Pagina's

27 december 2009

Preek voor de zondag onder het Octaaf van Kerstmis


De profetie van Simeon aan Maria, schilderij door Rembrandt

Epistel
Galaten 4, 1-7
Broeders, al de tijd, dat een erfgenaam onmondig is, verschilt hij niets van een slaaf, al is hij ook de heer van alles is. Maar hij staat onder voogden en beheerders tot aan de tijd, die zijn vader heeft vastgesteld. Zo stonden ook wij, toen wij nog onmondig waren, als slaven onder de beginselen der wereld. Maar toen de volheid der tijden kwam, zond God zijn Zoon, geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet, om hen, die stonde onder de Wet vrij te kopen, opdat wij zouden worden aangenomen tot zonen. Welnu, gij zonen zijt, heeft God de Geest van zijn Zoon neergezonden in uw harten, en deze roept: Abba, Vader! Zodoende is men geen slaaf meer, maar zoon; doch wie zoon is, is ook erfgenaam door God.

Evangelie
Lucas 2, 33-40
In die tijd stonden Josef en Maria, de moeder van Jezus, verbaasd over hetgeen er van Hem gezegd werd. En Simeon zegende hen en sprak Maria, zijn moeder: “Zie, deze is bestemd tot val en opstanding van velen in IsraĆ«l en tot een teken dat wordt tegengesproken, en ook uw ziel zal met een zwaard doorboord worden, opdat de gezindheid des harten van velen openbaar worde.” Daar was ook een profetes Anna, de dochter van Phanuel, uit de stam van Aser. Ze was hoogbejaard en na haar maagdelijke staat was zij zeven jaar gehuwd geweest, en nu was zij een weduwe van vierentachtig jaar. Altijd was zij in de tempel, en diende God dag en nacht in vasten en gebed. Juist op dat ogenblik verscheen zij daar ook, en zij loofde de Heer. En zij sprak over het kind tot allen, die vol verlangen uitzagen naar de verlossing van Israel. Toen zij alles volbracht hadden gedaan volgens de wet des Heren, zijn zij teruggekeerd naar Galilea, naar hun woonplaats Nazareth. Het Kind Jezus groeide op, en nam toe in krachten; Het werd vervuld van wijsheid, en de genade van God rustte op Hem.

Preek
Alles is vol betekenis in deze dagen van de Kersttijd. Het Woord Gods laat zich baren in de tijd; er is een Kind dat God is; een maagd wordt moeder en blijft maagd; het goddelijke mengt zich met het menselijke. Maar zijn wij ons er wel van bewust wat dit alles voor ons betekent? Zijn wij ons er eigenlijk van bewust waarom wij het Kerstfeest vieren? In deze dagen moeten wij een beetje meer tijd voor deze belangrijke vragen nemen om deze dagen van genade goed te beleven. Dit feest is te groot en te belangrijk voor de mensen om alleen aan het menselijke te worden overgelaten.

De menswording is de eigenlijke kernvraag van ons christelijk geloof en het antwoord erop moet een grote betekenis voor ons dagelijks leven hebben. Een betekenis die niet alleen ons denken moet veranderen, maar die ook in ons gedrag zichtbaar moet worden. Want sinds de geboorte van het kleine Kind in een stal te Bethlehem, ruim 2000 jaar geleden, is de werkelijkheid van de wereld veranderd. Het goddelijke is binnengedrongen in het menselijke, om het menselijke te verheffen. God is mens geworden en heeft zo de menselijke natuur verheven door Zijn twee naturen, de goddelijke en de menselijke, verenigd in de persoon Jezus Christus, en zo moet ook ons persoonlijk leven veranderen. God is mens geworden voor mij, voor ons, voor iedereen, en elke mens moet een antwoord geven op Gods menswording.

Waarom is Hij mens geworden? Om God aan ons te openbaren, om God aan de mensen te laten kennen, om ons God te laten zien. De menswording van God openbaart oneindige volmaaktheden van God, al Zijn werken op een bijzondere wijze, en Zijn menswording is het begin van onze verzoening met de oneindige goedheid van God, de eerste stap in de richting van de hemelse zaligheid, die sinds de oerzonde door Adam en Eva voor de mensen gesloten is geweest. En wij kunnen nu eindelijk opnieuw de hemel tegemoet treden in Jezus Christus, de Godmens.

De menswording van God laat de mensen vrij om er antwoord op te geven, wij kunnen verder leven zoals we dat altijd gedaan hebben, maar dan blijft alles ook zoals het altijd geweest is: na dit aardse leven blijft de hemel gesloten, en de mens zal in afzondering van God verder bestaan. Die situatie noemen we de hel.

Maar wij kunnen ook op het aanbod van God ingaan. Dat betekent dat de mens reeds tijdens dit aardse bestaan leeft met Jezus Christus. Met Christus leven op aarde is geen gedachte of private zaak, maar is – zoals de menswording van God – concreet en zichtbaar. Zichtbaar is deze realiteit op drievoudige wijze. Ten eerste door de daden en werken van de individuele mens die met Christus is verenigd. Ten tweede door het middel van die vereniging met Christus, dat is Zijn zichtbare en enige Kerk. En uiteindelijk door het zichtbaar gehoorzaam zijn aan alle punten van het geopenbaarde geloof.

Deze drie zichtbare realiteiten vormen, als zij met geloof en in hun totaliteit aanvaard worden, de innerlijke vereniging met Christus die in Zijn genade bestaat. En door deze innerlijke realiteit van genade die in Christus bestaat, wordt voor ons door de zichtbare realiteiten van geloof, Kerk en moreel leven de weg naar de hemel geopend.

Beminde gelovigen, dit is de ware betekenis van Kerstmis en de weg die wij zouden moeten gaan als Zijn menswording voor ons enige betekenis heeft. Christus is geboren. Komt, laten wij aanbidden. Amen.