Aan gelovigen die op vrijdagen in de Vasten na de communie dit gebed bidden voor een afbeelding van de gekruisigde Christus wordt - onder de gebruikelijke voorwaarden - een volle aflaat verleend. Op andere dagen van het jaar kan men een gedeeltelijke aflaat verkrijgen.
Latijn
En ego, o bone et dulcissime Iesu, ante conspectum tuum genibus me provolvo, ac maximo animi ardore te oro atque obtestor, ut meum in cor vividos fidei, spei et caritatis sensus, atque veram peccatorum meorum paenitentiam, eaque emendandi firmissimam voluntatem velis imprimere; dum magno animi affectu et dolore tua quinque vulnera mecum ipse considero ac mente contemplor, illud prae oculis habens, quod iam in ore ponebat tuo David propheta de te, o bone Iesu: Foderunt manus meas et pedes meos: dinumeraverunt omnia ossa mea. Amen.
Nederlands
O goede en allerzoetste Jezus, zie ik werp mij in Uw tegenwoordigheid op de knieën en ik bid en smeek U met al de vurigheid van mijn ziel dat Gij U gewaardigt in mijn hart te drukken levendige gevoelens van geloof, hoop en liefde, een oprecht berouw over mijn zonden en de vaste wil mij te beteren, terwijl ik in mijzelf met grote aandoening en droefheid Uw vijf Wonden overweeg en in de geest beschouw, voor ogen hebbende hetgeen de profeet David U reeds deed voorzeggen van Uzelf, o goede Jezus: Zij hebben Mijn handen en Mijn voeten doorboord, zij hebben al Mijn beenderen geteld.
Onze Vader...
Wees gegroet...
Eer aan de...
23 maart 2023
Gebed tot de gekruisigde Jezus
Kruiswegoefening op vrijdag
Wij aanbidden U, Christus, en loven U,
omdat Gij door Uw heilig Kruis de wereld hebt verlost.
Morgen - en op alle vrijdagen in de Vasten - wordt rond 11.45 uur (aansluitend op de heilige Mis) in onze kerk de kruisweg gebeden.
Daarna is er een korte kruisverering.
21 maart 2023
20 maart 2023
Needrig stille timmerman
Needrig stille timmerman, zo klein in 's wereld ogen,
Jozef, wie mocht ooit als gij op heil'ge schatten bogen?
In uw kleine woning bezat gij 's hemels Koning,
was uw gezellin de Eng'len-Koningin!
Neen! Geen kranke mensentaal, noch stem van hemelingen,
kon, o Jozef, schoon genoeg uw zaligheid bezingen.
Als gij, liefdedronken, in hoogste vreugd verzonken,
dan de zoete Maagd, dan wéér 't Kind bezaagt.
Wil, o Jozef, aan uw Bruid en aan heur Zone vragen,
dat wij, door ootmoedigheid, aan Hem en haar behagen!
Hoor ons kinderbede. Bekom ons reinheid, vrede,
liefde, vrome deugd... en des hemels vreugd.
20 maart: Heilige Jozef, bruidegom van de heilige maagd Maria, belijder, patroon van de Kerk en van onze parochie, hoogfeest
Van de heilige Jozef is niet veel bekend. Slechts uit de periode dat hij verloofd was met de heilige maagd Maria en toen Jezus kind was komen wij de naam van Jozef tegen. Hij was een toegewijd echtgenoot en een liefdevolle vader.
Zijn eerste feestdag viert hij samen met Jezus en Maria (feest van de Heilige Familie). Juist door zijn eenvoud en liefdevolle zorg heeft hij in de loop der tijden veel verering gekregen bij de gelovigen, die in hem een voorbeeld zagen van oprechte naastenliefde.
In de 15e eeuw komt zijn verering op gang. Hij werd vooral bewonderd door de heilige Birgitta van Zweden en de heilige Bernardus van Siena. Zijn feestdag werd in het jaar 1621 definitief op 19 maart voorgeschreven. (Dit jaar valt 19 maart op zondag; de zondagen van de Vasten hebben voorrang op alle andere feesten, daardoor vieren we het feest van Sint Jozef dit jaar op maandag 20 maart.) Paus Pius IX verhief Sint Jozef in 1870 tot patroon van de gehele Kerk. Paus Johannes XXIII heeft de naam van Jozef opgenomen in de Canon van de heilige Mis.
Sint Jozef is patroon van de stervenden en van een zalige dood, want bij zijn sterven waren Jezus en Maria aanwezig. Verder is hij patroon van echtparen, kinderen, christelijke gezinnen, jeugd, wezen, kuisheid, arbeiders, houthakkers, timmerlui, meubelmakers, ingenieurs, begrafenisondernemers, opvoeders, uitgestotenen en reizigers, en patroon bij oogaandoeningen en hopeloze zaken. Hij is tevens patroon tegen bekoringen en woningnood.
19 maart 2023
Vierde zondag van de Vasten - Zondag Laetare
![]() |
Zondag Laetare: Een glimp van vreugde te midden van de droefheid. |
Epistel
Gal. 4, 22-31
Broeders, er staat geschreven, dat Abraham twee zonen had: één bij zijn slavin, en één bij zij vrijgeboren vrouw. Maar die van de slavin werd geboren op gewoon-natuurlijke wijze; die van de vrije vrouw echter krachtens de belofte. Deze dingen hebben een diepere zin. Het zijn twee verbonden. Het ene is van de berg Sinai; het brengt slavenkinderen voort. En dat is Agar; want de berg Sinai is gelegen in Arabië. En deze houdt verband met het Jeruzalem van thans, dat immers met haar kinderen verkeert in slavernij. Maar het andere, het Jeruzalem van boven, is vrij; en dat is de moeder van ons. Er staat immers geschreven: "Verblijd u, gij onvruchtbare, die geen kinderen voortbrengt; breek uit in gejubel, gij, die geen moedersmart kent; want de kinderen van de vrouw die verlaten staat, zijn talrijker dan die van haar, die de man bij zich heeft." En wij, broeders, wij zijn – evenals Isaac – kinderen van belofte. Maar zoals destijds de zoon, die naar het vlees geboren was, de ander vervolgde, die was geboren naar de geest, zo geschiedt het ook nu. Maar wat zegt de Schrift? "Jaag de slavin met haar zoon weg; want de zoon van de slavin zal niet meeërven met de zoon van de vrije vrouw." Derhalve, broeders, wij zijn geen slavenkinderen, maar kinderen van de vrije vrouw. En deze vrijheid heeft Christus ons bewerkt.
Evangelie
Joh. 6, 1-15
In die tijd begaf Jezus Zich naar de overzijde van het meer van Galilea of Tiberias. En een grote menigte volgde Hem, omdat zij de wonderen zagen, die Hij aan de zieken verrichtte. Dan besteeg Jezus het gebergte en zette Zich daar neer met Zijn leerlingen. Het was kort vóór Pasen, het grote feest van de joden. Toen Jezus de ogen opsloeg en zag, dat er zeer veel volk tot Hem kwam, zei Hij tot Philippus : Wáár zullen wij brood kopen, opdat zij wat te eten hebben? Hij zei dit echter, om hem op de proef te stellen, want Hij voor Zich wist wel, wat Hij zou doen. Philippus gaf Hem ten antwoord: Voor tweehonderd tienlingen brood is nog niet genoeg voor hen, om voor ieder ook maar een weinig te kunnen krijgen! Toen zei Hem een van Zijn leerlingen, Andreas, de broeder van Simon Petrus: Hier is een jongen, die vijf gerstebroden heeft en twee vissen; maar wat betekent dat voor zovelen! Jezus zei: Laat de mensen gaan zitten. – Er was namelijk veel gras daar ter plaatse – Zij zetten zich dan neder, de mannen ongeveer vijfduizend in getal. Toen nam Jezus de broden, sprak een dankgebed en deelde er van uit aan hen, die daar gezeten waren; eveneens ook van de vissen, zoveel als ieder wenste. En toen zij verzadigd waren, zei Hij tot Zijn leerlingen: Verzamelt de overgebleven brokken, opdat ze niet verloren gaan! Zij verzamelden ze dan, en vulden twaalf korven met brokken, die er van de vijf gerstebroden waren overgebleven, nadat zij gegeten hadden. Toen nu die mensen het wonder zagen, dat Jezus verricht had, zeiden zij: Deze is werkelijk de Profeet, die in de wereld moet komen! Maar Jezus begreep, dat zij zouden komen, om Hem mee te nemen en koning te maken; daarom trok Hij Zich weer terug in het gebergte. Hij alleen.
Overweging
![]() |
Verheug u, Jeruzalem! |
Wij zijn kinderen van de vrijheid, de vrijheid die Christus ons gaf in Zijn genade. Door de Kerk zijn wij vrij van de dood van de zonde. Verheug u, Jeruzalem, zo begint de intrede van de Mis van vandaag. Dit verheugen vindt zijn volle werkelijkheid in de Kerk, het nieuwe Jeruzalem.
De heilige apostel Paulus beschrijft in zijn epistel onze vrijheid als volgt: wij zijn immers geboren uit het geestelijk Jeruzalem, dat is de heilige Kerk, die geen slavin maar de vrije bruid van Jezus Christus is. Laat ons nooit door de zonden slaven van de duivel en van onze driften zijn, anders zouden ook wij, zoals de zoon van Abrahams slavin, verstoten worden en onwaardig verklaard om mede-erfgenaam te zijn van Jezus Christus.
Abraham had twee zonen, een van de slavin Agar en een van Sara, de vrije vrouw. De zoon van de slavin werd naar het vlees geboren, die van de vrije vrouw echter werd geboren uit de kracht van de belofte, die God aan Abraham had gedaan. Dit alles heeft een diepe zinnebeeldende betekenis: het verbeeldt de twee testamenten. Het eerste of oude verbond, dat op de berg Sinaï werd aangegaan, baart tot dienstbaarheid en wordt door de slavin Agar voorgesteld, want de Sinaï is een berg in Arabië die met het aardse Jeruzalem overeenkomt, het aardse Jeruzalem dat de mensheid niet zelf uit de zonde kon verlossen. Maar het hemels Jeruzalem van hierboven is vrij en dit is onze Moeder, de Kerk, het nieuwe verbond, waardoor wij gered zullen worden.
“Verblijd u, onvruchtbare, die niet baart; jubel in vreugde, gij die niet ter wereld brengt, want de eenzame heeft vele kinderen.” Wij zijn kinderen van de belofte, zoals Isaac, want wij zijn naar Gods belofte uit de vrije wettige bruid, de heilige Kerk, geboren. Wij zijn dus geen kinderen van een slavin, maar van de vrije vrouw, krachtens de vrijheid waarmee Christus ons heeft vrijgemaakt.
Het hoofdthema dat de apostel Paulus vandaag schildert is de vrijheid van Christus en de vrijheid in Christus. Niet altijd zijn wij ons de vrijheid bewust, die ons gegeven werd juist door de diepe verbondenheid met de Zoon van God. Hij heeft ons immers van de zonde vrijgemaakt, Hij heeft het ons mogelijk gemaakt naar God op te zien, niet als slaven en knechten, maar als hoopvolle kinderen.
Zouden wij dan niet reeds uit dankbaarheid hiervoor moeten leven in de vrijheid die bestaat in het loslaten van zonden? Zouden wij niet moeten leven in het bewustzijn van de goedheid van de Vader en van de eeuwige eindbestemming die ons wacht? Beseffen wij wel hoe de liefde van Jezus Christus ons als het ware achtervolgt? Denk eens aan hoe vaak Hij u heeft vergeven. Deze vergeving heeft Hij trouwens voor ons verdiend door Zijn bitter lijden en door Zijn gehoorzaamheid aan de Vader, tot in de dood, de dood op het Kruishout. Door het lijden toonde Hij ons Zijn liefde.
Er zijn genoeg redenen tot vreugde, want de goddelijke liefde is volkomen. Verheugen wij ons daarover, maar laten wij tegelijkertijd deze goddelijke goedheid niet misbruiken door te leven in zorgeloze middelmatigheid, want wij zijn geroepen tot volkomenheid.
17 maart 2023
17 maart: Heilige Gertrudis, maagd (gedachtenis)
Gertrudis van Nijvel (626-659) was een dochter van (zalige) Pepijn van Landen, en (heilige) Ida van Nijvel. Haar zuster is de heilige Begga; haar broer is Grimoald.
Gertrudis genoot een zeer godvruchtige opvoeding. Reeds als jong meisje was ze van plan haar maagdelijkheid in dienst van God te stellen. Op een feest bij koning Dagobert vroeg een prins haar ten huwelijk, maar zij weigerde met de woorden: "Ik heb als bruidegom gekozen de Eeuwige Schoonheid die de oorsprong is van de schoonheid van alle schepselen. Hij Die oneindig veel rijkdommen bezit en door de engelen wordt aanbeden."
Op het moment dat haar vader stierf was Gertrudis ongeveer twintig jaar oud. Op aanraden van de heilige bisschop Amandus van Maastricht stichtte haar moeder Ida een dubbelklooster op een landgoed in Nijvel (België): een voor mannen en een voor vrouwen. Ida benoemde haar dochter tot eerste abdis en plaatste zichzelf als eenvoudige zuster onder haar leiding. Gertrudis (ook wel Geertruida genoemd) was een goede abdis. Ze bad veel en bracht dagen vastend door. Ook studeerde ze veel in de Heilige Schrift en liet daartoe boeken uit Rome komen. Overigens leefde zij in de grootste armoede en gaf alles wat ze had aan de armen, weduwen en wezen. Bovendien stelde zij alles in het werk om haar zusters bij te scholen. Zij liet haar zusters onderrichten in bijbelkennis, liturgie en schone kunsten. Op haar kosten werden overal in de buurt nieuwe kapellen, kerken, scholen en gasthuizen gebouwd. Toen ze op 33-jarige leeftijd stierf was ze volkomen uitgeput. Bij de dood van haar moeder, zes jaar eerder, had zij de leiding van het mannenklooster overgedragen aan monniken. Tot haar opvolgster over het vrouwenklooster stelde zij haar nicht Wolftrude aan.
Bij de voorbereiding op haar dood bleef zij streng vasten; ze droeg altijd een stug boetekleed waarin ze ook begraven wilde worden. Een dag voor haar sterven kondigde haar raadsman aan dat ze de volgende dag door de engelen Gods voor Diens troon gebracht zou worden. Stralend van geluk bracht ze de hele nacht biddend en zingend door, en stierf toen.
Een legende vertelt dat de heilige eens tijdens het spinnen in slaap was gevallen, waarna ratten en muizen haar spinrokken in hun hol hadden gesleept. Een andere legende vertelt hoe Gertrudis tijdens het spinnen werd gesard door de duivel in de gedaante van een muis. Niettemin wist de heilige haar geduld te bewaren. In weer een andere legende wordt verhaald hoe de heilige, moe van het spinnen, op zeker ogenblik in slaap was gevallen. De duivel zond daarop ratten en muizen die haar spinrokken in de war maakten. Gertrudis, eenmaal ontwaakt, zou echter deze dieren hebben verjaagd. Dergelijke verhalen kenden reeds aan het begin van de 15e eeuw een wijde verspreiding in West-Europa. Gertrudis werd de beschermster tegen ratten en muizen die het gewas en de oogst schade konden berokkenen, en om dezelfde reden ook patrones van de hoveniers. Een en ander hield ook verband met het begin van de lente, omstreeks haar feestdag op 17 maart: het moment waarop het werk in huis (zoals het spinnen) eindigde en het werk op het veld begon. Het was ook het moment waarop de veldmuizen weer tevoorschijn kwamen, met alle gevolgen van dien voor de bevolking die leefde van de landbouw.
Met bisschop Amandus heeft zij de kerk gesticht te Oeverberg aan de Maas. Zo werd de stad Geertruidenberg naar haar vernoemd: Berg van Geertruid (Mons sanctae Gertrudis).
De Utrechtse Geertekerk is naar haar vernoemd. Na de Reformatie kwam deze kerk in handen van protestanten en verhuisde de Rooms-katholieke Geerteparochie naar een aan Sint Gertrudis gewijde schuilkerk. In 1723 ging deze parochie over naar de oud-katholieke kerk. In 1934 bouwden de rooms-katholieken een Sint-Gertrudiskerk in de Utrechtse Rivierenwijk. Deze is inmiddels gesloten. Enkele attributen uit deze kerk zijn overgebracht naar onze kerk.
Gertrudis is de beschermheilige van de ziekenhuizen; patrones van de armen en weduwen, van herbergiers, pelgrims, reizigers en weggebruikers, van tuin- en veldvruchten. Verder wordt ze aangeroepen tegen muizen- en rattenplagen. Ze wordt afgebeeld als benedictines of abdis met kruis, kelk, muizen of spinnen. Een van de verschillende weerspreuken over de heilige Gertrudis luidt: "Op Sint Geertrui slecht weer, zes weken valt de regen neer".
16 maart 2023
16 maart: Verjaardag van de wijding (1932) van ons kerkgebouw, hoogfeest
Ontzagwekkend is deze plaats: dit is het huis van God en de poort van de hemel; haar naam is: woning van God. Hoe lieflijk zijn Uw woontenten, o Heer der heerscharen; mijn ziel smacht van verlangen naar de voorhoven des Heren.
(Uit: de Introitus van de Mis op de verjaardag van de kerkwijding)
Elk katholiek kerkgebouw is een heiligdom van de ware God, een bidplaats, waarin Hij bij voorkeur de gebeden van priesters en gelovigen verhoort. Daarom moet dit huis, dit beeld van de hemelse woning, ook schoon zijn en boven alle andere uitsteken. Koning David dankte de Heer vol blijdschap, omdat het volk zo bereidwillig was geweest om bij te dragen aan het bouwen van de tempel in Jeruzalem. Mogen ook wij weer iets voelen van de geestdrift waarmee in vrome middeleeuwen de kerkelijke kunst beoefend en gesteund werd. Mogen alle katholieken vooral begrijpen dat zij, naast het privé-gebed in hun binnenkamer, verplicht zijn tot het gemeenschappelijk gebed, het sociaal gebed in het aan God gewijde huis, waar God wil zijn te midden van Zijn volk en waar Hij altijd bereid is om de schatkamers van Zijn genade te openen.
In 1919 werd de Sint-Agnesparochie gesticht. De eerste fase van de bouw van de nieuwe parochiekerk, in de jaren 1920 en 1921, betrof het schip en de zijbeuken. Aan de oostzijde werd het geheel afgesloten door een noodmuur. De inwijding van dit eerste deel van ons kerkgebouw vond plaats op 24 oktober 1921. In de tweede fase (1930-1932) van de bouw kwamen het dwarsschip, het priesterkoor, de pastorie en de klokkentoren gereed. De wijding van de Sint-Agneskerk vond plaats op 16 maart 1932 - dat is vandaag 91 jaar geleden - door mgr J.D.J. Aengenent, bisschop van Haarlem.
In 1940 werd nog een nieuwe uitgang aan de Cornelis Krusemanstraat gerealiseerd.
15 maart 2023
Woensdag na 12 maart: Heilig Mirakel van Amsterdam (gedachtenis)
Op 15 maart 1345 lag een man in een huis aan de Kalverstraat ziek op bed en vreesde te sterven. Hij liet een priester roepen om hem te bedienen en van het heilig Sacrament te voorzien. Na het nuttigen van de hostie kreeg de zieke braakneigingen en moest tenslotte overgeven. Uit eerbied - want in zijn braaksel zouden immers nog resten van het heilig Sacrament aanwezig kunnen zijn - werd zijn braaksel in het brandende haardvuur geworpen. Na verloop van tijd bleek dat hij niet alleen de hostie onbeschadigd had uitgebraakt, maar dat het vuur bovendien het heilig Sacrament niet had aangetast.
De hostie werd door de priester van de Oude of Sint-Nicolaaskerk bij het huis van de zieke opgehaald en naar de kerk gebracht, maar keerde de volgende dag vanuit de kerk op wonderbaarlijke wijze in het huis van de man terug. Het was een nieuw mirakel dat zich daarna nog twee maal herhaalde.
De priester begreep dat het klaarblijkelijk Gods bedoeling was om de plaats waar het Mirakel had plaatsgevonden openbaar te maken. Daarop bracht hij de hostie in een grootse processie van het huis van de zieke naar de Oude Kerk terug. Deze processie werd later feestelijk herhaald.
Amsterdam werd een populair pelgrims- of bedevaartsoord. Langs de Heiligeweg stroomden de bezoekers toe naar de Heilige Stede, om in de stad van het Mirakel verlichting te vragen bij ziekte en ander onheil. Een van de belangrijkste pelgrims was Maximiliaan van Oostenrijk, koning in Duitsland. Uit dank voor zijn genezing zou hij Amsterdam in 1489 het recht hebben verleend om de koningskroon op te nemen in het stadwapen. Toen Maximiliaan negentien jaar later tot Duits keizer werd gekozen, veranderde dat in de keizerskroon. Deze bekroont nog altijd de toren van de Westerkerk.
In 1578 zou de kapel in bezit genomen worden door de protestanten. Processies vonden niet meer plaats. Maar vanaf 1887 werd de traditie weer hervat; nu als een zwijgende processie, zonder kerkelijke versiering en gelopen in de nacht, want de katholieken wilden het Mirakel toch eerbied betonen en processies waren in die tijd verboden. Zo onstond de Stille Omgang die tot op de dag van vandaag jaarlijks wordt gelopen.