25 november 2010

Priesterbroederschap Sint Petrus: 10 jaar in de regio Benelux

Beste vrienden en weldoeners,

De priesterbroederschap Sint Petrus is dit jaar tien jaar werkzaam in de Benelux, als een eigen regio. Dit betekent dat de centrale leiding van onze broederschap er tien jaar geleden vertrouwen in had dat dit deel van Europa qua katholiek leven en missionaire vruchten voldoende draagkrachtig zou kunnen worden om een eigen infrastructuur van de broederschap te kunnen dragen. Aan het begin van dit artikel moet ik bekennen dat ik de regio slechts ken vanaf november 2005. Door onze regionaal overste, de zeereerwaarde pater Hervé Hygonnet, en de medebroeders die in de regio hun werk verrichten of hebben verricht, is mijn kennis iets breder geworden dan alleen van de laatste vijf jaar. Ik hoop dat met deze kleine ode aan de broederschap Sint Petrus in de regio Benelux de liefde en de missionaire ijver bij ons allen mogen toenemen: bij ons, priesters, en bij u, onze dierbare gelovigen.

Als wij door de jaren heen terugkijken, terug naar het ontstaan van de regio, dan kunnen wij vaststellen dat pater Hygonnet bezield werd door een moedige visie, vol vertrouwen op de toekomst. Daarmee wist hij de toenmalige generaal-overste, pater Devilliers, te overtuigen om de beslissing tot het oprichten van deze regio te nemen. Deze beslissing was gebaseerd op de overtuiging dat het eens zo rijke katholieke leven in de lage landen het verdiende dat de zaaier opnieuw uitging om te zaaien op de velden die eens zo vruchtbaar waren geweest. Deze overtuiging van pater Hygonnet was dus geen blind idee, maar was gebaseerd op de vruchtbare ervaringen van de Kerk in België, Nederland en Luxemburg.

Als regio van de broederschap en als een werk van de Kerk proberen wij in de Benelux de boodschap van Christus te verkondigen en uit te breiden. De rijke velden van de Kerk in de Benelux zijn – om het maar eens heel duidelijk te zeggen – verworden tot een moeras van religieuze onverschilligheid en hedonistische plezierzucht. Dit moeras draagt de stinkende vruchten van de zonde en het daaruit volgende menselijke ongeluk. Niemand van u is voor deze stank van de zonde gespaard gebleven, want zij omgeeft ons overal: in de politiek, op straat, in de media, op de scholen, ja, zelfs families die eens katholiek waren zijn daardoor verdeeld geraakt. Overal worden wij geconfronteerd met het verderf van de geloofsafval. Dit is de werkelijkheid waartegen wij vechten in de broederschap, verbonden met de ene ware Kerk. Het is een gevecht dat geen ander doel heeft dan de glorie van God en het heil van de zielen. Daartoe is de Kerk gesticht en daaraan willen wij als broederschap, als een werk van de Kerk, onze bijdrage leveren.

De groei van de regio, die niet is uitgebleven, was in de eerste jaren een zeer langzaam en moeizaam proces, dat zich manifesteerde op drievoudige wijze: ten eerste door een zeer kleine maar zeer devote groep van gelovigen, ten tweede door een gebrek aan materiële zaken en ten derde door het moeizame werk van het winnen van vertrouwen bij de plaatselijke kerkelijke autoriteiten, waaronder de broederschap, als een gehoorzaam kind van de Kerk, steeds haar werk verricht. Op alle drie terreinen is er veel vooruitgang geboekt. Maar er is nog veel werk te doen, niet alleen om het reeds bereikte te consolideren, maar ook om een verdere missionaire groei te verzekeren en de organisatorische toekomst van onze regio volledig te ontplooien.

Het eerste punt dat ik noemde bent u, de gelovigen, de ware schat van de Kerk. Want de onsterfelijke ziel van iedere mens is ertoe geroepen om, geheiligd door Christus in Zijn heilige Kerk, eens God eeuwig te verheerlijken door de altijddurende aanbidding in de hemel. Daarom is de eerste en diepste reden van onze aanwezigheid de heilige dienst aan de zielen. In de eerste jaren schaarde zich in Brussel een kleine groep van gelovigen rond onze priesters. Nu, tien jaar later, zijn wij vanuit onze vaste, aan de broederschap toevertrouwde kerken en kapellen in België en Nederland wekelijks in staat voor ongeveer vierhonderd gelovigen op zondag het heilig offer van de Mis volgens de Tridentijnse ritus te vieren, en hun met de genademiddelen te bedienen. Daar komen nog de activiteiten van geloofsverdieping en catechese bij en de overige traditionele pastorale diensten. Dit aantal zouden wij slechts als een begin mogen zien, maar wel als een geconsolideerd aantal.

Het tweede punt is het gebrek aan materiële zaken. Bij het begin van het apostolaat was er alleen een kleine huurwoning en een doos met enkele postzegels en slechts 50 Belgische franken. Uiteraard zijn materiële goederen niet van blijvende waarde, maar zij zijn noodzakelijk tot ondersteuning van onze missie- en apostolaatactiviteiten. Daarom is de groei van het apostolaat gevolgd door een toename van de (on)roerende goederen. Het huis in Namen, dat door enkele grote donaties, een erfenis en vele kleine bijdragen gekocht kon worden, is niet alleen de basis voor het gemeenschapsleven van onze priesters, een huis van gebed en arbeid, maar het is ook het fundament voor de vele, direct aan het apostolaat verbonden activiteiten, zoals catechese, familiedagen, conferences etc. Deze wijze om het apostolaat te vestigen heeft zich bewezen in al onze huisvestigingen over de wereld. Daarom zijn wij blij dat we twee huizen in de Benelux bezitten die deze mogelijkheid bieden. U begrijpt dus dat de opbouw van een infrastructuur van de broederschap ons apostolaat rechtstreeks ondersteunt en stevigheid verleent. Het is een kostbare maar moeizame vooruitgang geweest. En ook in de toekomst zal dit moeizaam blijven. Gelukkig zijn vele gelovigen vrijgevig geweest als het ging om de uitbreiding van het geloof en daarvoor zijn wij uiterst dankbaar. Wij vertrouwen erop dat u ons ook in de toekomst zal helpen om het werk van de traditie verder uit te dragen.
De huidige generaal-overste van de priesterbroederschap,
pater John Berg, te midden van de priesters in Amsterdam.
Op dit ogenblik, in de herfst van 2010, kunnen de priesters van onze regio zich erover verheugen dat zij in vier Belgische bisdommen hun werk kunnen verrichten. In drie daarvan permanent en regelmatig (Namen, Luik en sinds kort Mechelen-Brussel) en in nog een bisdom (Brugge) op een iets lossere, maar voor de toekomst niet minder hoopvolle basis. In Nederland zijn uw priesters permanent werkzaam in één bisdom (Haarlem-Amsterdam) en op meer losse basis in twee andere bisdommen (Rotterdam en Breda). Dit getuigt ervan dat de broederschap er in geslaagd is om het vertrouwen te winnen van vele bisschoppen in de Benelux-landen en dat het werk van de broederschap op prijs wordt gesteld.

Beste lezers, vrienden en weldoeners, help ons het apostolaat verder uit te bouwen, allereerst door uw dagelijkse gebeden en offers, en – indien mogelijk – ook door uw, tot nu toe niet uitgebleven, materiële ondersteuning.

Pater M. Kromann Knudsen FSSP