5 april 2015

Het ontsteken van de Paaskaars


Aan het begin van de plechtigheden van de heilige Paasnacht wordt in de Paaskaars wierook aangebracht en wordt deze daarna ontstoken. Met een stift tekent de priester in de Paaskaars een kruis, boven het kruis de Griekse letter alpha, onder het kruis de Griekse letter omega, en aan de einden van de dwarsbalk het jaartal, terwijl hij bidt: Christus is gisteren en heden; het begin en het einde, de alpha en omega. Van Hem zijn de tijden en eeuwen; Hem behoort de heerlijkheid en de heerschappij, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Dan besprenkelt de priester vijf wierookkorrels met wijwater, bewierookt ze en bevestigt ze in de Paaskaars met de woorden: Door Zijn heilige en heerlijke Wonden behoede en beware ons Christus, de Heer. Amen.

De priester steekt de Paaskaars aan met het nieuwe vuur. Het licht van Christus, Die vol glorie verrijst, moge de duisternis van ons hart en van onze geest verdrijven.