30 april 2024

Informatiebulletin voor de maand mei is verschenen

Het Informatiebulletin is een uitgave van de parochie van de heilige Jozef in de Sint-Agneskerk te Amsterdam. De editie voor de maand mei, de maand die is toegewijd aan de heilige maagd Maria, is verschenen. Daarin aandacht voor de bijeenkomsten van het Legioen Kleine Zielen, de heilige Liga en de Sint-Nicolaasacademie, een project voor een online missaal met Nederlandse vertaling, de meimaand-Mariamaand en een gezamenlijk cadeau bij de priesterwijding van Gideon Zoonen

Het Informatiebulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin mei' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.

Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.

28 april 2024

Oefening van hoop

Oneindig goede God,
ik hoop, door de verdiensten van Jezus Christus,
van U te verkrijgen:
de eeuwige zaligheid
en alle genaden, die ik daarvoor nodig heb.

Dat hoop ik met een vast vertrouwen,
omdat Gij het hebt beloofd, Die almachtig zijt,
oneindig goed voor ons en getrouw in Uw beloften.

Heer, versterk mijn hoop!

Vierde zondag na Pasen

De Heilige Geest

Epistel
Jac. 1, 17-21
Veelgeliefden, ieder goede gave en ieder volmaakte gift komt van boven, afdalend van de Vader van het licht, bij Wie er geen verandering is of verduistering door onbestendigheid. Want uit vrije wil heeft Hij ons het leven geschonken door de prediking van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen zouden zijn onder Zijn schepselen. Gij weet dat, mijn veelgeliefde broeders. Laat iedereen nu vlug bereid zijn om te luisteren, maar niet haastig om te spreken, en niet haastig met toornig te worden. Want een toornig mens volbrengt niet de gerechtigheid Gods. Verwijdert daarom ieder smet en alle verkeerde uitwas, en aanvaardt in zachtmoedigheid het woord, dat in u is uitgezaaid en dat de kracht bezit om uw zielen zalig te maken.

Evangelie
Joh. 16, 5-14
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Ik ga heen tot Hem, Die Mij gezonden heeft; en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij heen? Maar de droefheid heeft Uw hart vervuld, omdat Ik u dit heb meegedeeld. Doch Ik zeg u de waarheid: het is goed voor u, dat Ik wegga. Want zo Ik niet wegga, zal de Helper niet tot u komen; als Ik echter heenga, zal Ik Hem tot u zenden. En wanneer Hij komt, zal Hij aan de wereld bewijzen, dat zij ongelijk heeft wat betreft zonde, gerechtigheid en veroordeling. Wat betreft zonde: omdat zij niet in Mij geloofd hebben. Wat betreft gerechtigheid: omdat Ik heenga tot de Vader, en gij Mij niet meer zult zien. Wat betreft veroordeling: omdat de vorst dezer wereld reeds geoordeeld is. Nog veel heb Ik u te zeggen, doch gij kunt het nu nog niet verdragen. Maar wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, dan zal Hij u de volle waarheid leren. Want Hij zal niet spreken uit Zichzelf, maar Hij zal spreken, al wat Hij hoort; en Hij zal u de komende dingen verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want van het mijne zal Hij ontvangen en het aan u verkondigen.

Overweging
Vorige week zondag sprak het Evangelie over de ‘korte tijd’ die voor ons een aansporing tot waakzaamheid en gereedheid moet zijn. Maar de kortheid van de tijd is ook bron van de christelijke hoop die ons leven moet bezielen. De deugd van de hoop is ook te vinden in de teksten van deze heilige Mis, zo ook in de oratie van deze vierde zondag na Pasen: “God, Die de gelovigen een van geest en wil doet zijn, doe Uw volk datgene liefhebben wat Gij voorschrijft, datgene verlangen wat Gij belooft, opdat te midden van de wisselvalligheden van deze wereld onze harten daar verblijven waar de echte vreugde is."

“Te verlangen wat Gij belooft”, dat is een van de beden die deze oratie bevat. Deze gaat over de deugd van hoop, de deugd die bij uitstek ons christelijke bestaan kenmerkt. Wij verlangen, wij moeten verlangen naar hetgeen God ons belooft.

Wat is eigenlijk de christelijke hoop? Wat bedoelt een christen als hij daarover spreekt? De hoop is een verlangen naar een moeilijk, maar toch bereikbaar goed, met het vaste vertrouwen dit goed te zullen verkrijgen. Hopen is dus verlangen en vertrouwen. Waar geen verlangen is, daar is ook geen hoop. Waar het vertrouwen ontbreekt, daar is ook alle hoop verbannen. Wij spreken over de natuurlijke hoop (die naar de natuurlijke goederen streeft) en over de bovennatuurlijke hoop, en dat is de christelijke hoop, dat is wat wij in de oratie vragen: de deugd van hoop.

“Te verlangen wat Gij belooft.” Wat is dat, wat God ons belooft? De onzichtbare goederen, het volmaakte kindschap van God, het lichaam der verrijzenis, gelijkvormig aan Christus’ Lichaam. De verlossing en het eeuwig leven met God Zelf, dat voor ons bestemd is, dat is wat de trouwe dienaars van God mogen verwachten. God Zelf is dus het fundament van de hoop. En die hoop is een gave van Hem, die Hij ons tegelijkertijd met Zijn genade schenkt. Daarin kunnen wij zien dat God eigenlijk de bron, de ondersteuning en het doel van onze hoop is. Hij is de bron, omdat de hoop alleen uit Zijn pure goedheid aan ons wordt geschonken. Uit onszelf kunnen wij ze niet verkrijgen. Hij is de ondersteuning, want Hij geeft ons onophoudelijk de noodzakelijke middelen om ons einddoel te bereiken. Uiteindelijk is Hij Zelf dit doel, Hij Die alles omvat en al onze verlangens vervult.

“In hoop zijn wij gered.” (Rom. 8, 24), zegt de apostel Paulus tegen de Romeinen en tegen ons. De waarborg van onze hoop is de goddelijke liefde die zichtbaar geworden is door de Menswording van Zijn Woord. Door Zijn dood en verrijzenis geeft Christus ons de zekerheid dat onze hoop in vervulling gaat. Deze zekerheid hebben wij door de belofte van de Heilige Geest en door Zijn aanwezigheid in de Kerk. Maar deze hoop wordt ons niet zo maar gegeven. Door de hoop, te midden van de wisselvalligheden van deze wereld, kunnen onze harten gevestigd blijven waar de ware vreugde is. Dan wordt het duidelijk dat wij op aarde vreemdelingen en pelgrims op doorreis zijn. Wij zoeken hier geen vaste woonplaats. Wij gaan de aarde verlaten en moeten er niet aan denken ons hier blijvend te vestigen. Dat zou ons moeten helpen om een gezonde afstand te houden tot alles wat er in ons leven gebeurt, het lijden en de mislukkingen christelijk te beleven, en ons niet te binden aan de goederen van deze wereld.

27 april 2024

Domine, salvum fac regem (Guillaume-Gabriel Nivers)

27 april: Heilige Petrus Canisius, belijder en kerkleraar

Peter Canisius werd op 8 mei 1521 te Nijmegen geboren. Hij was de zoon van de burgemeester van deze stad. Hij studeerde in Keulen, waar de jezuïetenorde de eerste vestiging buiten Frankrijk stichtte. De orde van Ignatius van Loyola werd voor Petrus het middelpunt van zijn leven. Hier vond de geleerde filosofiedoctor wetenschap en apostolische bezigheden in harmonie verenigd.

Hij heeft zich ingezet voor het behoud en de vernieuwing van het katholiek geloof. In woord en geschrift werd hij een alom gewaardeerd persoon. Hij was de pauselijke theoloog tijdens het concilie van Trente (1545-1564), universiteitsrector en theologieprofessor in Ingolstadt, dompredikant in Wenen, studeerde in Messina (Sicilië) en werkte in Milaan, Praag, München, Augsburg en Innsbruck.

Tot driemaal toe werd hem de bisschopszetel van Wenen aangeboden en even zoveel keer heeft hij deze geweigerd. Hij was een persoon in aanzien in de katholieke wereld. In bijna alle kerkelijk-politieke ontwerpen en beslissingen is zijn aanwezigheid tastbaar. Hij werkte stichtend voor zijn orde. Het bekendste werk dat Petrus Canisius heeft geschreven is de grote catechismus (Canisius-catechismus), reeds bij zijn dood was men toe aan de 200e druk.

In 1580 werd hij naar Fribourg in Zwitserland verplaatst, waar hij het tegenwoordige Sint-Michaelscollege stichtte. Op 21 december 1597 stierf hij in deze stad en werd onder het hoofdaltaar van de Sint-Michaelskerk begraven.

Een deel van zijn relieken is naar Nijmegen overgebracht. Op 21 mei 1925 werd hij door paus Pius XI heilig verklaard en tot kerkleraar verheven. Petrus Canisius wordt ook wel de tweede apostel van Duitsland genoemd.

26 april 2024

26 april: H.H. Cletus en Marcellinus, pausen en martelaren (gedachtenis)

Paus Cletus (linkerfoto, uit de Sint-Pietersbasiliek in Rome) is tot het christendom bekeerd door de heilige Petrus en is ook door hem tot priester gewijd. Hij is mogelijk de Cletus over wie de heilige Augustinus heeft geschreven. Cletus was de derde paus en trad aan in het jaar 76. Hij stierf als martelaar rond het jaar 89. Zijn relieken worden bewaard in de kerk toegewijd aan de heilige Linus in Rome.

Paus Marcellinus (rechterfoto, eveneens uit de Sint-Pietersbasiliek in Rome) was de 29e paus. Van hem is niet veel meer bekend dan dat hij de Romeinse catacomben uitbreidde. Hij trad aan als paus in het jaar 296 en stierf als martelaar in Rome in het jaar 304.

Beide pausen worden genoemd in de Canon van de heilige Mis. Zij worden gezamenlijk gevierd omdat hun beider pontificaat in het teken stond van zware Kerkvervolging onder het Romeinse rijk.

26 april: Moeder van Goede Raad

Gebed tot de Moeder van Goede Raad

Roemrijke Maagd,
door het eeuwig raadsbesluit uitverkoren
tot Moeder van het mensgeworden Woord,
schatbewaarster van de goddelijke genaden
en voorspreekster van de zondaren,
ik, uw onwaardigste dienaar,
neem mijn toevlucht tot u,
opdat gij in dit tranendal
mijn gids en raad zult zijn.

Verkrijg voor mij,
door het kostbaar Bloed
van uw goddelijke Zoon,
vergiffenis van mijn zonden,
de zaligheid voor mijn ziel
en de nodige middelen
om dit te bewerkstelligen.

Verkrijg voor de heilige Kerk
de zegepraal over haar vijanden
en de verspreiding van Jezus’ Rijk
over de gehele aarde.

Amen.

24 april 2024

24 april: Heilige Fidelis van Sigmaringen, martelaar

De heilige Fidelis van Sigmaringen werd op 1 oktober 1577 geboren als Marc Roy. Zijn medestudenten noemden hem de christelijke filosoof. Hij was vroom, bekommerde zich om de armen en de zieken en bad en mediteerde veel. Hij studeerde recht in Freiburg im Breisgau, werd advocaat in Colmar en kreeg er de bijnaam advocaat van de armen. Hij wilde echter zijn leven aan God wijden en aan de verkondiging van het Evangelie. Hij trad in 1612 in bij de Capucijnen in Freiburg im Breisgau en nam de naam Fidelis aan.

De eerste jaren van zijn kloosterleven waren moeilijk en hij viel ten prooi aan diepe twijfel en zware verleidingen. Hij verkocht zijn bezittingen en vond opnieuw rust. Hij leefde in een zeer bescheiden inboedel, droeg versleten kleding en deed veel boete en verstervingen.

Fidelis was geliefd om zijn naastenliefde, zijn geleerdheid en zijn geloof. Hij werd door de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren naar Graubünden gezonden om er het protestantisme te bestrijden. Hij vervulde zijn taak met volle ijver en leidde een streng en heilig leven, waardoor hij vele bekeerlingen maakte. Hij werd echter verraden en doodgeslagen door een groep mannen die zijn activiteiten bestreden. Zo stierf hij op 24 april 1622 in Seewis im Prättigau (Zwitserland) als martelaar.

Fidelis werd in 1729 door paus Benedictus XIII zalig verklaard en in 1746 heilig verklaard door paus Benedictus XIV.

23 april 2024

23 april: Heilige Georgius, martelaar (gedachtenis)

De heilige Georgius, of Sint Joris, werd oorspronkelijk in Lydda in Palestina vereerd. Zijn Passio (uit de vijfde eeuw) is in tal van varianten overgeleverd. Hij was een officier, afkomstig uit Cappadocië (een landstreek in Klein-Azië, Turkije), die diende onder keizer Diocletianus.

In 305 werd de heilige Joris door de christenvervolgers vastgenomen en gefolterd. Hij werd op een rad gelegd en in ongebluste kalk gedrenkt. Hij liep echter geen letsel op. Onder de indruk van dit wonder liet de keizerin zich dopen. Omdat ze zich tot het christelijk geloof bekeerde werd ze - samen met Sint Joris - op de toren van de stadsmuur onthoofd. Dit alles zou gebeurd zijn in het Beloofde Land.

Rond zijn persoon ontstonden zowel in het oosten als in het westen vele legenden; de meest bekende is die van zijn gevecht met de draak. Het draaksteken is op deze legende terug te voeren.

Te zijner tijd werd het land door een draak getiranniseerd. Dagelijks verslond hij twee schapen, die hem geofferd werden zodat hij zich rustig houden zou. Toen de laatste schapen op deze manier verdwenen waren eiste de draak mensenoffers. Het lot viel op de dochter van de koning. In bruidskleren trad zij haar dood tegemoet. Maar Sint Joris viel de draak met een lans aan en verwondde het gedrocht. Hij beloofde de koning en het volk dat hij het ondier doden zou als iedereen zich zou laten dopen. Toen koning en volk akkoord gingen, doodde hij het ondier en op die dag lieten zich 15.000 mensen dopen.

Sint Joris werd de beschermheilige van de ridders, vooral van de kruisvaarders, van de cavalerie, de padvinders en verkenners. Ook de boeren kozen hem als patroon wegens zijn naam (Grieks geoorgos = landman). De nationale synode van Engeland verklaarde hem in het jaar 1222 tot patroon van Engeland. Hij wordt voorgesteld als een geharnaste ridder met lans of zwaard of een standaard met kruisvaan, meestal te paard de draak bevechtend.

In het kasteel Konopiste (circa 40 km ten zuidoosten van Praag) bevindt zich een grote collectie Sint-Jorisbeelden en -schilderijen, die door aartshertog Frans Ferdinand van Oostenrijk verzameld zijn.

De heilige Georgius, of Sint Joris, wordt gerekend tot de veertien heilige helpers in nood. De anderen zijn Achatius, Barbara, Blasius, Catharina, Christoffel, Cyriacus, Dionysius, Egidius, Erasmus, Eustachius, Margaretha, Pantaleon en Vitus. In het Oosten wordt hij vereerd als aartsmartelaar (megalomarturos).

Sint Joris is patroon van Engeland, padvinders, verkenners, boeren, mijnwerkers, kuipers, zadelmakers, toeristen, ziekenhuizen, soldaten, militairen, gevangenen, ruiters, vee, het weer, en strijd in elke vorm. Hij is patroon tegen oorlogsgevaar, bekoringen, koorts en pest. Bovendien is hij helper in nood.

21 april 2024

O Filii et Filiae (O Zonen en Dochters)


Latijn

O filii et filiae
Rex caelestis, Rex gloriae,
morte surrexit hodie, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Et mane prima sabbati,
ad ostium monumenti
accesserunt discipuli, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Et Maria Magdalene,
et Jacobi, et Salome,
venerunt corpus ungere, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

In albis sedens Angelus,
praedixit mulieribus:
in Galilaea est Dominus, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Et Joannes Apostolus
cucurrit Petro citius,
monumento venit prius, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Discipulis adstantibus,
in medio stetit Christus,
dicens: Pax vobis omnibus, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Ut intellexit Didymus,
quia surrexerat Jesus,
remansit fere dubius, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Vide, Thoma, vide latus,
vide pedes, vide manus,
noli esse incredulus, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Quando Thomas Christi latus,
pedes vidit atque manus,
Dixit: Tu es Deus meus, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Beati qui non viderunt,
Et firmiter crediderunt,
vitam aeternam habebunt, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

In hoc festo sanctissimo
sit laus et jubilatio,
benedicamus Domino, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

De quibus nos humillimas
devotas atque debitas
Deo dicamus gratias, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.
Nederlandse vertaling (J.W. Schulte Nordholt)

Hoort aan, gij die Gods kind’ren zijt:
der heem’len hoogste Majesteit
verrees vandaag in heerlijkheid, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

De drie Maria’s daalden af
vroeg in de schemer naar het graf,
met zalf, waar elk haar liefde in gaf, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Door Magdalena’s angstig woord
zijn twee discip’len aangespoord
en haastten ademloos zich voort, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

De vrouwen, naar het graf gegaan,
zegde een witte engel aan,
dat nu de Heer was opgestaan, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Johannes is over het veld
sneller dan Petrus voortgesneld,
om zelf te zien wat werd gemeld, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Aan de discipelen bijeen
was ’t Christus Zelve Die verscheen
en vrede wenste als voorheen, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

’t Bericht werd Thomas ook gedaan.
Hij hoorde het vol twijfel aan
dat Jezus zou zijn opgestaan, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Zie, Thomas, Mijn doorboorde zij,
Mijn handen, voeten allebei,
en twijfel niet, geloof in Mij, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

De wond van spijker en van speer
zag hij en twijfelde niet meer,
maar stamelde: mijn God en Heer, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Zalig wie niet getwijfeld heeft,
niet ziet en toch zich overgeeft,
zijn deel is dat hij eeuwig leeft, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Wij vieren ’t feest van Pasen weer,
en brengen alle lof en eer
aan onze opgestane Heer, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Voor alles wat Hij heeft gedaan,
roepen wij God ootmoedig aan
nu onze Heer is opgestaan, alleluia.
Alleluia, Alleluia, Alleluia.

Derde zondag na Pasen

De Verrijzenis

Epistel
1 Petr. 2, 11-19
Veelgeliefden, ik bid u, als pelgrims en vreemdelingen, dat gij u verre houdt van de vleselijke lusten, die strijd voeren tegen de ziel. Temidden van de heidenen moet gij een voorbeeldig leven leiden, opdat zij juist in die dingen, waarom zij u voor boosdoeners uitmaken, bij nader toezien om wille van uw goede werken God gaan verheerlijken op de dag der bezoeking. Daarom, weest onderdanig aan ieder menselijk gezag, om wille van God; zowel aan de keizer, omdat hij boven allen staat, alsook aan de landvoogden, omdat zij door hem zijn gezonden om de misdadigers te straffen en de goeden waardering te schenken. Want aldus is het de wil van God, dat gij door goed te leven het onverstand van de kortzichtige mensen tot zwijgen brengt. Als vrije mensen - en niet als mensen, die de vrijheid beschouwen als een dekmantel voor het kwaad - maar als dienstknechten van God. Hebt achting voor een ieder; bemint uw medebroeders; vreest God; eert de keizer. Gij, dienstknechten, weest in alle eerbied onderdanig aan uw meesters, niet slechts als zij goed zijn en welwillend, maar evenzeer als zij lastig zijn. Want dat is een welgevallige daad, in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie
Joh. 16, 16-22
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Een korte tijd, en gij zult Mij niet meer zien; en wéér een korte tijd, en gij zult Mij terugzien; want Ik ga heen naar de Vader. Sommigen van Zijn leerlingen zeiden dan tot elkander: Wat betekent dat toch, wat Hij ons zegt: Een kort tijd, en gij zult Mij niet meer zien; en wéér een korte tijd, en gij zult Mij terugzien; en: Ik ga heen naar de Vader? Wat bedoelt Hij toch met: een korte tijd? Wij begrijpen niet, wat Hij zegt. Jezus nu wist, dat zij Hem iets wilden vragen; en Hij sprak tot hen: Gij raadpleegt elkander over Mijn gezegde: Een korte tijd, en gij zult Mij niet meer zien; en wéér een korte tijd, en gij zult Mij terugzien? Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: gij zult schreien en jammeren maar de wereld zal zich verblijden. Gij zult wel bedroefd zijn doch uw droefheid zal verkeren in vreugde. Als een vrouw moeder gaat worden, is zij bedroefd, omdat haar uur gekomen is; maar zodra zij het kind ter wereld heeft gebracht, denkt zij niet meer aan haar smart, van blijdschap, dat er een mens ter wereld is gekomen. Zo zijt ook gij nu wel bedroefd; maar Ik zal u weerzien; dat zal uw hart zich verblijden, en die blijdschap zal niemand u ontnemen.

Overweging
De woorden van Jezus “nog een korte tijd en gij zult Mij niet meer zien; en weer een korte tijd, dan zult gij Mij weer zien, want Ik ga heen naar de Vader” waren voor de apostelen onduidelijk en geheimzinnig. Zij vroegen zich af wat Jezus ermee bedoelde, maar zij durfden hun Meester er niet naar te vragen. Misschien zijn deze woorden ook tot ons gericht. Blijkbaar bevatten zij een tegenstrijdigheid. Hoe kon Hij tegelijkertijd bij Zijn Vader en bij de apostelen zijn? En wat bedoelt Hij met ‘een korte tijd’?

Deze woorden komen uit de lange afscheidsrede uit het Evangelie van Johannes, die op Witte Donderdag plaatsvond. Op de vooravond sprak Christus over Zijn kruisdood en opstanding en toch bleken de apostelen het niet begrepen te hebben. Bij deze woorden dacht onze Heer aan het kortstondig heengaan na Zijn lijden en aan de terugkeer bij Zijn verrijzenis. Maar dit heengaan en deze terugkeer waren slechts een beeld van een ander heengaan en een andere wederkomst. Zonder twijfel kunnen wij daar het opstijgen tot Zijn Vader bij de hemelvaart in zien en het weerzien van de apostelen in de eeuwigheid. Maar – zoals zo vaak in het Evangelie – moeten wij deze woorden ook op onszelf toepassen. Wij zijn degenen aan wie Christus een weerzien belooft. En dat weerzien is niets anders dan de hemelse vreugde: Wij zullen de verheerlijkte Heer dan zien in Zijn hemelse heerlijkheid.

De Verlossing en de Paasvreugde brengen ons, katholieken, in herinnering dat wij een oprecht christelijk leven moeten lijden, dat wij God en Zijn Kerk moeten blijven dienen, ook als wij daarom vervolgd zouden worden. Wij moeten bezield blijven door het weten dat wij in deze wereld geen blijvend thuis hebben; wij zijn in dit leven slechts op doortocht, op weg naar het hemelse Vaderland, het Vaderland dat Christus voor ons opnieuw heeft geopend. Om dit Vaderland te kunnen bereiken hebben wij de Kerk nodig, omdat zij de weg en de verkondiger is van dit hemelse doeleinde van ons bestaan.

De Kerk beschikt over de noodzakelijke middelen om het hemelse leven binnen te kunnen gaan. Door haar moraal wordt onze menselijke natuur gezuiverd van de begeerlijkheden, door haar geloofsleer wordt ons de kennis van God ingegeven en door haar sacramenten wordt de gezuiverde mens, die God als zijn levensdoel erkend heeft, geheiligd. De Kerk is dus niet louter een gemeenschap van allerlei mensen die een bepaalde liturgie of ritueel aanhangen, maar zij is het heilsinstrument dat door haar moraal, haar geloof en haar sacramenten ons tot God brengt. De heilige Paulus maant ons in het epistel voor de vleselijke lusten die strijd voeren tegen de ziel. Wij zien daarin dat een geloof dat zonder moraal blijft een zelfbedreiging en een groot gevaar is.

20 april 2024

Bijeenkomst Confraterniteit FSSP op zondag 21 april

De FSSP-confraterniteit komt deze maand bijeen op de derde (in plaats van de tweede) zondag: dus op zondag 21 april.

Iedereen is van harte welkom.

18 april 2024

Sint-Nicolaasacademie op zaterdag 20 april 2024 om 13.00 uur

Op zaterdag 20 april a.s. verzorgt mgr Rob Mutsaerts, hulpbisschop van Den Bosch, een lezing over de humanisering van Europa, naar aanleiding van zijn laatste boek ‘Van waarheid tot woke’, waarin hij de strijd aangaat met de woke-cultuur, omdat die elke objectieve waarheid ontkent, contraire meningen niet tolereert en een coherent leven uitsluit. Bestaat er zoiets als objectieve waarheid? Hoe denken klassieke en moderne filosofen hierover? En wat heeft God hier mee te maken?

Dit is de derde in de reeks voorjaarslezingen met het thema 'Aan de vruchten herkent men de boom'. De toegangsprijs bedraagt € 7,50.

Zie: De website van de academie.

14 april 2024

Vidi Aquam


Latijn

Vidi aquam egredientem de templo,
a latere dextro, alleluia:
et omnes, ad quos pervenit aqua ista,
salvi facti sunt et dicent, alleluia, alleluia.

Confitemini Domino, quoniam bonus:
quoniam in saeculum misericordia ejus.

Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto.
Sicut erat in principio, et nunc, et semper,
et in saecula saeculorum. Amen.
Nederlands

Ik zag water vloeien uit de tempel
aan de rechterzijde, alleluja:
en allen tot tot wie dat water kwam,
zijn gered geworden en zullen zeggen: alleluja, alleluja.

Looft de Heer, want Hij is goed;
want eeuwig duurt Zijn barmhartigheid.

Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Zoals het was in het begin, en nu, en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Tweede zondag na Pasen - Zondag van de Goede Herder

Epistel
1 Petr. 2, 21-25
Veelgeliefden, Christus heeft voor ons geleden en u een voorbeeld nagelaten, opdat gij Zijn voetstappen zoudt volgen. Want zonde heeft Hij nooit bedreven, en er werd geen bedrog gevonden in Zijn mond; en toen Hij gescholden werd, schold Hij niet terug; toen Hij leed, uitte Hij geen bedreiging; maar Hij gaf Zich over aan degene, die Hem onrechtvaardig veroordeelde. Hij heeft onze zonden in Zijn lichaam gedragen tot op het kruishout, opdat wij afgestorven zouden zijn aan de zonde, en voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart als ronddolende schapen, maar nu zijt gij teruggebracht tot de herder en de bewaker van uw zielen.

Evangelie
Joh. 10, 11-16
In die tijd zei Jezus tot de farizeën: Ik ben de goede Herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Maar iemand, die huurling is en geen herder - aan wie de schapen niet toebehoren - hij laat, als hij de wolf ziet aankomen, de schapen in de steek, en gaat op de vlucht. En de wolf rooft en verstrooit de schapen. Een huurling nu neemt de vlucht, omdat hij maar een huurling is, en geen hart heeft voor de schapen. Ik ben de goede Herder, en Ik ken Mijn schapen en Mijn schapen kennen Mij, evenals de Vader Mij kent, en Ik de Vader ken. En Ik geef Mijn leven voor Mijn schapen. Ook nog andere schapen heb Ik, die niet van deze schaapstal zijn; ook die moet Ik er heen voeren, en zij zullen luisteren naar Mijn stem; en zo zal het worden: één Schaapstal en één Herder.

Overweging
Deze zondag wordt terecht de zondag van de goede Herder genoemd. Het beeld uit het Evangelie van de Herder Die Zijn leven geeft voor Zijn schapen wordt nog duidelijker door het Paasfeest dat wij nog maar net gevierd hebben en door de lezing van deze zondag, waarin de heilige Petrus ons aan hetzelfde feit herinnert, namelijk hoe Christus, Die Zelf nooit enige zonde bedreef, onze zonden op Zich nam en Zich heeft overgeleverd aan de kruisdood om ons van onze schuld te bevrijden.

Door de bevrijding die wij door Zijn Verlossingswerk hebben mogen ervaren, heeft Hij ons opnieuw toegang verleend tot de kudde, waarvan Hijzelf Herder en Bewaker is. Het epistel van vandaag stelt ons de waarheid voor ogen dat wij verloren schapen zijn geweest, want Petrus schrijft “gij waart als rondlopende schapen maar nu zijt gij teruggebracht tot de Beheerder en Bewaker van uw zielen”.

In het Evangelie zegt de goede Herder, Jezus: “Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij”. Het is een kostbaar inzicht dat wij slechts kunnen verwerven door Gods genade. Hij is de enige Vriend, de enige Toevlucht, en de Raadsman bij uitstek die de mens heeft. De goede Herder geeft Zijn leven voor Zijn schapen. In het Evangelie is dat een beeld, maar wel een beeld dat ons weer de oude, vertrouwde waarheid voor ogen stelt. Hij heeft voor mij Zijn leven prijsgegeven. Anderen doen dat niet. De huurling slaat op de vlucht als de wolf komt. Hij laat zijn kudde in de steek; de schapen gaan hem niet echt ter harte en omdat hij slechts huurling is en geen herder, laat hij ze door de wolf verscheuren. Met Christus is dat anders. Hij kent Zijn schapen zoals de Vader Hem kent en zoals Hij de Vader kent. Zo diep, zo volledig, zo vol van liefde is het feit dat Hij Zijn leven geeft.

Kon de goede Herder nog duidelijker zeggen dat Hij ons liefheeft? Hij bemint ons tot het uiterste toe. Geen enkele Herder kan het bij Hem halen in hartelijkheid, in diepte, in tederheid en fijngevoeligheid. Hij heeft als Herder alles voor ons over gehad.

9 april 2024

Parochiële ledenadministratie

Wilt u bij verhuizing of wijzigingen in uw gezinssamenstelling ook onze ledenadministratie op de hoogte stellen? Voor een correcte administratie zijn we afhankelijk van de door u verstrekte gegevens. Ook als u nieuw bent in de parochie, of uw voorkeur gaat uit naar de traditionele liturgie, dan beschikken we graag over uw gegevens. U kunt uw opgave (uitsluitend schriftelijk) verstrekken aan de pastorie, of per e-mail (secretaris@agneskerk.org). Op deze website kunt u een formulier downloaden; zie tabblad Inschrijving (nieuw/wijzigen).

Nog een dringend verzoek: wilt u controleren dat uw mailbox niet vol zit? We kunnen u dan namelijk niet bereiken.

8 april 2024

Laat ons nu blij zijn met de Heer

Na de Verrijzenis verschijnt Jezus aan Zijn moeder Maria.

Laat ons nu blij zijn met de Heer, alleluja,
Maria lijdt en weent niet meer, alleluja;
het wrede leed is nu vergaan, alleluja,
haar Zoon, haar Jezus opgestaan, alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

O zoete Moeder van de Heer, alleluja,
gij zijt geen smartenmoeder meer, alleluja;
daar komen al de eng'len aan, alleluja;
o hoort toch, hoe ze juub'len gaan, alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

Ziet, uw verrezen, lieve Zoon, alleluja,
tooit u met eeuw'ge lentekroon, alleluja;
Sint Jan, Sint Pieter stemmen in, alleluja,
met aller zang, o Koningin, alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

Wij leggen onze zonden neer, alleluja,
in 't blijde graf van onze Heer, alleluja;
nu zijn wij rein, nu zijn wij vrij: alleluja.
Zo zingen en herzingen wij: alleluja.
Alleluja, alleluja, alleluja!

8 april: Maria Boodschap, (uitgesteld) hoogfeest

De engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt, en zij heeft ontvangen van de Heilige Geest.
Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar Uw Woord.
Het Woord is vlees geworden, en Het heeft onder ons gewoond.

De Kerk viert op 25 maart, negen maanden vóór Kerstmis, de ontvangenis van Jezus Christus. Deze gebeurtenis valt samen met de verschijning van de aartsengel Gabriël aan de heilige maagd Maria, waarbij de engel haar de Menswording van God aankondigt. 25 maart viel dit jaar in de Goede Week, daarom is het feest verplaatst naar vandaag.

In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met de naam Nazaret, naar een maagd die verloofd was met een man genaamd Jozef, die uit het huis van David stamde; haar naam was Maria. De engel trad bij haar binnen en zei: `Verheug u, begenadigde, de Heer is met u.' Zij raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting te betekenen had. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, Maria, u hebt genade gevonden bij God. U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ ‘Maar hoe moet dat dan?' zei Maria tegen de engel. ‘Ik heb geen omgang met een man.' De engel antwoordde haar: ‘Heilige Geest zal op u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overdekken. Daarom zal het kind heilig genoemd worden, Zoon van God. Bovendien, ook Elisabet, uw verwante, is op haar oude dag zwanger van een zoon; zij werd onvruchtbaar genoemd, maar zij is al in haar zesde maand. Want voor God is niets onmogelijk.' Toen zei Maria: ‘Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt.' Toen ging de engel van haar weg.

Op deze dag vieren wij het begin van onze verlossing, de vervulling van het profetische woord zoals dit in het Evangelie wordt vermeld: 'Zie de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen' (Mt. 1,23), de intrede van Christus in deze wereld: 'Slachtoffers en gaven hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt voor mij een lichaam bereid...Ik ben gekomen, o God, om Uw wil te doen' (Heb. 10,5-7).

De Kerk die - als een van de weinige in deze wereld - opkomt voor het ongeboren menselijk leven, ziet in het feest van Maria Boodschap een getuigenis van de waardigheid van de mens vanaf zijn conceptie tot aan zijn natuurlijke dood. Er wordt immers verkondigd dat de Zoon van God al bij de Annunciatie Zijn intrede in de wereld deed. De Incarnatie begint dus bij Christus' ontvangenis en niet pas bij Zijn geboorte.

In Nazareth wordt Maria Boodschap luisterrijk gevierd in de kerk van de Annunciatie (ook wel Verkondigingsbasiliek genoemd). Dit heiligdom is gebouwd op de fundamenten van kerken uit de Byzantijnse tijd en de kruisvaardersperiode. Op die plaats kreeg Maria de verschijning van Gabriël.

6 april 2024

Looft uwen God, alle tongen en talen



Looft uwen God, alle tongen en talen.
't Ene geslacht moet aan 't ander herhalen:
Christus, de Redder, Die 't won op de dood,
blijft onder ons in de schaduw van brood:
Alleluja, God is groot!
Alleluja, God is groot!

Roemt uw Verlosser! Alom in de landen,
biedt Hij de Vader Zijn Kruisofferande,
't hoogheilig Offer van Lichaam en Bloed,
dat alle schuld van de mensen voldoet.
Alleluja, God is goed!
Alleluja, God is goed!

Nadert uw Heiland en komt voor Hem knielen,
vorsten en volken, gezegende zielen.
Komt, want dit Manna biedt hulp in de nood,
sterkt in de strijd en behoudt in de dood.
Alleluja, God is groot!
Alleluja, God is groot!

Vastenactie 2024



Het project van onze parochie voor de vastenactie van dit jaar is hulp aan christelijke meisjes in Pakistan, die gedwongen worden geïslamiseerd en uitgehuwelijkt. Dit is een project van de internationale hulporganisatie Christian Solidarity International (CSI).


U kunt uw vastenoffer overmaken op bankrekening NL48 ABNA 0589 9700 89 ten name van Parochie H. Jozef onder vermelding van 'vastenoffer 2024'.

4 april 2024

Terra tremuit (Offertorium uit de Mis van Paaszondag) (Eybler)

Van de pastoor: Pasen, hoogtepunt van de heilsgeschiedenis

Beminde gelovigen,

Het hoogtepunt van de heilsgeschiedenis voltrekt zich in de gebeurtenissen van Pasen: lijden, dood en verrijzenis. Door ons leven in de liturgie en met de sacramenten mogen wij hieraan deelnemen, niet alleen als toeschouwer of als iemand die dit alles overdenkt, maar werkelijk deelnemen, doordat wij door de genade van het doopsel ingelijfd zijn in Hem, Die dit alles voltrekt en dat ook doet voor ons, die in Hem mogen zijn.

Laten wij proberen dit grote gebeuren te begrijpen, vooral door het leiden van een werkelijk katholiek leven. Dat betekent dat ons handelen altijd het punt is waarom ons leven draait, een leven dat Hem zoekt, Die dit alles voltrekt. Wij kunnen Hem vinden in de heilige Mis en in de sacramenten. Dan zullen wij ook werkelijk ervaren dat Hij nu reeds, in dit aardse leven, onze verlossing bewerkstelligt. Dat is ook de reden waarom wij op Pasen jubelen, want in Christus is zonde en dood overwonnen en de deur naar het hemels paradijs opengegaan.

Ik wens u van harte een vreugdevol en zalig Paasfeest toe!

Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor

3 april 2024

Informatiebulletin voor de maand april is verschenen

Het Informatiebulletin is het parochieblad van de Jozefparochie dat maandelijks verschijnt. In de editie voor de maand april - in het bijzonder toegewijd aan de heilige Eucharistie - aandacht voor het Paasfeest, de parochiële vastenactie, de aanstaande eremis van Gideon Zoonen FSSP, en het feest van de Moeder van Goede Raad.

Het bulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin april' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.

Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.