8 april 2012

Preek voor het hoogfeest van Pasen

Christus is waarlijk verrezen, alleluia!

Epistel
1 Kor. 5, 7-8
Broeders, doet het oude zuurdeeg weg, om aldus een nieuw deeg te zijn. Gij zijt toch immers ongedesemd. Want ook ons Paaslam is geslacht, dat is Christus. Laten wij daarom ons feestmaal vieren, niet met oude zuurdesem, dat wil zeggen: niet met zuurdesem van slechtheid en boosheid; maar met ongedesemd brood van zuiverheid en waarheid.

Evangelie
Mc. 16, 1-7
In die tijd kochten Maria Magdalena en Maria van Jacobus en Salóme reukwerken, om Jezus te gaan balsemen. En zeer vroeg in de morgen, op de eerste dag der week, kwamen zij bij het graf, toen de zon reeds was opgegaan. En zij zeiden tot elkander: Wie zal ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen? Maar toen zij gingen zien, bemerkten zij, dat de steen reeds weggerold was. Deze nu was buitengewoon groot. Zij gingen dan het graf binnen, en zagen aan de rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad; en zij ontstelden hevig. Maar deze sprak tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus van Nazareth, Die gekruisigd is. Hij is verrezen; Hij is hier niet meer; ziet hier de plaats, waar men Hem had neergelegd. Maar gaat heen, en zegt aan Zijn leerlingen, met name aan Petrus, dat Hij weer voor u uitgaat naar Galilea; daar zult gij Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.

Preek
Vandaag viert de Kerk haar gloriedag, het ‘feest der feesten’, omdat zij de overwinning van Jezus Christus, haar Stichter, viert. Het Paasfeest is het jubelfeest om de verlossing. De redding is een feit geworden. Gods belofte, lang geleden gegeven, werd op Paasdag vervuld. Jezus, voor ons gestorven, vernietigde de schuld en de angst en Hij gaf ons de hemel terug. Na Zijn verschrikkelijk lijden, dat Hij uit liefde op Zich had genomen, is Hij nu doorstraald van licht en heerlijkheid.

“Vreest niet! Gij zoekt Jezus van Nazareth Die gekruisigd is. Hij is verrezen. Hij is niet hier. Ziet de plaats waar men Hem had neergelegd.” Deze woorden van een engel hoorden de heilige vrouwen die naar het graf van Jezus gingen om Zijn lichaam te balsemen. Hij is verrezen – met deze woorden nodigt de Kerk ook ons in de gehele Paasliturgie uit tot een innige blijdschap. “Hij is waarlijk verrezen.” Zijn lijden en dood waren voor Hem geen ondergang: zij waren de hoge losprijs voor de zielen, voor onze zielen. Dit was het herstel uit de zonde, de prijs van de nieuwe vriendschap tussen God en de mensen.

Geheel de Kerk is vol van blijdschap en dankt God. Wat kunnen wij anders doen dan blij zijn zowel inwendig als naar buiten om dit grote geluk, deze vernieuwing van het leven, om deze glorie vooral van onze Heer en Redder, Jezus Christus? Maar niet alleen blijdschap regeert in deze tijd in de Kerk. Zij is ook enorm dankbaar voor alles wat Christus voor ons heeft gedaan. En dit is: ons de hemel teruggegeven en Gods liefde.

Met dankbaarheid en vreugde moeten ook onze harten vervuld worden. “Dit is de dag die de Heer gemaakt heeft; laat ons heden juichen en blij zijn” – zingen wij in het graduale. Naast de blijdschap brengt het feest van Pasen ons de hoop, de hoop dat wij op een dag ook zullen verrijzen om met God eeuwig te leven. En dit leven zal een heel ander leven zijn, een nieuw leven. Amen.