25 december 2010

Preek voor het Hoogfeest van Kerstmis (Dagmis)

Een foto van de nieuwe Kerststal in onze kerk.

Epistel
Hebr. 1, 1-12
Broeders, nadat God vroeger vele malen en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu, op het einde van de dagen, tot ons gesproken door de Zoon, die Hij tot erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat, door wie Hij ook het heelal heeft geschapen. Hij is de afstraling van Gods heerlijkheid en het evenbeeld van zijn wezen, en Hij houdt alles in stand door zijn machtig woord. En na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken, heeft Hij zich neergezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, even hoog verheven boven de engelen als de naam, die zijn erfdeel is geworden, de hunne overtreft. Want tegen welke engel heeft Hij ooit gezegd: Mijn zoon ben jij, Ik heb je vandaag verwekt? Of: Ik zal voor hem een vader zijn, en hij zal voor Mij een zoon zijn? Wanneer Hij evenwel de eerstgeborene opnieuw de wereld binnenleidt, zegt Hij: Alle engelen van God moeten zich voor Hem neerwerpen. Over de engelen zegt Hij: Hij die zijn engelen tot stormwinden maakt en zijn dienaren tot laaiend vuur, maar over de zoon: Uw troon, o God, staat voor altijd en eeuwig, en: De scepter van het recht is de scepter van uw koningschap. Gerechtigheid hebt U liefgehad en onrecht gehaat; daarom, o God, heeft uw God U gezalfd met de olie van de vreugde, als geen van uw gelijken. En: In het begin, Heer, hebt U de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk van uw handen. Zij zullen vergaan, U echter blijft. Alle zullen ze verslijten als kleren, U zult ze opvouwen als een mantel, als een kledingstuk zullen zij verwisseld worden. U echter bent dezelfde en uw jaren nemen geen einde.

Evangelie
Johannes 1, 1-14
In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. Wat ontstaan was, had leven in Hem, en het leven was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis kon het niet aan. Er is een mens geweest, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Hij kwam als getuige: hij moest getuigen van het licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Hij was niet het licht, hij moest getuigen van het licht. Het ware licht was er, dat elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet opgenomen. Aan diegenen die Hem toch opnamen, heeft Hij het vermogen gegeven om kinderen te worden van God: aan hen die geloven in zijn naam. Niet langs de weg van het bloed, niet door de begeerte van het vlees of door mannelijk streven, maar uit God zijn ze geboren. Ja, het woord is vlees geworden! Hij is onder ons zijn tent komen opslaan en we hebben zijn heerlijkheid gezien, de heerlijkheid die Hij als eniggeboren Zoon aan de Vader ontleende, vervuld als Hij was van genade en waarheid.

Preek
In deze dagen van Kerstmis verzamelt de Kerk haar kinderen rond de kribbe om te gedenken dat onze Redder en Verlosser is geboren. Wat dit in het algemeen voor de mensen betekent, is misschien duidelijker uit te leggen als wij zien wat het eens heeft betekend.

Allereerst betekende het dat de herders Hem kwamen aanbidden in de stal te Bethlehem, zoals het Evangelie ons vertelt. Verder had het voor onze voorouders zoveel betekenis dat zij overal ter wereld kerken gingen bouwen – waaronder dit prachtige kerkgebouw – om hun Verlosser te aanbidden. Door alle tijden heen betekende Zijn geboorte dat de mensen Hem gingen verheerlijken door aanbidding, zelfs als dat hun het leven zou gaan kosten. Denken wij daarbij aan Stephanus en aan de Onnozele Kinderen, die gedood werden omwille van Christus en die tijdens het Kerstoctaaf door de Kerk herdacht worden. Wij kunnen ons afvragen, waarom zij dat deden. Omdat het gebed tot Hem hun leven heeft veranderd; die aanbidding vervulde hen met een bovennatuurlijk geluk. Dit geluk liet hen begrijpen dat zij hun thuis hadden in de hemel.

Het gebed bevrijdt de mens van zichzelf en van de daarmee verbonden zelfzucht. Het gebed laat de mens vertrouwen op Hem Die geboren is, en Die ons – door middel van de Kerk – tot de volheid van het leven wil voeren, namelijk tot heiligheid.

Wat betekent Zijn geboorte voor ons, die vandaag hier verzameld zijn? Als wij willen dat Zijn geboorte de juiste plaats inneemt in ons leven, dan moeten ook wij ons laten vervullen met deze geest van aanbidding, die ons leven zal omwentelen en die ervoor zorgt dat wij niet meer naar onszelf kijken, maar dat wij opkijken naar Hem, Die gekomen is om ons te verlossen. Dat betekent heel concreet dat wij meer vertrouwen zullen moeten stellen op Zijn belofte van redding en verlossing dan op onze eigen plannen voor het leven. Het betekent dat wij bereid moeten zijn om de juiste middelen te gebruiken om Hem blijvend toe te behoren door het inwonen van Zijn heiligmakende genade.

Wat betekent Zijn geboorte vandaag? In het licht van deze uitleg moeten wij vaststellen dat de wereld van vandaag wel Zijn geboorte viert maar niet Zijn licht wil opnemen. Hij Die geboren is om de volkeren te verlichten wordt niet langer toegelaten als objectieve maatstaf voor het openbare leven en nog maar zelden als het Licht voor de individuele mens. Mede daarom, beminde gelovigen, leven wij nu in een duistere tijd. De mensen komen nooit verder dan naar zichzelf te kijken, en wat zij zien is niet uit te houden. Tegelijkertijd weten zij vaak niet meer waarheen te kijken voor verlossing, en komen zo dieper en dieper terecht in het verderf, het ongeluk en de zonde. Daardoor wordt ook de samenleving in deze duisternis gestort.

Bidden wij, dierbare gelovigen, dat het enige Licht en de enige Verlosser opnieuw in Zijn genade geboren mag worden in de zielen, doordat de Kerk als herder opnieuw haar kudde voert tot aanbidding van het goddelijk Kind.