2 januari 2011

Preek voor het feest van de Allerheiligste Naam van Jezus

In de Naam van Jezus zal iedere knie zich buigen in de hemel (engelen), op aarde (mensen) en onder de aarde (duivels).

Epistel
Hand. 4, 8-12
In die dagen sprak Petrus, vervuld van de Heilige Geest: Oversten van het volk en oudsten, luistert: Indien ons heden wegens een weldaad aan een ongelukkig mens gerechtelijk gevraagd wordt, waardoor deze is genezen, dan zij het aan u allen en aan heel het volk van Israël bekend, dat door de Naam van Jezus Christus van Nazareth, Die gij aan het kruis geslagen hebt, maar Die God van de doden heeft opgewekt - dat door Zijn Naam deze hier gezond voor u staat. Hij is de steen, die door u, de bouwlieden, werd verworpen; maar Hij is de hoeksteen geworden; en geen heil is er, tenzij in Hem. Want er is aan de mensen geen andere naam onder de hemel gegeven, waarin wij zalig moeten worden.

Evangelie
Lucas 2, 21
In die tijd, toen er acht dagen verstreken waren, moest het Kind besneden worden; en men gaf Hem de naam Jezus, die de engel reeds genoemd had, voordat Zijn Moeder Hem had ontvangen.

Preek
Bedenken wij dat het gisteren het naamfeest van Jezus was, want na verloop van acht dagen na de geboorte werd het goddelijke Kind in de tempel te Jeruzalem besneden en zij noemden Hem Jezus, zoals de engel aan Jozef had gevraagd eer Hij in de moederschoot was ontvangen. Het was de gewoonte van de joden om de naamgeving te verbinden met de besnijdenis, zoals de Kerk dat ook doet bij het doopsel van kleine kinderen.

Jezus was Zijn eigen naam. Zo noemde Zijn heilige Moeder Hem wanneer zij Hem sprak. Jezus betekent ‘de Heer redt’. God heeft ons allen gered in en door Hem. Deze naam zou, zoals bij Zijn moeder, de heilige maagd Maria, ook voor ons hart de allerliefste en zoetste naam moeten zijn. Vele verheven namen mogen wij Hem geven: Christus, de Gezalfde, Heer, Verlosser, Koning..., maar de dierbaarste, de meest eigen naam blijft Jezus. Dit is de naam van de Godmens in Wie alleen redding te vinden is.

Beminde gelovigen, Jezus is niet alleen maar de zoete naam van onze dierbaarste vriend. Jezus is tegelijkertijd de naam van onze Heer, aan Wie God alle macht heeft gegeven, Die door Zijn dood en verlossing een volkomen recht op ons heeft verworven. Hij mag alles eisen van ons, zonder meer, zonder dat Hij rekenschap hoeft te geven. God redt ons door Hem, maar niet zonder onze instemming.

Door de gehoorzaamheid aan het geloof, door de onderwerping van onze wil aan Zijn heil werd ons door Hem redding gegeven. Wij moeten dienstknechten van Jezus Christus zijn, en wel in volkomen trouw, zoals een soldaat aan het front trouw is aan zijn opperbevelhebber.

Heil is alleen te vinden in en door Jezus. Omdat Hij, de Godmens Jezus, Zich tot de dood toe heeft vernederd, heeft God Hem verheven en Hem een naam gegeven die hoog boven alle namen is verheven, opdat in de Naam van Jezus iedere knie zich zou buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde en iedere tong zou belijden, tot glorie van God de vader, dat Jezus Christus de Heer is.

Dierbare gelovigen, de naam van de Zaligmaker doet een machtig beroep op onze toewijding en onze trouw. Hij eist een dienst van zuivere liefde. Mogen wij deze roep van het Kindje in de Kerststal toch eindelijk begrijpen. Amen.