpt is niets anders dan datgene wat de wereld zelf is. Door de ontrouw en de tuchteloosheid van enkele ontrouwe priesters, die door de wereld zijn vergiftigd en innerlijk nu aan haar toebehoren, valt de vijand van Christus onze heilige en smetteloze moeder aan. De slippendragers van de duivel zijn in onze dagen de wereldse kranten en de televisie, gesteund en beschermd door onze schandalige en vrij gekozen politici, die dat wat fout is recht maken, en wat recht is fout.

Op deze octaafdag van Pasen, die tevens het feest van de goddelijke Barmhartigheid is, zouden wij met de apostel Thomas van harte een van de allermooiste en meest hoopvolle gebeden kunnen uitspreken, en daardoor ieder twijfel, die wellicht nog in ons leeft, uitroeien: “Mijn Heer en mijn God”. Daar gaat het in het christelijke leven om: om God. En omdat het in ons leven om God gaat, moeten wij bereid zijn om alles wat met God verbonden is, dus de Kerk van God en haar bevrijdende en tot zaligheid noodzakelijke geloofsleer, innig en volledig kritiekloos te omhelzen.

God is mens geworden en heeft op het Kruis de wereld Zijn barmhartigheid getoond, een barmhartigheid die ieder van ons zou kunnen omvatten als wij maar bereid zijn om ons hart in volledig vertrouwen aan Hem over te geven. In deze overgave, die een bekering inhoudt, ligt het begin van het leven met God, een leven dat als het ernstig wordt genomen, zich openbaart als een leven door God. Door de goddelijke barmhartigheid en genade mogen wij leven en eens de hemelse zaligheid aanschouwen. De deur tot dit bovennatuurlijke leven heeft Christus geopend door Zijn heilswerk, het heilswerk dat door de tijden heen wordt voortgezet door de katholieke Kerk. Daar wacht Hij ook nu op de zielen om Zijn liefde te tonen aan degenen die de duisternis en het bedrog van de wereld verlaten. Amen.