Parochie van de heilige Jozef
patroon van de H. Kerk

Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam


20 oktober 2024

Missiezondag: Gebed voor de uitbreiding van het Geloof

O eeuwige God,
Schepper van al wat bestaat,
gedenk dat de zielen der ongelovigen
door U geschapen werden
naar Uw beeld en Uw gelijkenis.
En zie, o God,
hoe te Uwer oneer de hel ermee vervuld wordt.
Vergeet niet dat Jezus, Uw Zoon,
de bitterste dood voor hun zaligheid geleden heeft.
Ik smeek U, o Heer,
gedoog niet langer dat Uw Zoon
door de ongelovigen miskend wordt.
Laat U bedaren door de gebeden Uwer heiligen
en die der heilige Kerk,
de bruid van Uw goddelijke Zoon.
Wees Uw barmhartigheid indachtig.
Vergeet hun afgoderij en hun ongelovigheid
en maak dat zij eindelijk ook Degene mogen kennen,
Die Gij gezonden hebt,
Jezus Christus, onze Heer,
Die ons leven, onze verrijzenis, onze zaligheid is,
door Wie wij verlost en zalig geworden zijn,
en aan Wie alle eer toekomt
in de eeuwen der eeuwen. Amen.

H. Franciscus Xaverius

Tweeëntwintigste zondag na Pinksteren

Geeft aan de keizer, wat van de keizer, en aan God, wat van God is.

Epistel
Phil. 1, 6-11
Broeders, wij hebben het vaste vertrouwen in de Heer Jezus, dat Hij, Die een goed werk in u begonnen is, het ook tot voltooiing zal brengen tot op de dag van Christus Jezus. Het is toch ook alleszins redelijk, dat ik zo over u allen denk; want het blijft mij steeds in de gedachte, dat gij zowel in mijn gevangenschap als bij de verdediging en bevestiging van het Evangelie allen de deelgenoten waart van mijn blijdschap. God immers is mijn getuige, hoezeer ik naar u allen verlang in de liefde van Jezus Christus. En dit is mijn bede: dat uw liefde meer en meer moge toenemen door kennis en volledig begrip, en gij daardoor tot beter inzicht van het goede moogt komen; opdat gij rein en zonder smet moogt zijn tegen de dag van Christus, rijk beladen met vrucht van gerechtigheid door Jezus Christus tot eer en glorie van God.

Evangelie
Mt. 22, 15-21
In die tijd gingen de farizeeën heen en beraadslaagden, hoe zij Jezus met een strikvraag zouden vangen. En zij zonden hun leerlingen op Hem af, samen met de Herodianen, om te vragen: Meester, wij zijn overtuigd, dat Gij oprecht zijt, en de weg Gods naar waarheid leert, en niemand naar de ogen ziet; want Gij kent geen aanzien des persoons. Zeg ons dus: Wat dunkt U: Is het geoorloofd aan de keizer belasting te betalen, of niet? Maar Jezus doorzag hun boos opzet, en zei: Wat tracht gij Mij op de proef te stellen, huichelaars! Laat Mij eens een belastingpenning zien! Zij hielden Hem dan een tienling voor. En Jezus vroeg hun: Van wie is dat beeld en dat opschrift? Zij antwoordden hem: Van de keizer. Toen zei Hij hun: Geeft dan aan de keizer, wat van de keizer, en aan God, wat van God is.

Overweging
Aan God komt alles toe: lichaam, ziel en wil, want van Hem ontvingen wij dat alles, en door Hem wordt het behouden en vermeerderd. Daarom is het passend dat wij alles teruggeven aan Hem, aan Wie wij zowel begin als voortgang verschuldigd zijn. Geef Hem de bron, dan geeft u Hem alles wat uit de bron voortvloeit. Geef Hem de innerlijke citadel van de ziel, schenk Hem uw hart en uw geest. Dat alles komt God toe. Pas dan zijn wij in staat om te begrijpen waarom Jezus in het Evangelie van vandaag op de strikvraag van de herodianen zegt: “Geeft aan de keizer, wat van de keizer is, en aan God, wat van God is.” In feite vraagt Jezus ons alles wat substantieel en wezenlijk is aan God te geven, en het tijdelijke aan de keizer.

Dit antwoord is voldoende, want als wij werkelijk ons binnenste overleveren aan God, dan zal Zijn rijk zich uitbreiden over alle wijken en buitenposten van het leven die aan onze uitwendige activiteiten verbonden zijn, dus over ons doen en over ons spreken. Deze vestiging van Gods heerschappij over al onze daden, het uitvloeien van Zijn rijk naar alle uithoeken van ons bestaan, verloopt bij de ene mens vlugger dan bij de andere. Dit is onder meer afhankelijk van ons temperament. Maar dit proces gaat altijd gepaard met het regelmatig afleggen van de biecht.

In ons innerlijk ligt de toegangspoort van Gods genade. Maar hoe houden wij die poort geopend? Dat doen we eerst en vooral door gebed en door beschouwing van de goddelijke mysteries; door het gesprek dat geen einde neemt, dat een voedzaam zwijgen wordt, geobserveerd voor het aanschijn van de Heer; met andere woorden door de gemeenschap van onze menselijke geest met de Geest Die heiligt.

Aan God komt alles toe, omdat alles wat wij Hem kunnen offeren reeds lang voordat wij het aan Hem offeren van Hem is. En toch verlangt Hij deze offergave. God, Die niets behoeft, vraagt ons Hem Zijn eigen gaven aan te bieden, omdat Hij Zichzelf aan ons wil meedelen, wanneer wij Hem met liefde benaderen. Als wij Hem onze oude mens geven, dan krijgen wij een nieuwe en geheiligde natuur terug die bestemd is om eeuwig in Zijn heerlijkheid voort te leven.

Alles wat wij aan God geven, dat krijgen wij in overvloed terug. Dat begint reeds hier op aarde door het alles overtreffende geloof, en door de vrede die dit geloof ons schenkt als begin van het eeuwig leven.

19 oktober 2024

Hinder in bereikbaarheid Sint-Agneskerk op zondag 20 oktober

Wees gedachtig dat gij de dag des Heren heiligt (derde gebod).

Zondag 20 oktober a.s. vindt de marathon van Amsterdam plaats. Het parcours loopt ook dit jaar weer langs onze kerk over de Amstelveenseweg, en zal een groot deel van het verkeer naar en van de stad ontwrichten. De bereikbaarheid van onze kerk is die dag dan ook lastig.

Met de auto blijft de kerk bereikbaar vanaf de Cornelis Lelylaan en de Overtoom via de A10-West (S106) of vanaf de Aalsmeerweg en de Haarlemmermeerstraat (S107) tot aan het Hoofddorpplein. Vanaf daar is het circa 15 minuten lopen naar de kerk.

Het openbaar vervoer wordt voor een groot deel stilgelegd. Deze dag rijden tot circa 18.00 uur tram 5, 14 en 24 en bus 62 en 65 niet en rijden tram 1, 2, 3, 4, 12, 19 en bus 15, 22, 37, 40 en 41 een aangepaste route.

In verband met de bereikbaarheid van onze kerk wordt de gelezen heilige Mis van 12.45 uur verplaatst naar 18.00 uur.

18 oktober 2024

Sint-Nicolaasacademie op zaterdag 19 oktober 2024 om 13.00 uur

De tweede spreker in de reeks najaarslezingen is Pieter Zimmermann, priester-directeur van Radio Maria Nederland. Hij zal op zaterdag 19 oktober spreken over het wonder en de geheimen van Fatima, waar de heilige maagd Maria in 1917 verscheen aan drie herderskinderen.

De toegangsprijs voor de lezing bedraagt € 7,50. (Let op: er is een nieuw bankrekeningnummer voor de betaling van de toegang!)

Zie: De website van de academie.

17 oktober 2024

17 oktober: Heilige Margareta-Maria Alacoque, maagd

Margareta-Maria wordt op 22 juli 1647 geboren in Paray-le-Monial in Frankrijk, als dochter van een rechter en notaris. Wanneer ze acht jaar oud is, sterft haar vader. Margareta gaat naar de kostschool bij de zusters Clarissen. Op 25-jarige leeftijd treedt zij in bij de congregatie van de Visitandinnen. Tijdens haar kloosterleven verschijnt Jezus aan haar.

Op 27 juni 1673 verschijnt Jezus haar met de opdracht iedere eerste vrijdag van de maand te vieren met de heilige communie en een uur waken om deel te nemen aan de gedachtenis van Zijn lijden. Vaak laat Hij Zijn heilig Hart, Maria en andere heiligen aan Margareta zien. Op 16 juni 1675 verschijnt Jezus haar weer als het heilig Hart. Hij vertelt haar: "Ik wil dat de vrijdag, acht dagen na het feest van het heilig Sacrament een feest wordt ter ere van Mijn heilig Hart". Op die dag zullen de mensen ter communie gaan en bidden voor de zonden en de oneerbiedigheid van veel mensen. Jezus belooft aan Margaretha, dat iedereen die het heilig Hart zal vereren, van God bijzondere genaden zal ontvangen.

Zo is langzamerhand het feest van het heilig Hart ontstaan. Steeds vaker krijgt Margareta verschijningen, waardoor haar medezusters haar begonnen te mijden.

In het jaar 1686 wordt er voor de eerste keer het feest van het heilig Hart gevierd. De rest van haar leven heeft Margareta alleen maar gewerkt aan het bevorderen van de eerbied voor het heilig Hart. Ze heeft daar soms veel voor moeten lijden, maar dat heeft ze geduldig verdragen.

Haar biechtvader, de heilige pater Claude de la Colombière S.J., steunde haar in de verbreiding van de godsvrucht tot het heilig Hart van Jezus. In de loop der eeuwen hebben de jezuïeten de verering van Jezus' heilig Hart altijd hoog in het vaandel gehad. In 1765 is deze verering officieel goedgekeurd en algemeen verbreid en door de pausen in het bijzonder aanbevolen.

Op 16 oktober van het jaar 1690 is Margareta-Maria gestorven. Zij heeft veel brieven nagelaten. In 1920 wordt ze door paus Benedictus XV heilig verklaard en in 1929 heeft paus Pius XI het feest van het heilig Hart officieel uitgeroepen tot feest voor de gehele Kerk.

15 oktober 2024

15 oktober: Heilige Teresia, maagd en kerklerares

Teresia werd geboren op 28 maart 1515 in de Spaanse vestingstad Avila. Haar volledige naam was Teresa Sanchez Cepeda Davila y Ahumada. Ze was een zeer begaafd kind met een vurig geloof. Zo wilde ze naar Noord-Afrika om daar als martelaar te sterven. Op 18-jarige leeftijd trad ze in de Orde van O.L. Vrouw van de Karmel in het klooster van de Menswording in Avila.

Na een mystieke ervaring van het Lijden van Christus stichtte ze ondanks veel tegenwerking in 1562 het Sint-Jozefklooster te Avila. Daar begon de hervorming van de Karmelorde. Doel van de hervorming was de ontwikkeling van een spiritualiteit die zij de Weg van de Volmaaktheid noemde.

Vanaf 1567 breidde de nieuwe beweging zich zeer snel uit, ook dankzij Teresia's geestverwant Johannes van het Kruis. Deze mysticus hervormde de karmelietenkloosters. Teresia had een druk leven van afmattende reizen van het ene klooster naar het andere. Tussendoor bad ze vaak in eenzaamheid. Ze zocht God in het binnenste van haar hart. Hierover schreef ze in opdracht van haar biechtvaders het indrukwekkende boek 'Castillio interior' (‘De innerlijke burcht’). Daarin vergeleek ze de ziel met een kasteel. In het centrale vertrek woont God, maar de duivel houdt de mens in de buitenste vertrekken. Alleen de zuivere ziel kan met God contact maken. In haar autobiografie spreekt Teresia van een mystieke doorboring van haar ziel. Daarbij bracht de liefde van God haar in extase.

Teresia overleed te Alba de Tormes op 4 oktober 1582, de laatste dag van de Juliaanse kalender. De volgende dag was het de 15e oktober van de Gregoriaanse kalender, vandaar dat op die dag haar gedachtenis wordt gevierd.

Paus Gregorius XV verklaarde Teresia heilig in 1622 samen met Ignatius van Loyola, Franciscus Xaverius, Isidorus en Philippus Neri. In 1617 riep het Spaanse parlement haar uit tot Patrones van Spanje. Paus Paulus VI verleende haar in 1970 de titel van Kerklerares.

In Alba de Tormes worden haar hart en rechterarm bewaard en vereerd. Teresia is patrones van Spanje, tegen lichamelijke ziekten en hoofdpijn, van kantmakers en -werkers, van religieuzen, van zieken en van mensen die vanwege hun vroomheid belachelijk worden gemaakt.

13 oktober 2024

Rozenkransmaand: Ave Maria (Gomez)

Eenentwintigste zondag na Pinksteren

Epistel
Ef. 6, 10-17
Broeders: Zoekt uw sterkte in de Heer en in Zijn alvermogende kracht. Trek de wapenrusting Gods aan, om stand te kunnen houden tegen de listige aanvallen van de duivel. Want onze strijd gaat niet tegen vlees en bloed, maar tegen de vorsten en machten en wereldbeheersers der duisternis, tegen de boze geesten in de lucht. Grijpt daarom naar de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden op de kwade dag, en in volle uitrusting pal te staan. Houdt u dus gereed, de lendenen omgord met de waarheid, gestoken in het pantser van gerechtigheid, en de voeten geschoeid met bereidwilligheid voor het evangelie des vredes; blijft in alle omstandigheden vasthouden het schild des geloofs, waarmede gij alle gloeiende pijlen van de boze vijand kunt doven; neemt daarbij de helm van het heil en het zwaard van de Geest, dat is het Woord Gods.

Evangelie
Mt. 18, 23-35
In die tijd hield Jezus Zijn leerlingen deze gelijkenis voor: het rijk der hemelen gelijkt op een koning, die afrekening wilde houden met zijn dienaren. En toen hij met afrekenen was begonnen, werd er iemand voor hem gebracht, die hem tienduizend talenten schuldig was. Daar hij echter niets had om te betalen, gaf zijn heer bevel hem te verkopen met zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had, en zo de schuld te voldoen. Maar de dienaar viel voor hem neer, en smeekte: Heb geduld met mij, en ik zal u alles betalen! Toen kreeg de heer medelijden met zijn dienaar, liet hem weer vrij, en schold hem de schuld kwijt. Maar toen deze dienaar wegging, trof hij een van zijn mededienaren, die hem honderd tienlingen schuldig was; en hij greep hem bij de keel, en zeide; Betaal wat gij schuldig zijt! En zijn mededienaar viel neer en smeekte hem: Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen! Doch de ander wilde dat niet; maar hij ging heen, en liet hem in de gevangenis werpen tot hij zijn schuld zou betaald hebben. Toen nu zijn mededienaren dat zagen gebeuren, werden zij zeer bedroefd; en zij gingen naar hun heer en deelden hem alles mede, wat er voorgevallen was. Toen liet zijn heer hem roepen, en sprak tot hem: Slechte knecht! Heel uw schuld heb ik u kwijtgescholden, omdat gij het mij gevraagd hebt; moest gij dan ook geen medelijden hebben met uw medeknecht, zoals ik medelijden heb gehad met u? En in toorn ontstoken leverde zijn heer hem over aan de beulen, totdat hij geheel zijn schuld zou betaald hebben. Zo zal ook Mijn hemelse Vader doen met u, als gij allen niet van harte vergiffenis schenkt aan uw broeder.

Overweging
Elke dag bidden wij in het gebed dat Christus Zelf ons leerde, om vergeving van onze schuld. Elke dag vragen wij dus onze hemelse Vader hetzelfde: dat Hij ons onze zonden vergeef. Onze slechte gedachten, kwade gesprekken of daden, ons nalatig omgaan met Zijn genade en gaven. Maar zijn wij ons er eigenlijk van bewust dat wij elke dag ook ontelbare mogelijkheden hebben om hetzelfde te doen jegens onze naasten? “En vergeef ons onze schuld zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.” Het Evangelie van deze zondag stelt ons zeer duidelijk voor ogen in welk verband wij dit gebed moeten zien.

Een koning houdt afrekening met zijn dienaren. Zij komen hem verslag brengen van hun handelingen. Spoedig wordt er een binnengebracht (hij had zelf weg willen blijven, maar hij wordt gedwongen te verschijnen) die veel schulden had gemaakt. Dat was zo een enorm bedrag dat hij met zijn gehele privé-bezit het nooit zou kunnen vergoeden. Hij had door onverantwoorde uitgaven, door allerlei geknoei, het geld van de koning verkwist. Nu het uur om te betalen daar is heeft hij niets. De conclusie is volgens het gebruik van die tijd voor de hand liggend: hijzelf wordt als slaaf verkocht, zijn vrouw en kinderen ondergaan eenzelfde lot en zijn inboedel wordt onder de hamer gebracht. Maar dan gebeurt er iets heel onverwachts. De koning is grootmoedig. Hij heeft medelijden en scheldt de dienaar de gehele schuld kwijt.

De dienaar heeft de goedheid van zijn koning ervaren, maar hij had zelf geen medelijden met een van zijn mededienaars. Door zijn gebrek aan medelijden werd hij uiteindelijk bestraft. Wat heeft dat alles met ons te maken? De les staat aan het einde van het Evangelieverhaal: “Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als gij allen niet uw broeder van harte vergeeft.” Wij allen staan tegenover God in de verhouding van de dienaar tegenover zijn koning. Het is beslist fout om te denken, dat Christus met de persoon van de dienaar die zijn koning tienduizend talenten schuldig was alleen de grote zondaars heeft bedoeld.

God is oneindig goed. Hij is waarlijk goddelijk goed. Doch wij zijn daarvan niet voldoende overtuigd: dit leeft niet in ons. Een van de oorzaken hiervan is dat wij onze schuld tegenover God niet voldoende beseffen. Het beeld in de parabel is aangrijpend genoeg, maar de werkelijkheid is oneindig erger. Geen menselijke verhouding kan dat uitdrukken. Als wij ons van geen zware zonden bewust zijn, menen wij dat onze schuld tegenover God niet groot is. Dagelijkse zonden zijn niet zo erg, menen wij. Bovendien komen ze zo vaak voor dat wij ze niet meer merken. Maar de grootte van een belediging wordt allereerst afgemeten naar de waardigheid van degene, die ze wordt toegevoegd.

God is de oneindige Majesteit; onze zonden zijn een onmetelijke belediging van deze goddelijke Majesteit. En elke dag beledigen wij Hem wederom. Wij zouden nooit onze onbegrijpelijk grote schuld kunnen betalen. En deze wordt ons ineens kwijtgescholden. De schuld van Adam, de schuld van al mijn persoonlijke zonden, al mijn genadeverkwisting, het schuldig missen van mijn prachtige kansen – dat alles wordt ineens kwijtgescholden. God, de Liefde Zelf, heeft Zich in Jezus Christus neergebogen over onze ellende. De Vader in de hemel wordt niet moe ons te vergeven om het dierbaar bloed van Zijn Zoon. Telkens opnieuw als wij Hem met een oprecht hart om vergiffenis vragen, vergeeft Hij de schuld, hoe groot zij ook moge zijn.

Elke mens is zoals deze dienaar. Wij zijn tegelijkertijd schuldenaars tegenover God en schuldeisers tegenover de medemens. Willen wij Gods barmhartigheid ervaren, dan moeten wij zelf bereid zijn om te vergeven. In het groot en in het klein (dat komt dagelijks voor). Er zal eens een rechtvaardige vergelding komen. En deze verloopt volgens onze eigen maatstaf. God zal met ons omgaan zoals wij met anderen omgaan. En vergeef ons onze schuld zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.

12 oktober 2024

FSSP-bezinningsweekend over de Heilige Geest in klooster Helfta

Van 22 tot 24 november vindt in het cisterciënzerinnenklooster Helfta in Eisleben (Duitsland) een bezinningsweekend plaats onder leiding van pater Gregor Pal FSSP. Het thema is ‘Die sieben Gaben des Hl. Geistes – ihre Bedeutung für meinen Alltag’.

Meer informatie kunt u verkrijgen bij Marco Severiens per e-mail: marco@marcoseveriens.nl.

11 oktober 2024

11 oktober: Moederschap van de heilige maagd Maria, feest

Salve Mater Misericordiae



Refrein:
Salve Mater misericordiae,
Mater Dei et Mater veniae,
Mater spei et Mater gratiae,
Mater plena Sanctae Letitiae, O Maria!


Salve decus humani generis.
Salve Virgo dignior ceteris,
quae virgines omnes transgrederis
et altius sedes in superis. O Maria!

Salve felix Virgo puerpera:
Nam qui sedet in Patris dextera,
Caelum regens, terram et aethera,
Intra tua se clasit viscera. O Maria!

Esto, Mater, nostrum solatium:
Nostrum esto, tu Virgo, guadium,
et nos tandem post hoc exsilium,
Laetos juge choris caelestium. O Maria!