De bezoekersteller op deze website tikte vandaag rond het middaguur de twee miljoen bezoekers aan, sinds de start van www.agneskerk.org in de zomer van 2009.
Tussen 2009 en 2020, dat wil zeggen in 11 jaar tijd, werden een miljoen bezoekers geteld. Het tweede miljoen bezoekers is geteld tussen april 2020 en september 2025. Voor een parochiewebsite zijn dit ongekend hoge aantallen. De website wordt tot ver buiten onze landsgrenzen bekeken. Het aantal bezoekers kan oplopen tot meer dan duizend per dag. Populaire berichten zijn foto- en videoverslagen van bijzondere vieringen in onze kerk, maar ook de overwegingen bij het zondagsevangelie, de liturgische kalender en (muziek)video's worden veel bekeken.
Onze website is dagelijks actueel, en biedt niet alleen berichten over het parochiële leven, maar ook gebeden, overwegingen, heiligenlevens en uitleg van kerkelijke rituelen en gebruiken.
13 september 2025
13 september 2025 rond 12.00 uur: Twee miljoen bezoekers
Onze Lieve Vrouw op zaterdag
12 september 2025
September - OLV-van-Smartenmaand: O Naam, zo zoet in d'oren
O Naam, zo zoet in d'oren
van wie Maria mint.
O Naam, zo innig dierbaar
aan 't harte van haar kind.
Refrein
Geef dat uw Naam, Maria,
steeds in mijn ziele leev',
en stervend op mijn lippen,
uw Naam, o Moeder, zweev'.
O Naam, die d'Onbevlekte
in al haar grootheid prijst.
O Naam, die op de Moeder
der zeven smarten wijst.
O Naam, die ons de liefde
der Lieve Vrouwe noemt.
O Naam, die 't alvermogen
der Koninginne roemt.
O krijgsleus in het strijden,
o hulpkreet in de nood,
o onderpand der zege
in leven en in dood!
12 september: Heilige naam Maria
Voor de naam Maria is geleidelijk een bijzondere verering ontstaan. In sommige apocriefe verhalen wordt vermeld dat een engel van Godswege aan haar ouders opdracht gaf het kind Maria te noemen. Paus Benedictus XIV verhaalt in zijn boek over de feesten des Heren en de Mariafeesten dat in Polen het gebruik bestond om geen enkel meisje Maria te noemen uit eerbied voor de naam van Maria en dat er van het noemen van Maria’s naam, bijvoorbeeld bij een exorcisme, volgens verschillende theologen een bijzondere kracht en bescherming uitgaat.
In 1683 werd het feest van de heilige naam Maria op de universele kalender ingevoerd, nadat het reeds in 1513 op de diocesane kalender van het bisdom Cuenca in Spanje was geplaatst, door paus Pius V daarvan was verwijderd en door paus Sixtus V weer was toegestaan. Op 12 september 1683, de zondag onder het octaaf van Maria Geboorte, werden de Turken bij Wenen verslagen en gedwongen de belegering van die stad op te geven. Paus Innocentius XI stelde dit feest daarna in uit dankbaarheid voor deze overwinning. Het bleef tot 1911 op de zondag onder het octaaf gevierd, totdat paus Pius X het verplaatste naar de 12e september, om in de viering van de zondagen de continuïteit niet te verbreken.
11 september 2025
9 september 2025
Bijeenkomst Legioen Kleine Zielen op woensdag 10 september
De gebedsgroep Amsterdam van het Legioen Kleine Zielen van Jezus’ Barmhartig Hart komt elke tweede woensdag van de oneven maanden (januari, maart, mei, juli, september en november) bijeen in onze kerk en pastorie; op woensdag 10 september na de heilige Mis en het lof gaat de conferentie over de voordracht 'Ik zoek een heilige ziel vol vuur, om dit vuur te verspreiden tot aan het uiteinde der aarde' door eerwaarde heer Luc Vanstraelen (†).
Het programma is als volgt:
10.30 uur: Rozenkransgebed
11.00 uur: Gelezen H. Mis
11.45 uur: Lof
12.30 uur: Conferentie in de pastorie met koffie en thee (tot circa 14.00 uur).
Een ieder is van harte uitgenodigd om kennis te komen maken en te komen meebidden met de gebedsgroep. Niemand is te groot of te klein, wij zijn allemaal aan het oefenen. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het legioen.
8 september 2025
8 september: Geboorte van de H. maagd Maria, feest
![]() |
Moeder Anna met haar onbevlekt ontvangen dochter Maria. |
Op 8 september viert de Kerk het feest van de geboorte van de heilige maagd Maria. Tezamen met Jezus Zelf en de H. Johannes de Doper behoort zij tot de weinigen van wie óók de geboortedag wordt gevierd. Het feest werd het eerst gevierd in het oosten, sinds de zesde eeuw, onder invloed van het concilie van Efese (431), waar Maria officieel tot 'Moeder van God' ('Theotokos') werd uitgeroepen. Paus Sergius I († 701) voerde het in voor de Kerk van Rome, en in de elfde eeuw was het verspreid over de gehele Kerk.
Historisch gesproken is niet bekend op welke dag Jezus’ moeder Maria is geboren. Men heeft gekozen voor 8 september, omdat op deze dag ergens in de vijfde of zesde eeuw te Jeruzalem een Sint-Annakerk werd ingewijd, op de plek waar Maria waarschijnlijk is geboren.
Maria is het volmaakte voorbeeld van wat God kan doen met iemand die bereid is de roeping te volgen die haar gegeven is. 'Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar Uw woord.' (Luc. 1, 38) Maria heeft maar één wens: te doen wat God haar vraagt. Dat stelt God in staat om Zijn wonderen in haar te werken. Haar Zoon is Gods Zoon. Haar Zoon wordt Emanuël genoemd, omdat in haar Zoon God met ons is.
En zij zelf wordt zalig geprezen door elk geslacht omdat Hij Die machtig is aan haar Zijn wonderwerken deed (Lc. 1, 48‐49).
Maria heeft Jezus aan de wereld gegeven. Ze kon dit doen omdat ze zichzelf beschikbaar had gemaakt als de dienstmaagd des Heren. Natuurlijk was het niet Maria die Jezus aan de wereld gaf, maar God Zelf heeft dit wonder gewerkt in en door Maria.
7 september 2025
Abortus een mensenrecht?
Op maandag 8 september a.s. zal de Tweede Kamer de initiatiefnota Toegang tot abortus is een mensenrecht van de D66-leden Sjoerdsma en Paulusma behandelen.[1] In deze initiatiefnota roepen zij de regering onder meer op om samen met gelijkgestemde landen te pleiten voor het vastleggen van het recht op abortus in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en in het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Hiermee beogen zij wereldwijd de toegang tot abortus te verbeteren.
Hun oproep aan de regering is ingegeven door zorg om het feit dat er jaarlijks wereldwijd 39.000 vrouwen sterven aan de gevolgen van een onveilige abortus. Dit is te vergelijken met het totale aantal bewoners van de gemeente Wageningen, zo stellen zij. Uiteraard is het zeer betreurenswaardig dat vrouwen doodgaan door een onveilige abortus provocatus. Maar moeten we ons niet eerder zorgen maken om de astronomische aantallen ongeboren kinderen, wier leven door abortus wordt beëindigd? Tussen 2021 en 2023 steeg het jaarlijkse aantal abortussen in Nederland van 31.049[2] tot 39.332.[3] In de Verenigde Staten werd het aantal abortussen in 2020 geraamd op 930.160, wat betekende dat ongeveer een vijfde van alle zwangerschappen eindigde in een abortus.[4] Wereldwijd gebeurt dat bij 29% van alle zwangerschappen en bedraagt het jaarlijkse aantal abortussen ongeveer 73 miljoen.[5]
De Wereldgezondheidsorganisatie noemt ischemische hartaandoeningen de grootste doodsoorzaak (9 miljoen doden in 2021). Maar moeten we feitelijk niet constateren dat abortus de grootste doodsoorzaak is? Hier wreekt zich het feit dat de zich in de baarmoeder ontwikkelende vrucht en zelfs het pasgeboren kind niet als een menselijke persoon worden gezien. Het biologisch gezien menselijk wezen zou pas een persoon zijn, als het een zelfbewustzijn heeft en kan denken. Dat het embryo vanaf de bevruchting een menselijke persoon is, kan niet worden bewezen. Het is echter moeilijk denkbaar dat het embryo vanaf de menselijke bevruchting geen menselijke persoon zou zijn, omdat vanaf dat moment het DNA vastligt dat zijn erfelijke eigenschappen gedurende zijn hele leven zal bepalen. En ook als het embryo geen actuele menselijk persoon is, dan is het in ieder geval een potentiële menselijke persoon. Dan moet vanaf de bevruchting rekening worden gehouden met de rechten van de persoon die eenmaal door de verdere ontwikkeling uit het embryo zal ontstaan. "Het menselijk wezen moet geëerbiedigd worden en behandeld als een persoon vanaf het ogenblik van de conceptie; en daarom moeten vanaf datzelfde moment zijn rechten als persoon worden erkend, waaronder in de eerste plaats het onaantastbare recht op leven van ieder onschuldig menselijk wezen" (Evangelium vitae, nr. 60).
Dit objectieve fundamentele recht op leven wordt de mens door de Schepper toegekend. Hij geeft de mens een unieke essentiële waardigheid, doordat Hij hem schept naar zijn beeld en gelijkenis (Gen 1,26-27). God is daardoor de bron van de objectieve rechten van de mens, waaronder het recht op leven. Wanneer echter God niet als Schepper wordt erkend, dan wordt de Staat de instantie die bepaalt welke rechten mensen toekomen. Door legale mogelijkheden voor abortus te realiseren wordt het recht op leven van ongeboren mensen aangetast.
Abortus is in Nederland niet gelegaliseerd. Het wordt nog steeds verboden (Wetboek van Strafrecht, art. 296, lid 1). Abortus is alleen niet strafbaar als die wordt verricht door een arts in een ziekenhuis of kliniek of door een huisarts die een abortuspil voorschrijft volgens de Wet afbreking zwangerschap (art. 296, lid 5). Van het formele verbod op abortus gaat nog een zekere beschermende werking uit voor het ongeboren kind. Het D66-voorstel beoogt om in Nederland en andere gelijkgestemde landen abortus uit het strafrecht te halen en tot een grondrecht te verheffen. De verwachting is dat daardoor de toegang wordt vergroot tot wat wordt genoemd een veilige abortus. In Frankrijk is dat recht op 4 maart vorig jaar al in de grondwet verankerd.[6]
Het feit dat abortus in Nederland in principe nog verboden is biedt ook artsen bescherming die principiële bezwaren hebben tegen het verrichten van abortus en hun medewerking daaraan weigeren. De Wet afbreking zwangerschap bepaalt expliciet dat niemand verplicht is om een abortus te verrichten of daaraan medewerking te verlenen (art. 20, lid1). Abortus tot een fundamenteel mensenrecht verklaren impliceert dat artsen en zorgverleners die abortus weigeren op basis van gewetensbezwaren vrouwen het recht op zorg en het recht op abortus zouden ontzeggen. Dit zal de gewetensvrijheid van medewerkers in de gezondheidszorg ondermijnen.
Het D66-voorstel om van abortus een fundamenteel mensenrecht te maken, houdt in dat de Staat door zijn wetgeving of een groep van staten door internationale verdragen de vrouw het recht toekent op zelfbeschikking over haar eigen lichaam. Dit recht zou haar ook het recht geven om door abortus een einde te laten maken aan het leven van haar ongeboren kind. In de huidige cultuur ligt de nadruk op subjectieve rechten, namelijk het recht om iets te doen en autonoom te besluiten, hier om het ongeboren kind door abortus te laten doden. Binnen de scheppingsordening gaat het om objectieve rechten, die de Schepper aan de mens toekent en daarom gerespecteerd dienen te worden.
Bovendien gaat het bij abortus niet om de zelfbeschikking van de vrouw over haar lichaam. Zij beschikt over het leven van iemand anders, haar ongeboren kind, een actuele menselijke persoon of een potentiële toekomstige menselijke persoon.
De Wet afbreking zwangerschap impliceert al een aantasting van het fundamentele recht op leven van ongeboren kinderen. Door abortus tot een mensenrecht te verklaren, wordt dit recht eenvoudigweg ontkend. Het komt de Staat echter niet toe, ook niet bij een democratische meerderheid, om het fundamentele recht op leven te ontkrachten dat de Schepper aan de mens, ook de ongeboren mens, heeft toegekend. Johannes Paulus II zegt hierover: "Neemt een parlementaire of maatschappelijke meerderheid, wanneer ze de rechtmatigheid van de onder bepaalde voorwaarden uitgevoerde doding van het ongeboren menselijke leven goedkeurt, soms niet een 'tiranniek' besluit tegen het zwakste en meest weerloze menselijk wezen?" (Evangelium vitae, nr. 70).
Wat moet er dan wel worden gedaan? Vrouwen die ongewenst zwanger raken, worden vaak aan hun lot overgelaten. De man die het kind verwekt heeft en ook haar familie insisteren dikwijls op abortus. Haar moet geen recht op abortus worden aangeboden, maar de helpende hand worden toegestoken om haar in staat te stellen de zwangerschap uit te dragen. Vervolgens is aan haar de beslissing of zij het kind wil houden of afstaan aan adoptieouders. De katholieke Kerk roept op tot een cultuur van leven, waarin zowel de moeder als het kind, ook het ongeboren kind, met liefde en zorg worden omringd.
Utrecht, 5 september 2025
+ Willem Jacobus kardinaal Eijk,
aartsbisschop van Utrecht
------------------
[1] W. Paulusma, Toegang tot abortus is een mensenrecht.
[2] Jaarrapportage 2021 Wet afbreking zwangerschap (Wafz), september 2022,
[3] Jaarrapportage 2023 Wet afbreking zwangerschap (Wafz), november 2024.
[4] Guttmacher Institute, Long-Term Decline in US Abortions Reverses, Showing Rising Need for Abortion as Supreme Court Is Poised to Overturn Roe v. Wade, 15 juni 2022.
[5] Wereldgezondheidsorganisatie, Abortion, 17 mei 2024.
[6] Texte intégral de la Constitution du 4 octobre 1958 en vigueur, art. 34: “La loi détermine les conditions dans lesquelles s’exerce la liberté garantie à la femme d’avoir recours à une interruption volontaire de grossesse.
Dertiende zondag na Pinksteren
Epistel
Gal. 3, 16-22
Broeders, aan Abraham werden de beloften aangekondigd, en aan zijn zaad. Er staat niet: "en aan zijn nazaten", alsof er sprake was van velen; maar als van één: "en aan uw zaad" - en dat is Christus. Nu is dit mijn bedoeling: een wilsbeschikking, die door God Zelf rechtsgeldig is tot stand gekomen, wordt door de Wet, die vierhonderdendertig jaar later is ontstaan, niet ongedaan gemaakt, zodat de belofte niet meer van kracht zou zijn. Niettemin, als de erfenis voortvloeit uit de Wet, wordt zij niet verkregen krachtens belofte. En toch, aan Abraham heeft God Zijn gunst bewezen door belofte. Waarvoor diende dan de Wet? - Omwille van de overtredingen werd zij gegeven, totdat het zaad zou komen, waaraan Hij de belofte verbonden had; en zij werd uitgevaardigd door engelen door tussenkomst van een middelaar. Een middelaar nu treedt niet op bij één persoon. God echter is één. Is de Wet dus in strijd met Gods belofte? – Volstrekt niet; want indien er een wet gegeven was, die bij machte was het leven mee te delen, dan zou inderdaad de gerechtigheid voortkomen uit de Wet. Maar de Schrift heeft nu eenmaal alles onder de macht van de zonde gesteld, opdat de belofte aan degenen, die geloven, in vervulling zou gaan door het geloof in Jezus Christus.
Evangelie
Lc. 17, 11-19
In die tijd trok Jezus op Zijn reis naar Jeruzalem door het grensgebied van Samaria en Galilea. En toen Hij een zeker dorp wilde binnengaan, kwamen er tien melaatsen naar Hem toe, die op een afstand bleven staan en met luider stem riepen: Jezus, Meester, heb medelijden met ons. En zodra Hij hen zag, sprak Hij: Gaat heen en vertoont u aan de priesters! Nu geschiedde het, dat zij onderweg gereinigd werden. En een van hen ging terug, zodra hij bemerkte, dat hij gereinigd was, terwijl hij God verheerlijkte met luider stem; en hij wierp zich op zijn aangezicht neder aan Zijn voeten en dankte Hem. En deze was een Samaritaan. En Jezus nam het woord en zei: Zijn er geen tien genezen? Waar blijven dan de negen anderen? Niemand is er gevonden, die terugkeerde en eer gaf aan God, behalve deze vreemdeling! En Hij sprak tot hem: Sta op en ga heen; want uw geloof heeft u redding gebracht.
Overweging
Na het lezen van het epistel van deze zondag kunnen wij ons afvragen waarom de apostel de belofte zo zeer verheerlijkt ten koste van de wet. Het antwoord op die vraag is: omdat de belofte volledig Gods werk is, die louter en alleen voortvloeit uit Zijn barmhartige liefde. God belooft wonderbare zegeningen uit pure goedheid. De mens heeft daaraan part noch deel, want alle glorie komt toe aan God, ook die van ons eigen heil.
Wat de wet betreft: zij is slechts een tijdelijk bestel, dat later werd gegeven dan de belofte en dat de belofte niet buiten werking mag stellen. In Gods bedoeling gebeurt dat ook niet. Maar de joden in de tijd van Paulus handelden alsof het heil veel meer moest komen van hun eigen navolging van de wet, dan van Gods genadige goedheid. De wet is trouwens niet zuiver Gods werk. Paulus spreekt erover hoe engelen en mensen daarbij een rol moeten spelen. De wet is een tweezijdig contract: indien wij Zijn Wil volbrengen zal God ons zegenen. Maar de belofte is zo veel meer dan de werkelijkheid van de wet: de belofte houdt in dat wij mogen vertrouwen en geloven in Gods goedheid. De belofte is dus een zuivere en onvermengde daad van God, zonder enig menselijk element.
De christen geeft van zijn kant aan God de eer door te geloven, door onvoorwaardelijk te vertrouwen op de genade Gods, en niet op eigen prestaties en verdiensten. Zoals in het Evangelie is ook vandaag het grootste deel van de genezen mensen weggebleven van de heilige Mis; slechts enkelen blijven God danken voor Zijn weldaden. Van alle gedoopten komt maar een enkeling zondag na zondag om God te verheerlijken, als in deze kerk het Offer van verzoening en het Onderpand van ons eeuwig leven opgedragen wordt. Waar blijft de rest? Waarom blijven zij weg?
Het wel of niet komen om God te verheerlijken heeft te maken met de ware of de foute liefde. De ware liefde gaat uit naar God als het hoogste Goed en verlangt ernaar om alles voor Hem te doen. Daarvoor komen gelovigen ook naar de heilige Mis, om zich met het Offer van Christus te verenigen en daardoor het eigen leven te geven in het ene offer dat God welgevallig is, en dat ons toegang verschaft tot de eeuwigheid. De anderen, die wegblijven van de verschuldigde Godsverheerlijking, hebben zichzelf lief. Zij willen God niet dienen maar wel Zijn gaven ontvangen voor het tijdelijke en het wereldse. Hun liefde is fout omdat ze alleen maar draait om het eigen ‘ik’. Daarmee beantwoorden zij niet aan hun hoogste roeping en doel: om door de verheerlijking van God het eeuwig leven te ontvangen.
In de moderne, na-conciliaire Kerk wordt er veel gesproken over een goed mens zijn, en om er te zijn voor de ander, over respect en tolerantie. Maar daardoor is nog niemand in de hemel gekomen. Onze eerste verplichting, als gedoopten, is God te dienen en lief te hebben. Alleen door Gods liefde is ook een ware dienst aan de naaste mogelijk, omdat deze dienst in de waarheid moet bestaan, en tot doel moet hebben om de naaste bij God te brengen. Zo ziet de heilige apostel Paulus het heil: komende van God, terwijl wij Hem alleen verheerlijken, omdat aan Hem alleen de eer toekomt. Alles komt voort uit Zijn barmhartige en genadevolle belofte.
De zondige mens kan zichzelf niet redden, ook niet door de wet. Wij kunnen slechts gered worden door te geloven in het heil dat Jezus ons aanbiedt. Tegenover deze grote goddelijke gave past slechts een zielenhouding van nederig bewustzijn van onze eigen zondigheid en onmacht, en van het in dankbaarheid aanvaarden van het geloof in God en Zijn beloften van heil en genade. Van deze kernwaarheid van het geloof, dat het heil van ons allen bij God begint en ook door God zijn voleinding zal bereiken is de heilige Paulus diep overtuigd. Daarom ook legt hij de nadruk op de belofte en plaatst hij de wet op de tweede plaats. Alleen op deze manier wordt het mogelijk om de vergiftigende eigenroem, die vele mensen tot op heden bezielt, te elimineren, en aan God de plaats te geven die Hem toekomt, namelijk die van ons aller eer en glorie. Deze ordening van het goddelijke heil en de genade toont aan de mensen hun eigen nederigheid en tegelijkertijd de oneindige liefde waarmee God hun zielenheil bemint. Dat brengt ons tot de wijze waarop wij God zouden moeten beminnen, namelijk door ons volledig over te geven aan Zijn genade.
6 september 2025
September - OLV-van-Smartenmaand: Litanie van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten
Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.
Moeder van Smarten, bid voor ons
Bedrukte Moeder,
Die in de herberg geen plaats hebt gevonden,
Die uw intrek in een stal moest nemen,
Die uw Eerstgeborene in een kribbe gelegd hebt,
Die de besnijdenis van uw Zoon met medelijden hebt aanschouwd,
Die vernomen hebt, dat uw Zoon tot een teken van tegenspraak gesteld was,
Die gehoord heeft, dat uw hart met een zwaard van droefheid zou doorboord worden,
Die met uw Zoon naar Egypte moest vluchten,
Die over de dood van de onnozele kinderen hebt getreurd,
Die uw twaalfjarige Zoon in de tempel achtergebleven, met droefheid hebt gezocht voor drie dagen,
Die de voortdurende haat van de joden tegen uw Zoon ondervonden hebt,
Die op de dag van het laatste avondmaal van uw Zoon, Die naar Jeruzalem opging, met pijn in het hart afscheid genomen hebt,
Die het verraad van Judas en de uitlevering van uw Zoon gekend hebt,
Die gezien hebt, dat uw Zoon als een boosdoener aan de oversten en priesters werd overgeleverd,
Die de valse beschuldigingen tegen uw Zoon hoonde,
Die de gezegende aanschijn van uw Zoon door de wrede kaakslag misvormd zag,
Die vernomen hebt, dat uw Zoon door de joden en soldaten wreed mishandeld werd,
Die vernomen hebt dat uw Zoon achtergesteld werd bij Barabbas,
Die getuige was van de geseling en doornenkroning van uw Zoon,
Die het onrechtvaardige vonnis tegen uw Zoon hebt horen uitspreken,
Die uw Zoon, met de last van Zijn kruis beladen, ontmoet hebt,
Die gehoord hebt, dat de gezegende handen en voeten van uw Zoon door verschrikkelijke spijkers werden doorboord,
Die de laatste woorden van uw Zoon aan het kruis hebt opgevangen,
Die uw Zoon in Zijn doodstrijd bijgestaan hebt,
Die het ontzielde lichaam van uw Zoon, nadat het van het kruis werd afgenomen, in uw moederschoot opgenomen hebt,
Die, na de begrafenis van uw Zoon zeer bedroefd naar huis gegaan bent,
O, Koningin van de martelaren,
O, Spiegel van de bedrukten,
O, Troosteres van de zieken,
O, Sterkte van de zwakken,
O, Toevlucht van de zondaars,
Door het allerbitterste lijden en de allerbitterste dood van uw Zoon, o Koningin van de martelaren, verlos ons.
Door de bitterste pijnen van uw hart,
Door uw allergrootste droefheid en mistroostigheid,
Door uw grote kwellingen en overgrote benauwdheden,
Door uw zuchten en tranen,
Door uw moederlijk medelijden,
Door uw machtige voorspraak,
Door uw allerkrachtigste bijstand,
Van een bovenmatige droefheid,
Van kleinmoedigheid,
Van alle gelegenheden en gevaren van zonde,
Van de listen van de duivel,
Van verstoktheid van hart,
Van onboetvaardigheid,
Van een onverwachte dood,
Van de eeuwige verwerping,
Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.
Dat gij door uw bijstand ons in het ware geloof, hoop en liefde bewaart,
Dat gij van uw Zoon, voor ons oprecht berouw en een geest van boete wilt verwerven,
Dat gij degenen die U aanroepen troost en hulp wilt verlenen,
Dat gij ons in de doodstrijd wilt bijstaan,
Dat gij voor ons een zalig sterfuur wilt afsmeken,
Moeder van God,
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, ontferm U over ons.
Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
In alle kwelling en benauwdheid,
kom ons te hulp, o allerzoetste maagd Maria.
Laat ons bidden. God, Gij hebt gewild dat Maria uw Zoon nabij was als een moeder vol van smarten, toen Hij omhoog geheven was aan het kruis.
Wij bidden U, geef Uw Kerk, die samen met haar in Christus' lijden deelt, ook de vreugde deelachtig te worden aan Zijn verrijzenis. Door Christus onze Heer. Amen.
5 september 2025
Heilige Moeder Teresa van Calcutta, maagd
In 1910 wordt Gonxha (Agnes) Bojaxhiu geboren in Skopje, Albanië (tegenwoordig Macedonië), als jongste kind in een welvarend gezin. Op 18-jarige leeftijd treedt zij toe tot de zusters van Loreto. Daar leert zij Engels en komt als lerares te werken in de Indiase stad Calcutta. Zij ziet hoeveel zieken, bedelaars en thuislozen er in die stad zijn.
In 1931 kiest Agnes haar kloosternaam: zuster Teresa, met Theresia van Lisieux als patrones. Ze wordt directrice van een school, buiten het klooster, en komt veel in contact met mensen uit de sloppenwijken.
Tijdens een treinreis naar Darjeeling in 1946 ontvangt Teresa een goddelijke ingeving. Ze besluit het klooster te verlaten en zich volledig in dienst te stellen van de armen en onder hen te gaan leven. In 1948 verleent paus Pius XII haar toestemming om uit het klooster te treden en als onafhankelijke non te gaan leven, op voorwaarde dat ze de geloften van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid naleeft.
Zie kiest als nieuw habijt een goedkope witte sari (de gewone kleding voor de vrouw in India) met blauwe rand. Het wit staat voor reinheid en het blauw verwijst naar Maria. Zij krijgt de Indiase nationaliteit en gaat een opleiding volgen voor de verpleging. Vervolgens sticht ze een nieuwe orde voor zusters in Calcutta: de Missionarissen van Naastenliefde.
Ze leeft onder de armen. Ze probeert hun iets bij te brengen over hygiëne en ze ontfermt zich over hun baby's als zij dat zelf niet meer kunnen of willen. En ze vertelt de mensen over de liefde van God. Tientallen jaren knielt zij in de straten van het Indiase Calcutta neer bij stervende mannen, vrouwen en kinderen. Ze vertrouwt op God voor hulp, ook in het materiële. Overal waar zij komt, nodigt ze mensen uit te helpen en te geven. Haar tehuizen zijn overvol en toch smeekt ze moeders die hun ongeboren kindje willen laten doden het geboren te laten worden. Als zij niet voor dat onschuldige baby'tje kunnen of willen zorgen, mogen ze het aan haar geven, dan zal zij zich erover ontfermen.
Op 10 december 1979 wordt aan een klein geschrompeld vrouwtje de Nobelprijs voor de Vrede uitereikt. Moeder Teresa ontvangt deze voor haar werk onder de armsten der armen. Haar dankrede is één groot gebed. Ondertussen houdt ze een rozenkrans tussen haar vingers.
Haar hele leven is een gebed, is één grote strijd voor het leven. Tijdens de VN-bevolkingsconferentie in Caïro in 1994 heeft Moeder Teresa de doodstraf en abortus resoluut verworpen. ”De enige die het recht heeft op het leven is Degene Die het heeft gemaakt. Niemand anders heeft dat recht. Niet de moeder, niet de vader, niet de arts, geen instantie, geen conferentie, geen regering.”
Voor Moeder Teresa is "abortus het ergste kwaad en de grootste vernietiger van de vrede, want het is een oorlog tegen het kind, een rechtstreeks doden van onschuldige kinderen, de moord door de moeder zelf. En als we aanvaarden dat een moeder zelfs haar eigen kind doodt, hoe kunnen we dan zeggen dat andere mensen elkaar niet mogen doden?”
In 1979, toen Moeder Teresa in Oslo de Nobelprijs voor de vrede in ontvangst nam, sprak zij zich uit tegen de hypocrisie van de velen ”die zich zorgen maken over de situatie van baby's in Afrika en India, maar niet over de miljoenen die opzettelijk worden gedood door de wil van de moeder”.
Vaak gebruikte Moeder Teresa het volgende motto:
De vrucht van stilte is het gebed.
De vrucht van het gebed is geloof.
De vrucht van het geloof is liefde.
De vrucht van liefde is dienstbaarheid.
De vrucht van dienstbaarheid is vrede.
Moeder Teresa's liefde voor de Heer is aanstekelijk groot. Zij zegt dat je altijd en overal blij moet kijken, omdat dat uiteindelijk vrede en vreugde brengt. Maar achter haar eigen glimlach schuilt een oneindig verdriet. Vele malen was Jezus haar verschenen. Ze had visioenen gehad van naar God smachtende mensen. Hij dwong haar de grote stap te maken van het veilige klooster naar de armen op de straat. "Weiger mij niets", had Hij gezegd. Maar zij kon het niet, wat Hij vroeg was te veel voor haar. Maar uiteindelijk had ze gehoorzaamd. Met slechts een stukje zeep en vijf roepies was ze de straat opgegaan. En nu, juist als zij alles heeft gegeven, lijkt het of Hij haar in de steek heeft gelaten. Ze begint zelfs te twijfelen aan Zijn bestaan. Zoals Christus in de Hof van Olijven wordt bekoord, en later aan het kruis Zich door God verlaten voelt, zo eenzaam voelt Moeder Teresa zich. Alleen haar geloof houdt haar in deze beproeving op de been. Zij blijft Hem trouw, tot aan haar dood op 5 september 1997.
Paus Johannes Paulus II verklaart haar op 19 oktober 2003 zalig. Deze paus wilde haar als voorbeeld stellen aan de mensheid vanwege haar liefde voor het Allerheiligste Sacrament des Altaars, het gebed en de armen. Hij noemde haar het beeld van de Barmhartige Samaritaan in onze tijd. Paus Franciscus verklaart haar op 4 september 2016 heilig.
De congregatie Missionarissen van Naastenliefde telt nu wereldwijd meer dan 4.500 leden en bestaat uit (contemplatieve) zusters en broeders en een priesterorde.
Eerste-vrijdagdevotie: Gebeden tot het Heilig Hart van Jezus
"Ziehier het Hart, dat de mensen zozeer heeft liefgehad, dat niets heeft gespaard om Zijn liefde te betuigen, en in ruil daarvoor ontvang Ik van de meeste mensen niets anders dan ondankbaarheid en heiligschennissen door de koudheid en minachting, die ze voor Mij over hebben in dit Sacrament van de liefde."
"Maar geef Mij ten minste de vreugde, dat je zoveel als je kunt, hun ondankbaarheden zult goedmaken."
"Ik beloof, in de overmatige barmhartigheid van Mijn Hart, dat Zijn almachtige liefde aan allen, die op negen achtereenvolgende eerste vrijdagen van de maand communiceren, de genade van de eindvolharding zal schenken; zij zullen niet in Zijn ongenade sterven, noch zonder de heilige sacramenten te ontvangen; in dat laatste ogenblik zal Mijn Hart voor hen een veilige schuilplaats zijn."
(Beloften van onze Heer Jezus Christus aan de H. Margaretha-Maria Alacoque in het jaar 1675.)
Litanie van het Heilig Hart van Jezus
Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons, Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, de Zoon van de eeuwige Vader, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, door de Heilige Geest in de schoot van de Moedermaagd gevormd, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, wezenlijk verenigd met het Woord van God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, oneindige majesteit, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, heilige tempel van God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, woontent van de Allerhoogste, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, huis van God en poort van de hemel, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, gloeiende oven van liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, schatkamer van gerechtigheid en van liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, vol goedheid en liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, peilloze diepte van alle deugden, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, alle lofprijzingen overwaardig, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, Koning en middelpunt van alle harten, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin alle schatten zijn van wijsheid en van wetenschap, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin de Godheid in alle volheid woont, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin de Vader Zijn welbehagen heeft gesteld, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, dat ons allen deelgenoot hebt gemaakt van Uw oneindige rijkdom, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, verlangen van de eeuwige heuvelen, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, geduldig en groot in barmhartigheid, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, mild voor allen, die U aanroepen, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, bron van leven en van heiligheid, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, verzoening voor onze zonden, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, van versmadingen verzadigd, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, om onze misdaden gebroken, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, gehoorzaam geworden tot de dood, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, met een lans doorstoken, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, bron van alle troost, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, ons leven en onze verrijzenis, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, onze vrede en onze verzoening, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, slachtoffer voor de zondaars, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, heil van hen, die op U hopen, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, hoop van ben, die in U sterven, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, hoogste Vreugde van alle heiligen, ontferm U over ons.
Lam Gods, Dat de zonden van de wereld wegneemt, spaar ons, Heer.
Lam Gods, Dat de zonden van de wereld wegneemt, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, Dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Jezus, zachtmoedig en nederig van Hart, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
Laat ons bidden. Almachtige, eeuwige God, sla Uw blikken op het Hart van Uw zeer beminde Zoon en op de lofprijzingen en voldoeningen, die Hij U heeft gebracht in naam van de zondaars. Laat U verzoenen en schenk vergiffenis aan hen, die Uw barmhartigheid afsmeken, in de Naam van dezelfde Jezus Christus, Uw Zoon, Die als God met U leeft en heerst in de eenheid met de Heilige Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Gebed voor de communie
Heilig Hart van Jezus, dat ons zozeer heeft liefgehad en dat U hebt geofferd om ons van onze zonden te genezen: U, Die, gewond door liefde, een hart zoekt, dat werkelijk nederig, vol vertrouwen, liefdevol en edelmoedig is, waar U kunt rusten en Uw hevige dorst naar liefde kunt lessen. Denkend aan de klacht, die de profeet U op de lippen legt: “En onder de volkeren is er geen enkele mens met Mij” (Is. 63, 3), wil ik U deze communie aanbieden als eerherstel voor de ondankbaarheid van allen die U niet liefhebben, die U beledigen en U vergeten.
Gebed na de communie
Geef mij, Jezus, een hart zonder smet om U meer te kunnen liefhebben; geef mij een onberispelijk leven om U meer te kunnen behagen. Sta niet toe, dat ik U beledig; help mij, Heer Jezus. Ik heb U lief met heel mijn hart, al mijn krachten en heel mijn geest; ik wil eerherstel geven voor de minachting en de koudheid van de mensen tegenover Uw Hart, dat zo vol liefde is voor ons.
Goddelijk Hart van Jezus, Onbevlekt Hart van Maria,
verander de harten, red de zielen!
Deze devotie moet verricht worden met een geest van eerherstel, dat wil zeggen met de intentie om boete te doen voor de ondankbaarheid van de mensen tegenover de oneindige liefde van het mensgeworden Woord. Het is niet verplicht om te biechten, maar dat wordt wel aanbevolen.
3 september 2025
3 september: Heilige Pius X, paus en belijder
Pius X is geboren op 2 juni 1835 in de buurt van Venetië als Giuseppe Sarto. Zijn ouders waren straatarm. Zijn studie aan het seminarie werd gefinancierd door rijke weldoeners. In 1858 werd hij priester gewijd. Hij was achtereenvolgens kapelaan, pastoor, bisschop, en kardinaal-patriarch van Venetië. Daar besteedde hij veel geld en aandacht aan de armenzorg, opende hij een faculteit voor canoniek recht en bevorderde hij de kerkmuziek. In 1903 werd hij tot paus gekozen en koos de naam Pius X.
Pius X bleef altijd een grote sympathie houden voor de armen. Hij zei zelf: "Ik ben arm geboren, heb arm geleefd en wil vooral arm sterven", zinspelende op de vrijwillige armoede zoals aangenomen door kloosterlingen. Hij zette zich reeds als patriarch van Venetië in voor liefdadigheid, scholing van de arme jeugd, en verbetering van de gezondheidszorg en haar toegankelijkheid. Tegenover de katholieke vakverenigingen was kardinaal Sarto kritisch, omdat hij vreesde voor marxistische beïnvloeding en overname van de katholieke arbeidersinitiatieven. Sarto gebruikte zijn autoriteit meermaals om de situatie van de arbeiders te verbeteren (met name tegen kinderarbeid). Hij deed dit door zijn autoriteit te gebruiken als patriarch en kardinaal, niet door tot staking aan te zetten.
Als wapenspreuk koos hij: "Alles hernieuwen in Christus".
Zijn belangrijkste beslissingen waren: de afschaffing van het veto-recht van wereldlijke machten bij de keuze van een paus, de invoering van de kindercommunie, het opstellen van een lijst met dwalingen, de instelling van de antimodernisteneed, de oprichting van het Pauselijk Bijbelinstituut en de hervorming van het canoniek recht. Paus Pius X stond bekend als een man met een enorme geestkracht. Hij leed zwaar onder de dreiging van de Eerste Wereldoorlog. Hij overleed op 20 augustus 1914.
Paus Pius XII sprak hem in 1951 zalig. In 1954 verklaarde dezelfde paus hem heilig.
2 september 2025
Juventus Lucida: meisjeskamp in Lobith
![]() |
Kerk H. Maria Onbevlekt Ontvangen in Lobith |
Na het geslaagde jongenskamp van Juventus Sancta mochten ook de meisjes niet achterblijven. Op 23 en 24 augustus vond in Lobith het allereerste meisjeskamp van Juventus Lucida (de Stralende Jeugd) plaats.
Elke dag werd gevierd met de heilige Mis, aangevuld met catechese, gezamenlijke activiteiten en natuurlijk veel gezelligheid. Zo ontvingen de meisjes een uitstekende gelegenheid om te groeien in vriendschap,
vaardigheden en deugden.
Frater Gideon
1 september 2025
Van de pastoor: Niet alleen de wereld rondom ons, maar ook de wereld ín ons moet overwonnen worden
Beminde gelovigen,
Ik hoop dat u allen goed en verkwikt uit de Sommerfrische dagen bent teruggekeerd en dat u de tijd van ontspanning ten volle hebt kunnen benutten.
Ook in de parochie is de zomertijd niet stil blijven staan: zo hebben wij de parochie-vakantieweek mogen beleven, en hebben de werkzaamheden aan het orgel en de verdere planning voor de restauratie van de gebouwen veel inzet en tijd gevraagd. Steeds opnieuw mag ik u vragen om, naar vermogen, onze parochie te blijven ondersteunen, ook economisch, opdat wij met meer gerustheid de toekomst tegemoet kunnen gaan.
In de kerk en in het geloof gaat het immers eveneens om de toekomst, die wij hier op aarde reeds voorbereiden, gedragen door de prediking en de sacramenten, de toekomst van de hemelse zaligheid. Laten wij niet moe noch moedeloos worden door de tegenslagen die wij ervaren, hetzij door de wereld, hetzij door onze eigen – soms zeer zware – zwakheid.
Want wij weten dat wij, in eenheid met Christus en levend in de staat van genade, Degene reeds aan onze zijde hebben die ons de gehele weg naar de eeuwigheid zal leiden. Zijn wij Hem door de zonde kwijtgeraakt, laten wij dan terugkeren; zijn wij lauw of onverschillig, laten wij de godsdienst met des te meer ijver beoefenen. Niet alleen de wereld rondom ons, maar ook de wereld ín ons moet overwonnen worden. De deugd beoefenen en de plicht trouw vervullen, zijn de middelen waardoor wij ons leven bevrijden uit de banden die ons van God willen afhouden.
We kijken vooruit naar de volgende gelegenheden, bij welke ik u hoop te zien in de kerk:
14 september: Catechese in het Engels
21 september: Eerste heilige communie
28 september: Catechese over de heilige Mis
26 oktober: Bedevaart naar Heiloo voor leden van de confraterniteit FSSP
16 november: Toediening heilig Vormsel
Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor
31 augustus 2025
Augustus - Onbevlekt-Hartmaand: Wonderschoonprachtige
Wonderschoonprachtige, grote en machtige,
goede, lieftallige hemelse vrouw.
Ik heb m'u voor altijd kinderlijk toegewijd,
met ziel en leven voor eeuwig getrouw.
Goed, bloed en leven wil ik u geven,
alles wat ooit ik kan worden of zijn,
geef ik u blijde, Maria, 't is dijn.
't Heelal bewondert u, geen smetten zijn in u.
Gij zijt Maria, de schoonste alleen.
Uw hoge majesteit is vol barmhartigheid,
schouw op uw kinderen, hoor hun gebeên.
Goed, bloed en leven wil ik u geven,
alles wat ooit ik kan worden of zijn,
geef ik u blijde, Maria, 't is dijn.
Gij zijt gans vlekkeloos, daarom, o schone roos,
koos d'Hemelvader u als dochter uit.
Jezus, Gods eeuw'ge Zoon, gaf u de moederkroon;
de Geest des Heren verkoos u tot bruid.
Goed, bloed en leven wil ik u geven,
alles wat ooit ik kan worden of zijn,
geef ik u blijde, Maria, 't is dijn.
Twaalfde zondag na Pinksteren
Epistel
2 Kor. 3, 4-9
Broeders, zulk een zelfvertrouwen hebben wij door Christus, steunend op God. Niet dat wij uit onszelf bekwaam zijn, om iets uit te denken, alsof het voortkwam van onszelf; integendeel, al onze bekwaamheid komt van God - van Hem, Die ons gemaakt heeft tot bekwame bedienaren van een nieuw verbond, dat niet bestaat in letter, maar in geest. De letter immers brengt de dood, maar de geest maakt levend. Welnu, indien de bediening, die leidde tot de dood en die met letters in stenen gegrift was, met zoveel luister was omgeven, dat de kinderen van Israël Mozes niet in het gezicht konden zien vanwege de glans van zijn gelaat - en deze was toch slechts van voorbijgaande aard - hoe zal dan niet veel meer de bediening van de Geest in heerlijkheid zijn? Want als de bediening, die tot veroordeling voert, reeds zo heerlijk is, dan is toch zeker de bediening, die tot gerechtigheid leidt, veel overvloediger in heerlijkheid.
Evangelie
Lc. 10, 23-37
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Zalig de ogen, die zien, wat gij ziet! Want Ik zeg u: vele profeten en koningen hebben er naar verlangd te zien, wat gij ziet, en zij hebben het niet gezien - en te horen, wat gij hoort, en zij hebben het niet gehoord! En zie, er stond een wetgeleerde op, die Hem op de proef wilde stellen door te vragen: Meester, wat moet ik doen, om eeuwig leven te verwerven? En Hij sprak tot hem: Wat staat er geschreven in de Wet? Wat leest gij daar? En de ander gaf ten antwoord: "Gij zult de Heer, uw God, beminnen uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met al uw krachten en met geheel uw verstand - en uw naaste als uzelf." En Hij zei hem: Gij hebt goed geantwoord! Doe dat, en gij zult leven! De ander nu wilde zich rechtvaardigen, en stelde daarom aan Jezus de vraag: Maar wie is dan mijn naaste? En Jezus hernam en zei: Een zeker iemand reisde van Jeruzalem naar Jericho, en viel in handen van rovers; deze beroofden hem van alles, en brachten hem vele wonden toe; zo lieten zij hem halfdood liggen, en gingen heen. Toevallig kwam een priester langs dezelfde weg; hij zag hem, maar ging verder. Zo kwam er ook een leviet voorbij; hij zag hem, maar ging verder. Doch een Samaritaan, die op reis was, kwam daar ook voorbij. En toen hij hem zag, kreeg hij medelijden; hij ging naar hem toe, en verbond zijn wonden, terwijl hij er olie en wijn op deed; dan zette hij hem op zijn lastdier, bracht hem naar een herberg, en droeg zorg voor hem. En de volgende dag nam hij twee tienlingen, gaf ze aan de waard, en zei: Zorg goed voor hem; en wanneer gij nog meer onkosten hebt, zal ik ze u vergoeden, als ik terugkom. Wie van deze drie is naar uw mening de naaste geweest van de man, die in handen van de rovers gevallen was? En hij antwoordde: Diegene, die hem barmhartigheid heeft bewezen. En Jezus zei hem: Ga dan heen, en doe gij ook zo!
Overweging
“Wat moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?” Dit is de cruciale vraag die niet alleen ons leven hier, in deze wereld, bepaalt, maar ook onze eeuwige toekomst. Iedereen zou zich deze vraag moeten stellen, ten minste degenen die in een hiernamaals geloven. Wat moet ik doen om in de hemel te komen? De wetgeleerde geeft zelf het antwoord: Gij zult de Heer, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, uit geheel uw ziel en met geheel uw kracht en verstand, en uw naaste als uzelf. Het maakt niet uit dat deze wetgeleerde Christus op de proef wilde stellen; hij heeft het juiste antwoord gegeven en onze Heer heeft dat bevestigd.
Het antwoord is heel eenvoudig en wij kunnen het samenvatten in twee geboden: allereerst God beminnen, en dan onze naaste. Het Evangelie van vandaag wordt meestal geassocieerd met het tweede gebod: de naastenliefde. Dat is begrijpelijk, want het verhaal over de barmhartige Samaritaan gaat daar ook over, maar het gevaar bestaat dat wij dit tweede gebod als het belangrijkste beschouwen. Dat gevaar is in onze tijd misschien nog groter, omdat er veel over de mens wordt gesproken, en God is op een zijspoor gezet.
God beminnen, dat is het eerste en voornaamste gebod. De wetgeleerde uit het Evangelie had er geen moeite mee. Voor hem en voor de mensen van die tijd was dat duidelijk. God eren en Hem dienen was vanzelfsprekend. In onze tijd is dat minder duidelijk geworden. Velen van ons vergeten het eerste gebod en zijn alleen gericht op het tweede. Wij horen vaak dat het genoeg is als iemand van zijn naaste houdt; dan moet God al tevreden zijn met ons. Die naastenliefde is vaak onbepaald en komt meestal neer op een onbeperkte tolerantie; wij moeten alles en iedereen aanvaarden.
Onze eerste plicht is echter om God te beminnen. Dat is uitdrukkelijk door Christus bevestigd. Wij moeten God beminnen met onze volledige persoon: met hart en ziel, met verstand en met al onze krachten. Dat is een totale liefde die de gehele mens omvat. Dat is de absolute onderwerping van ons hart en onze wil. Dat is het innerlijke aspect. Deze onderwerping wordt zichtbaar door het vervullen van de goddelijke geboden in ons leven. Daar komt de naastenliefde in zicht, die voortvloeit uit onze liefde tot God.
God beminnen is niet alleen een beweging van ons hart; onze liefde moet zich ook uiten. Een van de eerste tekenen van onze liefde tot God is Hem te loven en te danken in ons dagelijkse gebed en in de eredienst van de Kerk. Daarnaast kunnen wij nog veel doen in ons eigen leven – wij moeten namelijk steeds meer en steeds inniger verbonden zijn met God door ons eigen gebedsleven –, maar ook binnen de Kerk. De gelovigen zouden zich steeds meer moeten realiseren dat de heilige Mis de hoogste vorm van eredienst is. Onze deelname daaraan is niet vrijblijvend. Wij zijn verplicht om onze Schepper te eren, Hem te loven en te danken, en wij zijn genoodzaakt om Zijn vergeving en Zijn genade af te smeken. In de heilige Mis gebeurt dat op de meest voortreffelijke wijze. Wie dat niet aanvaardt, kan niet zeggen dat hij God bemint. De naastenliefde kan nooit zuiver zijn zonder de ware liefde tot God. Zonder de liefde tot God heeft zij geen betekenis voor ons eeuwige leven. God beminnen is het allereerste gebod; alle andere geboden vloeien daar uit voort.
Alles wat wij doen moet voortkomen uit liefde tot God. Er is geen keuze tussen de liefde tot God en de naastenliefde; er bestaat geen conflict tussen die twee. Maar om de barmhartigheid te kunnen beoefenen, moeten wij eerst dicht bij de bron van alle barmhartigheid en liefde vertoeven. Het ware christelijke leven verbindt de twee hoofdgeboden met elkaar. Dan kunnen wij zien dat de werken van barmhartigheid zich niet alleen beperken tot de materiële gebreken. De naastenliefde mag nooit de geestelijke werken van barmhartigheid uitsluiten. De zondaars vermanen, de onwetenden onderrichten, goede raad geven of bidden voor levenden en doden, dat zijn geestelijke werken van barmhartigheid die de wereld niet wil erkennen omdat zij het eerste gebod niet erkent. Maar wie in de hemel wil komen, mag deze werken niet vergeten.
30 augustus 2025
Informatiebulletin voor de maand september is verschenen
Het Informatiebulletin is een uitgave van onze parochie. De editie voor de maand september, de maand die is toegewijd aan onze lieve Vrouw van Smarten, is verschenen. In deze editie onder meer aandacht voor het overwinnen van de wereld rondom ons en ín ons, de conferentie van het Legioen Kleine Zielen en de lezing voor de Sint-Nicolaasacademie, en een terugblik op het eerste meisjeskamp Juventus Lucida.
Het Informatiebulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin september' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.
Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.
30 augustus: Heilige Rosa van Lima, maagd
De heilige Rosa werd geboren als Isabel Flores de Oliva op 20 april 1586 in Lima, Peru. Toen zij twintig jaar oud was, trad zij in bij de Dominicanessen. Als kloosternaam koos zij Rosa. Zij leidde een zeer ascetisch leven. Rosa was bevriend met de heilige Martinus van Porres.
Rosa is op 30 augustus 1617 gestorven na een lange lijdensweg die eindigde in verlamming. Paus Clemens IX verklaarde haar in 1667 zalig. In 1671 werd zij door paus Clemens X als eerste Latijns-Amerikaanse vrouw heilig verklaard. Haar vaste iconografie toont haar met een metalen kroon verborgen onder rozen en met een ijzeren ketting om haar middel.
Rosa is de patroonheilige van Peru, Noord- en Zuid-Amerika en de Filipijnen. Op haar voorspraak werd in 1671 Sittard van de pest (een dysenterie-epidemie) bevrijd. Zij is de beschermheilige van de stad, waar ook een kapel, een processie en een kermis met bijbehorend festival naar haar genoemd zijn.
Ook is Rosa de patrones van tuinmannen en bloemisten. Haar hulp wordt eveneens ingeroepen tegen familieruzies en bij verwondingen.
29 augustus 2025
29 augustus: Onthoofding van de heilige Johannes de Doper
![]() |
Salomé, de dochter van Herodias, met het hoofd van Johannes de Doper, schilderij van Caravaggio, 1610 |
Op 24 juni viert de Kerk het feest van de geboorte van Johannes de Doper. Op 29 augustus viert zij zijn onthoofding.
Uit het Evangelie volgens Marcus (6, 14-29):
Toen koning Herodes nu over Jezus hoorde, want Zijn naam was bekend geworden, zei hij: Johannes de doper is verrezen uit de doden en daarom werken de wonderkrachten in hem. Maar anderen zeiden: het is Elia, en weer anderen: Hij is een profeet. Maar toen Herodes dit alles hoorde, zei hij: Neen, het is Johannes, die ik onthoofd heb, die verrezen is. Herodes had namelijk zelf Johannes laten grijpen en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, want hij had haar tot vrouw genomen. Johannes had immers tot Herodes gezegd: Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben. Herodias was daarop op hem gebeten en wilde hem doden, maar zij kreeg geen kans, want Herodes had ontzag voor Johannes. Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was, en nam hem in bescherming. Telkens wanneer hij hem gehoord had, verkeerde hij in tweestrijd; maar toch luisterde hij graag naar hem.
Er kwam echter een 'gunstige' dag, toen Herodes bij zijn verjaardag een maaltijd aanrichtte voor zijn hoogwaardigheidsbekleders, zijn hoofdofficieren en de vooraanstaanden van Galilea. De dochter van Herodias trad op met een dans en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten. De koning zei tot het meisje: Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven. En hij bevestigde haar met een eed: Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven, al is het de helft van mijn koninkrijk. Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder: Wat zou ik vragen? Deze antwoordde: Het hoofd van Johannes de Doper. Zij haastte zich naar binnen, naar de koning en zei hem haar verlangen: Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel het hoofd van Johannes de Doper geeft. Dit deed de koning leed, maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgenoten wilde hij haar niet afwijzen. Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht en gelastte hem het hoofd van Johannes te brengen. De man ging en onthoofde hem in de gevangenis. Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje; het meisje gaf het weer aan haar moeder. Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden, kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.
Volgens Flavius Josefus, de bekende joodse geschiedschrijver, is het lichaam van de heilige naar Sabaste in Samaria gebracht. Daar had Herodes geen gezag. De grafkelder werd een kapel en genoot grote verering. Zij werd bezocht door de H. Paulus en de H. Hieronymus.
28 augustus 2025
28 augustus: Heilige Augustinus, bisschop, belijder en kerkleraar
Augustinus werd in het jaar 354 geboren in de stad Thagaste (in het huidige Algerije), als zoon van Patricius en Monica (ook heilig). Na de vroege dood van zijn vader liet zijn moeder hem studeren. In 376 werd hij leraar in de retorica in Carthago. Rond het jaar 383 verhuisde hij naar Rome.
Als hij naar Milaan reist om er een betere maatschappelijke positie te verwerven, hoort hij bisschop Ambrosius preken. Augustinus is zeer onder de indruk van deze heilige bisschop en van de katholieke leer die hij verkondigt. In de Paasnacht van het jaar 387 wordt Augustinus door Ambrosius gedoopt.
Augustinus leidt een ascetisch leven van studie en gebed. In 395 wordt hij gekozen tot bisschop van Hippo. Vierendertig jaar lang is hij een inspirerende herder, die zijn volk onderwijst met stichtende preken en geschriften. "Met u ben ik christen, voor u ben ik bisschop", zegt hij in een preek over het bisschopsambt. Augustinus treedt krachtig op tegen de allerlei dwaalleren.
Van Augustinus zijn vele citaten bekend. Enkele daarvan zijn:
Goed zingen is dubbel bidden.
Wanneer de gerechtigheid opzij geschoven is, wat zijn koninkrijken anders dan grote roversbenden?
Voor God is niets veraf of langdurig. Wil je, dat voor jou niets veraf of langdurig is, voeg je dan bij God, want daar zijn duizend jaar als de dag van heden.
Uit de Belijdenissen:
Groot zijt Gij, Heer, en ten zeerste lovenswaardig. Groot is Uw macht en Uw wijsheid kent geen getal! En loven wil U een mens, een deel van Uw schepping, ja een mens die zijn sterfelijkheid met zich meedraagt, die met zich meedraagt het getuigenis van zijn zonde en het bewijs dat Gij de hovaardigen weerstaat. En toch wil hij U loven, die mens, een deel van Uw schepping. Gij zet hem aan om er vreugde in te vinden U te loven, want Gij hebt ons gemaakt naar U, en ongerust is ons hart totdat het zijn rust vindt in U.
Het gebed is de ademhaling van de ziel.
Op een dag zit Augustinus vruchteloos peinzend over het geheim van de Triniteit aan het strand en dan ziet hij een kind dat de zee in een kuiltje wil scheppen. Als hij het kind op de onmogelijkheid daarvan wijst, dan antwoord het kind: "Evenmin kunt ge het geheim van de Drie-eenheid in uw menselijk brein vatten".
Zijn voornaamste werken zijn Confessiones (Belijdenissen), De civitate dei (Over de stad van God) en De Trinitate (Over de Drie-eenheid). Augustinus wordt beschouwd als de belangrijkste kerkvader van het Westen.
24 augustus 2025
Augustus - Onbevlekt-Hartmaand: O Hart van Maria
O Hart van Maria,
o moederlijk hart,
zo brandend van liefde,
zo vlammend van smart:
zo juub'lend van vreugde,
van reinheid zo puur,
o hart, dat één vlam zijt
van goddelijk vuur!
Wat moederlijk harte
heeft teerder bemind,
dan gij, o Maria,
uw enigste Kind?
Wat moederlijk harte
werd immer beproefd
met lijden, zó grievend
als u heeft bedroefd?
Maar wie smaakte vreugde
zó heilig, zó groot,
als gij met uw Jezus,
uw Kindek' op schoot?
Hoe lachte Hij lief'lijk,
een vreugd' in uw hart,
die bleef het verblijden
bij hevigste smart!
Elfde zondag na Pinksteren
Epistel
1 Kor. 15, 1-10
Broeders, ik breng u het Evangelie in herinnering, dat ik u gepredikt heb, en dat gij hebt aangenomen, waarin gij ook vaststaat en waarin gij redding zult vinden, indien gij het tenminste zo vasthoudt, als ik het u gepredikt heb; of het zou moeten zijn, dat gij het geloof voor niets hebt aanvaard. Want vóór alles heb ik u overgeleverd, wat ook mij is meegedeeld, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften; en dat Hij begraven is en verrezen is op de derde dag overeenkomstig de Schriften; en dat Hij verschenen is aan Kephas en daarna aan de elf. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie er velen thans nog in leven zijn, sommigen echter reeds zijn ontslapen. Daarna is Hij verschenen aan Jacobus, en toen aan al de apostelen. En het laatst van allen is Hij verschenen aan mij, die als het ware de misgeboorte ben. Want ik ben de geringste onder de apostelen, die niet waardig ben een apostel genoemd te worden, omdat ik de Kerk van God heb vervolgd. Maar wat ik nu ben, ben ik door de genade Gods; en de genade, die Hij mij geschonken heeft is niet zonder vrucht gebleven.
Evangelie
Mc. 7, 31-37
In die tijd vertrok Jezus uit de streek van Tyrus, en begaf Zich over Sidon naar de zee van Galilea, midden in het gebied van de Tien-steden. En men bracht iemand bij Hem, die doof was en stom; en zij verzochten Hem deze de hand op te leggen. Hij nam hem dan uit de menigte ter zijde, stak hem de vingers in de oren, en raakte met speeksel zijn tong aan; vervolgens sloeg Hij Zijn ogen ten hemel, slaakte een zucht, en sprak tot hem: Effeta, dat wil zeggen: ga open. En aanstonds gingen zijn oren open, en zijn tong werd van haar banden bevrijd, en hij sprak gewoon. En Hij gebood hun, het aan niemand te zeggen. Maar met hoe meer nadruk Hij hun dat gebood, des te luider verkondigden zij het, en des te groter werd hun bewondering; en zij zeiden: Alles heeft Hij wél gedaan; doven heeft Hij doen horen, en stommen heeft Hij doen spreken.
Overweging
Als inleiding op een zeer ernstig betoog over onze toekomstige verrijzenis vertelt de heilige Paulus in het epistel van vandaag over de verschillende verschijningen van de verrezen Christus. De waarde van het Evangelie en de waarde van ons heilig geloof zijn onaantastbaar. Wij hebben beide tot ons geluk door Gods goedheid mogen ontvangen. Wij geloven in de waarheid van het Evangelie. Het is de leidraad voor ons leven. Wij zullen daardoor worden gered als wij vasthouden aan Zijn waarheid.
Het middelpunt van het Evangelie is Jezus Christus, Hij Die voor ons gestorven en begraven is, en op de derde dag verrezen. Dat is het begin van ons heil: Hij is gekomen, Hij heeft geleden en Hij is gestorven. Hij is begraven en verrezen, zoals over Hem voorspeld was.
Met Zijn verrijzenis bevestigde Hij – meer dan met welk wonder ook dat Hij tevoren gedaan had – de waarheid van Zijn goddelijke zending. Zijn evangelie is dus waarheid, het is goddelijke waarheid. Jezus van Nazareth verkondigt de weg van het heil en er is geen andere weg. Alle andere wegen en zijpaden lopen dood. Er is alleen de ene weg van Christus. Hij is verrezen en Hij bevestigt daarmee alles wat Hij heeft gezegd en heeft gedaan. De verrijzenis is het goddelijke zegel op de woorden van Christus. Bij Paulus kunnen wij lezen aan wie Hij is verschenen. Eens is Hij zelfs verschenen aan meer dan vijfhonderd tegelijk, van wie de meesten nog leefden toen Paulus zijn getuigenis opschreef.
Christus is ook verschenen aan Paulus. Paulus zegt over zichzelf dat hij niet waardig is om apostel te worden genoemd, omdat hij Gods Kerk vervolgd heeft, een godslasteraar en een geweldenaar was, maar hij vond ontferming. Dat is onze grote troost. God laat allerlei zonden toe, opdat wij tot oprechte nederigheid en bekering komen en tot het inzicht dat wij uit onszelf niets vermogen. Christus is voor ons gestorven, Hij is verrezen en verschenen. Het valt niet te loochenen. Wie vasthoudt aan een zondig leven zonder de wil tot ommekeer, die loochent Christus. Deze zondaar zal Christus nooit in de hemelse glorie en zaligheid ontmoeten.
Het ware geloof, de overgave aan de Waarheid komt alleen door Gods goedheid. Het geloof is Zijn gave. Maar wij zouden bereid moeten zijn om deze gave in ontvangst te nemen, net zoals de heilige Paulus dat deed. Daarover schrijft hij ook als hij zegt: “Wie uit God is geboren, bedrijft geen zonde, want Zijn zaad, dat is Gods genade, is in hem”.
Paulus voltooit zijn gedachten met de woorden: “Christus is in de wereld gekomen om de zondaars te redden. Wie bereid is om zich te bekeren zal de ontferming van God ervaren.” Deze waarheid geldt zowel voor de heilige Paulus als voor onze tijd, en het is de hoogste tijd dat de wereld en de mensen van vandaag opnieuw deze goddelijke liefde en ontferming ernstig nemen. Als wij dat niet doen, dan is dat een belediging van Zijn goddelijke Majesteit die roept om gerechtigheid.
22 augustus 2025
Augustus - Onbevlekt-Hartmaand: O Maagd, zo rein, zo schoon
O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens zie ik u hierboven,
met d'eng'len die u loven,
met Jezus, uwe Zoon.
Refrein
O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens kniel ik voor uw troon.
O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens kniel ik voor uw troon.
O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens zie 'k uw gloriestralen,
waarbij 't geen glans kan halen
van 's werelds dwaas vertoon.
O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens zult gij mij verblijden,
vergoeden al mijn lijden,
al stierf ik duizend doôn.
O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens kom ik u begroeten
en leg ik aan uw voeten
voor eeuwig mijne kroon.
22 augustus: Onbevlekt Hart van Maria, feest
Maria zei tegen de kinderen van Fatima: "Jullie hebben de hel gezien waarheen de arme zondaars op weg zijn. Om hen te redden wil de Heer de verering van mijn Onbevlekt Hart ingang doen vinden in de wereld. Wanneer men dit doet, zeg ik jullie, zullen vele zielen gered worden en zal er vrede komen." En bij dezelfde verschijning op 13 juli 1917: "Offer je op voor de zondaars en zeg dikwijls, in het bijzonder wanneer je een offer brengt: O Jezus, uit liefde voor U en voor de bekering van de zondaars, als genoegdoening voor de beledigingen die het Onbevlekt Hart van Maria worden aangedaan."
25 jaar na de verschijningen van Fatima, in 1942, wijdde paus Pius XII de Kerk en de gehele mensheid toe aan het Onbevlekt Hart van Maria. Hij deed dat wegens de plaats die Maria inneemt in het verlossingswerk en met het oog op de nood van de tijd; hij verwachtte van de verering van dit Hart de vrede onder de volkeren, de vrijheid van de Kerk, de bekering van de zondaars en het opnieuw opbloeien van de christelijke deugden. (Decreet over het Feest van het Hart van Maria, 4 mei 1944).
Op 8 december 1854 kondigde paus Pius IX reeds het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria af. Enkele jaren later zou Maria dit in de verschijningen te Lourdes bevestigen.
Bij gelegenheid van het hoogfeest van Maria Boodschap heeft de heilige paus Johannes Paulus II in 1984 tijdens het bijzondere Heilige Jaar van de Verlossing (1983-1984) in navolging van paus Pius XII opnieuw een toewijding aan Maria uitgesproken.
We staan dus in een lange katholieke traditie als wij onszelf en onze naasten ook toewijden aan het Onbevlekt Hart van Maria, bijvoorbeeld met dit gebed:
Heilige Moeder van God, Koningin van hemel en aarde!
Uw Onbevlekt Hart was altijd gelijkvormig met de Wil van de hemelse Vader.
Wij verkiezen u opnieuw tot onze Moeder en Voorspreekster bij de troon van uw goddelijke Zoon.
Neem de onherroepelijke toewijding van ons hart aan,
dat nooit buiten gevaar is als wij er zelf over beschikken,
en dat nergens veiliger geborgen is dan in uw handen.
Verkrijg voor ons oprecht berouw over onze zonden
en alle genaden die wij nodig hebben
om eens het eeuwig leven te bezitten.
Maria, zegen dit huis, waar uw naam geëerd wordt.
Eer en roem aan de onbevlekte maagd Maria,
de gezegende onder de vrouwen,
de Moeder van onze Heer Jezus Christus,
de Koningin des Hemels!
Amen.
21 augustus 2025
Paus Leo XIV vraagt om dag van vasten en gebed voor vrede in de wereld op vrijdag 22 augustus
Gisteren, tijdens de algemene audiëntie, riep paus Leo XIV op tot een speciale dag van vasten en gebed voor vrede in de wereld op vrijdag 22 augustus. Op die dag vieren we in de traditionele liturgie het feest van het Onbevlekt Hart van de heilige maagd Maria. In de novus ordo wordt de gedachtenis van de heilige maagd Maria, Koningin, gevierd.
Paus Leo sprak: "Vrijdag 22 augustus viert de Kerk de gedachtenis van de heilige maagd Maria, Koningin. Maria is de Moeder van de gelovigen hier op aarde en wordt ook aangeroepen als Koningin van de Vrede, terwijl de aarde nog steeds geteisterd wordt door oorlogen in het Heilig Land, Oekraïne en vele andere delen van de wereld. Ik nodig alle gelovigen uit om 22 augustus te wijden aan vasten en gebed, de Heer smekend om ons vrede en gerechtigheid te schenken en de tranen te drogen van hen die lijden als gevolg van de aanhoudende gewapende conflicten. Maria, Koningin van de Vrede, bid voor hen zodat de volkeren de weg naar vrede mogen vinden."
20 augustus 2025
Augustus - Onbevlekt-Hartmaand: Ave Maris Stella (Grieg)
Latijn Ave Maris stella, Dei Mater alma, Atque semper Virgo, Felix caeli porta. Sumens illud Ave Gabrielis ore, Funda nos in pace, Mutans Hevae nomen. Solve vincla reis, Profer lumen caecis, Mala nostra pelle, Bona cuncta posce. Monstra te esse matrem, Sumat per te preces, Qui pro nobis natus Tulit esse tuus. Virgo singularis, Inter omnes mitis Nos, culpis solutos, Mites fac et castos. Vitam praesta puram, Iter para tutum, Ut, videntes Iesum, Semper collaetemur. Sit laus Deo Patri, Summo Christo decus, Spiritui Sancto, Tribus honor unus. Amen. | Nederlands Wees gegroet, sterre der zee, voedende Moeder Gods, en altijd Maagd, zalige poort des hemels. Gij die dit AVE uit de mond van Gabriel mocht vernemen, grondvest ons in de vrede door de naam van EVA om te keren. Slaak de boeien van de zondaars, schenk het licht aan de blinden, verdrijf onze kwalen en verwerf ons alle goeds. Toon dat gij moeder zijt; moge Hij, Die voor ons geboren is en Zich verwaardigd heeft uw Zoon te zijn, door u onze gebeden aanvaarden. Maagd zonder weerga, boven allen zachtmoedig, verlos ons van onze schuld en maak ons zachtmoedig en kuis. Geef ons een rein leven, bereid ons een veilige weg, opdat wij Jezus aanschouwend ons eeuwig samen mogen verblijden. Lof zij aan God de Vader, roem aan Christus de Allerhoogste, en aan de Heilige Geest; aan alle Drie gelijke eer. Amen. |
20 augustus: Heilige Bernardus, abt en kerkleraar
Bernardus van Clairvaux wordt in 1090 geboren in Fontaine-lès-Dijon (bij Dijon). Hij was een Franse abt en de belangrijkste promotor van de hervormende kloosterorde van de Cisterciënzers. Na de dood van zijn moeder in 1113 trad Bernardus toe tot de Cisterciënzer orde. Reeds drie jaar later kreeg hij opdracht om een dochterklooster te stichten, dat hij op 25 juni 1115 de naam Claire Vallée, 'Clairvaux' gaf.
Bernardus had een bijzondere devotie tot de heilige maagd Maria. Veel van zijn preken gaan over haar rol als voorspreekster. Hij wordt dan ook herdacht als groot marioloog, niet omdat hij uitvoerig schreef over Onze Lieve Vrouw, maar omdat hij haar essentiële rol in de Kerk begreep, en haar als het perfecte model presenteerde van het monastieke leven en van elke andere vorm van christelijk leven.
In het jaar 1128 speelde Bernardus een rol in het Concilie van Troyes, waarin hij de contouren van de Regels van de Tempeliers schetste, die al snel het ideaal van de christelijke adel werden.
Bij de dood van paus Honorius II op 14 februari 1130, brak er een schisma uit in de kerk. Koning Louis VI riep een nationaal concilie van de Franse bisschoppen bijeen in Étampes, waar Bernardus werd gekozen om te oordelen over de rivaliserende pausen. In 1139 woonde Bernardus het Tweede Concilie van Lateranen bij. Hij hekelde de leer van Pierre Abélard bij de paus, die vervolgens in 1141 het Concilie van Sens bijeenriep om deze zaak verder af te wikkelen. Bernardus zag een van zijn leerlingen, Bernard van Pisa, tot paus gekozen worden.
Na eerder geholpen te hebben het schisma binnen de Kerk te beëindigen, kreeg Bernardus nu de opdracht om de ketterij te bestrijden. In juni 1145 reisde hij naar het zuiden van Frankrijk en in zijn prediking bestreed hij de ketterij. Na de christelijke nederlaag bij het Beleg van Edessa droeg de paus hem op om in zijn predikingen op te roepen tot een Tweede Kruistocht.
De laatste jaren van het leven van Bernardus werden bezwaard door de mislukking van deze Tweede kruistocht, waarvoor hij de gehele verantwoordelijkheid kreeg toebedeeld. Bernardus overleed op 20 augustus 1153 op drieënzestig-jarige leeftijd in Clairvaux, na 40 jaar doorgebracht te hebben in het klooster.
Op 18 januari 1174 werd hij door paus Alexander III heilig verklaard. Hij was de eerste Cisterciënzer monnik die werd opgenomen in de heiligenkalender. Paus Pius VIII riep hem in 1830 uit tot Kerkleraar. Deze paus noemde Bernardus de 'honingzoete' vanwege zijn welsprekendheid. De tekst van de hymne ‘Ave Maris Stella’ zou door Sint Bernardus zijn geschreven.
19 augustus 2025
19 augustus: Heilige Johannes Eudes, belijder
Jean Eudes wordt geboren op 14 november 1601 geboren in het Normandische plaatsje Ri bij Argentan (in het bisdom Bayeux). Als jong kind legde hij reeds een grote vroomheid aan de dag. Op vierentwintigjarige leeftijd ontving hij de priesterwijding bij de Oratorianen in Parijs.
Als parochiepriester waagt hij tot twee keer toe zijn leven door lijders aan de pest op te zoeken en te verplegen. Hij is een beroemd volksmissionaris. Als bekend wordt dat hij ergens zal preken, stromen de mensen met duizenden toe.
In 1639 wordt hij benoemd tot overste van de Oratorianen, maar in 1643 verlaat hij de congregatie en sticht met vijf anderen de Congregatie van de Priesters van Jezus en Maria (CJM, ook eudisten genoemd). Zij legt zich met name toe op de devotie tot het Heilig Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria en op een zorgvuldige priesteropleiding in de geest van de besluiten van Concilie van Trente (1570). Paus Clemens X geeft zijn officiële goedkering aan de statuten. Eudes blijft tot aan zijn dood algemeen overste.
Hij wordt beschouwd als een van de grootste religieuze vernieuwers van Frankrijk. In 1925 werd Johannes Eudes door paus Pius X heilig verklaard.
18 augustus 2025
18 augustus: Heilige Agapitus, martelaar (gedachtenis)
In het jaar 275 was Agapitus slechts 15 jaar oud toen hij door keizer Aurelianus werd gearresteerd, omdat hij christen was. Zonder schroom getuigde hij van zijn geloof in Christus. Daarom werd hij gegeseld en in een kerker geworpen, zonder voedsel, in de verwachting dat hij zijn christelijk geloof wel zou loslaten. Toen de prefect Antiochus hem na vijf dagen bezocht, trof hij hem nog vastberader aan dan tevoren. Hij werd gefolterd met gloeiende kolen op zijn hoofd. De jonge Agapitus onderging zijn marteling uiterst moedig en prees God met de woorden: “Een hoofd dat voor eeuwig een kroon zal dragen in de hemel, mag niet aarzelen als het onder lijden en pijn gebukt gaat op aarde. Verbranding en verwondingen maken mijn hoofd waardiger om de kroon te dragen in eeuwige glorie.”
In woede ontstoken liet Antiochus Agapitus geselen totdat zijn lichaam tot een grote wond was verworden, daarna werd hij aan zijn voeten boven een vuur gehangen met de bedoeling dat hij zou stikken. Dat lukte echter niet. Na een lange stilte sprak Agapitus opnieuw tot Antiochus: “Antiochus, de mensen zullen zeggen dat uw vernuft, uw verstand, in rook opgaat.” Opnieuw werd hij gegeseld, waarna kokend water in zijn wonden werd gegoten. Vervolgens werden alle tanden uit zijn mond geslagen en zijn kaken gebroken.
God strafte de tiran vanwege zijn wreedheden; hij viel van zijn zetel en brak zijn nek. Toen keizer Aurelianus dit hoorde, liet hij Agapitus voor de wilde leeuwen werpen. Maar deze weigerden hem aan te raken. Daarop besloot de keizer hem te laten onthoofden.
Agapitus is patroon van de stad Palestrina. Hij is beschermheilige van zieke kinderen en zwangere vrouwen; zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen buikpijn en kolieken. Hij wordt afgebeeld opgehangen boven een brandstapel met het hoofd naar beneden, met een of meerdere leeuwen, met gloeiende kolen of met een kroon.
17 augustus 2025
Augustus - Onbevlekt-Hartmaand: Immaculata, ik ben uw kind (gij, leliereine)
Immaculata, gij leliereine,
van eeuwige reinheid beminlijke Bruid.
'k Wil mij met lichaam en ziel aan u wijden,
u kies ik heden tot Moeder mij uit.
Reinste, door eng'len en mensen bemind.
Immaculata, bescherm uw kind.
Moeder, ik vrees voor de loerende vijand,
voor duizend gevaren die dreigen van ver.
Moeder, 'k heb angst voor de nakende toekomst.
Toon gij u immer, mijn lichtende Ster.
Tot ik in 't strijden de zege verwin.
Immaculata, bescherm uw kind.
Moeder, bewaar mij voor boosheid en zonden,
behoud mijne ziele onschuldig en rein,
wil mij geleiden in leven en sterven,
laat mij een vurig Mariakind zijn.
Tot in de hemel ik, Moeder, u vind.
Immaculata, bescherm uw kind.
Tiende zondag na Pinksteren
![]() |
De farizeeër en de tollenaar. |
Epistel
1 Kor. 12, 2-11
Broeders, gij weet het: toen gij nog heidenen waart, hebt gij u blindelings laten leiden naar de stomme afgoden. Daarom vestig ik er uw aandacht op, dat niemand, die spreekt door de Geest van God, zegt: Jezus zij vervloekt; evenzo kan niemand zeggen: Jezus is de Heer, tenzij door de Heilige Geest. Wel is er verschil van genadegaven, maar het is dezelfde Geest; en er is verschil van bediening, maar het is dezelfde Heer, en er bestaat verschil van werking, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt. Aan een ieder wordt de zichtbare werking van de Geest gegeven, om er nut mee te stichten. Aan de een wordt door de Geest gegeven een woord van wijsheid; aan de ander een woord van kennis krachtens dezelfde Geest; aan een derde, in dezelfde Geest, geloof; aan een ander een gave van genezingen, in de éne Geest; aan een ander het werken van wonderen, aan een ander profetengave, aan een ander de onderscheiding der geesten; aan een ander het spreken van verschillende talen, aan een ander de vertolking van die talen. Maar dat alles bewerkt de éne en dezelfde Geest, Die aan een ieder toedeelt, zoals Hij wil.
Evangelie
Lc. 18, 9-14
In die tijd hield Jezus de volgende gelijkenis voor aan sommigen, die voor zichzelf de overtuiging hadden, dat zij rechtvaardig waren en daarom op de anderen met minachting neerzagen: Twee mensen gingen op naar de tempel om te bidden; de één was een farizeeër, de ander een tollenaar. De farizeeër stond daar, en bad bij zichzelf: O God, ik dank U, dat ik niet ben zoals de overige mensen: dieven, onrechtvaardigen, echtbrekers, of zoals die tollenaar ginds; ik vast tweemaal in de week, ik geef tienden van alles, wat ik in bezit krijg. Maar de tollenaar bleef op een afstand staan en durfde zelfs zijn ogen niet ten hemel opheffen; doch hij klopte op zijn borst en zei: O God, wees mij, zondaar, genadig! Ik verzeker u: deze laatste ging gerechtvaardigd naar huis, in tegenstelling met de ander; want al wie zich verheft, zal vernederd, maar wie zich vernedert, zal verheven worden.
Overweging
In de gelijkenis van deze zondag over de farizeeër en de tollenaar wordt ons door Jezus weer eens duidelijk het belang van ware nederigheid voorgehouden. Twee mensen gingen bidden, een farizeeër en een tollenaar. De farizeeër bad: “God, ik dank u dat ik niet ben zoals de anderen, rovers en onrechtvaardigen, of zoals die tollenaar.” Daarna vertelt de farizeeër aan God al het goede dat hij doet. De tollenaar bidt in zijn gebed tot God: “O God, wees mij, zondaar, genadig.”
Hier wordt door Jezus Zelf de grondslag van alle ware nederigheid aangegeven. Het is de erkenning van onze diepe ellende, armoede en zondigheid, van onze geringheid tegenover de oneindige volmaaktheid van God. Wij kunnen alleen voor Hem treden in een geest van diepe erkentenis van ons eigen onvolkomenheid. Alles wat wij verder over de nederigheid kunnen zeggen, steunt daar op en wordt daar van afgeleid. De heilige Bernardus zou de nederigheid bepalen als ‘de geringe dunk die iemand heeft van zichzelf’. En terecht is dit een kenmerk van wezenlijke en ware nederigheid.
Wij kunnen zeggen dat nederigheid altijd een gering en bescheiden denken over zichzelf betekent. Het is ook onszelf willen zien zoals wij werkelijk zijn, inclusief alle gebreken en fouten. Zichzelf zo te zien is de eerste stap op de weg naar volmaaktheid die God in degene bewerkt die zichzelf kent en daarom bereid is om met Zijn genade mee te werken. Het fundament van de ware nederigheid is daarom de juiste houding die men aanneemt tegenover God. De farizeeër meent God een dienst te bewijzen met het opzeggen van al zijn eigen goede werken. Hij verheft zich daardoor op een hoogmoedige wijze boven anderen en dankt God er zelfs voor dat hij niet is zoals de anderen. Hij acht zichzelf beter dan zijn omgeving. Door de gelijkenis van vandaag keurt Christus zijn gedrag en zijn gebed volkomen af. De farizeeër weet geen houding van liefdevolheid aan te nemen tegenover de mensen, omdat hij geen houding van bescheidenheid weet aan te nemen tegenover God.
De tollenaar is zich bewust van zijn zonden. Hij is verlegen, hij voelt zich als geslagen. Hij durft zelfs niet op te zien en stamelt alleen: “God, wees mij, zondaar, genadig”. Alles van de ‘übermensch’ is hier weg. Alleen berouw, deemoed en besef van eigen zondigheid blijven in hem over.
En dan volgt het onomwonden oordeel van de Meester: “Ik zeg u, deze ging gerechtvaardigd naar huis, in tegenstelling tot de ander.” De tollenaar wordt geprezen. Hij had besef van zijn zondigheid. Hij trachtte niet zijn eigen ellende op allerlei wijzen te camoufleren. Hij was een zondaar, maar door dat met berouw te erkennen werd hij een rechtwaardige. Zelfs zonder zonden blijft de mens op onmetelijke afstand van God verwijderd, en heeft hij daarom allerlei redenen om nederig over zichzelf te denken. De farizeeër beging de fout van eigen blindheid.
Laten wij het volgende woord van de heilige Augustinus ter harte nemen: “God, laat mij toch kennen wie Gij zijt en laat mij erkennen wie ik ben”. In deze woorden ligt de sleutel van nederigheid en dankbare Godbejegening.