Gegroet, heilige engel Gods,
bewaarder van mijn ziel en mijn lichaam.
Door het allerzoetste Hart van Jezus Christus,
de Zoon van God,
omwille van Zijn liefde die u en mij geschapen heeft,
en omwille van de liefde van Hem Die mij bij het doopsel aan u heeft aanbevolen,
neem mij aan in uw trouwe vaderlijke zorg;
opdat ik, door u geholpen,
ongedeerd mijn tocht over de wilde stroom van dit leven mag volbrengen,
en in uw gezelschap de vreugde mag genieten
het zoete Gelaat te aanschouwen, dat gij reeds ziet,
en de heerlijke schoonheid van Gods majesteit,
die alle verrukking te boven gaat.
H. Gertrudis de Grote