Gezamenlijke website van de parochies H. Agnes en H. Jozef, beide gevestigd in de Sint-Agneskerk, centrum voor de traditionele Latijnse liturgie


24 november 2018

Junioracademie op zondag 25 november

Zondag 25 november 2018 begint om 13.30 uur in de grote zaal van de pastorie een bijeenkomst van de Junioracademie.

Deze keer zal het onderwerp zijn 'de kruistocht voor een christelijke beschaving'.

Hugo Bos (foto), algemeen manager van TFP (traditie, familie en privé-eigendom) en van Civitas Christiana spreekt over onze persoonlijke verantwoordelijkheid in de strijd tegen de revoluties die de christelijke beschaving willen vernietigen.

15 november 2018

Programma Sint-Nicolaasacademie op zaterdag 17 november 2018

Op zaterdag 17 november om 11.00 uur houdt Michiel Hemminga, bestuurslid van de Sint-Nicolaasacademie, filosoof en campagneleider van CitizenGO in Nederland, een lezing over identiteitspolitiek en de ondermijning van het algemeen belang. Hij zal spreken over hoe de belangenpolitiek ten behoeve van allerlei minderheden uiteindelijk het geheel van de samenleving in gevaar zal brengen.

Voorafgaand aan de lezing is er om 10.00 uur een gelezen heilige Mis in de kerk.

Zie: De website van de academie.

13 november 2018

Bijeenkomst Legioen Kleine Zielen op woensdag 14 november 2018

De gebedsgroep Amsterdam van het Legioen Kleine Zielen van Jezus’ Barmhartig Hart komt elke tweede woensdag van de oneven maanden (januari, maart, mei, juli, september en november) bijeen in onze kerk en pastorie; de eerstvolgende bijeenkomst is op woensdag 14 november. Het programma is als volgt:
10.30 uur: Rozenkransgebed
11.00 uur: Gelezen H. Mis
11.45 uur: Rozenkrans van de goddelijke Barmhartigheid en toewijdingsgebed
12.30 uur: Conferentie met koffie en thee in de pastorie (tot circa 14.00 uur).

Een ieder is van harte uitgenodigd om kennis te komen maken en te komen meebidden met de gebedsgroep. Niemand is te groot of te klein, wij zijn allemaal aan het oefenen. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het legioen.

11 november 2018

Vijfentwintigste zondag na Pinksteren

Vijfde overgebleven zondag na Driekoningen


Epistel
Kol. 3, 12-17
Broeders, wilt u als heilige en veelgeliefde uitverkorenen Gods toerusten met een medelijdend hart, met goedheid en bescheidenheid, met zachtmoedigheid en geduld. Verdraagt elkander, en vergeeft elkander, als gij soms over iemand te klagen hebt. Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven. Maar draagt over dat alles heen de liefde; want deze is de band der volmaaktheid. Laat de vrede van Christus heersen in uw harten; want daartoe zijt gij ook geroepen, als leden van één lichaam. Weest daarenboven dankbaar. Moge het woord van Christus onder u wonen in volle rijkdom, zodat gij in alle wijsheid elkander onderricht en vermaant. En zingt dankbaar God van harte lof in psalmen en gezangen en geestelijke liederen. Alles wat gij doet met woord of werk, doet alles in de Naam van de Heer Jezus Christus, om aan God, de Vader, dank te brengen door Jezus Christus, onze Heer.

Evangelie
Mt. 13, 24-30
In die tijd hield Jezus de menigte deze gelijkenis voor: Het rijk der hemelen gelijkt op een mens, die goed zaad op zijn akker zaaide. Maar terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid tussen de tarwe en ging heen. Toen nu het graan opkwam en vrucht begon te zetten, toen werd ook het onkruid zichtbaar. Dan gingen de knechten van de heer naar hem toe, en zeiden: Heer, hebt gij geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dan het onkruid vandaan? En hij antwoordde hun: Dat heeft een vijandig mens gedaan. De knechten vroegen hem nu: Wilt gij, dat wij het gaan uittrekken? Maar hij antwoordde: Neen; want als gij het onkruid uittrekt, zoudt gij misschien ook de tarwe uitrukken. Laat ze beide opgroeien tot de oogst; dan zal ik in de oogsttijd tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst het onkruid, en bindt het in bundels, om het te verbranden; maar bergt de tarwe in mijn schuur.

Overweging
In de gelijkenis van dit Evangelie legt onze Heer Jezus Christus aan Zijn leerlingen een belangrijke leer uit over de Kerk op aarde en over het leven. Hij wijst daarbij op het einde van de tijden. Christus zegt dat het rijk der hemelen, dat zich hier op aarde manifesteert door de Kerk, lijkt op een akker waarop goed zaad wordt gezaaid. Dit zaad verzinnebeeldt de genade en de akker staat voor de heilige Kerk van God. In een volledig verstaan van de gelijkenis kunnen wij de akker identificeren met de Kerk en het zaad met onze eigen ziel, waarin God Zijn genade tot leven brengt omdat zij in de kracht van de akker, de Kerk, haar voedsel vindt voor haar groei.

Tegelijk met het goede zaad en de zaaier van de akker wijst Christus ook op de vijand die onkruid zaait tussen het goede zaad. Dit onkruid kunnen wij duidelijk herkennen als de zonde, en de vijand als de duivel. Het onkruid en de zonde leven als een parasiet uit hetgeen dat bedoeld is om een ander te laten groeien. Het onkruid brengt geen goede vruchten voort en is daarom in de gelijkenis zinnebeeld voor de zonde die geen eigen leven in zich draagt, maar alleen de afwezigheid van het goede is en daarom ook zo verschrikkelijk is, want God – als Bron van alle goedheid – is dan afwezig. En waar God niet is, kan geen leven zijn, maar alleen dood en verderf.

Christus wil ons waarschuwen, allereerst doordat hij uitlegt wat goed is en wat niet goed is, maar ook door de uiterste en laatste consequentie van het kwaad te verwoorden. Aan het einde van de tijden zal het onkruid gebundeld worden om te worden verbrand. In deze woorden van onze Heer Jezus Christus vinden wij de leer over het vuur van de hel, een leer die tegenwoordig vaak als overbodig en als niet meer aanvaardbaar voor het moderne, sociaal geworden christendom wordt beschouwd.

In het tweede deel van het Evangelie legt Christus uit waarom tot de oogst gewacht moet worden met het verzamelen van het onkruid. Het eerste gevolg hiervan is de realiteit van de Kerk zoals wij haar door de geschiedenis heen kennen. In Gods heilige Kerk, de akker van de oogst, groeien tarwe en onkruid samen op. De redenen hiervoor zijn begrijpelijk en volledig edel en heilig, want de Heer van de oogst is geduldig en barmhartig en straft niet terstond, maar schenkt tijd en gelegenheid tot inkeer en bekering.

De zonde, die in de gelijkenis door het onkruid wordt verzinnebeeld, kan alleen stand houden in de afwezigheid van de genade. Bekering is mogelijk zolang de slechte planten nog op de akker staan. De akker van de Kerk is er om vruchten van heiligheid voort te brengen en juist om die reden blijft Christus een geduldig en barmhartig bezitter van de akker. Maar wanneer Hij terugkeert tot Zijn akker, als Heer van de oogst, dan zullen kwaad en goed uit elkaar gehaald worden.

6 november 2018

Misintenties

De katholieke Kerk belijdt dat de heilige Mis het voortdurende Offer van Christus is dat aan God de Vader wordt aangeboden voor de verlossing van de mensen.

Het is mogelijk om een heilige Mis te laten lezen voor een bepaalde intentie. De Mis wordt dan aan God opgedragen uit dankbaarheid, voor een zekere nood of voor de zielenrust van een overledene. God de Vader wordt gesmeekt om de vruchten van Christus' Offer in het bijzonder toe te passen op deze intentie.

Dat is een van de krachtige middelen waarmee wij de zielen in het vagevuur kunnen helpen om hun tijd daar te bekorten. De maand november (Allerzielenmaand) is dan ook bijzonder geschikt voor het laten opdragen van H.H. Missen voor overledenen.

Op zondagen en kerkelijke feestdagen dient een priester (pastoor) de heilige Mis op te dragen voor het hem toevertrouwde volk (zogenaamde Missa pro populo). Daar kunnen geen persoonlijke intenties aan worden toegevoegd. Op andere dagen kan per heilige Mis één intentie worden aangenomen.

Er wordt een financiële bijdrage (stipendium) gevraagd als daadwerkelijk offer van degene die de intentie opgeeft. Deze bijdrage is voor het levensonderhoud van de priester die de Mis opdraagt.

Voor het opgeven van Misintenties kunt u het beste rechtstreeks contact opnemen met een van de priesters. De richtprijs voor het stipendium bedraagt € 12.

4 november 2018

Vierentwintigste zondag na Pinksteren

Missaal: Vierde overgebleven zondag na Driekoningen


Epistel
Rom. 13, 8-10
Broeders, gij moet elkander niets schuldig blijven, dan alleen maar wederzijdse liefde. Want wie de naaste liefheeft, heeft de wet volbracht. Immers het gebod: Gij zult geen echtbreuk plegen - gij zult niet doodslaan - gij zult niet stelen - gij zult geen vals getuigenis geven - gij zult niet begeren, of welk ander gebod ook, het komt alles neer op dit woord: gij zult uw naaste beminnen als u zelf. De liefde doet de naaste geen kwaad aan. Zo vervult de liefde de gehele wet.

Evangelie
Mt. 8, 23-27
In die tijd begaf Jezus Zich in het scheepje en Zijn leerlingen gingen met Hem mee. Plotseling werd de zee geweldig onstuimig, zodat de golven over het schip heensloegen. Hij echter lag te slapen. De leerlingen gingen naar Hem toe; zij maakten Hem wakker en zeiden: Heer, help ons, wij vergaan! Doch Jezus sprak tot hen: Waarom zijt gij bevreesd, kleingelovigen? Toen stond Hij op, gaf Zijn bevelen aan de wind en de zee, en het werd volkomen stil. De mensen nu stonden verbaasd en zeiden: Wat is dat toch voor iemand, dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzamen?

Overweging
Zeer dikwijls geeft Christus Zijn apostelen en ons allen een les in vertrouwen. Zo ook in het Evangelieverhaal van deze zondag. Het verhaal is heel kort, maar wel duidelijk. Alles is aan Christus onderworpen; de machten en krachten van de natuur zowel als de gehele geestelijke wereld. Alles is Hem onderdanig, Hij is de opperste Soeverein. Hij draagt zorg voor ons op grond van Zijn goddelijke, oneindige liefde. Hij kent al onze noden en ook dan, wanneer Hij schijnt te slapen, zoals in het bootje op het meer, is Hij bij ons, altijd bereid ons te helpen en ons te beschermen tegen de gevaren die ons bedreigen. Wat Hij van ons verlangt is vertrouwen. Dat wij nooit vergeten dat Hij de Goede Herder is.

Er zijn veel stormen in de wereld. Elke keer gaat het om een andere storm. Elk mensleven kent zijn eigen stormen. Dikwijls hebben wij die zelf beleefd. Het kan voorkomen dat we miskend worden, dat we worden tegengewerkt, of zelfs vervolgd en onrechtvaardig behandeld. Soms worden onze bedoelingen verkeerd begrepen, wordt ons werk niet gewaardeerd en bevinden wij onszelf midden in een grote storm van beproevingen en bekoringen. En dan kan iedereen zien hoe sterk zijn geloof is.

Geloven in Jezus zolang het ons goed gaat, zolang alles volgens ons plan verloopt, is niet moeilijk. maar dat is nauwelijks een waarachtig geloof. Zodra de dingen verkeerd lopen, zodra wij onze machteloosheid ervaren, verliezen wij moed en stort ons vertrouwen in. Dan begint pas het eigenlijke geloof, daar waar menselijke krachten en berekeningen vallen. Zodra wij ‘vergaan’, hoe dan ook, menen wij dat Christus ons verlaten heeft. Dan zien wij dat ons geloof op een voelbare aanwezigheid of op troost was gebouwd. Voelen wij dat niet meer, dan is ons geloof weg. Maar geloof is meer dan een gevoel dat God dicht bij ons is. Geloof in God betekent: op Hem vertrouwen, op Zijn wijsheid. Hij weet toch beter dan ik wat voor mijn verlossing het beste is. Als wij geloven, dan moeten wij vertrouwen op Zijn liefde en voorzienigheid – waarin Hij ons nooit verlaat – ook in het midden van een storm, midden in schijnbaar onoplosbare situaties.

Ons geloof moet steeds gezuiverd worden. Een ziel die echt gelooft en zich uitsluitend aan God hecht, blijft onwankelbaar. Bekoringen, lijden en beproevingen bereiken slechts de oppervlakte van zijn wezen; in de diepte heerst vrede. De oppervlakte van de zee kan hevig worden bewogen bij een storm, maar de diepe wateren blijven onberoerd. Deze innerlijke vrede hangt slechts van één ding af, namelijk van onze houding tegenover God. Christus is de Heer. Als wij dat erkennen en Zijn woorden onvoorwaardelijk aanvaarden, dan blijven wij altijd veilig bij Hem Die alle kwaad heeft overwonnen.

3 november 2018

Van de pastoor: Zalige keizer Karel, bid voor ons

Beminde gelovigen,

De maand november opende met het feest van alle heiligen in de hemel, en stelt ons dus de triomf van de Kerk voor ogen. In deze zegeviering zien wij vooral de macht van Christus’ verlossende werk, waarin ook wij hopen te volharden tot aan het eind van ons aardse bestaan. De dag na het feest herdachten wij de overledenen en baden wij voor hun zielen, die door menselijke zwakte gevangen zijn in hun niet-uitgeboete dagelijkse zonden en onvolmaaktheden. In het vagevuur lijden zij onder de louterende boete, waarna ook zij tot de zegevierende Kerk in de hemel zullen behoren.

Z. keizer Karel

Zondag 25 november is de laatste zondag van het kerkelijk jaar met de evangelielezing over de wederkomst van de Heer om levenden en doden te oordelen, en over het einde der tijden. Deze gebeurtenissen en realiteiten roepen ons op om steeds inniger het leven in de genade te omarmen en te leven, omdat het oordeel ook voor ons realiteit zal worden.

Op 11 november van dit jaar om 11.00 uur is het precies 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog – of zoals die vroeger werd genoemd: de Grote Oorlog – eindigde met de overwinning van de Vrijmetselaars-Frans-Anglo-Amerikaanse overwinning op het Europese continent, en daarmee werd het einde ingeluid van de grote christelijke keizerrijken die eeuwenlang, als stabilisatoren van de beschaving in het Avondland, Gods wetten in de Staat en in de samenleving hadden verdedigd. Helaas is deze tragedie voor Europa en voor onze cultuur door vele christenen niet opgemerkt. Door de zege van de vrijmetselarij in deze oorlog werden de seculiere ideeën voor de staatsinrichting met enorme ijver doorgedrukt, en werden geloof en Kerk, mens en familie, de sociale en economische orde op onvoorstelbare wijze aangevallen.

Gedenken wij in onze gebeden de overleden helden van de slagvelden van deze oorlog, en ook alle ongelukkige soldaten die hun leven gaven in de oprechte veronderstelling een goede zaak te hebben verdedigd, maar die in werkelijkheid ons hebben gestort in het allergrootste ongeluk waarin wij nu nog leven. Vragen wij op voorspraak van de zalige keizer Karel van Oostenrijk om eindelijk uit deze ellende bevrijd te mogen worden.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor