30 mei 2010

Preek voor het feest van de Allerheiligste Drie-eenheid

De Kerk wekt ons vandaag niet zozeer op tot diepzinnige bespiegelingen omtrent het ondoorgrondelijk geheim van de Heilige Drie-eenheid, maar wel tot een lofprijzing van de oneindige God Die ons barmhartigheid heeft bewezen. De Vader heeft ons geschapen en van eeuwigheid voorbestemd tot het geluk waarin wij in Zijn genade staan. De Zoon is voor ons mens geworden, Hij heeft ons de openbaring gebracht over de Vader, Die geen mens ooit gezien heeft, en Hij heeft ons verlost door Zijn bloed. De Heilige Geest is het Die ons heiligt, Die het werk van de Zoon in onze zielen tot voltooiing brengt en ons terugvoert tot de Vader in de hemel.

Beminde gelovigen, wij, als zondige mensen, zijn het voorwerp van de, door de Heilige Drievuldigheid, werkzame liefde Gods. Het enige antwoord van onze kant moet zijn het brengen van lof. De heilige Paulus houdt niet op te verkondigen dat de christen heel zijn bestaan moet strekken ‘tot lof van de heerlijkheid van Gods genade’. Zoals Gods liefde altijd en overal werkzaam is, zo moet ook onze lofprijzing werkzaam zijn. De hoogste vorm hiervan is een werkelijke deelname aan Jezus’ eeuwigdurend offer van verzoening en lof in de heilige Mis. Niet alleen onze woorden, ook onze bedoelingen en daden, ons lijden en heel ons leven moeten zodanig zijn, dat zij zonder meer kunnen samensmelten met het offer dat Jezus is, als een lofzang tot glorie van de aanbiddelijke Drie-eenheid.

Het mysterie van de Drie-eenheid is voor de christen en in de christen een voortdurende werkelijkheid. God woont in de ziel van elke rechtwaardige. Dit is objectieve realiteit. En door een akte van geloof sluit ik mij subjectief aan bij deze hoogste werkelijkheid. Een verzuchting van zuivere liefde brengt mij in levend en levenwekkend contact met de Drie-ene God. Door de genade is Hij op bijzonder wijze in de ziel aanwezig. Dit betekent: Hij wil in mij zijn als gever en ontvanger van liefde. Jezus Zelf spreekt hierover als Hij zegt: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord onderhouden. Dan zal ook Mijn Vader hem beminnen en Wij zullen tot hem komen en Ons verblijf bij hem nemen.”

In grote dankbaarheid mogen wij deze goddelijke liefde omhelzen, die met een eindeloze, onuitputtelijke vrijgevigheid ons tegemoet treedt en altijd weer bereid is om ons te ontvangen, ons te vervullen, en ons tot hogere zuiverheid en daardoor tot inniger vereniging met God op te voeden. De Heilige Drie-eenheid is de bodemloze rijkdom van vrijgevigheid en mildheid, Hij is de grond van ons bestaan en geluk. Hij gaf ons het geloof en de genade, de verlossing en de leer van Jezus. Dezelfde God gaf ons zo veel licht en zo vaak vergeving van onze zonden. Geven wij, beminde gelovigen, Hem daarvoor ons gehele hart en ons gehele leven als een lofprijzing van dank.

Beminde gelovigen, praktisch gesproken kunnen wij de heilige Drie-eenheid dagelijks vereren en belijden door het kruisteken. Bij het maken van het kruisteken roepen wij Ieder van de drie goddelijke Personen aan. Laten wij het daarom langzaam, met eerbied en geloof over onszelf slaan. Het is goed dat we dit prachtige gebaar bewust maken en ons realiseren dat dit het ereteken van ons, katholieken, is. Dan zullen wij nog beter begrijpen wat het kruisteken moet zijn: een toewijding aan de goddelijke Drie-eenheid van heel onszelf door de kruisdood van Jezus, door Wie ons alle goeds van Godswege toestroomt. Het kruisteken, geslagen over heel ons wezen, is dus een teken dat God schenkt aan ons hoofd en aan ons hart, aan het woord van onze mond en aan de kracht van onze daden.