2 juni 2023

De vreze Gods (ontzag voor God) als fundament van de gaven van de Heilige Geest

De vreze Gods is de gave waardoor iemand de oneindige majesteit van God erkent en tegelijk zijn eigen nietigheid inziet. De ziel heeft ontzag voor de grootheid van God en voelt zich vermorzeld in haar eigen geringheid. Door de gave van de vreze Gods komt een ziel op een positieve wijze 'onder de indruk van God'. De grootheid en schoonheid van God vervullen ons met zoveel bewondering, dat wij eer willen brengen aan God en alles willen mijden wat ons van Hem zou kunnen verwijderen.

De vreze Gods heeft dus niets met angst voor God te maken. Dat zou een valse godsvrees zijn. Ware godsvrees wordt uit liefde geboren. De liefde die in deze gave van de Heilige Geest actief is, maakt ons gevoelig voor de wijze waarop God ons bemint, en voor de wijze waarop we die liefde moeten beantwoorden. Door de vrees voor de Heer worden we diep gevoelig voor alles wat onze liefde voor God en onze vreugde daarin zou kunnen verminderen. De vreze Gods is vooral een vrees om God te verliezen.

De vreze Gods is dan ook geen 'vrees van de slaaf', zegt de heilige Thomas van Aquino. Want de slaaf gehoorzaamt zijn meester alleen uit schrik voor een straf. De vreze Gods beantwoordt veeleer aan de 'vrees van de zoon', die zijn vader liefheeft en eert, en daarom alles vermijdt wat zijn relatie met hem kan schaden.

Een belangrijk effect van de gave van vrees is een volkomen en zuivere nederigheid. De gave disciplineert ons, zodat we ermee ophouden om eer te zoeken voor onszelf, en in de plaats daarvan uitzien naar de glorie van God en naar ons geluk in Hem. Vrees voor de Heer vereert en bemint God en ontwortelt op die manier elk begin van menselijke hoogmoed, die God niet erkent en zichzelf als hoogste autoriteit beschouwt. De vreze Gods is dus een passende remedie tegen alle trots en arrogantie van de geest.

Om dezelfde reden stelt de gave van vrees ons in staat om op een meer authentieke wijze te leven volgens de zaligspreking "Gelukkig die arm van geest zijn" (Mt. 5, 3). Want de gave van vrees bevrijdt ons niet alleen van trots en zelfverheerlijking, zij verlost ons ook van hebzucht, en van het verlangen naar rijkdom, macht en roem. Omdat de gave van vrees ons uitnodigt om ons open te stellen voor God, Hem te eren en ons helemaal aan Hem toe te wijden, is zij de eerste stap op weg naar een grotere eenwording met God, die het uiteindelijke doel vormt van de zeven gaven van de Heilige Geest. De vreze Gods vormt het fundament waarop de overige zes gaven zijn gebouwd. Zij opent de deur voor de goede werking van de andere gaven.

Thomas van Aquino rangschikt haar als eerste in volgorde van behoefte, maar noemt haar als laatste in volgorde van verhevenheid. Want hierin spant wijsheid de kroon. Toch heeft wijsheid de vreze Gods nodig. "De grondslag van de wijsheid is ontzag voor de Heer", zegt de psalmist (Ps. 111, 10). In de vreze Gods heeft de wijsheid haar wortels, en begint zij tot leven te komen.