16 september 2024

16 september: H.H. Cornelius (paus) en Cyprianus (bisschop), martelaren

Cornelius werd aan het begin van de derde eeuw geboren. In 251 werd hij, nadat de pauselijke zetel 15 maanden vacant was geweest, tot bisschop van de Kerk van Rome gewijd. Dit bleef hij tot 253. In dit korte tijdsbestek heeft hij vooral te kampen gehad met de leer van Novatianus, een dwaalleraar die zich opwierp als tegenpaus. Het eigenlijke conflict ging over het weer opnemen van de mensen die tijdens de vervolging van het geloof waren afgevallen. De Novitianen ontkenden de macht van de Kerk om zware zonden te vergeven. Deze dwaling hield twee eeuwen stand. Volgens de H. Cornelius konden deze 'gevallenen' (lapsis) - zij hadden tijdens de vervolging onder keizer Decius aan afgoden offers gebracht - weer door handoplegging en boete in de Kerk worden opgenomen. Cyprianus heeft Cornelius geholpen het gezag te handhaven. Paus Cornelius werd door keizer Gallus verbannen naar het huidige Civitavecchia. Hier werd hij op 14 september 253 door onthoofding om het leven gebracht. De heilige Cornelius ligt begraven in de catacomben van Callistus.

Cyprianus was een vriend van paus Cornelius. Hij werd rond het jaar 210 in Carthago geboren. Hij stamde uit een heidense familie. Na zijn bekering in 248 werd hij tot priester gewijd en daarna (in 249) tot bisschop van Carthago. Hij heeft paus Cornelius gesteund in de strijd tegen de Novitianen. Hij heeft zich tijdens paus Stephanus hard opgesteld tegen ketterdopen. Tijdens de christenvervolging ten tijde van keizer Valerianus werd Cyprianus verbannen. Op 14 september 258 werd hij in Carthago onthoofd.

Cornelius is patroon van boeren en tegen krampen, oorkwalen, zenuwziekten en epilepsie. Bovendien is hij een van de vier heilige maarschalken, dat wil zeggen bijzondere voorsprekers bij God, samen met Antonius, Quirinus en Hubertus.

Cyprianus wordt aangeroepen als beschermer tegen de pest.

15 september 2024

Sequentie - Stabat Mater (Rossini)


Stabat mater dolorosa
juxta Crucem lacrimosa,
dum pendebat Filius.

Cuius animam gementem,
contristatam et dolentem
pertransivit gladius.

O quam tristis et afflicta
fuit illa benedicta,
mater Unigeniti!

Quæ mœrebat et dolebat,
pia Mater, dum videbat
nati pœnas inclyti.

Quis est homo qui non fleret,
matrem Christi si videret
in tanto supplicio?

Quis non posset contristari
Christi Matrem contemplari
dolentem cum Filio?

Pro peccatis suæ gentis
vidit Iesum in tormentis,
et flagellis subditum.

Vidit suum dulcem Natum
moriendo desolatum,
dum emisit spiritum.

Eia, Mater, fons amoris
me sentire vim doloris
fac, ut tecum lugeam.

Fac, ut ardeat cor meum
in amando Christum Deum
ut sibi complaceam.

Sancta Mater, istud agas,
crucifixi fige plagas
cordi meo valide.

Tui Nati vulnerati,
tam dignati pro me pati,
pœnas mecum divide.

Fac me tecum pie flere,
crucifixo condolere,
donec ego vixero.

Juxta Crucem tecum stare,
et me tibi sociare
in planctu desidero.

Virgo virginum præclara,
mihi iam non sis amara,
fac me tecum plangere.

Fac, ut portem Christi mortem,
passionis fac consortem,
et plagas recolere.

Fac me plagis vulnerari,
fac me Cruce inebriari,
et cruore Filii.

Flammis ne urar succensus,
per te, Virgo, sim defensus
in die iudicii.

Christe, cum sit hinc exire,
da per Matrem me venire
ad palmam victoriæ.

Quando corpus morietur,
fac, ut animæ donetur
paradisi gloria. Amen.
Naast het kruis met schreiende ogen,
stond de Moeder - diep bewogen,
daar de Zoon te sterven hing.

En haar door het zuchtend harte,
overstelpt van wee en smarten,
't zevenvoudig slagzwaard ging.

O hoe droef, hoe vol van rouwe,
was die zegenrijkste Vrouwe,
om Gods eengeboren Zoon!

Ach, hoe streed zij! Ach, hoe kreet zij,
en wat folteringen leed zij,
bij 't aanschouwen van die hoon!

Wie, die hier niet schreien zoude,
die het grievend leed aanschouwde,
dat Maria's ziel verscheurt?

Wie kan, zonder mee te wenen,
Christus' Moeder horen stenen,
daar zij met haar Zoon hier treurt?

Voor de zonden van de zijnen
zag zij Jezus zo in pijnen,
en in wrede geselstraf.

Zag haar lieve Zoon zo lijden,
heel alleen de doodskamp strijden,
tot hij Zijnen geest hergaf.

Geef, o Moeder, bron van liefde,
dat ik voele wat u griefde,
dat ik met u medeklaag.

Dat mij 't hart ontgloei' van binnen,
in mijn Heer en God te minnen,
dat ik Hem alleen behaag.

Heilige Moeder, wil mij horen,
met de wonden mij doorboren,
die Hij aan het kruishout leed.

Ach, dat ik de pijn gevoelde,
die uw lieve Zoon doorwoelde,
toen Hij stervend voor mij streed.

Mocht ik klagen al mijn dagen,
en Zijn plagen waarlijk dragen,
tot mijn jongste stervenssmart.

Met u onder 't kruis te wenen,
met uw rouwe mij verenen,
dat verlangt mijn zuchtend hart.

Maagd der maagden, nooit volprezen,
wil voor mij niet bitter wezen,
laat mij treuren aan uw zij.

Laat mij al de wrede plagen,
en de dood van Christus dragen,
laat mij sterven zoals Hij.

Laat Zijn wonden mij doorwonden,
worde ik bij Zijn kruis verslonden,
in het Bloed van uwen Zoon.

Moge ik in het vuur niet branden,
neem, o Maagd, mijn zaak in handen,
in het oordeel voor Gods troon.

Christus, moge ik eens behalen,
als mijn levenszon gaat dalen,
door Uw Moeder palm en prijs.

En als 't lichaam dan zal sterven,
doe mijn ziel de glorie erven,
van het hemels Paradijs. Amen.

Zeventiende zondag na Pinksteren

Epistel
Efes. 4, 1–6
Broeders - ik, die boeien draag omwille van de Heer - ik bid u, toch een leven te leiden, dat in overeenstemming is met de roeping, die gij ontvangen hebt. Wilt in alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld elkander liefdevol verdragen, vol ijver om de eenheid van geest te bewaren in de band van de vrede. Eén lichaam en één geest, zoals gij geroepen werd met één en hetzelfde vooruitzicht van deze roeping. Eén Heer, één geloof, één doopsel. Eén God en Vader van allen, Die boven allen en door alles en in ons allen is; Die gezegend is in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Evangelie
Mt. 22, 34–46
In die tijd kwamen de farizeeën bij Jezus, en een van hen, een wetgeleerde, trachtte Hem op de proef te stellen door te vragen: Meester, wat is het grootste gebod in de Wet? Jezus antwoordde hem: Gij zult de Heer, uw God, beminnen uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. En het tweede is daaraan gelijk: gij zult uw naaste beminnen, zoals u zelf! Op deze twee geboden berust de gehele Wet en de profeten. Terwijl nu de farizeeën zo bij elkander stonden, stelde Jezus een vraag aan hen: Wat dunkt u van de Christus? Van wie is Hij de Zoon? Zij antwoordden Hem: Van David. Hij zei hun: Hoe komt het dan, dat David in de Geest Hem ‘Heer’ noemt, als hij zegt: "De Heer zei tot mijn Heer; zit neer aan Mijn rechterhand, tot Ik uw vijanden neerleg als een voetbank voor uw voeten." Als nu David Hem ‘Heer’ noemt, hoe is Hij dan zijn Zoon? En niemand was in staat Hem daarop een antwoord te geven; en van die dag af waagde het ook niemand meer om Hem nog vragen te stellen.

Overweging
Bemin de Heer, uw God, met geheel uw hart, met geheel uw ziel en met geheel uw verstand, zo horen wij vandaag in het heilig Evangelie. Dit gebod is het grootste, zowel in het oude als in het nieuwe Verbond, en het is de grondslag van de gehele godsdienst. In dit gebod wordt de mens de liefde tot God opgelegd als zijn eerste plicht. En er wordt een bijzondere nadruk gelegd op de totaliteit die deze liefde moet bevatten. Zij legt beslag op de gehele mens en op al zijn vermogens.

Bemin de Heer, uw God, met geheel uw hart. Dit betekent allereerst dat onze liefde voor God waarachtige liefde moet zijn die voortkomt uit het hart. God vraagt van ons gehoorzaamheid, eerbied, aanbidding en lof, maar vóór alles vraagt Hij om liefde. Liefde is de beweging van ons gemoed en de genegenheid van onze wil, die ons van onszelf ontrukken, die ons streven leiden in de richting van een ander, die de ander – en dus niet ons zelf – tot het middelpunt maakt van ons denken en doen, tot de oorzaak van onze vreugde en hoop. Die ander moet voor een christen God Zelf zijn.

Bemin de Heer, uw God, met geheel uw ziel. Hier vraagt Jezus nog meer dan de liefde van het hart. Deze eis boort nog dieper. Immers, door de ziel leven wij van de bron waaruit al onze levensdaden ontspringen, al is het maar in het begin. De liefde tot God moet zo dicht mogelijk liggen bij de oorsprong van ons leven. Zij moet tot de kern van ons wezen doordringen. Vanuit het middelpunt van het leven, dat de ziel is, moet zij alles beheersen en naar alle zijden uitvloeien.

Bemin de Heer, uw God, met geheel uw verstand. De liefde die God van ons vraagt gaat ons verstand te boven, maar zij is niet in strijd met ons verstand. Zij wordt niet geregeld door de eisen van het nuchtere mensenverstand, maar zij eist dat het verstand zich in haar dienst stelt. Concreet vraagt de liefde tot God van ons verstand dat het de tucht herstelt in de lagere regionen om daardoor zelf vrij te kunnen zijn voor God. Het gaat dus om de bevrijding van het vleselijke door zelfbeheersing en ascese. Maar bovenal beminnen wij God met geheel ons verstand wanneer dat verstand zich laat leiden door het geloof.

God Zelf maakt deze drievoudige liefde mogelijk; Hij houdt ons door Zijn macht in stand. Zijn genade overstroomt onze ziel met liefde, en het geloof dat Hij geopenbaard heeft leidt ons verstand. Als iemand deze drievoudige liefde niet geeft, dan is dat niet zo omdat dat voor hem onmogelijk zou zijn, maar omdat deze persoon God niet wil liefhebben. De ziel die inkeert tot zichzelf vindt God aanwezig. Hierin zien wij het grote en noodzakelijke verband dat er bestaat tussen de liefde en het gebed. Het gebed is niets anders dan een oefening om zichzelf steeds meer in de liefde gevangen te geven. Wij erkennen dus dat wij zonder gebed God niet zullen vinden. Het geloof, dat Hij ons geeft, is de gids van onze liefde, en wel de enige die wij kunnen volgen door licht en duisternis. En de liefde, van haar kant, scherpt het gezicht van het geloof, want niemand ziet helder in dit leven als hij niet bemint.

14 september 2024

Vexilla Regis (Bruckner)

14 september: Verheffing van het heilig Kruis, feest

In die tijd zei Jezus tot Nikodemus: "Nooit is er iemand naar de hemel opgeklommen; tenzij Hij Die uit de hemel is neergedaald, de Zoon des Mensen. En deze Mensenzoon moet omhoog worden geheven zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben. Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven zal hebben. God heeft Zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered." (Joh. 3, 13-17)

Het feest van Kruisverheffing gaat terug op de inwijding van de Heilig Grafkerk in Jeruzalem in het jaar 335. Tijdens deze inwijding werd het heilig Kruis getoond aan het gelovige volk. De kerk van het Heilig Graf werd gebouwd in opdracht van Sint Helena, de moeder van Constantijn de Grote, op de plaats waar zeer waarschijnlijk het lichaam van Christus tussen kruisdood en verrijzenis te rusten was gelegd, meer bepaald op de plaats van de gevonden grafkelder, achter Golgotha. Tijdens het jaarlijkse kerkwijdingsfeest werd het kruis, waaraan Jezus geleden had, aan het volk getoond.

Het Kruis werd door Helena gedeeld: een deel bleef in Jeruzalem en twee andere delen schonk zij aan Constantinopel en Rome. Vooral vanaf de kruistochten ontstond een onstuitbare verspreiding van kruisrelieken en zo werd het feest van de Kruisverheffing gevierd op de plaatsen waar de relieken terecht kwamen.

De Regel van Benedictus (41, 6-8) laat naar oude kerkgebruiken bij het feest van Kruisverheffing de kleine vasten beginnen, die uitloopt in de grote vasten. Bijgevolg is dit feest in de Benedictijnse traditie van bijzonder belang en hebben kloosterordes uit deze traditie, zoals de Cisterciënzers en de Trappisten, een rol gespeeld in de verspreiding van het feest in Europa. Het tonen van het Kruis als teken van verlossing door Christus verspreidde zich zo over de gehele Kerk.

Katholieken en orthodoxen vereren het Kruis van Golgotha, omdat daarop de Verlossing tot stand werd gebracht. De verheffing van het Kruis is het tonen van Jezus als Heiland. Door Zijn sterven werd de dood vernietigd.

12 september 2024

O Naam, zo zoet in d'oren

O Naam, zo zoet in d'oren
van wie Maria mint.
O Naam, zo innig dierbaar
aan 't harte van haar kind.

Refrein
Geef dat uw Naam, Maria,
steeds in mijn ziele leev',
en stervend op mijn lippen,
uw Naam, o Moeder, zweev'.

O Naam, die d'Onbevlekte
in al haar grootheid prijst.
O Naam, die op de Moeder
der zeven smarten wijst.

O Naam, die ons de liefde
der Lieve Vrouwe noemt.
O Naam, die 't alvermogen
der Koninginne roemt.

O krijgsleus in het strijden,
o hulpkreet in de nood,
o onderpand der zege
in leven en in dood!

12 september: Heilige naam Maria

Voor de naam Maria is geleidelijk een bijzondere verering ontstaan. In sommige apocriefe verhalen wordt vermeld dat een engel van Godswege aan haar ouders opdracht gaf het kind Maria te noemen. Paus Benedictus XIV verhaalt in zijn boek over de feesten des Heren en de Mariafeesten dat in Polen het gebruik bestond om geen enkel meisje Maria te noemen uit eerbied voor de naam van Maria en dat er van het noemen van Maria’s naam, bijvoorbeeld bij een exorcisme, volgens verschillende theologen een bijzondere kracht en bescherming uitgaat.

In 1683 werd het feest van de heilige naam Maria op de universele kalender ingevoerd, nadat het reeds in 1513 op de diocesane kalender van het bisdom Cuenca in Spanje was geplaatst, door paus Pius V daarvan was verwijderd en door paus Sixtus V weer was toegestaan. Op 12 september 1683, de zondag onder het octaaf van Maria Geboorte, werden de Turken bij Wenen verslagen en gedwongen de belegering van die stad op te geven. Paus Innocentius XI stelde dit feest daarna in uit dankbaarheid voor deze overwinning. Het bleef tot 1911 op de zondag onder het octaaf gevierd, totdat paus Pius X het verplaatste naar de 12e september, om in de viering van de zondagen de continuïteit niet te verbreken.

11 september 2024

Bijeenkomst heilige Liga (mannencongregatie) op zaterdag 14 september



Op zaterdag 14 september is er een bijeenkomst van de heilige Liga. Na een heilig uur, dat om 16.00 uur begint, wordt er gesproken over de verdediging van ons christelijk erfgoed. De bijeenkomst wordt besloten met een gezamenlijke maaltijd en het bidden van de completen.

Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij Ilan de Vré via 06-22822056.

9 september 2024

Bijeenkomst Legioen Kleine Zielen op woensdag 11 september

De gebedsgroep Amsterdam van het Legioen Kleine Zielen van Jezus’ Barmhartig Hart komt elke tweede woensdag van de oneven maanden (januari, maart, mei, juli, september en november) bijeen in onze kerk en pastorie; op woensdag 11 september wordt na de heilige Mis en het lof de conferentie voortgezet over de voordracht 'De boodschap die Ik aan de wereld geef is Leven voor allen' door eerwaarde heer Luc Vanstraelen (†) van 28 december 1991.

Het programma is als volgt:
10.30 uur: Rozenkransgebed
11.00 uur: Gezongen H. Mis
12.15 uur: Lof
12.45 uur: Conferentie in de pastorie met koffie en thee (tot circa 14.00 uur).

Een ieder is van harte uitgenodigd om kennis te komen maken en te komen meebidden met de gebedsgroep. Niemand is te groot of te klein, wij zijn allemaal aan het oefenen. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het legioen.

8 september 2024

Gedachtenis van Maria Geboorte

Op 8 september viert de Kerk
het feest van de geboorte van de heilige maagd Maria,
vandaag als gedachtenis (commemoratie)
bij de zestiende zondag na Pinksteren.

Zestiende zondag na Pinksteren

Kruisverheffing: Al wie zich verheft, zal vernederd, maar wie zich vernedert zal verheven worden.

Epistel
Efes. 3, 13–21
Broeders, ik bid u, dat gij niet de moed verliest om wille van de wederwaardigheden, die ik voor u verduur; want dat is juist een eer voor u. Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader van onze Heer Jezus Christus, aan Wie alle vaderschap in de hemel en op aarde zijn naam ontleent: Moge Hij overeenkomstig de rijkdom van Zijn glorie u geven: dat gij naar de inwendige mens krachtig wordt gesterkt door Zijn Geest, en dat Christus woont in uw harten door het geloof; opdat gij, aldus geworteld en bevestigd in de liefde, in staat zijt om met alle heiligen de breedte en de lengte, de hoogte en de diepte te begrijpen, en de liefde van Christus te kennen, die alle begrip te boven gaat, om aldus volmaakt te worden naar heel de volheid Gods. Aan Hem nu, Die bij machte is om door de kracht, die in ons werkt, veel meer tot stand te brengen, dan wij kunnen vragen of begrijpen, aan Hem zij de eer in de Kerk en in Christus Jezus tot in alle geslachten van de eeuwen der eeuwen. Amen.

Evangelie
Lc. 14, 1–11
In die tijd kwam Jezus op een sabbat in het huis van een der voornaamste farizeeën, om de maaltijd te gebruiken; en zij letten zeer scherp op Hem. En zie, daar stond voor Hem een man, die aan waterzucht leed. En Jezus richtte Zich tot de wetgeleerden en farizeeën met de vraag: Mag men op de sabbat iemand genezen of niet? Maar zij zwegen. Dan legde Hij Zijn hand op hem, genas hem en liet hem heengaan. Maar tot de anderen sprak Hij: Wie van u zal niet zijn ezel of zijn os, die in een put valt, terstond er uit halen, al is het een sabbatdag? En zij wisten niets daartegen in te brengen. Ook hield Hij aan de gasten een gelijkenis voor, omdat Hij bemerkte, hoe zij de eerste plaatsen uitzochten; en Hij sprak tot hen: Als gij ter bruiloft wordt genodigd, neem dan niet de eerste plaats in; want misschien is er iemand genodigd, die voornamer is dan gij; en dan zou hij, die u en hem heeft uitgenodigd, u komen zeggen: Maak plaats voor deze; dan zoudt gij met schaamte de laatste plaats moeten innemen. Maar als gij genodigd zijt, neem dan de laatste plaats; wanneer dan uw gastheer binnenkomt, zal hij tot u zeggen: Vriend, ga hoger op! Dat zal een eer voor u zijn in het oog van al de disgenoten. Want al wie zich verheft, zal vernederd, maar wie zich vernedert, zal verheven worden.

Overweging
Gedurende de lange reeks zondagen na Pinksteren laat de Kerk ons in haar gebeden steeds opnieuw dezelfde hoofdgedachten overwegen, namelijk hoe het goddelijke heilsplan zich in ons moet verwezenlijken en hoe wij ons christelijk leven moeten beleven. Om ons dit te verduidelijken kiest zij voor ieder zondag enkele teksten uit de Heilige Schrift uit, die ons misschien vrij algemeen voorkomen, maar die uiterst geschikt zijn om onze christelijke levenshouding te bepalen. Vandaag wijst de lezing van het Evangelie hoofdzakelijk op de noodzaak alle dubbelzinnigheid, alle schijnheiligheid, alle verwaandheid en elke valse trots uit ons leven te weren, om ons met een oprecht en nederig hart aan de dienst van God te wijden, nederig erkennend dat de verwezenlijking van dit christelijke levensprogramma in ons het eigen werk van Gods genade in ons is. Het is deze genade die zichtbaar wordt in het Evangelie door de genezing van iemand die lijdt aan waterzucht. Maar omdat het een sabbat was, wekte deze genadebemiddeling ontevredenheid op bij de farizeeën, die in de naam van een voorschrift uit de wet aan het hoogste gebod, namelijk dat van de liefde, zouden verzuimen.

In het tweede deel van het Evangelie van vandaag wordt ons door een gelijkenis geleerd in welke gezindheid wij moeten liefhebben, namelijk in eenvoud en nederigheid. Christus Zelf heeft ons daarvan het levende voorbeeld gegeven toen Hij Zich offerde voor onze zonden. Zijn liefde is ook bij ons gebleven door de sacramenten, vooral in het heilig Sacrament van het Altaar. De farizeeën dachten dat zij zichzelf de gerechtigheid zouden kunnen geven door de letter van de wet te volgen. Christus laat ons echter duidelijk zien dat de gerechtigheid ontvangen moet worden, zoals degene die aan waterzucht lijdt zijn gezondheid ontvangt. Wij ontvangen de liefde niet in trots, maar in eenvoud en nederigheid.

De wijze waarop een katholiek de heilige communie ontvangt is een goed voorbeeld van de twee geestesgesteldheden die vandaag in het Evangelie worden getoond. De geknielde ontvangst van de communie op de tong laat de eenvoudige en nederige afhankelijkheid van Gods genade zien en maakt aan een ieder duidelijk dat wij zelf niets vermogen, maar slechts – zoals een klein kind – gevoed kunnen worden. Als wij volledig van deze houding doordrongen zijn, dan kan de goddelijke genade zich ten volle in onze ziel ontplooien. Daar staat tegenover de trotse houding van de handcommunie, die te vergelijken is met de farizeeër die denkt zichzelf het heil te kunnen geven door de uiterlijke navolging van de wet, maar die geen nederige en eenvoudige afhankelijkheid kent tot de liefde van God.

Beoefenen wij de eenvoudige nederigheid, waarin de genade en de liefde van God zo vruchtbaar worden. Stellen wij niet onszelf op de eerste plaats, maar erkennen wij dat wij arme schepselen zijn die volledig afhankelijk zijn van het erbarmen van God.

6 september 2024

Eerste-vrijdagdevotie: Gebeden tot het Heilig Hart van Jezus

"Ziehier het Hart, dat de mensen zozeer heeft liefgehad, dat niets heeft gespaard om Zijn liefde te betuigen, en in ruil daarvoor ontvang Ik van de meeste mensen niets anders dan ondankbaarheid en heiligschennissen door de koudheid en minachting, die ze voor Mij over hebben in dit Sacrament van de liefde."
"Maar geef Mij ten minste de vreugde, dat je zoveel als je kunt, hun ondankbaarheden zult goedmaken."

"Ik beloof, in de overmatige barmhartigheid van Mijn Hart, dat Zijn almachtige liefde aan allen, die op negen achtereenvolgende eerste vrijdagen van de maand communiceren, de genade van de eindvolharding zal schenken; zij zullen niet in Zijn ongenade sterven, noch zonder de heilige sacramenten te ontvangen; in dat laatste ogenblik zal Mijn Hart voor hen een veilige schuilplaats zijn."

(Beloften van onze Heer Jezus Christus aan de H. Margaretha-Maria Alacoque in het jaar 1675.)


Litanie van het Heilig Hart van Jezus

Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons, Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, de Zoon van de eeuwige Vader, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, door de Heilige Geest in de schoot van de Moedermaagd gevormd, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, wezenlijk verenigd met het Woord van God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, oneindige majesteit, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, heilige tempel van God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, woontent van de Allerhoogste, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, huis van God en poort van de hemel, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, gloeiende oven van liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, schatkamer van gerechtigheid en van liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, vol goedheid en liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, peilloze diepte van alle deugden, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, alle lofprijzingen overwaardig, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, Koning en middelpunt van alle harten, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin alle schatten zijn van wijsheid en van wetenschap, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin de Godheid in alle volheid woont, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin de Vader Zijn welbehagen heeft gesteld, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, dat ons allen deelgenoot hebt gemaakt van Uw oneindige rijkdom, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, verlangen van de eeuwige heuvelen, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, geduldig en groot in barmhartigheid, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, mild voor allen, die U aanroepen, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, bron van leven en van heiligheid, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, verzoening voor onze zonden, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, van versmadingen verzadigd, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, om onze misdaden gebroken, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, gehoorzaam geworden tot de dood, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, met een lans doorstoken, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, bron van alle troost, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, ons leven en onze verrijzenis, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, onze vrede en onze verzoening, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, slachtoffer voor de zondaars, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, heil van hen, die op U hopen, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, hoop van ben, die in U sterven, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, hoogste Vreugde van alle heiligen, ontferm U over ons.
Lam Gods, Dat de zonden van de wereld wegneemt, spaar ons, Heer.
Lam Gods, Dat de zonden van de wereld wegneemt, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, Dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Jezus, zachtmoedig en nederig van Hart, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.

Laat ons bidden. Almachtige, eeuwige God, sla Uw blikken op het Hart van Uw zeer beminde Zoon en op de lofprijzingen en voldoeningen, die Hij U heeft gebracht in naam van de zondaars. Laat U verzoenen en schenk vergiffenis aan hen, die Uw barmhartigheid afsmeken, in de Naam van dezelfde Jezus Christus, Uw Zoon, Die als God met U leeft en heerst in de eenheid met de Heilige Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.


Gebed voor de communie

Heilig Hart van Jezus, dat ons zozeer heeft liefgehad en dat U hebt geofferd om ons van onze zonden te genezen: U, Die, gewond door liefde, een hart zoekt, dat werkelijk nederig, vol vertrouwen, liefdevol en edelmoedig is, waar U kunt rusten en Uw hevige dorst naar liefde kunt lessen. Denkend aan de klacht, die de profeet U op de lippen legt: “En onder de volkeren is er geen enkele mens met Mij” (Is. 63, 3), wil ik U deze communie aanbieden als eerherstel voor de ondankbaarheid van allen die U niet liefhebben, die U beledigen en U vergeten.


Gebed na de communie

Geef mij, Jezus, een hart zonder smet om U meer te kunnen liefhebben; geef mij een onberispelijk leven om U meer te kunnen behagen. Sta niet toe, dat ik U beledig; help mij, Heer Jezus. Ik heb U lief met heel mijn hart, al mijn krachten en heel mijn geest; ik wil eerherstel geven voor de minachting en de koudheid van de mensen tegenover Uw Hart, dat zo vol liefde is voor ons.

Goddelijk Hart van Jezus, Onbevlekt Hart van Maria,
verander de harten, red de zielen!

Deze devotie moet verricht worden met een geest van eerherstel, dat wil zeggen met de intentie om boete te doen voor de ondankbaarheid van de mensen tegenover de oneindige liefde van het mensgeworden Woord. Het is niet verplicht om te biechten, maar dat wordt wel aanbevolen.

5 september 2024

Heilige Moeder Teresa van Calcutta, maagd

In 1910 wordt Gonxha (Agnes) Bojaxhiu geboren in Skopje, Albanië (tegenwoordig Macedonië), als jongste kind in een welvarend gezin. Op 18-jarige leeftijd treedt zij toe tot de zusters van Loreto. Daar leert zij Engels en komt als lerares te werken in de Indiase stad Calcutta. Zij ziet hoeveel zieken, bedelaars en thuislozen er in die stad zijn.

In 1931 kiest Agnes haar kloosternaam: zuster Teresa, met Theresia van Lisieux als patrones. Ze wordt directrice van een school, buiten het klooster, en komt veel in contact met mensen uit de sloppenwijken.
Tijdens een treinreis naar Darjeeling in 1946 ontvangt Teresa een goddelijke ingeving. Ze besluit het klooster te verlaten en zich volledig in dienst te stellen van de armen en onder hen te gaan leven. In 1948 verleent paus Pius XII haar toestemming om uit het klooster te treden en als onafhankelijke non te gaan leven, op voorwaarde dat ze de geloften van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid naleeft.

Zie kiest als nieuw habijt een goedkope witte sari (de gewone kleding voor de vrouw in India) met blauwe rand. Het wit staat voor reinheid en het blauw verwijst naar Maria. Zij krijgt de Indiase nationaliteit en gaat een opleiding volgen voor de verpleging. Vervolgens sticht ze een nieuwe orde voor zusters in Calcutta: de Missionarissen van Naastenliefde.

Ze leeft onder de armen. Ze probeert hun iets bij te brengen over hygiëne en ze ontfermt zich over hun baby's als zij dat zelf niet meer kunnen of willen. En ze vertelt de mensen over de liefde van God. Tientallen jaren knielt zij in de straten van het Indiase Calcutta neer bij stervende mannen, vrouwen en kinderen. Ze vertrouwt op God voor hulp, ook in het materiële. Overal waar zij komt, nodigt ze mensen uit te helpen en te geven. Haar tehuizen zijn overvol en toch smeekt ze moeders die hun ongeboren kindje willen laten doden het geboren te laten worden. Als zij niet voor dat onschuldige baby'tje kunnen of willen zorgen, mogen ze het aan haar geven, dan zal zij zich erover ontfermen.

Op 10 december 1979 wordt aan een klein geschrompeld vrouwtje de Nobelprijs voor de Vrede uitereikt. Moeder Teresa ontvangt deze voor haar werk onder de armsten der armen. Haar dankrede is één groot gebed. Ondertussen houdt ze een rozenkrans tussen haar vingers.

Haar hele leven is een gebed, is één grote strijd voor het leven. Tijdens de VN-bevolkingsconferentie in Caïro in 1994 heeft Moeder Teresa de doodstraf en abortus resoluut verworpen. ”De enige die het recht heeft op het leven is Degene Die het heeft gemaakt. Niemand anders heeft dat recht. Niet de moeder, niet de vader, niet de arts, geen instantie, geen conferentie, geen regering.”
Voor Moeder Teresa is "abortus het ergste kwaad en de grootste vernietiger van de vrede, want het is een oorlog tegen het kind, een rechtstreeks doden van onschuldige kinderen, de moord door de moeder zelf. En als we aanvaarden dat een moeder zelfs haar eigen kind doodt, hoe kunnen we dan zeggen dat andere mensen elkaar niet mogen doden?”

In 1979, toen Moeder Teresa in Oslo de Nobelprijs voor de vrede in ontvangst nam, sprak zij zich uit tegen de hypocrisie van de velen ”die zich zorgen maken over de situatie van baby's in Afrika en India, maar niet over de miljoenen die opzettelijk worden gedood door de wil van de moeder”.

Vaak gebruikte Moeder Teresa het volgende motto:
De vrucht van stilte is het gebed.
De vrucht van het gebed is geloof.
De vrucht van het geloof is liefde.
De vrucht van liefde is dienstbaarheid.
De vrucht van dienstbaarheid is vrede.

Moeder Teresa's liefde voor de Heer is aanstekelijk groot. Zij zegt dat je altijd en overal blij moet kijken, omdat dat uiteindelijk vrede en vreugde brengt. Maar achter haar eigen glimlach schuilt een oneindig verdriet. Vele malen was Jezus haar verschenen. Ze had visioenen gehad van naar God smachtende mensen. Hij dwong haar de grote stap te maken van het veilige klooster naar de armen op de straat. "Weiger mij niets", had Hij gezegd. Maar zij kon het niet, wat Hij vroeg was te veel voor haar. Maar uiteindelijk had ze gehoorzaamd. Met slechts een stukje zeep en vijf roepies was ze de straat opgegaan. En nu, juist als zij alles heeft gegeven, lijkt het of Hij haar in de steek heeft gelaten. Ze begint zelfs te twijfelen aan Zijn bestaan. Zoals Christus in de Hof van Olijven wordt bekoord, en later aan het kruis Zich door God verlaten voelt, zo eenzaam voelt Moeder Teresa zich. Alleen haar geloof houdt haar in deze beproeving op de been. Zij blijft Hem trouw, tot aan haar dood op 5 september 1997.

Paus Johannes Paulus II verklaart haar op 19 oktober 2003 zalig. Deze paus wilde haar als voorbeeld stellen aan de mensheid vanwege haar liefde voor het Allerheiligste Sacrament des Altaars, het gebed en de armen. Hij noemde haar het beeld van de Barmhartige Samaritaan in onze tijd. Paus Franciscus verklaart haar op 4 september 2016 heilig.

De congregatie Missionarissen van Naastenliefde telt nu wereldwijd meer dan 4.500 leden en bestaat uit (contemplatieve) zusters en broeders en een priesterorde.

3 september 2024

3 september: Heilige Pius X, paus en belijder

Pius X is geboren op 2 juni 1835 in de buurt van Venetië als Giuseppe Sarto. Zijn ouders waren straatarm. Zijn studie aan het seminarie werd gefinancierd door rijke weldoeners. In 1858 werd hij priester gewijd. Hij was achtereenvolgens kapelaan, pastoor, bisschop, en kardinaal-patriarch van Venetië. Daar besteedde hij veel geld en aandacht aan de armenzorg, opende hij een faculteit voor canoniek recht en bevorderde hij de kerkmuziek. In 1903 werd hij tot paus gekozen en koos de naam Pius X.

Pius X bleef altijd een grote sympathie houden voor de armen. Hij zei zelf: "Ik ben arm geboren, heb arm geleefd en wil vooral arm sterven", zinspelende op de vrijwillige armoede zoals aangenomen door kloosterlingen. Hij zette zich reeds als patriarch van Venetië in voor liefdadigheid, scholing van de arme jeugd, en verbetering van de gezondheidszorg en haar toegankelijkheid. Tegenover de katholieke vakverenigingen was kardinaal Sarto kritisch, omdat hij vreesde voor marxistische beïnvloeding en overname van de katholieke arbeidersinitiatieven. Sarto gebruikte zijn autoriteit meermaals om de situatie van de arbeiders te verbeteren (met name tegen kinderarbeid). Hij deed dit door zijn autoriteit te gebruiken als patriarch en kardinaal, niet door tot staking aan te zetten.

Als wapenspreuk koos hij: "Alles hernieuwen in Christus".
Zijn belangrijkste beslissingen waren: de afschaffing van het veto-recht van wereldlijke machten bij de keuze van een paus, de invoering van de kindercommunie, het opstellen van een lijst met dwalingen, de instelling van de antimodernisteneed, de oprichting van het Pauselijk Bijbelinstituut en de hervorming van het canoniek recht. Paus Pius X stond bekend als een man met een enorme geestkracht. Hij leed zwaar onder de dreiging van de Eerste Wereldoorlog. Hij overleed op 20 augustus 1914.

Paus Pius XII sprak hem in 1951 zalig. In 1954 verklaarde dezelfde paus hem heilig.

2 september 2024

Bijdragen restauraties

Alle orgelpijpen zijn verwijderd voor een grondige restauratie.

Wilt u een bijdrage leveren aan de restauratie van het kerkorgel of van het dak van de pastorie? Dan kunt u een bedrag overschrijven naar

bankrekening NL48 ABNA 0589 9700 89

ten name van Parochie H. Jozef onder vermelding van 'restauratie'. Bij voorbaat dank voor uw gift!

Onze parochie is door de belastingdienst erkend als algemeen nut beogende instelling (ANBI), waardoor giften – onder de gebruikelijke voorwaarden – aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting. Als u fiscaal gunstiger wilt schenken, dan kan dat door middel van een periodieke gift. U doet dan een schriftelijke toezegging voor een vast bedrag gedurende minimaal vijf jaar, waardoor u jaarlijks een groter belastingvoordeel krijgt dan bij een gewone gift. Neemt u voor meer informatie contact op met het bestuur van onze parochie (per e-mail: secretaris@agneskerk.org).

Van de pastoor: Restauraties van kerkorgel en van pastoriedak gaan van start

De dagelijkse H.H. Missen zullen
ook in de eerste weken van september
van maandag tot en met vrijdag
worden opgedragen in de huiskapel
van de pastorie.

Beminde gelovigen,

In augustus is de restauratie van het grote kerkorgel van start gegaan. Het verwijderen van het instrument zorgde de afgelopen weken voor enige veranderingen in de dagelijkse gang van zaken. Zo worden de heilige Missen op doordeweekse dagen (maandag tot en met vrijdag) opgedragen in de huiskapel in de pastorie. Hopelijk kunnen de werkzaamheden in de eerste of tweede week van september worden afgerond. Het orgel zal pas weer – volledig gerestaureerd – in de kerk terugkeren in de tweede helft van 2025.

90% van de totale restauratiekosten van het orgel wordt door Stichting Edwin Bouw Fonds geschonken. Het restant (circa € 40.000) van de kosten moet door onze parochiegemeenschap worden opgebracht. Onze dankbaarheid gaat uit naar genoemde stichting vanwege de gulle donatie, en naar degenen die zich hierbij willen aansluiten om het resterende bedrag op te brengen.

Dit najaar zal ook eindelijk de grote restauratie van het pastoriedak van start gaan. Meer dan 10 jaar hebben wij gewacht op een oplossing om de lekkages van het dak, vooral bij storm en regenachtig weer, tegen te gaan. Het huidige dak is bijna 100 jaar oud en is aan totale vervanging toe.

Restauraties als deze zijn niet rechtstreeks met het religieuze, kerkelijke leven verbonden, maar zij eisen wel heel veel voorbereiding. Ze vormen het noodzakelijk fundament waarop het religieuze leven verder kan worden opgebouwd. Mijn bijzondere dank gaat uit naar de leden van het kerkbestuur en overige betrokkenen voor hun tijd en inzet.

Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor

1 september 2024

Litanie van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten

Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.

Moeder van Smarten, bid voor ons
Bedrukte Moeder,
Die in de herberg geen plaats hebt gevonden,
Die uw intrek in een stal moest nemen,
Die uw Eerstgeborene in een kribbe gelegd hebt,
Die de besnijdenis van uw Zoon met medelijden hebt aanschouwd,
Die vernomen hebt, dat uw Zoon tot een teken van tegenspraak gesteld was,
Die gehoord heeft, dat uw hart met een zwaard van droefheid zou doorboord worden,
Die met uw Zoon naar Egypte moest vluchten,
Die over de dood van de onnozele kinderen hebt getreurd,
Die uw twaalfjarige Zoon in de tempel achtergebleven, met droefheid hebt gezocht voor drie dagen,
Die de voortdurende haat van de joden tegen uw Zoon ondervonden hebt,
Die op de dag van het laatste avondmaal van uw Zoon, Die naar Jeruzalem opging, met pijn in het hart afscheid genomen hebt,
Die het verraad van Judas en de uitlevering van uw Zoon gekend hebt,
Die gezien hebt, dat uw Zoon als een boosdoener aan de oversten en priesters werd overgeleverd,
Die de valse beschuldigingen tegen uw Zoon hoonde,
Die de gezegende aanschijn van uw Zoon door de wrede kaakslag misvormd zag,
Die vernomen hebt, dat uw Zoon door de joden en soldaten wreed mishandeld werd,
Die vernomen hebt dat uw Zoon achtergesteld werd bij Barabbas,
Die getuige was van de geseling en doornenkroning van uw Zoon,
Die het onrechtvaardige vonnis tegen uw Zoon hebt horen uitspreken,
Die uw Zoon, met de last van Zijn kruis beladen, ontmoet hebt,
Die gehoord hebt, dat de gezegende handen en voeten van uw Zoon door verschrikkelijke spijkers werden doorboord,
Die de laatste woorden van uw Zoon aan het kruis hebt opgevangen,
Die uw Zoon in Zijn doodstrijd bijgestaan hebt,
Die het ontzielde lichaam van uw Zoon, nadat het van het kruis werd afgenomen, in uw moederschoot opgenomen hebt,
Die, na de begrafenis van uw Zoon zeer bedroefd naar huis gegaan bent,
O, Koningin van de martelaren,
O, Spiegel van de bedrukten,
O, Troosteres van de zieken,
O, Sterkte van de zwakken,
O, Toevlucht van de zondaars,

Door het allerbitterste lijden en de allerbitterste dood van uw Zoon, o Koningin van de martelaren, verlos ons.
Door de bitterste pijnen van uw hart,
Door uw allergrootste droefheid en mistroostigheid,
Door uw grote kwellingen en overgrote benauwdheden,
Door uw zuchten en tranen,
Door uw moederlijk medelijden,
Door uw machtige voorspraak,
Door uw allerkrachtigste bijstand,
Van een bovenmatige droefheid,
Van kleinmoedigheid,
Van alle gelegenheden en gevaren van zonde,
Van de listen van de duivel,
Van verstoktheid van hart,
Van onboetvaardigheid,
Van een onverwachte dood,
Van de eeuwige verwerping,

Wij zondaars, wij bidden U, verhoor ons.
Dat gij door uw bijstand ons in het ware geloof, hoop en liefde bewaart,
Dat gij van uw Zoon, voor ons oprecht berouw en een geest van boete wilt verwerven,
Dat gij degenen die U aanroepen troost en hulp wilt verlenen,
Dat gij ons in de doodstrijd wilt bijstaan,
Dat gij voor ons een zalig sterfuur wilt afsmeken,
Moeder van God,

Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, spaar ons, Heer.
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, verhoor ons, Heer.
Lam Gods, Dat wegneemt de zonden van de wereld, ontferm U over ons.

Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons.
Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.

In alle kwelling en benauwdheid,
kom ons te hulp, o allerzoetste maagd Maria.

Laat ons bidden. God, Gij hebt gewild dat Maria uw Zoon nabij was als een moeder vol van smarten, toen Hij omhoog geheven was aan het kruis. Wij bidden U, geef Uw Kerk, die samen met haar in Christus' lijden deelt, ook de vreugde deelachtig te worden aan Zijn verrijzenis. Door Christus onze Heer. Amen.

Vijftiende zondag na Pinksteren

Epistel
Gal. 5, 25-26; 6, 1-10
Broeders, nu wij een geestelijk leven in ons dragen, zorgen wij nu ook naar de geest te leven. Laten wij geen ijdele eer najagen, zodat wij elkander tergen of benijden. Broeders, ook als iemand onbedacht in zonde is gevallen, dan moet gij, als geestelijke mensen, zo iemand terechtwijzen in de geest van zachtmoedigheid, en wel acht geven op u zelf, dat ook gij niet in bekoring komt. Draagt elkanders lasten; dan zult gij zo de wet van Christus vervullen. Want als iemand zich verbeeldt, dat hij wat is, terwijl hij niets is, dan bedriegt hij zichzelf. Laat daarom iedereen zijn eigen werk onderzoeken; dan zal hij alleen bij zichzelf reden hebben om te roemen, zonder zich te vergelijken met een ander. Want iedereen zal zijn eigen last moeten dragen. Wie echter onderricht ontvangt in de leer, moet aan degene, die hem onderricht geeft, van alle goeds meedelen. Wilt u zelf niet misleiden; God laat niet met Zich spotten. Wat de mens zaait, dat zal hij ook oogsten. Daarom – wie in het vlees zaait, zal ook van het vlees het verderf oogsten; wie echter zaait in de geest, zal van de geest eeuwig leven oogsten. Laten wij derhalve het goede blijven doen, zonder te verslappen; want als wij de moed niet opgeven, zullen wij te zijner tijd oogsten. Daarom – laten wij, zolang wij tijd hebben, goed doen aan iedereen, maar vooral aan de huisgenoten des geloofs.

Evangelie
Lc. 7, 11-16
In die tijd ging Jezus naar een stad, die Naïm heette; en Hij was vergezeld van Zijn leerlingen en een talrijke menigte. Toen Hij de stadspoort naderde, werd er juist een dode uitgedragen, een enige zoon van zijn moeder, en deze was weduwe; en een grote menigte uit de stad was bij haar. Toen de Heer haar zag, kreeg Hij innig medelijden met haar en zei tot haar: Ween niet! Dan kwam Hij naderbij en raakte de lijkbaar aan. (De dragers bleven stilstaan.) Vervolgens sprak Hij: Jongeling. Ik zeg u: sta op! En de dode ging overeind zitten en begon te spreken. En Hij gaf hem terug aan zijn moeder. En vrees greep allen aan, en zij verheerlijkten God en zeiden: Een groot profeet is onder ons opgestaan, en: God heeft Zijn volk bezocht.

Overweging
Door de tranen van de treurende moeder werd Jezus bewogen haar zoon uit de banden van de dood te bevrijden en terug te geven aan zijn moeder. Deze gebeurtenis is allereerst vanzelfsprekend een historische gebeurtenis, die ons de liefde en de goedheid van God laat zien. Verder is deze gebeurtenis in overdrachtelijke zin ook vandaag voor iedere mens werkelijkheid.

Door de zonde sterft de mens een nog diepere dood dan het sterven van het lichaam. De zonde berooft de mens van zijn eeuwige bestemming. Voor degene die in zonde sterft, blijf alleen het verschrikkelijke hellevuur, in alle eeuwigheid, zonder einde, zonder vermindering. Bedriegt uzelf niet, en denkt niet dat God dat toch niet zal toelaten. De waarheid is dat de zondige mens het zelf toelaat.

God is vol van erbarmen, zoals wij in het Evangelie hebben gehoord. Hij wekt de zondaar op tot leven, nu niet langer zoals die jongeman, maar door het sacrament van de biecht. God bevrijdt ons niet van de lichamelijke dood, maar van de eeuwige dood, als wij maar nederig en boetvaardig tot Hem naderen door middel van een gewijde priester.

Zonder de tranen van de wenende moeder zou in het Evangelie de jongeman niet zijn opgewekt. Ook de Kerk weent als een liefdevolle moeder om haar afgedwaalde kinderen. Zonder deze tranen en zonder haar gebed, waartoe ook ons persoonlijke gebed wordt gerekend, zou menig zondaar zich nooit hebben bekeerd. Wij leven in een tijd waarin de mens van kleins af aan tot zonde wordt aangezet, waarin gezin en samenleving geen veilig toevluchtsoord meer zijn. Des te meer moeten wij, christenen, bidden voor de bekering van de zondaars en offers brengen. Tegelijkertijd moeten wij ook waakzaam blijven om niet zelf met de dodelijke infectie van de zonde te worden besmet.

Zoals de menigte uit het Evangelie moeten ook wij met vrees worden vervuld en God verheerlijken, en Hem niet steeds weer vergeten. God is de werkelijkheid om Wie alles zich beweegt, en zo moet het ook zijn in ons leven. Als wij dood zijn in de zonde, dan kunnen wij alleen door Zijn erbarmen opnieuw tot leven komen, zoals niemand zichzelf het leven terug kan geven na de lichamelijke dood. God Zelf heeft tot de wereld gesproken, en de Kerk spreekt al 2000 jaar tot de wereld om God te dienen, maar de mens blijft steeds maar niet luisteren, omdat hij zich liever laat verblinden door de schijn van het wereldse. Deze schijn zal velen tot de eeuwige dood en verdoemenis brengen, omdat zij de tijd van erbarmen niet hebben willen kennen.

Deze waarschuwing is ook tot ons gericht. Heft steeds uw ogen naar de hemel en laat het wereldse spektakel achter u. Weest mensen die meer de taal van het gebed spreken, dan het gekabbel van deze wereld. Zorgt ervoor dat u de wereld doorziet, vertrouwt niet op de gezaghebbers in onze wereldse maatschappij, die voor u een pad van dood en ellende hebben geplaveid, maar luister naar en doe de Wil van God, zoals zeker ook de jongeman uit het Evangelie gedaan zal hebben, nadat hij tot het leven terugkeerde. Nemen wij onze toevlucht tot de heilige katholieke Kerk, de enige moeder die voor ons bij de Heer kan vragen om ontferming.

31 augustus 2024

Informatiebulletin voor de maand september is verschenen

Het Informatiebulletin is een uitgave van de parochie van de heilige Jozef in de Sint-Agneskerk te Amsterdam. De editie voor de maand september, de maand die is toegewijd aan onze lieve Vrouw van Smarten, is verschenen. Daarin onder meer aandacht voor de conferentie van het Legioen Kleine Zielen en de bijeenkomsten van de heilige Liga en de Sint-Nicolaasacademie, maar ook voor de restauratie van het kerkorgel en van het pastoriedak. En wat is eigenlijk de betekenis van 'katholiek'?

Het Informatiebulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin september' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.

Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.

30 augustus 2024

30 augustus: Heilige Rosa van Lima, maagd

De heilige Rosa werd geboren als Isabel Flores de Oliva op 20 april 1586 in Lima, Peru. Toen zij twintig jaar oud was, trad zij in bij de Dominicanessen. Als kloosternaam koos zij Rosa. Zij leidde een zeer ascetisch leven. Rosa was bevriend met de heilige Martinus van Porres.

Rosa is op 30 augustus 1617 gestorven na een lange lijdensweg die eindigde in verlamming. Paus Clemens IX verklaarde haar in 1667 zalig. In 1671 werd zij door paus Clemens X als eerste Latijns-Amerikaanse vrouw heilig verklaard. Haar vaste iconografie toont haar met een metalen kroon verborgen onder rozen en met een ijzeren ketting om haar middel.

Rosa is de patroonheilige van Peru, Noord- en Zuid-Amerika en de Filipijnen. Op haar voorspraak werd in 1671 Sittard van de pest (een dysenterie-epidemie) bevrijd. Zij is de beschermheilige van de stad, waar ook een kapel, een processie en een kermis met bijbehorend festival naar haar genoemd zijn.
Ook is Rosa de patrones van tuinmannen en bloemisten. Haar hulp wordt eveneens ingeroepen tegen familieruzies en bij verwondingen.

29 augustus 2024

29 augustus: Onthoofding van de heilige Johannes de Doper

Salomé, de dochter van Herodias, met het hoofd van Johannes de Doper,
schilderij van Caravaggio, 1610

Op 24 juni viert de Kerk het feest van de geboorte van Johannes de Doper. Op 29 augustus viert zij zijn onthoofding.

Uit het Evangelie volgens Marcus (6, 14-29):
Toen koning Herodes nu over Jezus hoorde, want Zijn naam was bekend geworden, zei hij: Johannes de doper is verrezen uit de doden en daarom werken de wonderkrachten in hem. Maar anderen zeiden: het is Elia, en weer anderen: Hij is een profeet. Maar toen Herodes dit alles hoorde, zei hij: Neen, het is Johannes, die ik onthoofd heb, die verrezen is. Herodes had namelijk zelf Johannes laten grijpen en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, want hij had haar tot vrouw genomen. Johannes had immers tot Herodes gezegd: Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben. Herodias was daarop op hem gebeten en wilde hem doden, maar zij kreeg geen kans, want Herodes had ontzag voor Johannes. Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was, en nam hem in bescherming. Telkens wanneer hij hem gehoord had, verkeerde hij in tweestrijd; maar toch luisterde hij graag naar hem.
Er kwam echter een 'gunstige' dag, toen Herodes bij zijn verjaardag een maaltijd aanrichtte voor zijn hoogwaardigheidsbekleders, zijn hoofdofficieren en de vooraanstaanden van Galilea. De dochter van Herodias trad op met een dans en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten. De koning zei tot het meisje: Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven. En hij bevestigde haar met een eed: Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven, al is het de helft van mijn koninkrijk. Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder: Wat zou ik vragen? Deze antwoordde: Het hoofd van Johannes de Doper. Zij haastte zich naar binnen, naar de koning en zei hem haar verlangen: Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel het hoofd van Johannes de Doper geeft. Dit deed de koning leed, maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgenoten wilde hij haar niet afwijzen. Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht en gelastte hem het hoofd van Johannes te brengen. De man ging en onthoofde hem in de gevangenis. Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje; het meisje gaf het weer aan haar moeder. Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden, kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.


Volgens Flavius Josefus, de bekende joodse geschiedschrijver, is het lichaam van de heilige naar Sabaste in Samaria gebracht. Daar had Herodes geen gezag. De grafkelder werd een kapel en genoot grote verering. Zij werd bezocht door de H. Paulus en de H. Hieronymus.

28 augustus 2024

28 augustus: Heilige Augustinus, bisschop, belijder en kerkleraar

Augustinus werd in het jaar 354 geboren in de stad Thagaste (in het huidige Algerije), als zoon van Patricius en Monica (ook heilig). Na de vroege dood van zijn vader liet zijn moeder hem studeren. In 376 werd hij leraar in de retorica in Carthago. Rond het jaar 383 verhuisde hij naar Rome.

Als hij naar Milaan reist om er een betere maatschappelijke positie te verwerven, hoort hij bisschop Ambrosius preken. Augustinus is zeer onder de indruk van deze heilige bisschop en van de katholieke leer die hij verkondigt. In de Paasnacht van het jaar 387 wordt Augustinus door Ambrosius gedoopt.

Augustinus leidt een ascetisch leven van studie en gebed. In 395 wordt hij gekozen tot bisschop van Hippo. Vierendertig jaar lang is hij een inspirerende herder, die zijn volk onderwijst met stichtende preken en geschriften. "Met u ben ik christen, voor u ben ik bisschop", zegt hij in een preek over het bisschopsambt. Augustinus treedt krachtig op tegen de allerlei dwaalleren.

Van Augustinus zijn vele citaten bekend. Enkele daarvan zijn:

Goed zingen is dubbel bidden.

Wanneer de gerechtigheid opzij geschoven is, wat zijn koninkrijken anders dan grote roversbenden?

Voor God is niets veraf of langdurig. Wil je, dat voor jou niets veraf of langdurig is, voeg je dan bij God, want daar zijn duizend jaar als de dag van heden.

Uit de Belijdenissen:
Groot zijt Gij, Heer, en ten zeerste lovenswaardig. Groot is Uw macht en Uw wijsheid kent geen getal! En loven wil U een mens, een deel van Uw schepping, ja een mens die zijn sterfelijkheid met zich meedraagt, die met zich meedraagt het getuigenis van zijn zonde en het bewijs dat Gij de hovaardigen weerstaat. En toch wil hij U loven, die mens, een deel van Uw schepping. Gij zet hem aan om er vreugde in te vinden U te loven, want Gij hebt ons gemaakt naar U, en ongerust is ons hart totdat het zijn rust vindt in U.

Het gebed is de ademhaling van de ziel.

Op een dag zit Augustinus vruchteloos peinzend over het geheim van de Triniteit aan het strand en dan ziet hij een kind dat de zee in een kuiltje wil scheppen. Als hij het kind op de onmogelijkheid daarvan wijst, dan antwoord het kind: "Evenmin kunt ge het geheim van de Drie-eenheid in uw menselijk brein vatten".

Zijn voornaamste werken zijn Confessiones (Belijdenissen), De civitate dei (Over de stad van God) en De Trinitate (Over de Drie-eenheid). Augustinus wordt beschouwd als de belangrijkste kerkvader van het Westen.

25 augustus 2024

Augustus - Onbevlekt-Hartmaand: Immaculata, ik ben uw kind (gij, leliereine)



Immaculata, gij leliereine,
van eeuwige reinheid beminlijke Bruid.
'k Wil mij met lichaam en ziel aan u wijden,
u kies ik heden tot Moeder mij uit.
Reinste, door eng'len en mensen bemind.
Immaculata, bescherm uw kind.

Moeder, ik vrees voor de loerende vijand,
voor duizend gevaren die dreigen van ver.
Moeder, 'k heb angst voor de nakende toekomst.
Toon gij u immer, mijn lichtende Ster.
Tot ik in 't strijden de zege verwin.
Immaculata, bescherm uw kind.

Moeder, bewaar mij voor boosheid en zonden,
behoud mijne ziele onschuldig en rein,
wil mij geleiden in leven en sterven,
laat mij een vurig Mariakind zijn.
Tot in de hemel ik, Moeder, u vind.
Immaculata, bescherm uw kind.

Veertiende zondag na Pinksteren

Niemand kan twee heren dienen... Het geld en de Bijbel staan symbool voor de twee heren: de mammon en God.

Epistel
Gal. 5, 16-24
Broeders, gij moet leven naar de geest; dan zult gij de begeerten van het vlees niet inwilligen. Het vlees immers begeert, tegen de geest, en de geest tegen het vlees; want de een strijdt tegen de ander, om u af te trekken van hetgeen gij zoudt willen doen. Maar als gij u laat leiden door de geest, is er geen wet, die u treft. De werken nu van het vlees zijn welbekend; het zijn immers: ontucht, onreinheid, oneerbaarheid en zedeloosheid; afgodendienst, toverij en vijandschap; twist, afgunst en toorn; onenigheid, tweedracht en verdeeldheid; jaloersheid, doodslag, dronkenschap en onmatigheid; en meer dergelijke dingen. Maar ik zeg u van te voren, zoals ik vroeger ook reeds gedaan heb, dat zij, die zulke dingen doen, het rijk van God niet zullen verwerven. Daarentegen zijn de vruchten van de geest: liefde en vreugde, vrede en geduld; welwillendheid en goedheid, lankmoedigheid en zachtmoedigheid; getrouwheid en bescheidenheid, zelfbeheersing en reinheid. Tegen zulke mensen richt zich geen enkele wet. Degenen nu, die Christus toebehoren, hebben hun vlees aan het kruis geslagen met al zijn ondeugden en begeerten.

Evangelie
Mt. 6, 24-33
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Niemand kan twee heren dienen; want hij zal of de een haten en de ander beminnen, of de een op de handen dragen en de ander verwaarlozen. Gij kunt niet tegelijk God dienen en de mammon! Daarom zeg Ik u: Weest niet angstig bezorgd voor uw leven, wat gij zult eten, of voor uw lichaam, waarmede gij u zult kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam niet meer dan de kleding? Ziet naar de vogelen des hemels; zij zaaien niet, en zij maaien niet en verzamelen niet in schuren; en toch, uw hemelse Vader voedt ze. Zijt gij niet veel meer waard dan zij? En wie uwer kan met al zijn denken aan zijn lengte één el toevoegen? En wat maakt gij u angstig bezorgd over kleding? Ziet de lelies op het veld, hoe ze groeien; zij werken niet en spinnen niet; en tóch zeg Ik u, dat Salomon in al zijn heerlijkheid niet gekleed was als één van deze. Als God nu het gewas op het veld, dat heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zo kleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen? Wilt dus niet angstig bezorgd zijn en zeggen: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmee zullen wij ons kleden? Want dat zijn dingen, waar de heidenen naar vragen. Immers uw Vader weet, dat gij dit alles nodig hebt. Zoekt derhalve eerst het rijk Gods en Zijn gerechtigheid en al dat andere zal u geschonken worden als toegift.

Overweging
Niemand kan twee heren dienen. En dit wordt verder uitgelegd: want hij zal of de een haten en de ander beminnen, of de een op de handen dragen en de ander verwaarlozen. We zouden deze woorden zorgvuldig moeten overwegen, want de Heer laat ons meteen zien wie de twee meesters zijn uit wie wij een keuze moeten maken. Gij kunt niet tegelijk God dienen en de mammon! 'Mammon' is een Hebreeuws woord dat gebruikt werd voor de rijken.

Wie de mammon dient, dient de boze, die op brutale wijze ervoor heeft gekozen om heer en meester te zijn van de aardse goederen, en die door Jezus de 'prins van deze wereld' wordt genoemd. Van deze twee heren zal men ofwel de een haten en de ander (dat is God) liefhebben, ofwel de een op handen dragen en de ander verwaarlozen. Wie de mammon dient, klamt zich vast aan een hardvochtige meester die uit is op vernietiging, want hij wordt gevangen gehouden door zijn lusten, en hij verkoopt zichzelf als slaaf aan de duivel, van wie niemand houdt. Is er iemand die de duivel liefheeft? En toch houden velen zich aan hem vast.

Daarom zeg ik u: Weest niet bezorgd om uw leven, om wat u zult eten of drinken, noch over uw lichaam, om welke kleding u zult dragen. Want ook al zijn deze zaken niet onbelangrijk, de zoektocht ernaar kan het hart in verdeeldheid brengen, en daardoor kunnen onze intenties bezoedeld raken. We pretenderen vaak - uit de goedheid van ons hart - deze zaken te zoeken voor de ander, maar, onder dit valse voorwendsel, willen we er zelf van profiteren. Op deze manier denken we zelfs niet te zondigen, omdat hetgeen we zoeken immers niet nutteloos is, maar noodzakelijk voor de ander.

Uit een preek van de H. Augustinus

22 augustus 2024

Augustus - Onbevlekt-Hartmaand: O Maagd, zo rein, zo schoon



O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens zie ik u hierboven,
met d'eng'len die u loven,
met Jezus, uwe Zoon.

Refrein
O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens kniel ik voor uw troon.
O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens kniel ik voor uw troon.

O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens zie 'k uw gloriestralen,
waarbij 't geen glans kan halen
van 's werelds dwaas vertoon.

O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens zult gij mij verblijden,
vergoeden al mijn lijden,
al stierf ik duizend doôn.

O Maagd, zo rein, zo schoon,
eens kom ik u begroeten
en leg ik aan uw voeten
voor eeuwig mijne kroon.

22 augustus: Onbevlekt Hart van Maria, feest

Maria zei tegen de kinderen van Fatima: "Jullie hebben de hel gezien waarheen de arme zondaars op weg zijn. Om hen te redden wil de Heer de verering van mijn Onbevlekt Hart ingang doen vinden in de wereld. Wanneer men dit doet, zeg ik jullie, zullen vele zielen gered worden en zal er vrede komen." En bij dezelfde verschijning op 13 juli 1917: "Offer je op voor de zondaars en zeg dikwijls, in het bijzonder wanneer je een offer brengt: O Jezus, uit liefde voor U en voor de bekering van de zondaars, als genoegdoening voor de beledigingen die het Onbevlekt Hart van Maria worden aangedaan."

25 jaar na de verschijningen van Fatima, in 1942, wijdde paus Pius XII de Kerk en de gehele mensheid toe aan het Onbevlekt Hart van Maria. Hij deed dat wegens de plaats die Maria inneemt in het verlossingswerk en met het oog op de nood van de tijd; hij verwachtte van de verering van dit Hart de vrede onder de volkeren, de vrijheid van de Kerk, de bekering van de zondaars en het opnieuw opbloeien van de christelijke deugden. (Decreet over het Feest van het Hart van Maria, 4 mei 1944).

Op 8 december 1854 kondigde paus Pius IX reeds het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria af. Enkele jaren later zou Maria dit in de verschijningen te Lourdes bevestigen.

Bij gelegenheid van het hoogfeest van Maria Boodschap heeft de heilige paus Johannes Paulus II in 1984 tijdens het bijzondere Heilige Jaar van de Verlossing (1983-1984) in navolging van paus Pius XII opnieuw een toewijding aan Maria uitgesproken.

We staan dus in een lange katholieke traditie als wij onszelf en onze naasten ook toewijden aan het Onbevlekt Hart van Maria, bijvoorbeeld met dit gebed:

Heilige Moeder van God, Koningin van hemel en aarde!
Uw Onbevlekt Hart was altijd gelijkvormig met de Wil van de hemelse Vader.
Wij verkiezen u opnieuw tot onze Moeder en Voorspreekster bij de troon van uw goddelijke Zoon.
Neem de onherroepelijke toewijding van ons hart aan,
dat nooit buiten gevaar is als wij er zelf over beschikken,
en dat nergens veiliger geborgen is dan in uw handen.
Verkrijg voor ons oprecht berouw over onze zonden
en alle genaden die wij nodig hebben
om eens het eeuwig leven te bezitten.
Maria, zegen dit huis, waar uw naam geëerd wordt.
Eer en roem aan de onbevlekte maagd Maria,
de gezegende onder de vrouwen,
de Moeder van onze Heer Jezus Christus,
de Koningin des Hemels!
Amen.

20 augustus 2024

Heilige Bernardus over de heilige maagd Maria

Als gij haar volgt,
verdwaalt gij niet.
Als gij haar aanroept,
wanhoopt gij niet.
Als gij aan haar denkt,
vergist gij u niet.
Als zij u steunt,
valt gij niet.
Als zij u beschermt,
vreest gij niet.
Als zij u leidt,
wordt gij niet moe.
Als zij u begunstigt,
bereikt gij uw doel.

20 augustus: Heilige Bernardus, abt en kerkleraar

Bernardus van Clairvaux wordt in 1090 geboren in Fontaine-lès-Dijon (bij Dijon). Hij was een Franse abt en de belangrijkste promotor van de hervormende kloosterorde van de Cisterciënzers. Na de dood van zijn moeder in 1113 trad Bernardus toe tot de Cisterciënzer orde. Reeds drie jaar later kreeg hij opdracht om een dochterklooster te stichten, dat hij op 25 juni 1115 de naam Claire Vallée, 'Clairvaux' gaf.

Bernardus had een bijzondere devotie tot de heilige maagd Maria. Veel van zijn preken gaan over haar rol als voorspreekster. Hij wordt dan ook herdacht als groot marioloog, niet omdat hij uitvoerig schreef over Onze Lieve Vrouw, maar omdat hij haar essentiële rol in de Kerk begreep, en haar als het perfecte model presenteerde van het monastieke leven en van elke andere vorm van christelijk leven.

In het jaar 1128 speelde Bernardus een rol in het Concilie van Troyes, waarin hij de contouren van de Regels van de Tempeliers schetste, die al snel het ideaal van de christelijke adel werden.

Bij de dood van paus Honorius II op 14 februari 1130, brak er een schisma uit in de kerk. Koning Louis VI riep een nationaal concilie van de Franse bisschoppen bijeen in Étampes, waar Bernardus werd gekozen om te oordelen over de rivaliserende pausen. In 1139 woonde Bernardus het Tweede Concilie van Lateranen bij. Hij hekelde de leer van Pierre Abélard bij de paus, die vervolgens in 1141 het Concilie van Sens bijeenriep om deze zaak verder af te wikkelen. Bernardus zag een van zijn leerlingen, Bernard van Pisa, tot paus gekozen worden.

Na eerder geholpen te hebben het schisma binnen de Kerk te beëindigen, kreeg Bernardus nu de opdracht om de ketterij te bestrijden. In juni 1145 reisde hij naar het zuiden van Frankrijk en in zijn prediking bestreed hij de ketterij. Na de christelijke nederlaag bij het Beleg van Edessa droeg de paus hem op om in zijn predikingen op te roepen tot een Tweede Kruistocht.

De laatste jaren van het leven van Bernardus werden bezwaard door de mislukking van deze Tweede kruistocht, waarvoor hij de gehele verantwoordelijkheid kreeg toebedeeld. Bernardus overleed op 20 augustus 1153 op drieënzestig-jarige leeftijd in Clairvaux, na 40 jaar doorgebracht te hebben in het klooster.

Op 18 januari 1174 werd hij door paus Alexander III heilig verklaard. Hij was de eerste Cisterciënzer monnik die werd opgenomen in de heiligenkalender. Paus Pius VIII riep hem in 1830 uit tot Kerkleraar. Deze paus noemde Bernardus de 'honingzoete' vanwege zijn welsprekendheid.

De tekst van de hymne ‘Ave Maris Stella’ zou door Sint Bernardus zijn geschreven. In onderstaande video hoort u hiervan een uitvoering gezongen door de Daughters of Mary, een jonge Amerikaanse congregatie van zusters.



Latijn

Ave Maris stella,
Dei Mater alma,
Atque semper Virgo,
Felix caeli porta.

Sumens illud Ave
Gabrielis ore,
Funda nos in pace,
Mutans Hevae nomen.

Solve vincla reis,
Profer lumen caecis,
Mala nostra pelle,
Bona cuncta posce.

Monstra te esse matrem,
Sumat per te preces,
Qui pro nobis natus
Tulit esse tuus.

Virgo singularis,
Inter omnes mitis
Nos, culpis solutos,
Mites fac et castos.

Vitam praesta puram,
Iter para tutum,
Ut, videntes Iesum,
Semper collaetemur.

Sit laus Deo Patri,
Summo Christo decus,
Spiritui Sancto,
Tribus honor unus. Amen.
Nederlands

Wees gegroet, sterre der zee,
voedende Moeder Gods,
en altijd Maagd,
zalige poort des hemels.

Gij die dit AVE uit de mond
van Gabriel mocht vernemen,
grondvest ons in de vrede
door de naam van EVA om te keren.

Slaak de boeien van de zondaars,
schenk het licht aan de blinden,
verdrijf onze kwalen
en verwerf ons alle goeds.

Toon dat gij moeder zijt;
moge Hij, Die voor ons geboren is
en Zich verwaardigd heeft uw Zoon te zijn,
door u onze gebeden aanvaarden.

Maagd zonder weerga,
boven allen zachtmoedig,
verlos ons van onze schuld
en maak ons zachtmoedig en kuis.

Geef ons een rein leven,
bereid ons een veilige weg,
opdat wij Jezus aanschouwend
ons eeuwig samen mogen verblijden.

Lof zij aan God de Vader,
roem aan Christus de Allerhoogste,
en aan de Heilige Geest;
aan alle Drie gelijke eer. Amen.

19 augustus 2024

19 augustus: Heilige Johannes Eudes, belijder

Jean Eudes wordt geboren op 14 november 1601 geboren in het Normandische plaatsje Ri bij Argentan (in het bisdom Bayeux). Als jong kind legde hij reeds een grote vroomheid aan de dag. Op vierentwintigjarige leeftijd ontving hij de priesterwijding bij de Oratorianen in Parijs.

Als parochiepriester waagt hij tot twee keer toe zijn leven door lijders aan de pest op te zoeken en te verplegen. Hij is een beroemd volksmissionaris. Als bekend wordt dat hij ergens zal preken, stromen de mensen met duizenden toe.

In 1639 wordt hij benoemd tot overste van de Oratorianen, maar in 1643 verlaat hij de congregatie en sticht met vijf anderen de Congregatie van de Priesters van Jezus en Maria (CJM, ook eudisten genoemd). Zij legt zich met name toe op de devotie tot het Heilig Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria en op een zorgvuldige priesteropleiding in de geest van de besluiten van Concilie van Trente (1570). Paus Clemens X geeft zijn officiële goedkering aan de statuten. Eudes blijft tot aan zijn dood algemeen overste.

Hij wordt beschouwd als een van de grootste religieuze vernieuwers van Frankrijk. In 1925 werd Johannes Eudes door paus Pius X heilig verklaard.

18 augustus 2024

Augustus - Onbevlekt-Hartmaand: God groet u, zuiv're bloeme



God groet u, zuiv're bloeme,
Maria, maged fijn,
gedoog dat ik u roeme,
lof moet u altijd zijn!
Als gij niet waart geboren,
o reine Maged vrij,
wij waren allen verloren;
aan u beveel ik mij!

O roosken zonder doornen,
o violette zoet,
o bloemken blauw in 't koren,
wees mij, uw kinde, goed!
Vol liefde en gestadig,
ootmoedig, zo zijt gij.
Och, wees mij toch genadig;
aan u beveel ik mij!

Maria, leliereine,
gij zijt mijn toeverlaat,
zoals een klaar fonteine,
die nimmer stille staat.
Zo geeft gij ons genade
en staat uw dienaars bij.
Och, sta mij toch te stade,
aan u beveel ik mij!

Dertiende zondag na Pinksteren

Epistel
Gal. 3, 16-22
Broeders, aan Abraham werden de beloften aangekondigd, en aan zijn zaad. Er staat niet: "en aan zijn nazaten", alsof er sprake was van velen; maar als van één: "en aan uw zaad" - en dat is Christus. Nu is dit mijn bedoeling: een wilsbeschikking, die door God Zelf rechtsgeldig is tot stand gekomen, wordt door de Wet, die vierhonderdendertig jaar later is ontstaan, niet ongedaan gemaakt, zodat de belofte niet meer van kracht zou zijn. Niettemin, als de erfenis voortvloeit uit de Wet, wordt zij niet verkregen krachtens belofte. En toch, aan Abraham heeft God Zijn gunst bewezen door belofte. Waarvoor diende dan de Wet? - Omwille van de overtredingen werd zij gegeven, totdat het zaad zou komen, waaraan Hij de belofte verbonden had; en zij werd uitgevaardigd door engelen door tussenkomst van een middelaar. Een middelaar nu treedt niet op bij één persoon. God echter is één. Is de Wet dus in strijd met Gods belofte? – Volstrekt niet; want indien er een wet gegeven was, die bij machte was het leven mee te delen, dan zou inderdaad de gerechtigheid voortkomen uit de Wet. Maar de Schrift heeft nu eenmaal alles onder de macht van de zonde gesteld, opdat de belofte aan degenen, die geloven, in vervulling zou gaan door het geloof in Jezus Christus.

Evangelie
Lc. 17, 11-19
In die tijd trok Jezus op Zijn reis naar Jeruzalem door het grensgebied van Samaria en Galilea. En toen Hij een zeker dorp wilde binnengaan, kwamen er tien melaatsen naar Hem toe, die op een afstand bleven staan en met luider stem riepen: Jezus, Meester, heb medelijden met ons. En zodra Hij hen zag, sprak Hij: Gaat heen en vertoont u aan de priesters! Nu geschiedde het, dat zij onderweg gereinigd werden. En een van hen ging terug, zodra hij bemerkte, dat hij gereinigd was, terwijl hij God verheerlijkte met luider stem; en hij wierp zich op zijn aangezicht neder aan Zijn voeten en dankte Hem. En deze was een Samaritaan. En Jezus nam het woord en zei: Zijn er geen tien genezen? Waar blijven dan de negen anderen? Niemand is er gevonden, die terugkeerde en eer gaf aan God, behalve deze vreemdeling! En Hij sprak tot hem: Sta op en ga heen; want uw geloof heeft u redding gebracht.

Overweging
Na het lezen van het epistel van deze zondag kunnen wij ons afvragen waarom de apostel de belofte zo zeer verheerlijkt ten koste van de wet. Het antwoord op die vraag is: omdat de belofte volledig Gods werk is, die louter en alleen voortvloeit uit Zijn barmhartige liefde. God belooft wonderbare zegeningen uit pure goedheid. De mens heeft daaraan part noch deel, want alle glorie komt toe aan God, ook die van ons eigen heil.

Wat de wet betreft: zij is slechts een tijdelijk bestel, dat later werd gegeven dan de belofte en dat de belofte niet buiten werking mag stellen. In Gods bedoeling gebeurt dat ook niet. Maar de joden in de tijd van Paulus handelden alsof het heil veel meer moest komen van hun eigen navolging van de wet, dan van Gods genadige goedheid. De wet is trouwens niet zuiver Gods werk. Paulus spreekt erover hoe engelen en mensen daarbij een rol moeten spelen. De wet is een tweezijdig contract: indien wij Zijn Wil volbrengen zal God ons zegenen. Maar de belofte is zo veel meer dan de werkelijkheid van de wet: de belofte houdt in dat wij mogen vertrouwen en geloven in Gods goedheid. De belofte is dus een zuivere en onvermengde daad van God, zonder enig menselijk element.

De christen geeft van zijn kant aan God de eer door te geloven, door onvoorwaardelijk te vertrouwen op de genade Gods, en niet op eigen prestaties en verdiensten. Zoals in het Evangelie is ook vandaag het grootste deel van de genezen mensen weggebleven van de heilige Mis; slechts enkelen blijven God danken voor Zijn weldaden. Van alle gedoopten komt maar een enkeling zondag na zondag om God te verheerlijken, als in deze kerk het Offer van verzoening en het Onderpand van ons eeuwig leven opgedragen wordt. Waar blijft de rest? Waarom blijven zij weg?

Het wel of niet komen om God te verheerlijken heeft te maken met de ware of de foute liefde. De ware liefde gaat uit naar God als het hoogste Goed en verlangt ernaar om alles voor Hem te doen. Daarvoor komen gelovigen ook naar de heilige Mis, om zich met het Offer van Christus te verenigen en daardoor het eigen leven te geven in het ene offer dat God welgevallig is, en dat ons toegang verschaft tot de eeuwigheid. De anderen, die wegblijven van de verschuldigde Godsverheerlijking, hebben zichzelf lief. Zij willen God niet dienen maar wel Zijn gaven ontvangen voor het tijdelijke en het wereldse. Hun liefde is fout omdat ze alleen maar draait om het eigen ‘ik’. Daarmee beantwoorden zij niet aan hun hoogste roeping en doel: om door de verheerlijking van God het eeuwig leven te ontvangen.

In de moderne, na-conciliaire Kerk wordt er veel gesproken over een goed mens zijn, en om er te zijn voor de ander, over respect en tolerantie. Maar daardoor is nog niemand in de hemel gekomen. Onze eerste verplichting, als gedoopten, is God te dienen en lief te hebben. Alleen door Gods liefde is ook een ware dienst aan de naaste mogelijk, omdat deze dienst in de waarheid moet bestaan, en tot doel moet hebben om de naaste bij God te brengen. Zo ziet de heilige apostel Paulus het heil: komende van God, terwijl wij Hem alleen verheerlijken, omdat aan Hem alleen de eer toekomt. Alles komt voort uit Zijn barmhartige en genadevolle belofte.

De zondige mens kan zichzelf niet redden, ook niet door de wet. Wij kunnen slechts gered worden door te geloven in het heil dat Jezus ons aanbiedt. Tegenover deze grote goddelijke gave past slechts een zielenhouding van nederig bewustzijn van onze eigen zondigheid en onmacht, en van het in dankbaarheid aanvaarden van het geloof in God en Zijn beloften van heil en genade. Van deze kernwaarheid van het geloof, dat het heil van ons allen bij God begint en ook door God zijn voleinding zal bereiken is de heilige Paulus diep overtuigd. Daarom ook legt hij de nadruk op de belofte en plaatst hij de wet op de tweede plaats. Alleen op deze manier wordt het mogelijk om de vergiftigende eigenroem, die vele mensen tot op heden bezielt, te elimineren, en aan God de plaats te geven die Hem toekomt, namelijk die van ons aller eer en glorie. Deze ordening van het goddelijke heil en de genade toont aan de mensen hun eigen nederigheid en tegelijkertijd de oneindige liefde waarmee God hun zielenheil bemint. Dat brengt ons tot de wijze waarop wij God zouden moeten beminnen, namelijk door ons volledig over te geven aan Zijn genade.

17 augustus 2024

17 augustus: Heilige Hyacinthus, belijder

Hyacinthus werd in 1185 in Karmin (Silezië) geboren in een adellijke familie met de naam Osdrawaz. Zijn broer was de zalige Ceslas van Polen.

Hyacinthus werd opgeleid in Krakau, Praag, Parijs en Bologna. Hij was doctor in de rechten en in de theologie. In Rome werkte hij samen met zijn oom, bisschop Ivo Konski van Krakau. Daar was hij getuige van een wonder dat de heilige Dominicus deed. Vervolgens werd hij een van de eerste predikheren.

Hij bracht de dominicanenorde naar Polen en evangeliseerde in Polen, Pommeren, Litouwen, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Schotland, Rusland, Turkije en Griekenland. Bij een aanval op een klooster wist Hyacinthus een crucifix en een Mariabeeld te redden, hoewel dit beeld zo zwaar was dat hij het normaal gesproken nooit had kunnen tillen. Hyacinthus wordt in de kunst gewoonlijk met beide beelden afgebeeld, maar ook wel met monstrans en Mariabeeld.

Hyacinthus stierf in Krakau op 15 augustus 1257. Hij werd op 17 april 1594 heiligverklaard door paus Clemens VIII. Hij wordt de apostel van Polen genoemd en is de patroonheilige van Polen.