Pagina's

9 mei 2024

Meimaand - Mariamaand: Regina Caeli Laetare: il Signor non è morto (Mascagni)


Latijn

Regina caeli, laetare, alleluia,
quia quem meruisti portare, alleluia,
resurrexit sicut dixit, alleluia;
ora pro nobis Deum, alleluia.

Italiaans

Inneggiamo, il Signor non è morto.
Ei fulgente ha dischiuso l'avel.
Inneggiamo al Signore risorto
Oggi asceso alla gloria del Ciel!
Alleluia!
Nederlands

Koningin des hemels, verheug u, alleluja!
Omdat Hij, Die gij waardig geweest zijt te dragen, alleluja!
Verrezen is, zoals Hij gezegd heeft, alleluja!
Bid God voor ons, alleluja!



Laten we Hem loven, de Heer is niet dood.
Op schitterende wijze heeft Hij de hemel geopend.
Laten we de opgestane Heer loven,
Die vandaag is opgestegen naar de hemelse glorie!
Alleluja!

Hemelvaart van onze Heer Jezus Christus, hoogfeest

Mozaïek van de hemelvaart van Jezus Christus in de Basilica di San Marco in Venetië.

Epistel
Hand. 1, 1-11
Mijn eerste boek heb ik geschreven, Theophilus, over al hetgeen Jezus heeft gedaan en geleerd van het begin af tot op de dag, dat Hij werd opgenomen, na door de Heilige Geest Zijn bevelen te hebben gegeven aan de apostelen, die Hij had uitgekozen. Aan hen ook heeft Hij na Zijn lijden door vele bewijzen getoond, dat Hij weer leefde, doordat Hij gedurende veertig dagen aan hen verscheen, en dan sprak over het rijk Gods. En terwijl Hij eens met hen maaltijd hield, beval Hij hen niet weg te gaan van Jeruzalem, maar de belofte van de Vader af te wachten, waarover gij - zo zei Hij - Mij hebt horen spreken; want Johannes doopte wel met water, maar gij zult gedoopt worden met Heilige Geest binnen enkele dagen. Daarom stelden de aanwezigen Hem de vraag: Heer, is dat de tijd, waarop Gij voor Israël het koninkrijk zult herstellen? Maar Hij gaf hun ten antwoord: Het komt u niet toe tijd en uur te kennen, die de Vader in Zijn macht heeft vastgesteld; maar gij zult kracht ontvangen van de Heilige Geest, Die over u zal komen, en gij zult Mij tot getuigen zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en in Samaria, ja tot aan het einde der aarde. En toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen opgeheven, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. En terwijl zij Hem nog ten hemel nastaarden, stonden er opeens twee mannen bij hen in witte klederen; en deze zeiden: Mannen van Galilea, wat staat gij toch naar de hemel op te zien? Deze Jezus, Die van u ten hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem hebt zien opstijgen ten hemel.

Evangelie
Mc. 16, 14-20
In die tijd verscheen Jezus aan de elf leerlingen, terwijl zij aan tafel waren. En Hij berispte hen over hun ongelovigheid en verstoktheid van hart, omdat zij geen geloof geschonken hadden aan hen, die Hem na Zijn verrijzenis gezien hadden. Ook sprak Hij nog tot hen: Gaat uit over de gehele wereld, en verkondigt het Evangelie aan alle schepselen. Wie gelooft en zich laat dopen, zal zalig worden; maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. En de volgende wondertekenen zullen hen, die geloven, vergezellen: In Mijn Naam zullen zij duivels uitdrijven, vreemde talen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen; en al drinken zij dodelijk gif, het zal hun niet schaden; zieken zullen zij de handen opleggen en deze zullen genezen. Na aldus tot hen gesproken te hebben, is de Heer Jezus ten hemel opgenomen en zetelt Hij aan de rechterhand van God. Zij nu gingen uit en predikten overal, terwijl de Heer meewerkte en de prediking bekrachtigde door de wonderen, die er mee gepaard gingen.

Overweging
De vrucht van het mysterie dat wij vandaag vieren wordt heel duidelijk uitgedrukt in de oratie van de heilige Mis van vandaag: “Dat wij, die geloven dat Uw Eniggeboren Zoon, onze Verlosser, vandaag ten hemel is opgestegen, ook zelf met de geest in de hemel verwijlen”. Mente in caelestibus habitemus. Dat wij, terwijl wij nog op aarde verblijven, onze verheerlijkte Verlosser in de geest naar de hemel volgen en daar een geestelijke woning kiezen.

De bedoeling van de Kerk is niet een vluchtige gedachte aan de hemelse dingen te midden van onze aardse bezigheden, die toch voortdurend onze volle aandacht eisen, maar een vaste overtuiging dat wij niet van deze wereld zijn. Dat onze toekomst van een andere aard is. Het doel van ons christelijk leven ligt niet op deze aarde, maar in de hemel. Ons aardse leven is een pelgrimstocht naar de hemel, mits wij de weg van Christus gaan, in Zijn voetsporen treden en leven volgens Zijn woord. De Kerk neemt ons vandaag dus bij de hand en richt onze ogen en harten omhoog. Daar is ons vaderland en onze woning, daar is ons ware leven ‘met Christus verborgen in God’.

8 mei 2024

Vigilie van de Hemelvaart van de Heer

Verheven Vorst der eeuwigheid,
Gij Die Uw kinderen bevrijdt,
de zege is aan U, o Heer,
de dood ligt aan Uw voeten neer.

Gij stijgt omhoog in het heelal,
waar U de Vader noden zal
te zitten aan Zijn rechterhand,
te heersen over zee en land.

Al wat er in de hemel leeft,
wat op de aarde woning heeft,
de diepte der verborgenheid,
het buigt zich voor Uw Majesteit.

U, Jezus, zij de heerlijkheid,
Die stralend opgevaren zijt,
met Vader en met Geest tezaam
zij eeuwig lof Uw grote Naam.

7 mei 2024

Bijeenkomst Legioen Kleine Zielen op woensdag 8 mei

De gebedsgroep Amsterdam van het Legioen Kleine Zielen van Jezus’ Barmhartig Hart komt elke tweede woensdag van de oneven maanden (januari, maart, mei, juli, september en november) bijeen in onze kerk en pastorie; op woensdag 8 mei na de heilige Mis en het lof gaat de conferentie over de voordracht 'De boodschap die Ik aan de wereld geef is Leven voor allen' door eerwaarde heer Luc Vanstraelen (†) van 28 december 1991. Na afloop is er gelegenheid om het scapulier van Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel opgelegd te krijgen.

Het programma is als volgt:
10.30 uur: Rozenkransgebed
11.00 uur: Gezongen H. Mis
12.15 uur: Lof
12.45 uur: Conferentie in de pastorie met koffie en thee (tot circa 14.00 uur).
14.00 uur: Opleggen scapulier

Een ieder is van harte uitgenodigd om kennis te komen maken en te komen meebidden met de gebedsgroep. Niemand is te groot of te klein, wij zijn allemaal aan het oefenen. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het legioen.

6 mei 2024

Maandag, dinsdag en woensdag voor Hemelvaartsdag: Kruisdagen - Litanie van alle heiligen

Op 25 april en op de maandag, dinsdag en woensdag voor Hemelvaartsdag viert de Kerk de Kruisdagen. Op 25 april wordt de bidprocessie ofwel de Litaniae maiores in Rome gehouden, op deze drie dagen voor Hemelvaartsdag zijn de processies ofwel de Litaniae minores (de minder plechtige litanie) van Franse oorsprong. Sinds jaren werd Zuid-Frankrijk geteisterd door vreselijke plagen. Bisschop Mamertus vatte het plan op om op deze drie dagen voorafgaand aan Hemelvaartsdag een algemene bidprocessie te houden. Dit gebruik vond al snel navolging in andere steden, rond het jaar 800 ook in Rome. De Nederlandse naam 'kruisdagen' is afkomstig van de oude gewoonte dat de priester daarbij een kruis of kruisreliek in de handen hield. Deze biddagen hebben nog altijd een tweeledig doel: het afwenden van de door onze zonden verdiende straffen en de zegen van God over de vruchten van de aarde, over de gelovigen en over de gehele Kerk af te smeken. De litanie van alle heiligen en de daarbij behorende gebeden dragen het karakter van smeekgebeden. In de gezangen van de Mis van de Kruisdagen loven wij reeds bij voorbaat de Heer om Zijn barmhartigheid, die niet zal uitblijven na vurige en algemene oefeningen van gebed en boete.

De Mis van deze drie Kruisdagen heet in het Latijn Missa Rogationum (In Litaniis Minoribus). Het Latijnse werkwoord 'rogare' betekent 'vragen'. Voorafgaand aan de heilige Mis van de Kruisdagen wordt de litanie van alle heiligen gezongen. Drie dagen lang vraagt de strijdende Kerk (op aarde) aan God en aan alle heiligen (de zegepralende Kerk) om alle goederen te mogen verkrijgen die wij nodig hebben en om bescherming tegen alle onheil, ziekte, rampen en kwaad. Luisteren wij naar en vertrouwen wij op de woorden van onze Heer Jezus Christus uit het Evangelie van afgelopen zondag (vijfde zondag na Pasen), waarin Hij Zelf zegt: "Vraagt en gij zult verkrijgen, opdat uw vreugde volkomen zij." Bidden wij, zeker in deze Mariamaand, dagelijks de rozenkrans, het krachtige gebed tot onze lieve Heer en Zijn Moeder, en vragen wij onze lieve Vrouw om ons in ons voortdurend gebed te begeleiden.

5 mei 2024

Vrijheid

Want aldus is het de wil van God, dat gij door goed te leven
het onverstand van de kortzichtige mensen tot zwijgen brengt.
Als vrije mensen - en niet als mensen, die de vrijheid beschouwen als een dekmantel voor het kwaad -
maar als dienstknechten van God.


(1 Petr. 2, 15-17)



Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
den koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.

Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God, mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
Uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.

Vijfde zondag na Pasen

De Verrijzenis, omgeven door de vier evangelisten.

Epistel
Jac. 1, 22-27
Veelgeliefden, gij moet het woord volbrengen en niet alleen aanhoren; want dan zoudt gij uzelf misleiden. Want iemand, die het woord aanhoort, maar niet volbrengt, is te vergelijken met een man, die zijn eigen gelaat in de spiegel ziet; immers hij ziet zichzelf en gaat heen, en aanstonds is hij weer vergeten, hoe hij er uitzag. Maar wie het oog gericht houdt op de volmaakte wet van de vrijheid, en zich daaraan houdt - wie dus niet alleen luistert en weer vergeet, maar de daad volbrengt - hij zal door dat volbrengen zalig zijn. Maar als iemand soms meent, dat hij godsdienstig is, terwijl hij zijn tong niet in bedwang houdt, en zo zichzelf misleidt, diens godsdienstigheid is zonder waarde. Reine en vlekkeloze godsdienstigheid in het oog van God de Vader is dit: Wezen en weduwen te ondersteunen in hun nood, en zichzelf onbesmet te bewaren voor deze wereld.

Evangelie
Joh. 16, 23-30
In die tijd zei Jezus tot Zijn leerlingen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: al wat gij de Vader in Mijn Naam zult vragen, zal Hij u geven. Tot nu toe hebt gij nog niets in Mijn Naam gevraagd; vraagt en gij zult verkrijgen, opdat uw vreugde volkomen zij. Over al deze dingen heb Ik in beelden tot u gesproken; het uur komt, dat Ik niet meer in beelden tot u zal spreken, maar u in duidelijke taal over de Vader mededelingen zal doen. Op die dag zult gij in Mijn Naam bidden; en Ik zeg u niet, dat Ik de Vader voor u zal vragen; want de Vader Zélf heeft u lief, omdat gij Mij liefhebt en omdat gij gelooft, dat Ik van God ben uitgegaan. Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; weer verlaat Ik de wereld en ga heen naar de Vader. Zijn leerlingen zeiden Hem: Zie, nu spreekt Gij duidelijke taal, zonder enige beeldspraak te gebruiken. Nu zien wij, dat Gij alles weet en dat het niet nodig is, dat iemand U ondervraagt; daarom geloven wij, dat Gij van God zijt uitgegaan.

Overweging
De Paastijd is bijna voorbij. Elke zondag en elke dag in deze liturgische tijd zong de Kerk in de Paasprefatie de volgende woorden: “Die onze dood door Zijn sterven heeft vernietigd en ons leven door Zijn verrijzenis heeft hersteld.” Met deze woorden belijden wij dat er in de dood en verrijzenis van onze goddelijke Verlosser ook met onze dood een verandering heeft plaatsgevonden. Het is niets anders dan dat wat wij in het Credo bidden: Ik verwacht de verrijzenis der doden en het eeuwige leven.

Als wij ons afvragen wat de dood is van de mens, losgemaakt van Christus’ dood en verrijzenis, dan luidt het eenvoudigste antwoord: de dood is een einde. Wat tevoren levend was, zich roerde en bewoog, wat werkte, wat liefhad en lachte, ligt daar nu koud en stijf, klaar om te vervallen en teniet te gaan. Buiten het christendom weet niemand wat er dan vervalt en in het niets oplost. Is het de gehele mens, is het alleen zijn lichaam? Als het de gehele mens is, dan is op het moment van de dood een ding zeker: de totale zinloosheid van het leven. Het maakt niet uit of iemand heeft geleefd of niet. De dood is een einde.

De Kerk, trouw aan het getuigenis en de boodschap van de apostelen, leert iets anders over het leven en de dood. Christus is uit de doden verrezen. De Zoon van God heeft door Zijn eigen dood de dood vernietigd. Hij was de eerste mens, Die wel als ieder ander mens de dood inging, maar Die niet in de dood bleef steken. En het leven dat Hij veroverde is ook voor ons. Hij heeft ons van de dood bevrijd en daarom zullen ook wij niet in de dood blijven steken. Dat is de leer die de Kerk aan elke mens verkondigt. Dat is wat God geopenbaard heeft. Wij moeten het geloven, ook als het in deze moderne wereld moeilijk wordt. Het ongeloof is zo aanstekelijk en zo verbreid. De geest van de wereld trekt zo veel aan ons en verlokt ons om de ware verlossing al in deze wereld te zoeken, om onvoorwaardelijk te geloven in de mens en in zijn ontplooiing. Of om dit leven maximaal te gebruiken voor plezier omdat wij slechts één keer mogen leven.

Hoewel de Paastijd bijna voorbij is mogen wij de bevrijdende heilsboodschap van dit feest niet vergeten. Wij zijn geroepen om met Christus te leven. Maar om met Hem te kunnen leven moeten wij eerst aan de zonde sterven. En dit sterven en tegelijk herleven door de genade moet zich van dag tot dag verdiepen en voortzetten en heel ons christelijk leven bepalen tot onze laatste ademtocht toe. Vandaag zouden wij aan de zonde, de begeerte van het vlees en het verlangen naar levensvervulling in dit aardse bestaan, meer afgestorven moeten zijn dan op de dag van ons doopsel. Vandaag zouden de hemelse verlangens naar een vervulling uit de levensbronnen van Christus in ons sterker geworden moeten zijn dan gisteren. Wij moeten vaak tot deze grondwaarheid van ons geloof terugkeren – wij zijn tot het eeuwige leven met God geroepen. Ons bestaan hier op aarde is maar een korte tijd, waarna er een ander leven zal beginnen. Maar van deze korte tijd hangt onze eeuwigheid af. Als ik mij nu in mijn volle bewustzijn aan God overgeef, dan kan ik in volledige rust de eeuwigheid verwachten.

De grote heilsgaven zijn voor ons tegelijkertijd ook opgaven. Als wij nu niet vastbesloten zijn deze opnieuw aan te pakken, dan begrijpen wij de zin van heel ons leven niet. Met Christus sterven om met Hem te verrijzen tot het eeuwige leven, dat is een taak die alle dagen van ons leven moet vervullen. Het moet heel concreet worden, daar waar wij leven. Onze roeping moet op deze manier zichtbaar worden. Door onze daden, door het voorbeeld dat wij aan anderen geven. Zo vermaant ons ook de apostel Jacobus in zijn brief: “Gij moet het woord volbrengen en niet alleen aanhoren”. Een duidelijke en krachtige vermaning.

4 mei: Heilige Monica, weduwe

Monica werd in het jaar 332 geboren in de Numidische plaats Thagaste, gelegen in het huidige Algerije. Zij was een dochter van christelijk ouders. Op 18-jarige leeftijd werd zij uitgehuwelijkt aan Patricius. Hij hield het bij de traditionele Romeinse goden. Van karakter was hij driftig en eigenzinnig. Pas vlak voor zijn dood in 371 zou hij zich tot het christendom bekeren, ongetwijfeld door Monica's onophoudelijk gebed. Monica schonk hem drie kinderen onder wie Augustinus, de latere heilige en kerkvader.

Zij probeerde haar kinderen vertrouwd te maken met de christelijke levensopvatting en de daarbij behorende deugden. Maar juist bij Augustinus, haar meeste getalenteerde kind, moet ze constateren dat hij het karakter van zijn vader had geërfd. Later zal Augustinus in zijn boek 'Confessiones' (= Belijdensissen) zelf over zijn jongelingsjaren vertellen. Tijdens zijn studies tot redenaar (destijds de baan om hogerop te komen in de maatschappij) deed hij alles wat christenen niet zouden moeten doen; hij ging om met slechte vrienden en zocht zijn levensgeluk bij filosofieën die veel spectaculairder waren dan die van zijn moeder. Vooral de boerse en rauwe verhalen uit het Oude Testament konden volgens hem nog niet in de schaduw staan van de fijnbesnaarde gedachten van de Griekse en Romeinse filosofen.

Monica leed daar onder. Eens kwam er een christelijke bisschop op doorreis door haar woonplaats. Zij stortte haar hart bij hem uit en bezwoer hem dat hij eens met haar zoon moest praten: hij zou de goede antwoorden op de scherpzinnige redeneringen van haar zoon wel weten. Maar die bisschop had allang begrepen dat Augustinus op dat moment juist genoot van zijn levensopvatting: daar zou zelfs een vreemde bisschop niets aan kunnen veranderen. Vermoeid door haar drammerige aanhouden zei hij tenslotte: "Een kind van zoveel tranen kan niet verloren gaan".

Augustinus ontvluchtte zijn moeder, zijn woonplaats en zijn wereld en stak over naar Italië om daar carrière te maken aan het keizerlijk hof als redenaar. Maar zijn moeder kwam achter hem aan, eerst naar Rome en vervolgens naar Milaan, waar het hof van de keizer op dat moment gevestigd was en waar haar zoon intussen leraar was geworden.
Intussen hadden al de filosofieën waarbij Augustinus zijn levensgeluk had gezocht, hem niets opgeleverd. Op zijn zoektocht naar een houvast in het leven ging hij regelmatig in de christelijke kerk naar de preken luisteren van de heilige bisschop Ambrosius († 397). Daar hoorde hij hoe Ambrosius juist schatten van filosofie en levensinzicht tevoorschijn wist te halen uit uit de door hem zo verachte verhalen van het Oude Testament.

Uiteindelijk zal hij zich na een lang en heftig innerlijk verzet laten dopen. Dit alles natuurlijk tot grote vreugde van zijn moeder met wie hij zich verzoende. Nu haar hartenwens was vervuld, besloot zij naar huis in Afrika terug te gaan. Augustinus reisde met haar mee. In Rome's havenstad Ostia overleed zij.

In 1162 werden haar relieken overgebracht naar het augustinessenklooster van Arrouaise bij Arras. Op 9 april 1430 werd haar stoffelijk overschot plechtig overgebracht naar Rome; daar werd zij tot de eer der altaren verheven en naast haar zoon bijgezet in de kerk van San Agostino, gelegen bij de Piazza Navona. Dat gaf een nieuwe opleving aan haar verering.

Het concilie van Trente (1570) bepaalde haar feestdag op 4 mei, de dag voordat Augustinus' bekering werd gevierd: die stond op 5 mei.
Zij is patrones van Santa Monica (Californië); van moeders en moederbonden, christenvrouwen en christelijke echtgenotes; van de Keulse 'gordelbroederschappen' (religieuze gemeenschappen die een gordel dragen); ook wordt haar voorspraak ingeroepen voor het zielenheil van kinderen die verkeerde wegen gaan.

3 mei 2024

Van de pastoor: De heilige Maagd is dichter bij ons dan ooit

Beminde gelovigen,

De meimaand is – met al haar bloei en schoonheid – de maand waaruit de zomer geboren zal worden. Van oudsher is deze maand, ook om die reden, aan de heilige Moeder Gods toegewijd. Uit haar vloeit immers onze Verlosser voort. Zij is degene die Hem bij ons gebracht heeft. Bij de heilige Maagd vindt de zuchtende mensheid de warmte en bijstand waarnaar zij verlangt; bij haar worden al onze noden verzacht in de moederlijke liefde die zij ons betoont, wanneer zij ons wijst naar haar Zoon.

In de geschiedenis zijn wij, mensen, vaak langs de rand van de afgrond gegaan. Die afgrond hebben wij zelf veroorzaakt doordat wij alleen de kortzichtigheid van de tijd voor ogen hebben. De afgrond wil ons verslinden door nood, onrecht, oorlog, tuchteloosheid en vertwijfeling. Op al deze momenten is de heilige Maagd dichter bij ons dan ooit en zegt: "Kijk naar mijn Zoon en luistert naar Hem. Hij is de enige Die redding brengt."

Ik hoop dat u in deze meimaand door het dagelijks bidden van de Rozenkrans en de litanie van Maria de moederlijke leiding naar onze Verlosser mag ondervinden, ter ere van God, ter heiliging van uzelf en voor het herstel van de goddelijke orde in onze samenleving.

Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor

Eerste-vrijdagdevotie: Gebeden tot het Heilig Hart van Jezus

"Ziehier het Hart, dat de mensen zozeer heeft liefgehad, dat niets heeft gespaard om Zijn liefde te betuigen, en in ruil daarvoor ontvang Ik van de meeste mensen niets anders dan ondankbaarheid en heiligschennissen door de koudheid en minachting, die ze voor Mij over hebben in dit Sacrament van de liefde."
"Maar geef Mij ten minste de vreugde, dat je zoveel als je kunt, hun ondankbaarheden zult goedmaken."

"Ik beloof, in de overmatige barmhartigheid van Mijn Hart, dat Zijn almachtige liefde aan allen, die op negen achtereenvolgende eerste vrijdagen van de maand communiceren, de genade van de eindvolharding zal schenken; zij zullen niet in Zijn ongenade sterven, noch zonder de heilige sacramenten te ontvangen; in dat laatste ogenblik zal Mijn Hart voor hen een veilige schuilplaats zijn."

(Beloften van onze Heer Jezus Christus aan de H. Margaretha-Maria Alacoque in het jaar 1675.)


Litanie van het Heilig Hart van Jezus

Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons, Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, de Zoon van de eeuwige Vader, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, door de Heilige Geest in de schoot van de Moedermaagd gevormd, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, wezenlijk verenigd met het Woord van God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, oneindige majesteit, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, heilige tempel van God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, woontent van de Allerhoogste, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, huis van God en poort van de hemel, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, gloeiende oven van liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, schatkamer van gerechtigheid en van liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, vol goedheid en liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, peilloze diepte van alle deugden, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, alle lofprijzingen overwaardig, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, Koning en middelpunt van alle harten, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin alle schatten zijn van wijsheid en van wetenschap, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin de Godheid in alle volheid woont, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin de Vader Zijn welbehagen heeft gesteld, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, dat ons allen deelgenoot hebt gemaakt van Uw oneindige rijkdom, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, verlangen van de eeuwige heuvelen, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, geduldig en groot in barmhartigheid, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, mild voor allen, die U aanroepen, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, bron van leven en van heiligheid, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, verzoening voor onze zonden, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, van versmadingen verzadigd, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, om onze misdaden gebroken, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, gehoorzaam geworden tot de dood, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, met een lans doorstoken, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, bron van alle troost, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, ons leven en onze verrijzenis, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, onze vrede en onze verzoening, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, slachtoffer voor de zondaars, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, heil van hen, die op U hopen, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, hoop van ben, die in U sterven, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, hoogste Vreugde van alle heiligen, ontferm U over ons.
Lam Gods, Dat de zonden van de wereld wegneemt, spaar ons, Heer.
Lam Gods, Dat de zonden van de wereld wegneemt, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, Dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Jezus, zachtmoedig en nederig van Hart, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.

Laat ons bidden. Almachtige, eeuwige God, sla Uw blikken op het Hart van Uw zeer beminde Zoon en op de lofprijzingen en voldoeningen, die Hij U heeft gebracht in naam van de zondaars. Laat U verzoenen en schenk vergiffenis aan hen, die Uw barmhartigheid afsmeken, in de Naam van dezelfde Jezus Christus, Uw Zoon, Die als God met U leeft en heerst in de eenheid met de Heilige Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.


Gebed voor de communie

Heilig Hart van Jezus, dat ons zozeer heeft liefgehad en dat U hebt geofferd om ons van onze zonden te genezen: U, Die, gewond door liefde, een hart zoekt, dat werkelijk nederig, vol vertrouwen, liefdevol en edelmoedig is, waar U kunt rusten en Uw hevige dorst naar liefde kunt lessen. Denkend aan de klacht, die de profeet U op de lippen legt: “En onder de volkeren is er geen enkele mens met Mij” (Is. 63, 3), wil ik U deze communie aanbieden als eerherstel voor de ondankbaarheid van allen die U niet liefhebben, die U beledigen en U vergeten.


Gebed na de communie

Geef mij, Jezus, een hart zonder smet om U meer te kunnen liefhebben; geef mij een onberispelijk leven om U meer te kunnen behagen. Sta niet toe, dat ik U beledig; help mij, Heer Jezus. Ik heb U lief met heel mijn hart, al mijn krachten en heel mijn geest; ik wil eerherstel geven voor de minachting en de koudheid van de mensen tegenover Uw Hart, dat zo vol liefde is voor ons.

Goddelijk Hart van Jezus, Onbevlekt Hart van Maria,
verander de harten, red de zielen!

Deze devotie moet verricht worden met een geest van eerherstel, dat wil zeggen met de intentie om boete te doen voor de ondankbaarheid van de mensen tegenover de oneindige liefde van het mensgeworden Woord. Het is niet verplicht om te biechten, maar dat wordt wel aanbevolen.

2 mei 2024

Meimaand - Mariamaand: Litanie van Maria (Litanie van Loreto - Mozart)



Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.

2 mei: Kerkwijding van de kathedraal te Haarlem, hoogfeest

Gedachtenis: H. Athanasius, bisschop, belijder en kerkleraar

De kathedrale basiliek Sint Bavo te Haarlem.

Vandaag vieren wij de wijding van de hoofdkerk, de bisschopskerk, van ons bisdom, namelijk de kathedrale basiliek Sint Bavo te Haarlem. De kerk is ontworpen in eclectische en neoromaanse stijl door architect Joseph Cuypers, zoon van Pierre Cuypers, in de late negentiende eeuw. In het tweede deel van de bouwperiode was Cuypers in partnerschap verbonden met de architect Jan Stuyt. De kerk is gewijd aan de heilige Bavo, de patroonheilige van de stad Haarlem, wiens verering afkomstig is uit de Beligsche stad Gent, waarmee Haarlem een handelsrelatie had. De bouw begon in 1895 en kwam gereed in 1930. Op 2 mei 1948 is de Sint-Bavokerk door paus Pius XII tot basiliek verheven. De kathedrale basiliek Sint Bavo is naar grootte de tweede Rooms-katholieke kerk van Nederland, na de Sint-Janskathedraal in Den Bosch.

De bouw van de torens en het voorportaal liet door geldgebrek tot 1927 op zich wachten. Cuypers was inmiddels geassocieerd met zijn zoon Pierre Cuypers jr, die een voorkeur had voor het expressionisme. Mogelijk heeft hij de torens ontworpen. Deze werden nooit geheel voltooid; de bekroningen, waarvoor talloze ontwerpen waren gemaakt, ontbreken. Het portaal is uitgevoerd in een combinatie van neogotische en neoromaanse vormen en is waarschijnlijk ontworpen door Jos Cuypers zelf. Dit deel van de kerk werd in 1930 voltooid.

In het epistel van vandaag krijgt de heilige Johannes in een visioen een zinnebeeldige voorstelling van de hemelse gelukzaligheid: hij ziet de woonstede van de zaligen, het nieuwe Jeruzalem, prachtig versierd op aarde neerdalen. Geen lijden zal ooit de vreugde van dit verblijf verstoren. Dit hemelse Jeruzalem is de zegevierende Kerk, waarvan onze kerkgebouwen hier op aarde een zinnebeeld zijn.

Het Evangelie vertelt ons het verhaal over de intrede van Jezus in het huis van Zacheus, dat door Zijn komst geheiligd werd. Ook onze kerken en kathedralen zijn heilige plaatsen, vanwege de plechtige wijding door de bisschop, de dagelijkse hernieuwing van Jezus' Kruisoffer op de altaren en door Zijn voortdurend verlbijf in het tabernakel.

Heilige Bavo, bid voor ons.

1 mei 2024

1 mei: Heilige Jozef, de arbeider, bruidegom van de heilige maagd Maria, belijder, hoogfeest

Jezus in de werkplaats bij Zijn voedstervader Jozef.

Op 1 mei 1955 hield paus Pius XII een toespraak voor de christelijk-georganiseerde werklieden van Italië. Hij hield hun voor dat zij zich geen betere beschermheilige konden wensen om hen te helpen het leven te doordringen met de geest van het evangelie. Zeker was nooit een werkman vollediger en dieper van die geest doordrongen dan de voedstervader van Jezus, die met Hem leefde in de innige verbondenheid en gemeenschap, in het gezin en bij het werk.

Opdat men dat des te beter zou indachtig blijven en om het arbeidersfeest van de eerste mei als het ware te kerstenen, heeft de Paus bij die gelegenheid het liturgisch feest ingesteld van Sint Jozef, de arbeider, dat sindsdien dus gevierd wordt op de eerste mei. Ook daar waar deze 1 mei-viering niet gebruikelijk is, herinnert de herdenking van de heilige Jozef als patroon van de arbeid aan de waarde van de menselijke inspanning voor het dagelijks onderhoud.

30 april 2024

Informatiebulletin voor de maand mei is verschenen

Het Informatiebulletin is een uitgave van de parochie van de heilige Jozef in de Sint-Agneskerk te Amsterdam. De editie voor de maand mei, de maand die is toegewijd aan de heilige maagd Maria, is verschenen. Daarin aandacht voor de bijeenkomsten van het Legioen Kleine Zielen, de heilige Liga en de Sint-Nicolaasacademie, een project voor een online missaal met Nederlandse vertaling, de meimaand-Mariamaand en een gezamenlijk cadeau bij de priesterwijding van Gideon Zoonen

Het Informatiebulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin mei' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.

Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.

30 april: Heilige Catharina van Siena, maagd en Kerklerares, co-patrones van Europa

Catharina werd geboren op 25 maart 1347 in Siena, in Toscane, als dochter van de vooraanstaande wolwever Jacopo Benincasa. Zij was het vijfentwintigste kind in het gezin. Zij was klein van gestalte maar groot in geest en waardigheid. Zij wordt de grootste vrouw van het christendom genoemd.

Vanaf haar zevende jaar stortte zij zich volledig op de godsdienst; vooral de devotie tot Jezus en in het bijzonder Zijn lijden werd de leidraad van haar leven. Zij werd na aanvankelijke weerstand lid van de derde orde van de heilige Dominicus en betrok tussen haar zestiende en negentiende levensjaar zelfs een kluis in de werkplaats van haar vader. Haar moeder deed toen, anno 1354, een smalende uitspraak die veel 'moderne mensen' bekend in de oren zou moeten klinken: "Tegenwoordig zijn er toch geen heiligen meer?"

Het kleine meisje in haar 'bezemkast' had toch duidelijk een andere uitstraling dan een door fantasie op hol geslagen kind, want al snel kwamen er horden belangstellenden om naar haar te luisteren en haar te helpen met haar liefdadige werken, haar bella compagnia. Ze zamelde voedsel en kleding in voor de allerarmsten, bezocht gevangenen en verpleegde lijders aan besmettelijke zieken bij wie anderen niet in de buurt durfden te komen. De zalige Raymundus van Capua werd in 1374 haar geestelijk leidsman. Als magister-generaal van de Dominicanen zou hij later haar biograaf worden, zodat we veel gegevens van haar leven uit de eerste hand hebben.

Ze begon zich te bemoeien met de politiek, eerst en vooral met de eindeloze conflicten tussen de vele steden in haar omgeving, maar later ook met de wereldpolitiek. Vooral het feit dat de paus sinds 1309 in Avignon resideerde in plaats van in Rome, waar hij thuishoorde, zat Catharina buitengewoon dwars. De vele Franse kardinalen hadden een terugkeer naar Rome eindeloos weten te vertragen, maar Catharina bleek sterker dan zij.

In 1376 ging Catharina op reis naar Avignon. Mede dankzij haar eindeloze preken aan het adres van paus Gregorius XI liet deze zich uiteindelijk overhalen zijn hof weer naar Rome te verplaatsen. Ze had dan ook een intimiderende persoonlijkheid. Als ze haar zin niet kreeg riep ze eenvoudigweg, maar met de nodige uitwerking: "Voglio" ("Ik wil het!") Dit deed ze niet alleen tegen de paus, maar ook tegen allerlei wereldlijke vorsten en hooggeplaatste figuren.

Helaas werkte haar streven soms ook averechts: toen paus Gregorius XI terug naar Rome ging, kozen de kardinalen in Avignon gewoon een nieuwe paus. Dit was het begin van het zogeheten Westers Schisma, dat Catharina veel verdriet heeft gedaan.

Catharina had in 1375 stigmata terwijl ze in Pisa verbleef. Daarbij ontving ze de genade van het mystieke huwelijk, en aan het eind van haar leven Jezus' Hart zelf: Hij ruilde het tijdens een verschijning voor het hare. Haar laatste jaren bracht Catharina op uitnodiging van Urbanus VI door in Rome waar zij op 29 april 1380 verzwakt en verlamd overleed.

Van Catharina van Siena zijn 381 brieven bekend. Zij correspondeerde niet enkel met kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, maar ook met gewone mannen en vrouwen van allerlei rang en stand. Haar hoofdwerk is de Dialoog van de goddelijke voorzienigheid uit 1378. In een visioen werd zij aangezet tot het schrijven van dit boek. Zij schrijft hierin in vaak beeldende taal over het zoeken naar waarheid, Christus' mededogen met de wereld, het mystieke leven van de Kerk en het volbrengen van Gods voorzienigheid. Daarnaast zijn er 26 gebeden van haar overgeleverd.

Catharina werd in 1461 door paus Pius II heiligverklaard. Haar lichaam ligt in een schrijn onder het hoogaltaar van de Santa Maria sopra Minerva in Rome, maar haar hoofd wordt bewaard achter gouden tralies in een nis binnen de San Domenico in Siena. Ook het huis van haar jeugd in Siena is tegenwoordig een kerk.

Samen met de heilige Teresia van Avila werd zij in 1970 door paus Paulus VI als eerste vrouw verheven tot Kerklerares. In 1999 benoemde de heilige paus Johannes Paulus II haar met Birgitta van Zweden en Theresia-Benedicta van het Kruis (Edith Stein) tot patrones van Europa. Voorts is zij de patroonheilige van de Dominicanessen van de Derde Orde, wasvrouwen en stervenden.

29 april 2024

29 april: Heilige Petrus van Verona, martelaar

Petrus werd geboren rond 1205. Zijn ouders waren aanhangers van de Katharen. Deze ketterij beheerste het geestesleven van die tijd. (Het woord 'ketterij' is zelfs afgeleid van 'Katharen'.) Petrus genoot echter een katholieke opvoeding. Op 16-jarige leeftijd trad hij in bij de Dominicanen, een nieuwe orde die toen pas vijf jaar bestond en die door prediking een actief aandeel had in de bestrijding van de ketterij. Hun eigenlijke naam luidde dan ook de Orde der Predikheren. Als predikheer deed hij de naam van zijn orde alle eer aan, want hij was een populair predikant, die zijn woorden soms zelfs met wonderen kracht wist bij te zetten. Bovendien werd hij aangesteld als inquisiteur om de ketterij van de Katharen in Como en Milaan te bestrijden.

Zo geliefd als hij was bij zijn eigen mensen, zo gehaat was hij bij de Katharen. Onderweg van Como naar Milaan werd hij op 6 april 1252 door twee huurmoordenaars om het leven gebracht. Stervend schreef hij met zijn eigen bloed op de grond het woord 'Credo'. Hij werd bijgezet in de kerk van San Eustorgio te Milaan. Een jaar later - op 24 maart 1253 - werd hij reeds heiligverklaard door paus Innocentius IV.

Petrus van Verona (of Sint Petrus Martelaar) is patroon van Lombardije, het hertogdom Modena, de Italiaanse steden Como en Cremona, van de inquisitie, van de Dominicanen en de kraamvrouwen. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen hoofdpijn, bliksem, onweer en storm en voor het verkrijgen van een goede oogst.

28 april 2024

Oefening van hoop

Oneindig goede God,
ik hoop, door de verdiensten van Jezus Christus,
van U te verkrijgen:
de eeuwige zaligheid
en alle genaden, die ik daarvoor nodig heb.

Dat hoop ik met een vast vertrouwen,
omdat Gij het hebt beloofd, Die almachtig zijt,
oneindig goed voor ons en getrouw in Uw beloften.

Heer, versterk mijn hoop!

Vierde zondag na Pasen

De Heilige Geest

Epistel
Jac. 1, 17-21
Veelgeliefden, ieder goede gave en ieder volmaakte gift komt van boven, afdalend van de Vader van het licht, bij Wie er geen verandering is of verduistering door onbestendigheid. Want uit vrije wil heeft Hij ons het leven geschonken door de prediking van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen zouden zijn onder Zijn schepselen. Gij weet dat, mijn veelgeliefde broeders. Laat iedereen nu vlug bereid zijn om te luisteren, maar niet haastig om te spreken, en niet haastig met toornig te worden. Want een toornig mens volbrengt niet de gerechtigheid Gods. Verwijdert daarom ieder smet en alle verkeerde uitwas, en aanvaardt in zachtmoedigheid het woord, dat in u is uitgezaaid en dat de kracht bezit om uw zielen zalig te maken.

Evangelie
Joh. 16, 5-14
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Ik ga heen tot Hem, Die Mij gezonden heeft; en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij heen? Maar de droefheid heeft Uw hart vervuld, omdat Ik u dit heb meegedeeld. Doch Ik zeg u de waarheid: het is goed voor u, dat Ik wegga. Want zo Ik niet wegga, zal de Helper niet tot u komen; als Ik echter heenga, zal Ik Hem tot u zenden. En wanneer Hij komt, zal Hij aan de wereld bewijzen, dat zij ongelijk heeft wat betreft zonde, gerechtigheid en veroordeling. Wat betreft zonde: omdat zij niet in Mij geloofd hebben. Wat betreft gerechtigheid: omdat Ik heenga tot de Vader, en gij Mij niet meer zult zien. Wat betreft veroordeling: omdat de vorst dezer wereld reeds geoordeeld is. Nog veel heb Ik u te zeggen, doch gij kunt het nu nog niet verdragen. Maar wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, dan zal Hij u de volle waarheid leren. Want Hij zal niet spreken uit Zichzelf, maar Hij zal spreken, al wat Hij hoort; en Hij zal u de komende dingen verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want van het mijne zal Hij ontvangen en het aan u verkondigen.

Overweging
Vorige week zondag sprak het Evangelie over de ‘korte tijd’ die voor ons een aansporing tot waakzaamheid en gereedheid moet zijn. Maar de kortheid van de tijd is ook bron van de christelijke hoop die ons leven moet bezielen. De deugd van de hoop is ook te vinden in de teksten van deze heilige Mis, zo ook in de oratie van deze vierde zondag na Pasen: “God, Die de gelovigen een van geest en wil doet zijn, doe Uw volk datgene liefhebben wat Gij voorschrijft, datgene verlangen wat Gij belooft, opdat te midden van de wisselvalligheden van deze wereld onze harten daar verblijven waar de echte vreugde is."

“Te verlangen wat Gij belooft”, dat is een van de beden die deze oratie bevat. Deze gaat over de deugd van hoop, de deugd die bij uitstek ons christelijke bestaan kenmerkt. Wij verlangen, wij moeten verlangen naar hetgeen God ons belooft.

Wat is eigenlijk de christelijke hoop? Wat bedoelt een christen als hij daarover spreekt? De hoop is een verlangen naar een moeilijk, maar toch bereikbaar goed, met het vaste vertrouwen dit goed te zullen verkrijgen. Hopen is dus verlangen en vertrouwen. Waar geen verlangen is, daar is ook geen hoop. Waar het vertrouwen ontbreekt, daar is ook alle hoop verbannen. Wij spreken over de natuurlijke hoop (die naar de natuurlijke goederen streeft) en over de bovennatuurlijke hoop, en dat is de christelijke hoop, dat is wat wij in de oratie vragen: de deugd van hoop.

“Te verlangen wat Gij belooft.” Wat is dat, wat God ons belooft? De onzichtbare goederen, het volmaakte kindschap van God, het lichaam der verrijzenis, gelijkvormig aan Christus’ Lichaam. De verlossing en het eeuwig leven met God Zelf, dat voor ons bestemd is, dat is wat de trouwe dienaars van God mogen verwachten. God Zelf is dus het fundament van de hoop. En die hoop is een gave van Hem, die Hij ons tegelijkertijd met Zijn genade schenkt. Daarin kunnen wij zien dat God eigenlijk de bron, de ondersteuning en het doel van onze hoop is. Hij is de bron, omdat de hoop alleen uit Zijn pure goedheid aan ons wordt geschonken. Uit onszelf kunnen wij ze niet verkrijgen. Hij is de ondersteuning, want Hij geeft ons onophoudelijk de noodzakelijke middelen om ons einddoel te bereiken. Uiteindelijk is Hij Zelf dit doel, Hij Die alles omvat en al onze verlangens vervult.

“In hoop zijn wij gered.” (Rom. 8, 24), zegt de apostel Paulus tegen de Romeinen en tegen ons. De waarborg van onze hoop is de goddelijke liefde die zichtbaar geworden is door de Menswording van Zijn Woord. Door Zijn dood en verrijzenis geeft Christus ons de zekerheid dat onze hoop in vervulling gaat. Deze zekerheid hebben wij door de belofte van de Heilige Geest en door Zijn aanwezigheid in de Kerk. Maar deze hoop wordt ons niet zo maar gegeven. Door de hoop, te midden van de wisselvalligheden van deze wereld, kunnen onze harten gevestigd blijven waar de ware vreugde is. Dan wordt het duidelijk dat wij op aarde vreemdelingen en pelgrims op doorreis zijn. Wij zoeken hier geen vaste woonplaats. Wij gaan de aarde verlaten en moeten er niet aan denken ons hier blijvend te vestigen. Dat zou ons moeten helpen om een gezonde afstand te houden tot alles wat er in ons leven gebeurt, het lijden en de mislukkingen christelijk te beleven, en ons niet te binden aan de goederen van deze wereld.

27 april: Heilige Petrus Canisius, belijder en kerkleraar

Peter Canisius werd op 8 mei 1521 te Nijmegen geboren. Hij was de zoon van de burgemeester van deze stad. Hij studeerde in Keulen, waar de jezuïetenorde de eerste vestiging buiten Frankrijk stichtte. De orde van Ignatius van Loyola werd voor Petrus het middelpunt van zijn leven. Hier vond de geleerde filosofiedoctor wetenschap en apostolische bezigheden in harmonie verenigd.

Hij heeft zich ingezet voor het behoud en de vernieuwing van het katholiek geloof. In woord en geschrift werd hij een alom gewaardeerd persoon. Hij was de pauselijke theoloog tijdens het concilie van Trente (1545-1564), universiteitsrector en theologieprofessor in Ingolstadt, dompredikant in Wenen, studeerde in Messina (Sicilië) en werkte in Milaan, Praag, München, Augsburg en Innsbruck.

Tot driemaal toe werd hem de bisschopszetel van Wenen aangeboden en even zoveel keer heeft hij deze geweigerd. Hij was een persoon in aanzien in de katholieke wereld. In bijna alle kerkelijk-politieke ontwerpen en beslissingen is zijn aanwezigheid tastbaar. Hij werkte stichtend voor zijn orde. Het bekendste werk dat Petrus Canisius heeft geschreven is de grote catechismus (Canisius-catechismus), reeds bij zijn dood was men toe aan de 200e druk.

In 1580 werd hij naar Fribourg in Zwitserland verplaatst, waar hij het tegenwoordige Sint-Michaelscollege stichtte. Op 21 december 1597 stierf hij in deze stad en werd onder het hoofdaltaar van de Sint-Michaelskerk begraven.

Een deel van zijn relieken is naar Nijmegen overgebracht. Op 21 mei 1925 werd hij door paus Pius XI heilig verklaard en tot kerkleraar verheven. Petrus Canisius wordt ook wel de tweede apostel van Duitsland genoemd.

26 april 2024

26 april: H.H. Cletus en Marcellinus, pausen en martelaren (gedachtenis)

Paus Cletus (linkerfoto, uit de Sint-Pietersbasiliek in Rome) is tot het christendom bekeerd door de heilige Petrus en is ook door hem tot priester gewijd. Hij is mogelijk de Cletus over wie de heilige Augustinus heeft geschreven. Cletus was de derde paus en trad aan in het jaar 76. Hij stierf als martelaar rond het jaar 89. Zijn relieken worden bewaard in de kerk toegewijd aan de heilige Linus in Rome.

Paus Marcellinus (rechterfoto, eveneens uit de Sint-Pietersbasiliek in Rome) was de 29e paus. Van hem is niet veel meer bekend dan dat hij de Romeinse catacomben uitbreidde. Hij trad aan als paus in het jaar 296 en stierf als martelaar in Rome in het jaar 304.

Beide pausen worden genoemd in de Canon van de heilige Mis. Zij worden gezamenlijk gevierd omdat hun beider pontificaat in het teken stond van zware Kerkvervolging onder het Romeinse rijk.

26 april: Moeder van Goede Raad

Gebed tot de Moeder van Goede Raad

Roemrijke Maagd,
door het eeuwig raadsbesluit uitverkoren
tot Moeder van het mensgeworden Woord,
schatbewaarster van de goddelijke genaden
en voorspreekster van de zondaren,
ik, uw onwaardigste dienaar,
neem mijn toevlucht tot u,
opdat gij in dit tranendal
mijn gids en raad zult zijn.

Verkrijg voor mij,
door het kostbaar Bloed
van uw goddelijke Zoon,
vergiffenis van mijn zonden,
de zaligheid voor mijn ziel
en de nodige middelen
om dit te bewerkstelligen.

Verkrijg voor de heilige Kerk
de zegepraal over haar vijanden
en de verspreiding van Jezus’ Rijk
over de gehele aarde.

Amen.

25 april 2024

25 april: Bidprocessie (Litaniae maiores)

Op 25 april viert de Kerk twee plechtigheden die niets met elkaar te maken hebben, de bidprocessie 'Litaniae majores' en het feest van de heilige Marcus.

De bidprocessie in Rome kwam in de plaats van een soortgelijke heidense ommegang, die van oudsher op 25 april buiten de stad gehouden werd, om de gunst van de heidense goden over de veldvruchten af te smeken en allerlei onheil af te wenden. De christelijke bidprocessie bestond waarschijnlijk al voor Gregorius de Grote. De gelovigen in Rome verzamelden zich in de kerk van de heilige Laurentius en gingen in processie buiten de stad om daarna via de kerk van de heilige Valentinus naar de Sint-Pietersbasiliek te trekken. In de basiliek werd de litanie van alle heiligen gezongen.

Dat de bidprocessie samenvalt met het feest van de heilige evangelist Marcus is louter toeval. Daarom geldt dat als het feest van de heilige Marcus verplaatst wordt, dat de processie niet op een andere dag wordt gehouden. Alleen als Paaszondag op 25 april valt, dan wordt de processie op de dinsdag daarna gehouden.

De christelijke ommegang wordt geacht vandaag met meer plechtigheid te geschieden (vandaar: Litaniae maiores dan op de Kruisdagen (Litaniae minores). Na aanroeping van alle heiligen wordt de litanie als volgt besloten:


Propitius esto, Parce nobis, Domine.
Propitius esto, Exaudi nos, Domine.

Ab omni malo, Libera nos, Domine
Ab omni peccato, Libera nos, Domine.
Ab ira tua, Libera nos Domine.
A subitanea et improvisa morte, Libera nos, Domine.
Ab insidiis diaboli, Libera nos, Domine.
Ab ira, et odio et omni mala voluntate, Libera nos, Domine.
A spiritu fornicationis, Libera nos, Domine.
A fulgure et tempestate, Libera nos, Domine.
A flagello terræmotus, Libera nos, Domine.
A peste, fame et bello, Libera nos, Domine.
Ab imminentibus periculis, Libera nos, Domine.
A morte perpetua, Libera nos, Domine.

Per mysterium sanctæ Incarnationis tuæ, Libera nos, Domine.
Per Adventum tuum, Libera nos, Domine.
Per Nativitatem tuam, Libera nos, Domine.
Per Baptismum et sanctum Ieiunium tuum, Libera nos, Domine.
Per Crucem et Passionem tuam, Libera nos, Domine.
Per Mortem et Sepulturam tuam, Libera nos, Domine.
Per sanctam Resurrectionem tuam, Libera nos, Domine.
Per admirabilem Ascensionem tuam, Libera nos, Domine.
Per adventum Spiritus Sancti Paraclyti, Libera nos, Domine.
In die Iudicii, Libera nos, Domine.

Peccatores, Te rogamus, audi nos!
Ut nobis parcas, Te rogamus, audi nos.
Ut nobis indulgeas, Te rogamus, audi nos.
Ut ad veram pœnitentiam nos perducere digneris, Te rogamus, audi nos.
Ut Ecclesiam tuam sanctam regere et conservare digneris, Te rogamus, audi nos.
Ut Domnum Apostolicum et omnes ecclesiasticos ordines in sancta Religione conservare digneris, Te rogamus, audi nos.
Ut inimicos sanctæ Ecclesiæ humiliare digneris, Te rogamus, audi nos.
Ut regibus et principibus christianis pacem et veram concordiam donare digneris, Te rogamus, audi nos.
Ut cuncto populo christiano pacem et unitatem largiri digneris, Te rogamus, audi nos.

Ut omnes errantes ad unitatem Ecclesiæ revocare, et infideles universos ad Evangelii lumen perducere digneris, Te rogamus, audi nos.
Ut nosmetipsos in Tuo sancto servitio confortare et conservare digneris - Te rogamus, audi nos.
Ut mentes nostras ad cælestia desideria erigas, Te rogamus, audi nos.
Ut omnibus benefactoribus nostris sempiterna bona retribuas, Te rogamus, audi nos.

Ut animas nostras, fratrum, propinquorum et benefactorum nostrorum ab æterna damnatione eripias, Te rogamus, audi nos.
Ut fructus terræ dare et conservare digneris, Te rogamus, audi nos.

Ut omnibus fidelibus defunctis requiem æternam donare digneris, Te rogamus, audi nos.

Ut nos exaudire digneris, Te rogamus, audi nos.
Fili Dei, Te rogamus, audi nos

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, parce nobis, Domine.
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, exaudi nos, Domine.
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi, miserere nobis.

Christe, audi nos.
Christe, exaudi nos.
Kyrie, eleison.
Christe, eleison.
Kyrie, eleison.

24 april 2024

24 april: Heilige Fidelis van Sigmaringen, martelaar

De heilige Fidelis van Sigmaringen werd op 1 oktober 1577 geboren als Marc Roy. Zijn medestudenten noemden hem de christelijke filosoof. Hij was vroom, bekommerde zich om de armen en de zieken en bad en mediteerde veel. Hij studeerde recht in Freiburg im Breisgau, werd advocaat in Colmar en kreeg er de bijnaam advocaat van de armen. Hij wilde echter zijn leven aan God wijden en aan de verkondiging van het Evangelie. Hij trad in 1612 in bij de Capucijnen in Freiburg im Breisgau en nam de naam Fidelis aan.

De eerste jaren van zijn kloosterleven waren moeilijk en hij viel ten prooi aan diepe twijfel en zware verleidingen. Hij verkocht zijn bezittingen en vond opnieuw rust. Hij leefde in een zeer bescheiden inboedel, droeg versleten kleding en deed veel boete en verstervingen.

Fidelis was geliefd om zijn naastenliefde, zijn geleerdheid en zijn geloof. Hij werd door de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren naar Graubünden gezonden om er het protestantisme te bestrijden. Hij vervulde zijn taak met volle ijver en leidde een streng en heilig leven, waardoor hij vele bekeerlingen maakte. Hij werd echter verraden en doodgeslagen door een groep mannen die zijn activiteiten bestreden. Zo stierf hij op 24 april 1622 in Seewis im Prättigau (Zwitserland) als martelaar.

Fidelis werd in 1729 door paus Benedictus XIII zalig verklaard en in 1746 heilig verklaard door paus Benedictus XIV.

23 april 2024

23 april: Heilige Georgius, martelaar (gedachtenis)

De heilige Georgius, of Sint Joris, werd oorspronkelijk in Lydda in Palestina vereerd. Zijn Passio (uit de vijfde eeuw) is in tal van varianten overgeleverd. Hij was een officier, afkomstig uit Cappadocië (een landstreek in Klein-Azië, Turkije), die diende onder keizer Diocletianus.

In 305 werd de heilige Joris door de christenvervolgers vastgenomen en gefolterd. Hij werd op een rad gelegd en in ongebluste kalk gedrenkt. Hij liep echter geen letsel op. Onder de indruk van dit wonder liet de keizerin zich dopen. Omdat ze zich tot het christelijk geloof bekeerde werd ze - samen met Sint Joris - op de toren van de stadsmuur onthoofd. Dit alles zou gebeurd zijn in het Beloofde Land.

Rond zijn persoon ontstonden zowel in het oosten als in het westen vele legenden; de meest bekende is die van zijn gevecht met de draak. Het draaksteken is op deze legende terug te voeren.

Te zijner tijd werd het land door een draak getiranniseerd. Dagelijks verslond hij twee schapen, die hem geofferd werden zodat hij zich rustig houden zou. Toen de laatste schapen op deze manier verdwenen waren eiste de draak mensenoffers. Het lot viel op de dochter van de koning. In bruidskleren trad zij haar dood tegemoet. Maar Sint Joris viel de draak met een lans aan en verwondde het gedrocht. Hij beloofde de koning en het volk dat hij het ondier doden zou als iedereen zich zou laten dopen. Toen koning en volk akkoord gingen, doodde hij het ondier en op die dag lieten zich 15.000 mensen dopen.

Sint Joris werd de beschermheilige van de ridders, vooral van de kruisvaarders, van de cavalerie, de padvinders en verkenners. Ook de boeren kozen hem als patroon wegens zijn naam (Grieks geoorgos = landman). De nationale synode van Engeland verklaarde hem in het jaar 1222 tot patroon van Engeland. Hij wordt voorgesteld als een geharnaste ridder met lans of zwaard of een standaard met kruisvaan, meestal te paard de draak bevechtend.

In het kasteel Konopiste (circa 40 km ten zuidoosten van Praag) bevindt zich een grote collectie Sint-Jorisbeelden en -schilderijen, die door aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk verzameld zijn.

De heilige Georgius, of Sint Joris, wordt gerekend tot de veertien heilige helpers in nood. De anderen zijn Achatius, Barbara, Blasius, Catharina, Christoffel, Cyriacus, Dionysius, Egidius, Erasmus, Eustachius, Margaretha, Pantaleon en Vitus. In het Oosten wordt hij vereerd als aartsmartelaar (megalomarturos).

Sint Joris is patroon van Engeland, padvinders, verkenners, boeren, mijnwerkers, kuipers, zadelmakers, toeristen, ziekenhuizen, soldaten, militairen, gevangenen, ruiters, vee, het weer, en strijd in elke vorm. Hij is patroon tegen oorlogsgevaar, bekoringen, koorts en pest. Bovendien is hij helper in nood.

21 april 2024

O Filii et Filiae (O Zonen en Dochters)


Latijn

O filii et filiae
Rex caelestis, Rex gloriae,
morte surrexit hodie, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Et mane prima sabbati,
ad ostium monumenti
accesserunt discipuli, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Et Maria Magdalene,
et Jacobi, et Salome,
venerunt corpus ungere, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

In albis sedens Angelus,
praedixit mulieribus:
in Galilaea est Dominus, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Et Joannes Apostolus
cucurrit Petro citius,
monumento venit prius, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Discipulis adstantibus,
in medio stetit Christus,
dicens: Pax vobis omnibus, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Ut intellexit Didymus,
quia surrexerat Jesus,
remansit fere dubius, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Vide, Thoma, vide latus,
vide pedes, vide manus,
noli esse incredulus, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Quando Thomas Christi latus,
pedes vidit atque manus,
Dixit: Tu es Deus meus, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Beati qui non viderunt,
Et firmiter crediderunt,
vitam aeternam habebunt, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

In hoc festo sanctissimo
sit laus et jubilatio,
benedicamus Domino, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

De quibus nos humillimas
devotas atque debitas
Deo dicamus gratias, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.
Nederlandse vertaling (J.W. Schulte Nordholt)

Hoort aan, gij die Gods kind’ren zijt:
der heem’len hoogste Majesteit
verrees vandaag in heerlijkheid, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

De drie Maria’s daalden af
vroeg in de schemer naar het graf,
met zalf, waar elk haar liefde in gaf, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Door Magdalena’s angstig woord
zijn twee discip’len aangespoord
en haastten ademloos zich voort, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

De vrouwen, naar het graf gegaan,
zegde een witte engel aan,
dat nu de Heer was opgestaan, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Johannes is over het veld
sneller dan Petrus voortgesneld,
om zelf te zien wat werd gemeld, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Aan de discipelen bijeen
was ’t Christus Zelve Die verscheen
en vrede wenste als voorheen, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

’t Bericht werd Thomas ook gedaan.
Hij hoorde het vol twijfel aan
dat Jezus zou zijn opgestaan, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Zie, Thomas, Mijn doorboorde zij,
Mijn handen, voeten allebei,
en twijfel niet, geloof in Mij, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

De wond van spijker en van speer
zag hij en twijfelde niet meer,
maar stamelde: mijn God en Heer, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Zalig wie niet getwijfeld heeft,
niet ziet en toch zich overgeeft,
zijn deel is dat hij eeuwig leeft, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Wij vieren ’t feest van Pasen weer,
en brengen alle lof en eer
aan onze opgestane Heer, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Voor alles wat Hij heeft gedaan,
roepen wij God ootmoedig aan
nu onze Heer is opgestaan, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Derde zondag na Pasen

De Verrijzenis

Epistel
1 Petr. 2, 11-19
Veelgeliefden, ik bid u, als pelgrims en vreemdelingen, dat gij u verre houdt van de vleselijke lusten, die strijd voeren tegen de ziel. Temidden van de heidenen moet gij een voorbeeldig leven leiden, opdat zij juist in die dingen, waarom zij u voor boosdoeners uitmaken, bij nader toezien om wille van uw goede werken God gaan verheerlijken op de dag der bezoeking. Daarom, weest onderdanig aan ieder menselijk gezag, om wille van God; zowel aan de keizer, omdat hij boven allen staat, alsook aan de landvoogden, omdat zij door hem zijn gezonden om de misdadigers te straffen en de goeden waardering te schenken. Want aldus is het de wil van God, dat gij door goed te leven het onverstand van de kortzichtige mensen tot zwijgen brengt. Als vrije mensen - en niet als mensen, die de vrijheid beschouwen als een dekmantel voor het kwaad - maar als dienstknechten van God. Hebt achting voor een ieder; bemint uw medebroeders; vreest God; eert de keizer. Gij, dienstknechten, weest in alle eerbied onderdanig aan uw meesters, niet slechts als zij goed zijn en welwillend, maar evenzeer als zij lastig zijn. Want dat is een welgevallige daad, in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie
Joh. 16, 16-22
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Een korte tijd, en gij zult Mij niet meer zien; en wéér een korte tijd, en gij zult Mij terugzien; want Ik ga heen naar de Vader. Sommigen van Zijn leerlingen zeiden dan tot elkander: Wat betekent dat toch, wat Hij ons zegt: Een kort tijd, en gij zult Mij niet meer zien; en wéér een korte tijd, en gij zult Mij terugzien; en: Ik ga heen naar de Vader? Wat bedoelt Hij toch met: een korte tijd? Wij begrijpen niet, wat Hij zegt. Jezus nu wist, dat zij Hem iets wilden vragen; en Hij sprak tot hen: Gij raadpleegt elkander over Mijn gezegde: Een korte tijd, en gij zult Mij niet meer zien; en wéér een korte tijd, en gij zult Mij terugzien? Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: gij zult schreien en jammeren maar de wereld zal zich verblijden. Gij zult wel bedroefd zijn doch uw droefheid zal verkeren in vreugde. Als een vrouw moeder gaat worden, is zij bedroefd, omdat haar uur gekomen is; maar zodra zij het kind ter wereld heeft gebracht, denkt zij niet meer aan haar smart, van blijdschap, dat er een mens ter wereld is gekomen. Zo zijt ook gij nu wel bedroefd; maar Ik zal u weerzien; dat zal uw hart zich verblijden, en die blijdschap zal niemand u ontnemen.

Overweging
De woorden van Jezus “nog een korte tijd en gij zult Mij niet meer zien; en weer een korte tijd, dan zult gij Mij weer zien, want Ik ga heen naar de Vader” waren voor de apostelen onduidelijk en geheimzinnig. Zij vroegen zich af wat Jezus ermee bedoelde, maar zij durfden hun Meester er niet naar te vragen. Misschien zijn deze woorden ook tot ons gericht. Blijkbaar bevatten zij een tegenstrijdigheid. Hoe kon Hij tegelijkertijd bij Zijn Vader en bij de apostelen zijn? En wat bedoelt Hij met ‘een korte tijd’?

Deze woorden komen uit de lange afscheidsrede uit het Evangelie van Johannes, die op Witte Donderdag plaatsvond. Op de vooravond sprak Christus over Zijn kruisdood en opstanding en toch bleken de apostelen het niet begrepen te hebben. Bij deze woorden dacht onze Heer aan het kortstondig heengaan na Zijn lijden en aan de terugkeer bij Zijn verrijzenis. Maar dit heengaan en deze terugkeer waren slechts een beeld van een ander heengaan en een andere wederkomst. Zonder twijfel kunnen wij daar het opstijgen tot Zijn Vader bij de hemelvaart in zien en het weerzien van de apostelen in de eeuwigheid. Maar – zoals zo vaak in het Evangelie – moeten wij deze woorden ook op onszelf toepassen. Wij zijn degenen aan wie Christus een weerzien belooft. En dat weerzien is niets anders dan de hemelse vreugde: Wij zullen de verheerlijkte Heer dan zien in Zijn hemelse heerlijkheid.

De Verlossing en de Paasvreugde brengen ons, katholieken, in herinnering dat wij een oprecht christelijk leven moeten lijden, dat wij God en Zijn Kerk moeten blijven dienen, ook als wij daarom vervolgd zouden worden. Wij moeten bezield blijven door het weten dat wij in deze wereld geen blijvend thuis hebben; wij zijn in dit leven slechts op doortocht, op weg naar het hemelse Vaderland, het Vaderland dat Christus voor ons opnieuw heeft geopend. Om dit Vaderland te kunnen bereiken hebben wij de Kerk nodig, omdat zij de weg en de verkondiger is van dit hemelse doeleinde van ons bestaan.

De Kerk beschikt over de noodzakelijke middelen om het hemelse leven binnen te kunnen gaan. Door haar moraal wordt onze menselijke natuur gezuiverd van de begeerlijkheden, door haar geloofsleer wordt ons de kennis van God ingegeven en door haar sacramenten wordt de gezuiverde mens, die God als zijn levensdoel erkend heeft, geheiligd. De Kerk is dus niet louter een gemeenschap van allerlei mensen die een bepaalde liturgie of ritueel aanhangen, maar zij is het heilsinstrument dat door haar moraal, haar geloof en haar sacramenten ons tot God brengt. De heilige Paulus maant ons in het epistel voor de vleselijke lusten die strijd voeren tegen de ziel. Wij zien daarin dat een geloof dat zonder moraal blijft een zelfbedreiging en een groot gevaar is.

20 april 2024

Bijeenkomst Confraterniteit FSSP op zondag 21 april

De FSSP-confraterniteit komt deze maand bijeen op de derde (in plaats van de tweede) zondag: dus op zondag 21 april.

Iedereen is van harte welkom.

18 april 2024

Sint-Nicolaasacademie op zaterdag 20 april 2024 om 13.00 uur

Op zaterdag 20 april a.s. verzorgt mgr Rob Mutsaerts, hulpbisschop van Den Bosch, een lezing over de humanisering van Europa, naar aanleiding van zijn laatste boek ‘Van waarheid tot woke’, waarin hij de strijd aangaat met de woke-cultuur, omdat die elke objectieve waarheid ontkent, contraire meningen niet tolereert en een coherent leven uitsluit. Bestaat er zoiets als objectieve waarheid? Hoe denken klassieke en moderne filosofen hierover? En wat heeft God hier mee te maken?

Dit is de derde in de reeks voorjaarslezingen met het thema 'Aan de vruchten herkent men de boom'. De toegangsprijs bedraagt € 7,50.

Zie: De website van de academie.

14 april 2024

Vidi Aquam


Latijn

Vidi aquam egredientem de templo,
a latere dextro, alleluia:
et omnes, ad quos pervenit aqua ista,
salvi facti sunt et dicent, alleluia, alleluia.

Confitemini Domino, quoniam bonus:
quoniam in saeculum misericordia ejus.

Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto.
Sicut erat in principio, et nunc, et semper,
et in saecula saeculorum. Amen.
Nederlands

Ik zag water vloeien uit de tempel
aan de rechterzijde, alleluja:
en allen tot tot wie dat water kwam,
zijn gered geworden en zullen zeggen: alleluja, alleluja.

Looft de Heer, want Hij is goed;
want eeuwig duurt Zijn barmhartigheid.

Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Zoals het was in het begin, en nu, en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Tweede zondag na Pasen - Zondag van de Goede Herder

Epistel
1 Petr. 2, 21-25
Veelgeliefden, Christus heeft voor ons geleden en u een voorbeeld nagelaten, opdat gij Zijn voetstappen zoudt volgen. Want zonde heeft Hij nooit bedreven, en er werd geen bedrog gevonden in Zijn mond; en toen Hij gescholden werd, schold Hij niet terug; toen Hij leed, uitte Hij geen bedreiging; maar Hij gaf Zich over aan degene, die Hem onrechtvaardig veroordeelde. Hij heeft onze zonden in Zijn lichaam gedragen tot op het kruishout, opdat wij afgestorven zouden zijn aan de zonde, en voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart als ronddolende schapen, maar nu zijt gij teruggebracht tot de herder en de bewaker van uw zielen.

Evangelie
Joh. 10, 11-16
In die tijd zei Jezus tot de farizeën: Ik ben de goede Herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Maar iemand, die huurling is en geen herder - aan wie de schapen niet toebehoren - hij laat, als hij de wolf ziet aankomen, de schapen in de steek, en gaat op de vlucht. En de wolf rooft en verstrooit de schapen. Een huurling nu neemt de vlucht, omdat hij maar een huurling is, en geen hart heeft voor de schapen. Ik ben de goede Herder, en Ik ken Mijn schapen en Mijn schapen kennen Mij, evenals de Vader Mij kent, en Ik de Vader ken. En Ik geef Mijn leven voor Mijn schapen. Ook nog andere schapen heb Ik, die niet van deze schaapstal zijn; ook die moet Ik er heen voeren, en zij zullen luisteren naar Mijn stem; en zo zal het worden: één Schaapstal en één Herder.

Overweging
Deze zondag wordt terecht de zondag van de goede Herder genoemd. Het beeld uit het Evangelie van de Herder Die Zijn leven geeft voor Zijn schapen wordt nog duidelijker door het Paasfeest dat wij nog maar net gevierd hebben en door de lezing van deze zondag, waarin de heilige Petrus ons aan hetzelfde feit herinnert, namelijk hoe Christus, Die Zelf nooit enige zonde bedreef, onze zonden op Zich nam en Zich heeft overgeleverd aan de kruisdood om ons van onze schuld te bevrijden.

Door de bevrijding die wij door Zijn Verlossingswerk hebben mogen ervaren, heeft Hij ons opnieuw toegang verleend tot de kudde, waarvan Hijzelf Herder en Bewaker is. Het epistel van vandaag stelt ons de waarheid voor ogen dat wij verloren schapen zijn geweest, want Petrus schrijft “gij waart als rondlopende schapen maar nu zijt gij teruggebracht tot de Beheerder en Bewaker van uw zielen”.

In het Evangelie zegt de goede Herder, Jezus: “Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij”. Het is een kostbaar inzicht dat wij slechts kunnen verwerven door Gods genade. Hij is de enige Vriend, de enige Toevlucht, en de Raadsman bij uitstek die de mens heeft. De goede Herder geeft Zijn leven voor Zijn schapen. In het Evangelie is dat een beeld, maar wel een beeld dat ons weer de oude, vertrouwde waarheid voor ogen stelt. Hij heeft voor mij Zijn leven prijsgegeven. Anderen doen dat niet. De huurling slaat op de vlucht als de wolf komt. Hij laat zijn kudde in de steek; de schapen gaan hem niet echt ter harte en omdat hij slechts huurling is en geen herder, laat hij ze door de wolf verscheuren. Met Christus is dat anders. Hij kent Zijn schapen zoals de Vader Hem kent en zoals Hij de Vader kent. Zo diep, zo volledig, zo vol van liefde is het feit dat Hij Zijn leven geeft.

Kon de goede Herder nog duidelijker zeggen dat Hij ons liefheeft? Hij bemint ons tot het uiterste toe. Geen enkele Herder kan het bij Hem halen in hartelijkheid, in diepte, in tederheid en fijngevoeligheid. Hij heeft als Herder alles voor ons over gehad.

9 april 2024

Parochiële ledenadministratie

Wilt u bij verhuizing of wijzigingen in uw gezinssamenstelling ook onze ledenadministratie op de hoogte stellen? Voor een correcte administratie zijn we afhankelijk van de door u verstrekte gegevens. Ook als u nieuw bent in de parochie, of uw voorkeur gaat uit naar de traditionele liturgie, dan beschikken we graag over uw gegevens. U kunt uw opgave (uitsluitend schriftelijk) verstrekken aan de pastorie, of per e-mail (secretaris@agneskerk.org). Op deze website kunt u een formulier downloaden; zie tabblad Inschrijving (nieuw/wijzigen).

Nog een dringend verzoek: wilt u controleren dat uw mailbox niet vol zit? We kunnen u dan namelijk niet bereiken.

8 april 2024

Laat ons nu blij zijn met de Heer

Na de Verrijzenis verschijnt Jezus aan Zijn moeder Maria.

Laat ons nu blij zijn met de Heer, alleluja,
Maria lijdt en weent niet meer, alleluja;
het wrede leed is nu vergaan, alleluja,
haar Zoon, haar Jezus opgestaan, alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

O zoete Moeder van de Heer, alleluja,
gij zijt geen smartenmoeder meer, alleluja;
daar komen al de eng'len aan, alleluja;
o hoort toch, hoe ze juub'len gaan, alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

Ziet, uw verrezen, lieve Zoon, alleluja,
tooit u met eeuw'ge lentekroon, alleluja;
Sint Jan, Sint Pieter stemmen in, alleluja,
met aller zang, o Koningin, alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

Wij leggen onze zonden neer, alleluja,
in 't blijde graf van onze Heer, alleluja;
nu zijn wij rein, nu zijn wij vrij: alleluja.
Zo zingen en herzingen wij: alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

8 april: Maria Boodschap, (uitgesteld) hoogfeest

De engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt, en zij heeft ontvangen van de Heilige Geest.
Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar Uw Woord.
Het Woord is vlees geworden, en Het heeft onder ons gewoond.

De Kerk viert op 25 maart, negen maanden vóór Kerstmis, de ontvangenis van Jezus Christus. Deze gebeurtenis valt samen met de verschijning van de aartsengel Gabriël aan de heilige maagd Maria, waarbij de engel haar de Menswording van God aankondigt. 25 maart viel dit jaar in de Goede Week, daarom is het feest verplaatst naar vandaag.

In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met de naam Nazaret, naar een maagd die verloofd was met een man genaamd Jozef, die uit het huis van David stamde; haar naam was Maria. De engel trad bij haar binnen en zei: `Verheug u, begenadigde, de Heer is met u.' Zij raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting te betekenen had. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, Maria, u hebt genade gevonden bij God. U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ ‘Maar hoe moet dat dan?' zei Maria tegen de engel. ‘Ik heb geen omgang met een man.' De engel antwoordde haar: ‘Heilige Geest zal op u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overdekken. Daarom zal het kind heilig genoemd worden, Zoon van God. Bovendien, ook Elisabet, uw verwante, is op haar oude dag zwanger van een zoon; zij werd onvruchtbaar genoemd, maar zij is al in haar zesde maand. Want voor God is niets onmogelijk.' Toen zei Maria: ‘Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt.' Toen ging de engel van haar weg.

Op deze dag vieren wij het begin van onze verlossing, de vervulling van het profetische woord zoals dit in het Evangelie wordt vermeld: 'Zie de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen' (Mt. 1,23), de intrede van Christus in deze wereld: 'Slachtoffers en gaven hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt voor mij een lichaam bereid...Ik ben gekomen, o God, om Uw wil te doen' (Heb. 10,5-7).

De Kerk die - als een van de weinige in deze wereld - opkomt voor het ongeboren menselijk leven, ziet in het feest van Maria Boodschap een getuigenis van de waardigheid van de mens vanaf zijn conceptie tot aan zijn natuurlijke dood. Er wordt immers verkondigd dat de Zoon van God al bij de Annunciatie Zijn intrede in de wereld deed. De Incarnatie begint dus bij Christus' ontvangenis en niet pas bij Zijn geboorte.

In Nazareth wordt Maria Boodschap luisterrijk gevierd in de kerk van de Annunciatie (ook wel Verkondigingsbasiliek genoemd). Dit heiligdom is gebouwd op de fundamenten van kerken uit de Byzantijnse tijd en de kruisvaardersperiode. Op die plaats kreeg Maria de verschijning van Gabriël.

Beloken Pasen - Feest van de goddelijke Barmhartigheid

"Thomas, kom hier met uw hand en leg ze in Mijn zijde."

Epistel
1 Joh. 5, 4-10
Veelgeliefden, al wat uit God is geboren, is overwinnaar van de wereld; en dit is de zegevierende macht, waardoor de wereld overwonnen wordt, ons geloof. Wie anders is er overwinnaar van de wereld, dan hij die gelooft, dat Jezus is de Zoon van God? Deze is het, Die gekomen is in water en in bloed, Jezus Christus; niet alleen in het water, maar in het water én in het bloed. En het is de Geest, Die getuigt, dat Christus de waarheid is. Want het zijn er drie, Die getuigenis geven in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één. En het zijn er drie, die getuigenis geven op de aarde: de Geest, en het water, en het bloed; en deze drie zijn het eens. Indien wij het getuigenis van mensen aannemen, Gods getuigenis heeft groter waarde; inderdaad hebben wij hierin dat getuigenis van God met die grotere waarde, dat Hij getuigenis heeft gegeven omtrent Zijn Zoon. Wie gelooft in de Zoon van God, draagt het getuigenis van God in zich.

Evangelie
Joh. 20, 19-31
In die tijd, toen de avond van die dag, de eerste dag der week, reeds was gevallen, en de deuren van de plaats, waar de leerlingen samen waren, uit vrees voor de joden waren gelosten, kwam Jezus, en stond plotseling in hun midden; en Hij sprak tot hen: Vrede zij u! En na dit gezegd te hebben toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. En de leerlingen waren zeer verheugd, toen zij de Heer zagen. Vervolgens sprak Hij andermaal tot hen: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u. En na deze woorden blies Hij over hen en zei hun: Ontvangt de Heilige Geest. Aan wie gij de zonden vergeeft, hun zijn ze vergeven, en aan wie gij de zonden laat houden, zij blijven ze houden. Maar Thomas, één van de Twaalf, ook wel Didymus genoemd, was niet bij hen, toen Jezus kwam. Daarom zeiden de andere leerlingen tot hem: Wij hebben de Heer gezien! Maar hij antwoordde hun: Als ik niet in Zijn handen de wonden der nagelen zie, en mijn vinger niet in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand niet kan leggen in Zijn zijde, zal ik niet geloven. En acht dagen later waren Zijn leerlingen weer daarbinnen bijeen; en ook Thomas was bij hen. En terwijl de deuren gesloten bleven, kwam Jezus binnen; en plotseling stond Hij in hun midden, en sprak: Vrede zij u! Daarop zei Hij tot Thomas: Steek uw vinger hierin, en bezie Mijn handen; en kom hier met uw hand, en leg ze in Mijn zijde; en wees niet meer ongelovig, maar gelovig! Thomas gaf Hem ten antwoord: Mijn Heer en mijn God! Toen sprak Jezus tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, daarom gelooft gij; zalig zij, die niet zien, en toch geloven. Nog vele andere tekenen, heeft Jezus voor het oog van Zijn leerlingen verricht, die in dit boek niet staan opgetekend. Maar deze zijn opgetekend, opdat gij zoudt geloven, dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door dat geloof het leven moogt bezitten in Zijn Naam.

Overweging
Op deze octaafdag van Pasen, die tevens het feest van de goddelijke Barmhartigheid is, zouden wij met de apostel Thomas van harte een van de allermooiste en meest hoopvolle gebeden kunnen uitspreken, en daardoor iedere twijfel, die wellicht nog in ons leeft, uitroeien: “Mijn Heer en mijn God”. Daar gaat het in het christelijke leven om: om God. En omdat het in ons leven om God gaat, moeten wij bereid zijn om alles wat met God verbonden is, dus de Kerk van God en haar bevrijdende en tot zaligheid noodzakelijke geloofsleer, innig en volledig te omhelzen.

God is mens geworden en heeft op het Kruis de wereld Zijn barmhartigheid getoond, een barmhartigheid die ieder van ons zou kunnen omvatten als wij maar bereid zijn om ons hart in volledig vertrouwen aan Hem over te geven. In deze overgave, die een bekering inhoudt, ligt het begin van het leven met God, een leven dat als het ernstig wordt genomen, zich openbaart als een leven door God. Door de goddelijke barmhartigheid en genade mogen wij leven en eens de hemelse zaligheid aanschouwen. De deur tot dit bovennatuurlijke leven heeft Christus geopend door Zijn heilswerk, het heilswerk dat door de tijden heen wordt voortgezet door de katholieke Kerk. Daar wacht Hij ook nu op de zielen om Zijn liefde te tonen aan degenen die de duisternis en het bedrog van de wereld verlaten.