25 december 2010

Preek voor de Kerstnacht

Epistel
Titus 2, 11-15
Veelgeliefde, de genade van God, onze Zaligmaker, is verschenen, aan alle mensen; zij leert ons, dat wij de goddeloosheid en wereldse verlangens moeten verzaken, en zedig en rechtschapen en godvruchtig moeten leven in deze wereld, terwijl wij met verlangen uitzien naar de zaligheid, die wij verwachten bij het glorievol verschijnen van onze grote God en Zaligmaker Jezus Christus. Deze immers heeft zich voor ons gegeven, om ons van alle ongerechtigheden vrij te kopen, en ons te reinigen tot een volk, dat Hem welgevallig is, vol ijver voor goede werken. Over deze dingen moet gij spreken, en zo moet gij vermanen in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie
Lucas 2, 1-14
In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten registreren. Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van Syrië was. Allen gingen op weg om zich te laten inschrijven, ieder in zijn eigen stad. Zo ook Jozef; hij ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea, naar de stad van David, Bethlehem genaamd, omdat hij uit het huis van David stamde, om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was. Terwijl ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf. Er waren daar in de buurt herders, die in het veld overnachtten om de wacht te houden bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen. Ze schrokken hevig. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u, een grote vreugde voor het hele volk. Vandaag is in de stad van David uw redder geboren; Hij is de Messias, de Heer. Dit is het teken voor u: u zult een kind vinden dat in doeken is gewikkeld en in een voerbak ligt.’ Plotseling was er bij de engel een heel leger uit de hemel; ze loofden God met de woorden: ‘Glorie aan God in de hoogste hemel, en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen heeft.’

Preek
In deze nacht verzamelt de Kerk haar kinderen rond de kribbe om te gedenken dat onze Redder en Verlosser is geboren. Wat dit in het algemeen voor de mensen betekent, is misschien duidelijker uit te leggen als wij zien wat het eens heeft betekend.

Allereerst betekende het dat de herders Hem kwamen aanbidden in de stal te Bethlehem. Verder had het voor onze voorouders zoveel betekenis dat zij dit prachtige kerkgebouw hebben neergezet om hun Verlosser te aanbidden. Door alle tijden heen betekende Zijn geboorte dat de mensen Hem gingen verheerlijken door aanbidding, zelfs als hun dat het leven zou gaan kosten. Wij kunnen ons afvragen, waarom zij dat deden, en waarom mensen dat nog altijd doen. Omdat het gebed tot Hem hun leven heeft veranderd; die aanbidding vervulde hen met een bovennatuurlijk geluk.

Het gebed bevrijdt de mens van zichzelf en van de daarmee verbonden zelfzucht. Het gebed laat de mens vertrouwen op Hem Die geboren is, en Die ons – door middel van de Kerk – tot de volheid van het leven wil voeren, namelijk tot heiligheid.

Wat betekent Zijn geboorte voor ons, die vanavond hier verzameld zijn? Als wij willen dat Zijn geboorte de juiste plaats inneemt in ons leven, dan moeten ook wij ons laten vervullen met deze geest van aanbidding, die ons leven zal omwentelen en die ervoor zorgt dat wij niet meer naar onszelf kijken, maar dat wij opkijken naar Hem, Die nu komt om ons te verlossen. Amen.