Parochie van de heilige Jozef
patroon van de H. Kerk

Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam

22 april 2025

Noveen tot de goddelijke Barmhartigheid, dag 5

“Breng vandaag de zielen van de afgescheiden broeders bij Mij en dompel hen in de oceaan van Mijn barmhartigheid. Tijdens Mijn bitter lijden verscheurden zij Mijn Lichaam en Mijn Hart. Dat is Mijn Kerk. Wanneer zij terugkeren tot eenheid met de Kerk genezen Mijn wonden en zo verlichten zij Mijn lijden.”

Allerbarmhartigste Jezus, U Die de goedheid Zelf bent, U weigert het licht niet aan hen die het bij U zoeken. Ontvang de zielen van onze afgescheiden broeders in de schuilplaats van Uw allermededogendst Hart. Trek hen door Uw licht tot de eenheid van de Kerk en laat hen niet ontsnappen uit de schuilplaats van Uw allermededogendst Hart, maar maak dat ook zij de edelmoedigheid van Uw barmhartigheid zullen prijzen.

Zelfs voor hen die het gewaad van Uw eenheid hebben verscheurd
vloeit de bron van barmhartigheid uit Uw Hart.
De almacht van Uw barmhartigheid, o God,
kan deze zielen ook uit de dwaling leiden.

Eeuwige Vader, wend Uw blik op de zielen van de afgescheiden broeders die Uw zegeningen hebben verkwist en Uw genaden hebben misbruikt door koppig in hun dwalingen te volharden. Zie niet op hun dwalingen, maar op de liefde van Uw eigen Zoon en op Zijn bitter lijden dat Hij omwille van hen onderging aangezien ook zij een plaats hebben in het allermededogendst Hart van Jezus. Maak dat ook zij Uw grote barmhartigheid mogen prijzen in de eindeloze eeuwigheid. Amen.

Victimae Paschali laudes (Sequentie tijdens het Paasoctaaf)

21 april 2025

Requiescat in pace paus Franciscus

Op maandag 21 april in het Octaaf van Pasen 2025 is om 7.35 uur in Domus Sanctae Marthae te Rome als gevolg van een beroerte overleden

Zijne Heiligheid paus Franciscus
(Jorge Mario Bergoglio)

op de leeftijd van 88 jaar.

Vanaf woensdag 23 april zal zijn lichaam worden opgebaard in de Sint-Pietersbasiliek. Het is nog niet bekend wanneer de de heilige Requiemmis zal worden opgedragen.

Bidden wij voor zijn zielenrust.

Noveen tot de goddelijke Barmhartigheid, dag 4

“Breng mij vandaag degenen die nog niet in Mij geloven en die Mij nog niet kennen. Tijdens mijn bitter lijden dacht Ik ook aan hen en hun ijver in de toekomst troostte Mijn Hart. Dompel hen in de oceaan van Mijn barmhartigheid.”

Allerbarmhartigste Jezus, U bent het licht van de hele wereld. Ontvang de zielen van hen die nog niet in U geloven en die U nog niet kennen in de schuilplaats van Uw allermededogendst Hart. Laat de stralen van Uw genade hen verlichten zodat ook zij samen met ons Uw heerlijke barmhartigheid mogen verhogen. Laat hen niet uit de schuilplaats van Uw allermededogendst Hart ontsnappen.

Moge het licht van Uw liefde
de zielen die in duisternis zijn verlichten.
Geef dat deze zielen U zullen kennen
en samen met ons Uw barmhartigheid zullen verhogen.

Eeuwige Vader, wend Uw barmhartige blik naar de zielen van hen die nog niet in U geloven en naar hen die U nog niet kennen, maar die omsloten zijn door het allerbarmhartigst Hart van Jezus. Trek hen naar het licht van Uw Evangelie. Deze zielen weten niet wat het voor een groot geluk is om U lief te hebben. Geef dat ook zij de edelmoedigheid van Uw barmhartigheid in de eindeloze eeuwigheid mogen prijzen. Amen.

Paasconcert uit Rome

Maandag onder het Octaaf van Pasen

Zijt gij dan de enige vreemdeling, die in Jeruzalem is geweest, en die niet weet wat daar gebeurd is dezer dagen?

Epistel
Hand. 10, 37-43
In die dagen stond Petrus te midden van het volk en sprak: Mannen, broeders, gij hebt gehoord van hetgeen er in geheel het joodse land, van Galilea uit, gebeurd is, na het doopsel, dat Johannes predikte: van Jezus van Nazareth, hoe God Hem heeft gezalfd met Heilige Geest en kracht, en hoe Hij weldoende rondging, en allen genas, die in de macht waren van de duivel, omdat God met Hem was. En wij zijn getuigen van alles, wat Hij in het land der joden en in Jeruzalem heeft gedaan. Maar men heeft Hem aan het kruishout gehangen en gedood. God echter heeft Hem opgewekt op de derde dag, en Hem gegeven, zichtbaar te verschijnen, niet aan geheel het volk, maar aan getuigen, die God te voren daartoe had uitgekozen, namelijk aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij van de doden was opgestaan. Ook heeft Hij ons bevel gegeven, aan het volk te prediken en te getuigen, dat Hij het is, Die door God is aangesteld als rechter van levenden en doden. Van Hem getuigen al de profeten dat allen, die in Hem geloven, in Zijn Naam vergiffenis van zonden verkrijgen.

Evangelie
Lc. 24, 13-35
In die tijd gingen twee van Jezus' leerlingen diezelfde dag naar een dorp, dat zestig stadiën van Jeruzalem gelegen was en Emmaus heette. En zij spraken met elkander over alles, wat er gebeurd was. Terwijl zij nu in gesprek waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf bij hen, en ging met hen mee; maar hun ogen werden verhinderd, opdat zij Hem niet zouden herkennen. Hij vroeg hun: Wat voor gesprek voert gij samen onderweg, dat gij zo bedroefd zijt? De ene nu, die Cleophas heette, gaf Hem ten antwoord: Zijt Gij dan de enige vreemdeling, die in Jeruzalem is geweest en die niet weet, wat daar gebeurd is dezer dagen? Doch Hij antwoordde hun: Wat dan? En zij zeiden: Met Jezus van Nazareth, Die een profeet was, machtig in werk en in woord, voor God en geheel het volk; en hoe onze opperpriesters en oversten Hem ter doodstraf hebben overgeleverd en gekruisigd hebben. Wij nu hadden de hoop, dat Hij het was, Die Israël zou verlossen; maar met dat al is het nu reeds de derde dag sinds deze dingen zijn gebeurd. Bovendien hebben enige vrouwen uit onze kring, die vóór het daglicht reeds bij het graf waren, ons doen ontstellen, want zij vonden er Zijn lichaam niet; en toen zij terugkwamen, vertelden zij ook nog, dat zij een verschijning van engelen hadden gehad, die zeiden, dat Hij weer leefde. Toen zijn enigen van ons naar het graf gegaan, en hebben het juist zo bevonden, als de vrouwen gezegd hadden maar Hemzelf vonden zij niet. Toen sprak Hij tot hen: O gij onverstandigen en tragen van hart, dat gij niet beter geloof hecht aan alles, wat de profeten hebben gezegd. Moest dan de Christus dit alles niet lijden, en zó zijn glorie binnengaan? En te beginnen met Mozes en de andere profeten, verklaarde Hij hun, wat in heel de Schrift over Hem was voorspeld. Intussen waren zij bij het dorp gekomen, waar zij heengingen; en Hij hield Zich, alsof Hij verder wilde gaan. Maar zij drongen bij Hem aan, en zeiden: Blijf bij ons, want het wordt avond en de dag loopt reeds ten einde. Hij ging dan met hen naar binnen. Toen Hij nu met hen aan tafel was, nam Hij het brood, sprak een dankgebed uit, brak het, en reikte het hun toe. Toen gingen hun de ogen open, en zij herkenden Hem. Maar Hij verdween uit hun ogen. En zij zeiden tot elkander: Brandde ons hart niet in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en ons de Schriften verklaarde? Onmiddellijk stonden zij op, en keerden naar Jeruzalem terug; daar vonden zij de elf met hun gezellen bijeen; en dezen zeiden: De Heer is waarlijk verrezen, en verschenen aan Simon. Toen verhaalden ook zij, wat er onderweg was gebeurd, en hoe zij Hem hadden herkend bij het breken van het brood.

20 april 2025

Noveen tot de goddelijke Barmhartigheid, dag 3

“Breng vandaag alle vrome en gelovige zielen bij Mij en dompel hen in de oceaan van Mijn barmhartigheid. Deze zielen brachten Mij vertroosting op de kruisweg. Zij waren die druppel troost midden in een oceaan van bitterheid.”

Allerbarmhartigste Jezus, uit de schatkamer van Uw barmhartigheid deelt U in grote overvloed Uw genaden mee aan iedereen en allen. Ontvang ons in de schuilplaats van Uw allermededogendst Hart en laat ons er nooit uit ontsnappen. Wij smeken U dit door die zeer wondervolle liefde voor de hemelse Vader waarmee Uw Hart zo vurig brandt.

De wonderen van de barmhartigheid zijn ondoorgrondelijk,
noch de zondaar noch de rechtvaardige zal ze peilen.
Wanneer U een medelijdend oog op ons slaat,
trekt U ons allemaal dichter tot Uw liefde.

Eeuwige Vader, wend Uw barmhartige blik naar de getrouwe zielen als op de erfenis van Uw Zoon. Verleen hun omwille van Zijn bitter lijden Uw zegen en omgeef hen met Uw voortdurende bescherming. Zo zullen zij nooit in liefde tekortschieten of de schat van het heilig geloof verliezen, maar veeleer met alle engelenscharen en heiligen Uw grenzeloze barmhartigheid verheerlijken in de eindeloze eeuwigheid. Amen.

Koningin des Hemels / Regina Caeli

In de Paastijd (dus tot en met de zaterdag onder het Octaaf van Pinksteren)
bidden we het Koningin des Hemels in plaats van het Engel des Heren,
's morgens, 's middags (12.00 uur) en aan het begin van de avond.



Regina caeli, laetare, alleluia,
quia quem meruisti portare, alleluia,
resurrexit sicut dixit, alleluia;
ora pro nobis Deum, alleluia.
Gaude et laetare, virgo María, alleluia.
Quia surrexit Dominus vere, alleluia.

Oremus.
Deus qui per resurrectionem Filii tui,
Domini nostri Iesu Christi,
mundum laetificare dignatus es,
praesta, quaesumus,
ut per eius Genetricem Vírginem Mariam
perpetuae capiamus gaudia vitae.
Per eundem Christum Dominum nostrum. Amen.
Koningin des hemels, verheug u, alleluia!
Omdat Hij, Die gij waardig geweest zijt te dragen, alleluia!
Verrezen is, zoals Hij gezegd heeft, alleluia!
Bid God voor ons, alleluia!
Verheug en verblijd u, maagd Maria, alleluia!
Want de Heer is waarlijk verrezen, alleluia!

Laat ons bidden.
God, Gij hebt U gewaardigd de wereld te verblijden
door de verrijzenis van Uw Zoon,
onze Heer Jezus Christus;
wij smeken U:
Geef dat wij door Zijn Moeder, de maagd Maria,
de vreugden van het eeuwig leven verwerven.
Door dezelfde Christus, onze Heer. Amen.

Hoogfeest van Pasen - Verrijzenis van onze Heer Jezus Christus

Christus is waarlijk verrezen, alleluia!

Epistel
1 Kor. 5, 7-8
Broeders, doet het oude zuurdeeg weg, om aldus een nieuw deeg te zijn. Gij zijt toch immers ongedesemd. Want ook ons Paaslam is geslacht, dat is Christus. Laten wij daarom ons feestmaal vieren, niet met oude zuurdesem, dat wil zeggen: niet met zuurdesem van slechtheid en boosheid; maar met ongedesemd brood van zuiverheid en waarheid.

Evangelie
Mc. 16, 1-7
In die tijd kochten Maria Magdalena en Maria van Jacobus en Salóme reukwerken, om Jezus te gaan balsemen. En zeer vroeg in de morgen, op de eerste dag der week, kwamen zij bij het graf, toen de zon reeds was opgegaan. En zij zeiden tot elkander: Wie zal ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen? Maar toen zij gingen zien, bemerkten zij, dat de steen reeds weggerold was. Deze nu was buitengewoon groot. Zij gingen dan het graf binnen, en zagen aan de rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad; en zij ontstelden hevig. Maar deze sprak tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus van Nazareth, Die gekruisigd is. Hij is verrezen; Hij is hier niet meer; ziet hier de plaats, waar men Hem had neergelegd. Maar gaat heen, en zegt aan Zijn leerlingen, met name aan Petrus, dat Hij weer voor u uitgaat naar Galilea; daar zult gij Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.

Overweging
Vandaag viert de Kerk haar gloriedag, het ‘feest der feesten’, omdat zij de overwinning van Jezus Christus, haar Stichter, viert. Het Paasfeest is het jubelfeest om de verlossing. De redding is een feit geworden. Gods belofte, lang geleden gegeven, werd op Paasdag vervuld. Jezus, voor ons gestorven, vernietigde de schuld en de angst en Hij gaf ons de hemel terug. Na Zijn verschrikkelijk lijden, dat Hij uit liefde op Zich had genomen, is Hij nu doorstraald van licht en heerlijkheid.

“Vreest niet! Gij zoekt Jezus van Nazareth Die gekruisigd is. Hij is verrezen. Hij is niet hier. Ziet de plaats waar men Hem had neergelegd.” Deze woorden van een engel hoorden de heilige vrouwen die naar het graf van Jezus gingen om Zijn lichaam te balsemen. Hij is verrezen – met deze woorden nodigt de Kerk ook ons in de gehele Paasliturgie uit tot een innige blijdschap. “Hij is waarlijk verrezen.” Zijn lijden en dood waren voor Hem geen ondergang: zij waren de hoge losprijs voor de zielen, voor onze zielen. Dit was het herstel uit de zonde, de prijs van de nieuwe vriendschap tussen God en de mensen.

Geheel de Kerk is vol van blijdschap en dankt God. Wat kunnen wij anders doen dan blij zijn zowel inwendig als naar buiten om dit grote geluk, deze vernieuwing van het leven, om deze glorie vooral van onze Heer en Redder, Jezus Christus? Maar niet alleen blijdschap regeert in deze tijd in de Kerk. Zij is ook enorm dankbaar voor alles wat Christus voor ons heeft gedaan. En dit is: ons de hemel teruggegeven en Gods liefde.

Met dankbaarheid en vreugde moeten ook onze harten vervuld worden. “Dit is de dag die de Heer gemaakt heeft; laat ons heden juichen en blij zijn” – zingen wij in het graduale. Naast de blijdschap brengt het feest van Pasen ons de hoop, de hoop dat wij op een dag ook zullen verrijzen om met God eeuwig te leven. En dit leven zal een heel ander leven zijn, een nieuw leven.

De heilige Paasnacht

Christus, de Heer, is waarlijk verrezen!

"O waarlijk heilige nacht", zingt het Exsultet, "de enige die tijd en uur mocht kennen waarop Christus uit de doden verrees!" Niemand is immers ooggetuige geweest van de gebeurtenis zelf van de verrijzenis en geen enkele evangelist beschrijft haar. Niemand heeft kunnen zeggen hoe zij fysiek gezien tot stand gekomen is. En het diepste wezen ervan, de overgang naar een ander leven, was nog minder zintuiglijk waarneembaar.

Hoewel de verrijzenis een historische gebeurtenis is, die door het teken van het lege graf en de werkelijkheid van de ontmoetingen van de apostelen met de verrezen Christus vast te stellen is, blijft ze, in zoverre ze de geschiedenis te boven gaat en daarboven uitstijgt, ten diepste een geloofsmysterie. Daarom toont de verrezen Christus Zich niet aan de wereld (vgl. Joh. 14, 22), maar wel aan Zijn leerlingen, "aan degenen die Hem van Galilea naar Jeruzalem hadden vergezeld, juist aan degenen die nu getuigen van Hem zijn voor het volk" (Hand. 13, 31).