15 december 2013

Preek voor de derde zondag van de Advent (Zondag Gaudete)

“Ik ben de stem van een roepende in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren.”

Epistel
Fil. 4, 4-7
Broeders, weest altijd blijmoedig in de Heer; nog eens zeg ik: weest blijmoedig. Laat uw goedheid aan alle mensen zien. De Heer is dichtbij. Maakt u nergens bezorgd over, maar geeft uw verlangens altijd door bidden en smeken aan God te kennen, met een dankbaar hart. En dan moge de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, uw hart en uw verstand bewaren in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie
Joh. 1, 19-28
In die tijd, zonden de joden uit Jeruzalem priesters en levieten tot Johannes met de vraag: ‘Wie zijt gij?’ En onomwonden verklaarde hij met de meeste nadruk “Ik ben de Christus niet”. Toen vroegen zij hem: “Wat dan? Zijt gij Elias?”. Hij zeide: “Dat ben ik niet.” “Zijt gij de profeet?” – Hij antwoordde: “Neen”. ‘Zij zeiden hem nu: “Wie zijt gij dan? Opdat wij antwoord kunnen geven aan hen, die ons gezonden hebben. Wat zegt gij van u zelf?” Hij sprak: “Ik ben de stem van een roepende in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, zoals de profeet Isaias gezegd heeft.” De afgevaardigden, behoorden tot de Farizeeën. En zij stelden hem de vraag: “ Wat doopt ge dan, als ge niet de Christus zijt, noch Elias, noch de profeet?” Johannes gaf hun ten antwoord: “Ik doop met water. Maar midden onder u staat Hij, die gij niet kent! Hij is het, die na mij komt, maar de voorgang heeft op mij; ik ben niet waardig zijn schoenriem los te maken.” Dit gebeurde te Betanië, aan de overzijde van de Jordaan, waar Johannes toen doopte.

Preek
In het Evangelie van vandaag krijgen wij door de woorden van Johannes de Doper, die het getuigenis van Christus gaf, een uiterst belangrijke boodschap. Het is de boodschap die ons wachten op Christus zinvol en vreugdevol maakt: Christus is midden onder ons: “Midden onder u staat Hij, Die gij niet kent...”, zo sprak Johannes tot de joden, die Jezus niet kenden. Zij kenden Hem nog niet, omdat Hij Zich nog niet aan hen geopenbaard had door Zijn wonderen, hoewel Hij al ongeveer dertig jaar onder hen leefde. Maar deze woorden gelden eveneens voor ons: Inderdaad, Jezus is ook onder ons tegenwoordig... in het tabernakel door de heilige Eucharistie, en in onze ziel door de genade. Hij komt, Hij is dichtbij, midden onder ons. En zoals de joden Hem niet herkenden, heel vaak herkennen wij Hem niet. Heel vaak willen wij Hem niet herkennen als onze Verlosser, als onze Heer.

Wie kent Hem? Wie kent Jezus? Alleen wie gelooft. Wij zullen Jezus kunnen vinden, wij zullen Hem kennen in de mate van ons geloof. En soms verbergt Hij Zich voor onze ogen. Het lijkt alsof Hij Zich niet meer zal laten vinden of Zijn aanwezigheid niet meer wil laten voelen. “Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.”, zo was het geloof van Johannes de Doper, die de wonderen van Jezus niet had gezien en toch geloofde. Zo was ook het geloof van de allerheiligste Maagd. Zelfs Maria heeft uit het geloof geleefd. Zij heeft moeten geloven aan de woorden van de engel. Door te aanvaarden dat zij de Moeder van God zou worden gaf zij zich over aan een geheim dat zij niet begreep. Maria heeft geloofd en dankzij haar geloof zijn Gods woorden in haar in vervulling gegaan.

“Midden onder u staat Hij, Die gij niet kent...” De leiders van Israël herkenden Jezus niet: niet bij de aanvang van Zijn openbaar leven en ook later niet, toen Hij sprak ‘zoals nooit iemand had gesproken’, en wonderen heeft verricht die niemand kon doen, tenzij God met hem was. Waarom niet? Waarom herkenden zij Jezus niet? Zij hadden op Hem gewacht. Zij wilden Hem zien komen. En toch, toen de tijd daar was, hebben zij Hem niet herkend. Omdat Hij niet kwam zoals de farizeeën het wilden. Zij hadden hun Messias, met hun eng-nationale opvattingen, verwacht. Zij hadden hun Messias als volksleider en koning en niet als Verlosser en arts van hun zielen gezien. Hun verwachten was alleen op het menselijke gebouwd en niet op het bovennatuurlijke geloof. Christus kwam als onbekende en grote bescheidene. Niet als koning, niet als politiek leider en boodschapper van het zuivere aardse geluk, maar als iemand die het getuigenis van de Waarheid aflegt en de goddelijke liefde openbaart. Daarmee stelde Hij de messiaanse dromen van Zijn volk teleur.

Onze Lieve Heer en Zijn Kerk nemen ook in deze wereld een bescheidener plaats in. Hij wordt ook nu niet herkend, zelfs niet door de zijnen. Dat komt doordat wij vaak een ander beeld van Christus en van Zijn missie hebben, doordat wij ons huis in deze wereld willen bouwen, doordat wij ons niet volledig aan Christus willen overgeven en naast de goddienst een privé-leventje willen houden, doordat wij onze kleine veronderstellingen niet willen loslaten.

Vandaag is al de derde zondag van de Advent. Kerstmis is nabij. Maar er is nog tijd om de essentiële vragen te stellen. Wie is Christus? Welke rol speelt Hij in mijn leven? Wat betekent dit feest werkelijk voor mij? Deze vragen moeten wij met zuivere bedoelingen stellen, niet zoals de farizeeën. Er is nog tijd om Christus te herkennen, om Hem in onze ziel en in ons hart uit te nodigen. Maar dit keer echt werkelijk, niet alleen op zondag, niet alleen in de kerk… En daarna moeten wij getuigenis over Jezus aan de wereld afleggen. Door ons leven, door onze woorden en daden moeten wij andere mensen tot Christus leiden. Door het voorbeeld van ons leven moeten de mensen tot vragen worden gebracht: Waarom is God mens geworden? Waarom komt Hij tot mij? Om mij te redden. Om mij het eeuwige leven te schenken! Amen.

2 december 2013

Jong geleerd...

De jongste generatie van misdienaars in onze kerk is afkomstig uit verschillende landen van de wereld. Deze foto werd genomen voor aanvang van de Hoogmis op de eerste zondag van de Advent. Van links naar rechts: Charles, Jerry en Adrian, die al zeer bedreven zijn in de verschillende geledingen van het dienen tijdens de heilige Mis.

Van de pastoor: Advent, de drievoudige komst van de Heer

Beminde gelovigen,

Met de Advent beginnen we aan de eerste tijd van het nieuwe kerkelijk jaar. Advent staat voor de komst van de Heer. In de realiteit van het heil heeft deze komst meerdere betekenissen, die nauw met elkaar zijn verbonden. Allereerst herdenken wij met vreugde Zijn eerste komst als Godmens, die als persoon geboren werd in de Kerstnacht en daarmee de komst van de verlossing op aarde.

In de tweede betekenis van Zijn komst, die ook Zijn tweede komst wordt genoemd en waaruit de Kerk leeft sinds Zijn hemelvaart, staan de genade en de heilsmiddelen van de sacramenten centraal, de middelen waarin Hij tot ons komt door middel van Zijn mystiek Lichaam, de Kerk, waarin wij als ledematen zijn opgenomen en waardoor wij geheiligd worden.

De derde komst, die wij nog te verwachten hebben, is Zijn komst in grote heerlijkheid en majesteit als Rechter van levenden en doden aan het einde der tijden.

Het Kerstfeest dat wij tegemoet gaan is dus niet een sentimenteel feest van het gevoel, maar in al zijn facetten een realiteit in het goddelijke heilsplan. Ons allen wens ik toe dat wij dit goed mogen begrijpen en vooral ook zo beleven.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor