Beminde gelovigen,
In de heilige Adventstijd verwachten wij de komst van God als Redder en Verlosser van de mensheid! In deze weken voor het geboortefeest neemt de Kerk in haar liturgie ons mee naar de tijd voor het diepe verlangen naar verlossing uit het oude verbond. Zij wil ons laten ervaren dat wij, die door het doopsel met Hem getekend zijn, nog altijd naar Hem moeten verlangen. En dat wij nog steeds uitzien naar Zijn komst in heerlijkheid!
Zo kent de Advent een dubbele verwachting, namelijk dat Hij als Verlosser wordt geboren én dat Hij in heerlijkheid zal komen als Rechter op het einde der tijden. Alleen in dat besef kunnen wij de rijke vruchten van de Adventstijd begrijpen en genieten.
Ik wens u een zalige Adventstijd!
Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor
Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam
Actuele website: https://agneskerk.nl
Pagina's
30 november 2024
Van de pastoor: Advent, tijd van dubbele verwachting
30 november: Heilige Andreas, apostel, feest
Andreas was de broer van Simon Petrus. Hij was eerst leerling van Johannes de Doper. Beide broers waren visser van beroep. Andreas sloot zich later bij Jezus aan en liet ook zijn broer met Jezus kennis maken. Andreas is de eerste met name genoemde apostel. Hij was de eerste apostel die Jezus volgde, samen met Johannes. Hij leidde ook de eerste heidenen naar Jezus, vlak voordat Hij aan Zijn beulen uitgeleverd zou worden. Steeds stond hij Jezus ter zijde om zijn hulp aan te bieden. Zo was Andreas de apostel die voor de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging een jongen aanwees die broden en vissen bij zich had.
Volgens de overlevering heeft hij na het Pinksterfeest het Evangelie verkondigd in Klein-Azie en in de Donaulanden. Ten tijde van de regeringsperiode van keizer Nero werd Andreas door de stadhouder Ageas gearresteerd. Hij werd gedwongen aan de goden te offeren, maar Andreas hield standvastig vol en bleef weigeren. Daarop sprak de christenhater over hem het doodsoordeel uit. Omstreeks het jaar 60 is hij te Patras in het noorden van de Peloponnesus in Griekenland aan een X-vormig kruis gestorven. Uit liefde voor zijn Heer wilde hij namelijk niet op dezelfde wijze gekruisigd worden als Jezus. We noemen een X-vormig kruis daarom een Andreaskruis. We komen het Andreaskruis tegen in het wapen van Amsterdam en bij spoorwegovergangen.
Filippus van Bourgondië (Filippus de Schone) stelde in 1429 de ridderorde van Sint Andries in, die wij beter kennen als de orde van het Gulden Vlies.
Andreas ligt begraven in de grafkelder te Amalfi en zijn hoofd lag in de Sint-Pietersbasiliek te Rome. Paus Paulus VI heeft dit hoofd geschonken aan de Patriarch van Constantinopel als een gebaar van toenadering, want in het Oosten is de heilige Andreas een van de meest vereerde heiligen. Hij zou volgens de legende de Kerk van Byzantium hebben gesticht, het centrum van de Oosterse Kerken.
Andreas is patroon van Schotland, Griekenland, Rusland, Spanje, vissers, vishandelaren, slagers, mijnwerkers, touwslagers, waterdragers en voor een goed huwelijk; hij is patroon tegen: jicht, keelpijn, krampen en belroos.
28 november 2024
Vormseltoediening op zondag 1 december
Op zondag 1 december zullen vele kinderen, jongeren en ook (jong-)volwassenen het Vormselsacrament ontvangen van mgr J.W.M. Hendriks, bisschop van Haarlem-Amsterdam. De plechtigheid begint om 11.00 uur. Aansluitend wordt op deze eerste zondag van de Advent de Hoogmis opgedragen, waarbij de bisschop pontificale assistentie zal verlenen vanaf de troon.
Voor de vormelingen wordt uw gebed gevraagd.
In verband met de lengte van de vormselplechtigheden vervallen deze zondag zowel de gelezen heilige Mis van 12.45 uur als de maandelijkse gezinsmiddag.
24 november 2024
23 november 2024
23 november: Heilige Clemens I, paus en martelaar
![]() |
| De heilige Clemens aanbidt de allerheiligste Drie-eenheid. |
"Ook u, mijn trouwe kameraad, vraag ik: wees haar behulpzaam. Want zij hebben mij bijgestaan in de strijd voor het Evangelie, evenals Clemens en mijn overige medewerkers, wier namen staan in het boek des levens." (Fil. 4,3)
Paus Clemens wordt door de apostel Paulus zijn gezel genoemd. Hij is de derde opvolger van de Heilige Petrus. Hij schreef een brief aan de Korintiërs (niet die van Paulus). Hij treed met gezag op tegenover de Kerk van Korinte. In dezelfde brief staan bewijzen over het verblijf en de marteldood van Petrus in Rome. De brief is verder waardevol voor de kennis omtrent de kerkelijke hiërarchie, de liturgie in die tijd en de dogma's van de Drie-eenheid en over Christus.
Paus Clemens I is een apologeet (verdediger van de leer). Hij werd in de eerste eeuw in Rome geboren en werd in het heidense geloof opgevoed. Door de prediking van de apostel Barnabas vond hij eindelijk datgene waarnaar hij lang op zoek was geweest. Hij liet zich door Barnabas dopen en verder vormen door de heilige Petrus. Petrus was zeer onder de indruk van Clemens en benoemde hem tot zijn opvolger. Na de dood van Petrus weigerde Clemens plaats te nemen op de Heilige Stoel. Linus werd daarop de tweede opvolger. Dit gebeurde in het jaar 64. In het jaar 91 moest Clemens, onder druk van de clerus en het volk, gehoor geven aan de keus die de heilige Petrus reeds gemaakt had.
Verder is er weinig bekend over zijn pausambt. De marteldood van Clemens Romanus staat in ieder geval vast door de traditie van de Kerk, die zijn naam heeft opgenomen in de Canon van de heilige Mis. De heilige Clemens werd door keizer Trajanus naar de Krim verbannen wegens zielenijver en daar met een anker om de hals in zee verdronken.
Een legende vertelt dat paus Clemens tijdens zijn verblijf in de steengroeve door een schaap een bron vond waaruit water opborrelde uit het gesteente. Zo heeft hij zijn medegevangenen gered die dreigden om te komen van de dorst. Zijn lichaam werd door de beide apostelen van de Slaven, Cyrillus en Methodius , naar Rome overgebracht. Daar werd hij in de aan hem toegewijde kerk (San Clemente) bijgezet. Deze kerk is een van de meest bijzondere kerken in Rome omdat zij nog de volkomen liturgische inrichting van de oude kerk toont.
De heilige Clemens is patroon van zeelieden, hoedenmakers, marmerzagers, steenhouwers en kinderen, en patroon tegen kinderziekten, watersnood, storm en onweer.
17 november 2024
Gebed van overgave
Hemelse Vader, nu al aanvaard ik, gelaten en bereidvaardig, uit Uw hand elke wijze van sterven, naargelang het U zal behagen, met al zijn benauwdheden, pijnen en smarten. Leid mij aan de hand van Uw goddelijke Zoon en aan de hand van de Moeder van Barmhartigheid door de donkere poort van de dood naar het hemels Vaderhuis! Mogen Sint Jozef en de heilige Michaël alle aanvallen van de hel in dat uur afslaan. Ik vraag U, algoede Vader, dat U deze akte van vertrouwen en overgave wilt aannemen voor allen die vandaag en de komende nacht zullen sterven. Amen.
Zesentwintigste zondag na Pinksteren
Missaal: Zesde zondag na Driekoningen
Epistel
1 Tes. 1, 2–10
Broeders, wij brengen altijd dank aan God om uwentwil, en zonder ophouden blijven wij u indachtig in ons gebed; want wij herinneren ons uw werken van geloof, uw arbeid en liefde en uw volhardend vertrouwen op onze Heer Jezus Christus, voor het oog van God, onze Vader. Immers, broeders, van God bemind, wij weten, dat gij zijt uitverkoren; want onze prediking is tot u gekomen, niet alleen met woorden, maar ook met kracht en met Heilige Geest en met de volle overtuiging; gij weet immers, hoe ons optreden bij u geweest is om uwentwil. En gij zijt navolgers geworden van ons en van de Heer; gij hebt de prediking aangenomen onder veel verdrukking, maar met vreugde van de Heilige Geest; en zo zijt gij een voorbeeld geworden voor alle gelovigen in Macedonië en Achaie. Want van u uit is het woord des Heren verder verbreid, niet alleen in Macedonië en in Achaie; maar overal is uw geloof in God bekend geworden, zodat wij geen woord meer daarover hoeven te spreken. Zij zelf immers verhalen van ons, hoe wij bij u hebben gewerkt, en hoe gij tot God zijt bekeerd van de afgoderij om voortaan de levende en waarachtige God te dienen en zijn Zoon uit de hemel te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, Die ons heeft ontrukt aan de toorn, die eens zal komen.
Evangelie
Mt. 13, 31–35
In die tijd hield Jezus de menigte de volgende gelijkenis voor: Het rijk der hemelen gelijkt op een mostaardzaadje, dat iemand in zijn akker gaat zaaien. Het is wel het kleinste van alle zaden, maar als het is opgeschoten, is het groter dan alle andere moeskruiden; en het wordt een boom, zodat de vogels des hemels in zijn takken kunnen nestelen. Nog een andere gelijkenis hield Hij hun voor: Het rijk der hemelen gelijkt op zuurdeeg, dat door een vrouw wordt gebruikt en vermengd wordt onder drie maten meel, totdat dit geheel is gegist. Dit alles sprak Jezus tot de scharen in gelijkenissen, en zonder deze sprak Hij niet tot hen. Zo werd vervuld, wat door de profeet voorzegd was: Ik zal Mijn mond openen in gelijkenissen, en openbaren, wat verborgen was van de grondvesting van de wereld af.
Overweging
Vandaag wordt ons in het Evangelie het rijk Gods in gelijkenissen voorgesteld. Het wordt vergeleken met de groei van een mosterdzaadje. Uit deze gelijkenis wordt duidelijk dat er een enorme groeikracht zit in het rijk Gods wanneer het zaadje goed wordt opgenomen, en op die manier diep kan wortelen in onze menselijke natuur. Christus kondigt hier Zijn Evangelie aan onder de sluier van een gelijkenis. De boodschap van Christus is bestemd om de gehele wereld, van West tot Oost en van Noord tot Zuid, te vervullen. Overal zal Zijn zegenrijke kracht, Zijn verheven menselijke en Zijn bovennatuurlijke goddelijke kracht hen die Hem willen toebehoren vervullen.
Het rijk Gods is in ons door Zijn heiligmakende genade, en Christus, de Heer, heerst in ons door de inwendige deugden van het hart, namelijk door geloof, hoop en liefde. Het rijk Gods bestaat in onze volledige overgave aan Zijn liefde en aan Zijn licht in alles wat wij doen en zijn. Wanneer alles in ons via verstand en wil op het goddelijke wordt afgestemd, wanneer wij met onze volledige kracht proberen Hem in alles te gehoorzamen, en Zijn genade – die Hij ons in alles aanbiedt – tegemoet komen, dan is het rijk Gods in ons gekomen.
Als wij ons in het rijk Gods laten opnemen en volledig tot dat rijk willen behoren, dan worden wij herschapen en herboren. Dan gaan wij over van de louter menselijke orde naar de goddelijke orde, voor zover dat voor een mens mogelijk is. Jezus, onze Redder, verstaat onder het rijk Gods in ons de ongebroken eeuwige levensgemeenschap met de Vader en Zichzelf in de Heilige Geest. Deze gemeenschap wordt concreet werkelijkheid in ons wanneer de wil in ons zich sterk en zuiver verheft boven de wereld van zelfzucht en geweld, van zorg en vrees, naar God toe. Door een dergelijke houding zal alles van de goddelijke Wil worden vervuld.
Wij zijn Gods rijk op aarde als wij vol zijn van Zijn Geest en toetreden tot Zijn Kerk, en deze tot in ons diepste wezen aanhangen, haar liefhebben, heiligen en verbreiden. Dat is dus dáár waar de heiliging die wij door de Heilige Geest ontvangen zichtbaar wordt, namelijk in de gemeenschap van de heiligen, waartoe wij behoren door onze opname in het mystieke lichaam van de Kerk. Wij worden heilig door het volgen van de ene heilsweg, die Christus is. En daardoor zullen wij tot het rijk van God behoren.
12 november 2024
10 november 2024
Libera nos (Sheppard)
Latijn
Libera nos, salva nos, justifica nos, o beata Trinitas.
Nederlands
Verlos ons, red ons, rechtvaardig ons, o heilige Drievuldigheid.
Vijfentwintigste zondag na Pinksteren
Missaal: Vijfde zondag na Driekoningen
Epistel
Kol. 3, 12-17
Broeders, wilt u als heilige en veelgeliefde uitverkorenen Gods toerusten met een medelijdend hart, met goedheid en bescheidenheid, met zachtmoedigheid en geduld. Verdraagt elkander, en vergeeft elkander, als gij soms over iemand te klagen hebt. Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven. Maar draagt over dat alles heen de liefde; want deze is de band der volmaaktheid. Laat de vrede van Christus heersen in uw harten; want daartoe zijt gij ook geroepen, als leden van één lichaam. Weest daarenboven dankbaar. Moge het woord van Christus onder u wonen in volle rijkdom, zodat gij in alle wijsheid elkander onderricht en vermaant. En zingt dankbaar God van harte lof in psalmen en gezangen en geestelijke liederen. Alles wat gij doet met woord of werk, doet alles in de Naam van de Heer Jezus Christus, om aan God, de Vader, dank te brengen door Jezus Christus, onze Heer.
Evangelie
Mt. 13, 24-30
In die tijd hield Jezus de menigte deze gelijkenis voor: Het rijk der hemelen gelijkt op een mens, die goed zaad op zijn akker zaaide. Maar terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid tussen de tarwe en ging heen. Toen nu het graan opkwam en vrucht begon te zetten, toen werd ook het onkruid zichtbaar. Dan gingen de knechten van de heer naar hem toe, en zeiden: Heer, hebt gij geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dan het onkruid vandaan? En hij antwoordde hun: Dat heeft een vijandig mens gedaan. De knechten vroegen hem nu: Wilt gij, dat wij het gaan uittrekken? Maar hij antwoordde: Neen; want als gij het onkruid uittrekt, zoudt gij misschien ook de tarwe uitrukken. Laat ze beide opgroeien tot de oogst; dan zal ik in de oogsttijd tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst het onkruid, en bindt het in bundels, om het te verbranden; maar bergt de tarwe in mijn schuur.
Overweging
In de gelijkenis van dit Evangelie legt onze Heer Jezus Christus aan Zijn leerlingen een belangrijke leer uit over de Kerk op aarde en over het leven. Hij wijst daarbij op het einde van de tijden. Christus zegt dat het rijk der hemelen, dat zich hier op aarde manifesteert door de Kerk, lijkt op een akker waarop goed zaad wordt gezaaid. Dit zaad verzinnebeeldt de genade en de akker staat voor de heilige Kerk van God. In een volledig verstaan van de gelijkenis kunnen wij de akker identificeren met de Kerk en het zaad met onze eigen ziel, waarin God Zijn genade tot leven brengt omdat zij in de kracht van de akker, de Kerk, haar voedsel vindt voor haar groei.
Tegelijk met het goede zaad en de zaaier van de akker wijst Christus ook op de vijand die onkruid zaait tussen het goede zaad. Dit onkruid kunnen wij duidelijk herkennen als de zonde, en de vijand als de duivel. Het onkruid en de zonde leven als een parasiet uit hetgeen dat bedoeld is om een ander te laten groeien. Het onkruid brengt geen goede vruchten voort en is daarom in de gelijkenis zinnebeeld voor de zonde die geen eigen leven in zich draagt, maar alleen de afwezigheid van het goede is en daarom ook zo verschrikkelijk is, want God – als Bron van alle goedheid – is dan afwezig. En waar God niet is, kan geen leven zijn, maar alleen dood en verderf.
Christus wil ons waarschuwen, allereerst doordat hij uitlegt wat goed is en wat niet goed is, maar ook door de uiterste en laatste consequentie van het kwaad te verwoorden. Aan het einde van de tijden zal het onkruid gebundeld worden om te worden verbrand. In deze woorden van onze Heer Jezus Christus vinden wij de leer over het vuur van de hel, een leer die tegenwoordig vaak als overbodig en als niet meer aanvaardbaar voor het moderne, sociaal geworden christendom wordt beschouwd.
In het tweede deel van het Evangelie legt Christus uit waarom tot de oogst gewacht moet worden met het verzamelen van het onkruid. Het eerste gevolg hiervan is de realiteit van de Kerk zoals wij haar door de geschiedenis heen kennen. In Gods heilige Kerk, de akker van de oogst, groeien tarwe en onkruid samen op. De redenen hiervoor zijn begrijpelijk en volledig edel en heilig, want de Heer van de oogst is geduldig en barmhartig en straft niet terstond, maar schenkt tijd en gelegenheid tot inkeer en bekering.
De zonde, die in de gelijkenis door het onkruid wordt verzinnebeeld, kan alleen stand houden in de afwezigheid van de genade. Bekering is mogelijk zolang de slechte planten nog op de akker staan. De akker van de Kerk is er om vruchten van heiligheid voort te brengen en juist om die reden blijft Christus een geduldig en barmhartig bezitter van de akker. Maar wanneer Hij terugkeert tot Zijn akker, als Heer van de oogst, dan zullen kwaad en goed uit elkaar gehaald worden.
9 november 2024
9 november: Kerkwijding van de Aartsbasiliek van de Allerheiligste Verlosser, feest
De Aartsbasiliek van de Allerheiligste Verlosser in Rome is beter bekend als de Sint Jan van Lateranen. Volgens een inscriptie op de voorgevel is zij ‘De Moeder en het Hoofd van alle Kerken in de Stad en van de hele Wereld’. Zij gaat terug op een geschenk van keizer Constantijn en zijn familie.
In de 2e eeuw vóór Christus behoorde het terrein waar de huidige kerk op staat toe aan de senatorenfamilie van de Plautii. Een vooraanstaand lid van deze familie, Plautus Lateranus, was in 65 door keizer Nero terechtgesteld vanwege diens vermeende aandeel in de samenzwering van Gaius Calpurnius Piso tegen de keizer. Het paleis werd geconfisqueerd en tot keizerlijk domein verklaard. Septimius Severus gaf het weer terug aan de nabestaanden van de Plautii.
Toen in de 4e eeuw een verre afstammelinge, Fausta, huwde met keizer Constantijn, behoorde het tot haar bruidschat. Zo kwam het terrein in het bezit van Constantijn. Hij schonk het aan de toenmalige paus Silvester († 335) met de bedoeling dat er de eerste christelijke basiliek zou verrijzen. Met de bouw ervan werd begonnen in 323; het jaar daarop kon de kerk worden ingewijd. Zij was toegewijd aan Jezus Zelf: de Allerheiligste Verlosser. In de 12e eeuw kwamen daar Johannes de Doper en Johannes de Evangelist bij. Sindsdien staat de kerk bekend onder de naam Sint-Jan-van-Lateranen.
De eerste kerk had de vorm van een basiliek. Het moet een imposant gebouw geweest zijn. Het was in ieder geval zo mooi en rijk versierd dat het de bijnaam 'Gouden Basiliek' (basilica aurea) kreeg. In de loop der eeuwen is de kerk herhaaldelijk verwoest, geplunderd en weer opgebouwd. Het huidige gebouw gaat terug op 11e en 12e eeuw, met restanten uit vroeger tijden.
De basiliek is de belangrijkste kerk ter wereld. Daar staat immers de Stoel van Sint Petrus, die zoals de H. Ignatius van Antiochië schreef 'het hoofd is van de gehele liefdesgemeenschap'. Om die reden wordt haar wijdingsdag in de gehele Kerk als feest gevierd.
5 november 2024
Litanie tot lafenis van de zielen in het vagevuur
Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm u over ons.
Heilige Maria, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Moeder Gods, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Maagd der maagden, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Michaël, bid voor de lijdende zielen.
Alle heilige engelen en aartsengelen, bidt voor de lijdende zielen.
Alle koren der gelukzalige geesten, bidt voor de lijdende zielen.
Heilige Johannes de Doper, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Jozef, bid voor de lijdende zielen.
Alle heilige aartsvaders en profeten, bidt voor de lijdende zielen.
Heilige Petrus, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Paulus, bid voor de lijdende zielen.
Alle heilige apostelen en evangelisten, bidt voor de lijdende zielen.
Heilige Stefanus, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Laurentius, bid voor de lijdende zielen.
Alle heilige martelaren, bidt voor de lijdende zielen.
Heilige Gregorius, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Ambrosius, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Augustinus, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Hiëronymus, bid voor de lijdende zielen.
Alle heilige bisschoppen en belijders, bidt voor de lijdende zielen.
Alle heilige leraars, bidt voor de lijdende zielen.
Alle heilige priesters en levieten, bidt voor de lijdende zielen.
Alle heilige monniken en kluizenaars, bidt voor de lijdende zielen.
Heilige Maria Magdalena, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Catharina, bid voor de lijdende zielen.
Heilige Barbara, bid voor de lijdende zielen.
Alle heilige maagden en weduwen, bidt voor de lijdende zielen.
Alle heiligen Gods, bidt voor de lijdende zielen.
Wees genadig, spaar hen, Heer.
Wees genadig, verhoor ons, Heer.
Van alle kwaad, verlos hen, Heer.
Van Uw gramschap,
Van de gestrengheid van Uw rechtvaardigheid,
Van de knagende worm van het geweten,
Van de verschrikkelijke duisternissen,
Van hun tranen en zuchten,
Door Uw menswording,
Door Uw heilige geboorte,
Door Uw allerzoetste Naam,
Door Uw heilig doopsel en vasten,
Door Uw diepe ootmoedigheid,
Door Uw grote gehoorzaamheid,
Door Uw oneindige liefde,
Door Uw doodsangst en smarten,
Door Uw bloedig zweet,
Door Uw banden en boeien,
Door Uw doornenkroon,
Door Uw smadelijke dood,
Door Uw kruis en bitter lijden,
Door Uw heilige verrijzenis,
Door Uw wonderbare hemelvaart,
Door de nederdaling van de Heilige Geest, de Vertrooster,
Op de dag van het oordeel,
Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.
Gij, die de zondares vergiffenis geschonken en de goede moordenaar verhoord hebt,
Gij, die door genade zalig maakt,
Dat het U behage onze naastbestaanden, vrienden en weldoeners uit de verschrikkelijke vlammen te verlossen,
Dat het U behage al de overleden gelovigen uit hun pijnen te verlossen,
Dat het U behage U te ontfermen over al diegenen, die geen bijzondere voorsprekers in de wereld hebben,
Dat het U behage aan allen genade te schenken en hen uit hun smarten te verlossen,
Dat het U behage hun verlangens te vervullen,
Dat het U behage hen onder het getal van Uw uitverkorenen te ontvangen,
Koning van ontzaglijke Majesteit,
Zoon Gods,
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, ontferm U over ons.
Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
Laat ons bidden.
O God, Schepper en Verlosser van alle gelovigen, verleen aan de zielen van Uw dienaars en dienaressen de vergiffenis van alle zonden, opdat zij, door de gebeden van Uw Kerk, de kwijtschelding waarnaar zij altijd verlangd hebben, van Uw genade mogen verwerven. Gij, die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.
3 november 2024
Vierentwintigste zondag na Pinksteren
Missaal: Vierde zondag na Driekoningen
Epistel
Rom. 13, 8-10
Broeders, gij moet elkander niets schuldig blijven, dan alleen maar wederzijdse liefde. Want wie de naaste liefheeft, heeft de wet volbracht. Immers het gebod: Gij zult geen echtbreuk plegen - gij zult niet doodslaan - gij zult niet stelen - gij zult geen vals getuigenis geven - gij zult niet begeren, of welk ander gebod ook, het komt alles neer op dit woord: gij zult uw naaste beminnen als u zelf. De liefde doet de naaste geen kwaad aan. Zo vervult de liefde de gehele wet.
Evangelie
Mt. 8, 23-27
In die tijd begaf Jezus Zich in het scheepje en Zijn leerlingen gingen met Hem mee. Plotseling werd de zee geweldig onstuimig, zodat de golven over het schip heensloegen. Hij echter lag te slapen. De leerlingen gingen naar Hem toe; zij maakten Hem wakker en zeiden: Heer, help ons, wij vergaan! Doch Jezus sprak tot hen: Waarom zijt gij bevreesd, kleingelovigen? Toen stond Hij op, gaf Zijn bevelen aan de wind en de zee, en het werd volkomen stil. De mensen nu stonden verbaasd en zeiden: Wat is dat toch voor iemand, dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzamen?
Overweging
Zeer dikwijls geeft Christus Zijn apostelen en ons allen een les in vertrouwen. Zo ook in het Evangelieverhaal van deze zondag. Het verhaal is heel kort, maar wel duidelijk. Alles is aan Christus onderworpen; de machten en krachten van de natuur zowel als de gehele geestelijke wereld. Alles is Hem onderdanig, Hij is de opperste Soeverein. Hij draagt zorg voor ons op grond van Zijn goddelijke, oneindige liefde. Hij kent al onze noden en ook dan, wanneer Hij schijnt te slapen, zoals in het bootje op het meer, is Hij bij ons, altijd bereid ons te helpen en ons te beschermen tegen de gevaren die ons bedreigen. Wat Hij van ons verlangt is vertrouwen. Dat wij nooit vergeten dat Hij de Goede Herder is.
Er zijn veel stormen in de wereld. Elke keer gaat het om een andere storm. Elk mensleven kent zijn eigen stormen. Dikwijls hebben wij die zelf beleefd. Het kan voorkomen dat we miskend worden, dat we worden tegengewerkt, of zelfs vervolgd en onrechtvaardig behandeld. Soms worden onze bedoelingen verkeerd begrepen, wordt ons werk niet gewaardeerd en bevinden wij onszelf midden in een grote storm van beproevingen en bekoringen. En dan kan iedereen zien hoe sterk zijn geloof is.
Geloven in Jezus zolang het ons goed gaat, zolang alles volgens ons plan verloopt, is niet moeilijk. maar dat is nauwelijks een waarachtig geloof. Zodra de dingen verkeerd lopen, zodra wij onze machteloosheid ervaren, verliezen wij moed en stort ons vertrouwen in. Dan begint pas het eigenlijke geloof, daar waar menselijke krachten en berekeningen vallen. Zodra wij ‘vergaan’, hoe dan ook, menen wij dat Christus ons verlaten heeft. Dan zien wij dat ons geloof op een voelbare aanwezigheid of op troost was gebouwd. Voelen wij dat niet meer, dan is ons geloof weg. Maar geloof is meer dan een gevoel dat God dicht bij ons is. Geloof in God betekent: op Hem vertrouwen, op Zijn wijsheid. Hij weet toch beter dan ik wat voor mijn verlossing het beste is. Als wij geloven, dan moeten wij vertrouwen op Zijn liefde en voorzienigheid – waarin Hij ons nooit verlaat – ook in het midden van een storm, midden in schijnbaar onoplosbare situaties.
Ons geloof moet steeds gezuiverd worden. Een ziel die echt gelooft en zich uitsluitend aan God hecht, blijft onwankelbaar. Bekoringen, lijden en beproevingen bereiken slechts de oppervlakte van zijn wezen; in de diepte heerst vrede. De oppervlakte van de zee kan hevig worden bewogen bij een storm, maar de diepe wateren blijven onberoerd. Deze innerlijke vrede hangt slechts van één ding af, namelijk van onze houding tegenover God. Christus is de Heer. Als wij dat erkennen en Zijn woorden onvoorwaardelijk aanvaarden, dan blijven wij altijd veilig bij Hem Die alle kwaad heeft overwonnen.
2 november 2024
1 november 2024
Van de pastoor: Hoe gaan wij om met Christus' belofte en Zijn genade?
![]() |
| De gemeenschap der heiligen. |
Beminde gelovigen,
De maand november is op een bijzondere wijze toegewijd aan de gemeenschap der heiligen. Eerst vieren wij op 1 november het hoogfeest van Allerheiligen, en een dag later de gedachtenis van Allerzielen. Als gedoopten delen wij in de belofte van Christus dat Hij alles nieuw zal maken en dat degenen die in Hem geloven niet zullen sterven in eeuwigheid.
Aan die gemeenschap hebben wij deel als wij behoren tot Zijn Kerk. Niettemin dragen wij zelf verantwoordelijkheid voor de wijze waarop wij in dit leven met deze belofte en de genade omgaan. Vaak denken wij meer aan het aardse dan aan het eeuwige, daarom is het zeer passend dat de Kerk ons meteen na het Allerheiligenfeest oproept om voor de overledenen te bidden en aflaten voor hen te verkrijgen, opdat zij, de leden van de lijdende Kerk, spoedig uit hun boete in het vagevuur bevrijd mogen worden en deel gaan uitmaken van de glorierijke Kerk in de hemel. Aan ons, die deel uitmaken van de strijdende Kerk op aarde, valt die taak ten deel, omdat wij tot die een-en-dezelfde Kerk van Christus behoren, die zich nu nog in drie verschillende stadia bevindt, die met elkaar zijn verbonden. Het lot van de lijdende Kerk valt dus niet buiten onze verantwoordelijkheid. Wij zijn verplicht elkaar te steunen, met gebed en boete, om de zegevierende Kerk in de hemel te bereiken, de Kerk die in haar heiligheid God op ultieme wijze verheerlijkt.
Graag herinner ik u aan de toediening van het heilig vormsel in onze kerk op zondag 1 december om 11.00 uur. Ik hoop dat velen van u daarbij aanwezig zullen zijn.
Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor









