Zuster Faustina werd heilig verklaard op 30 april 2000. Op diezelfde dag stelde paus Johannes Paulus II voor de gehele Kerk het feest van de goddelijke Barmhartigheid in op de eerste zondag na Pasen (Beloken Pasen), zoals Jezus aan zuster Faustina had verzocht.
Bij Zijn eerste verschijning aan zuster Faustina geeft Jezus haar de opdracht: “Schilder een afbeelding die overeenkomt met het voorbeeld dat je ziet, met het onderschrift: Jezus, ik vertrouw op U. Ik wil dat deze afbeelding vereerd wordt, eerst in jouw kapel en daarna over de hele wereld. Ik beloof je dat de ziel die deze afbeelding zal vereren, niet verloren zal gaan.”
Jezus vraagt ons de noveen tot de goddelijke Barmhartigheid te bidden op de negen dagen voorafgaand aan het feest van Zijn Barmhartigheid (Beloken Pasen). Deze noveen begint dus vandaag, op Goede Vrijdag.
Jezus zegt tot zuster Faustina:
"Ik ben Heilig, en de geringste zonde is Mij een afschuw. Maar wanneer de zondaars berouw hebben, is Mijn erbarmen zonder grenzen. Ik vervolg hen met Mijn Barmhartigheid op al hun wegen. Wanneer zij de weg tot Mij vinden, vergeet Ik elke bitterheid en verheug Me in hun terugkeer. Zeg hun, dat Ik niet ophoud op hen te wachten: Ik luister hun hart af, om de kleinste hartslag, die op Mij gericht is, op te vangen. Ik vervolg hen met gewetenswroeging en met beproevingen, met storm en bliksem en met de lokroep van de Kerk: wanneer zij echter al Mijn genaden afwijzen, laat Ik hen aan zichzelf over en geef hun nog wat zij voor zichzelf wensen.
Wie niet door de deur van Mijn Barmhartigheid wil ingaan, moet voor Mijn rechtvaardigheid verschijnen."
De Heer zei me de rozenkrans of het kroontje te bidden op de negen dagen vóór het feest van Zijn barmhartigheid, te beginnen op Goede Vrijdag. Hij beloofde mij: “Door deze noveen zal Ik alle mogelijke genaden aan de zielen verlenen”.
“Ik wil dat je gedurende deze negen dagen zielen naar de bron van Mijn barmhartigheid brengt opdat zij daaruit kracht en verkwikking mogen putten en welke genaden zij ook maar nodig hebben in de moeilijkheden van het leven en in het bijzonder op het uur van de dood.
Op iedere dag zul je een andere groep zielen naar Mijn hart brengen en hen onderdompelen in deze oceaan van Mijn barmhartigheid. Ik zal al deze zielen in het huis van Mijn Vader brengen. Je zult dit in dit leven doen en in het volgende. Ik zal niets weigeren aan een ziel die jij naar de fontein van Mijn barmhartigheid zult brengen. Op iedere dag zul je Mijn Vader omwille van Mijn bitter lijden om genaden voor deze zielen smeken”.
Eerste dag
“Breng vandaag de hele mensheid bij Mij, in het bijzonder alle zondaren en dompel hen in de oceaan van Mijn barmhartigheid. Op deze wijze zul je Mij troosten in het bittere verdriet waarin het verlies van zielen Mij stort”.
Allerbarmhartigste Jezus, Wiens diepste aard het is om medelijden met ons te hebben en ons te vergeven, zie niet op onze zonden maar op het vertrouwen dat wij in Uw oneindige goedheid stellen. Ontvang ons allen in de schuilplaats van Uw allermededogendst Hart en laat ons er nooit uit ontsnappen. Wij smeken dit van U door Uw liefde die U met de Vader en de Heilige Geest verenigt.
O, almacht van de goddelijke Barmhartigheid,
Zaligheid van zondige mensen,
U bent een zee van barmhartigheid en medelijden,
U staat hen bij die U nederig smeken.
Eeuwige Vader, keer Uw barmhartige blik naar de hele mensheid en in het bijzonder naar de arme zondaren die allemaal door het allermededogendst Hart van Jezus omvat worden. Toon ons omwille van Zijn bitter lijden Uw barmhartigheid, zodat wij de almacht van Uw barmhartigheid mogen prijzen in de eeuwen der eeuwen.
18 april 2025
Noveen tot de goddelijke Barmhartigheid, dag 1
Goede Vrijdag
Vandaag heeft God de Vader Zich met ons verzoend.
De prijs voor die verzoening is niet door ons betaald, maar door de Vader Zelf.
En Hij betaalde niet de laagste prijs, maar de hoogste:
Het offer van Zijn enige Zoon, Die Hij zo innig liefheeft,
onze Heer Jezus Christus.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord mij.
Wat had Ik voor u moeten doen
dat Ik niet gedaan heb?
17 april 2025
Gebed tot de gekruisigde Jezus
Aan gelovigen die op vrijdagen in de Vasten na de communie dit gebed bidden voor een afbeelding van de gekruisigde Christus wordt - onder de gebruikelijke voorwaarden van biecht, heilige communie en gebeden voor de intenties van de Paus - een volle aflaat verleend. Op andere dagen van het jaar kan men een gedeeltelijke aflaat verkrijgen.
Latijn
En ego, o bone et dulcissime Iesu, ante conspectum tuum genibus me provolvo, ac maximo animi ardore te oro atque obtestor, ut meum in cor vividos fidei, spei et caritatis sensus, atque veram peccatorum meorum paenitentiam, eaque emendandi firmissimam voluntatem velis imprimere; dum magno animi affectu et dolore tua quinque vulnera mecum ipse considero ac mente contemplor, illud prae oculis habens, quod iam in ore ponebat tuo David propheta de te, o bone Iesu: Foderunt manus meas et pedes meos: dinumeraverunt omnia ossa mea. Amen.
Nederlands
O goede en allerzoetste Jezus, zie ik werp mij in Uw tegenwoordigheid op de knieën en ik bid en smeek U met al de vurigheid van mijn ziel dat Gij U gewaardigt in mijn hart te drukken levendige gevoelens van geloof, hoop en liefde, een oprecht berouw over mijn zonden en de vaste wil mij te beteren, terwijl ik in mijzelf met grote aandoening en droefheid Uw vijf Wonden overweeg en in de geest beschouw, voor ogen hebbende hetgeen de profeet David U reeds deed voorzeggen van Uzelf, o goede Jezus: Zij hebben Mijn handen en Mijn voeten doorboord, zij hebben al Mijn beenderen geteld.
Onze Vader...
Wees gegroet...
Eer aan de...
Noveen tot de goddelijke Barmhartigheid
De noveen tot de goddelijke Barmhartigheid begint op Goede Vrijdag. Negen dagen vóór het feest van de goddelijke Barmhartigheid - dat gevierd wordt op de zondag van Beloken Pasen - brengen we elke dag in gebed een andere groep zielen naar het Heilig Hart van Jezus en dompelen hen onder in de oceaan van Zijn barmhartigheid. Hij zal al deze zielen naar het huis van Zijn Vader brengen. "Ik zal niets weigeren aan een ziel die jij naar de fontein van Mijn barmhartigheid zult brengen", aldus de Heer Zelf. "Iedere dag zul je Mijn Vader omwille van Mijn bitter lijden om genaden voor deze zielen smeken."
De gebeden staan dagelijks op deze site.
Witte Donderdag
![]() |
Het Kruisoffer op Goede Vrijdag (l.) en het heilig Misoffer (r.): één en hetzelfde Offer aan de Vader. |
“Dit is het heilsgeheim dat sinds de aanvang van de tijden en geslachten verborgen is geweest, maar dat thans aan Zijn heiligen is geopenbaard. Aan hen heeft God bekend willen maken hoe rijk aan glorie dit heilsgeheim onder de heidenen is, hoe Christus namelijk onder u is, de hoop op de glorie.”
Dit is de grote schat, de erfenis van liefde die Christus bij Zijn dood de wereld naliet, Zijn eigen Vlees en Bloed als offer en spijs voor onze zielen. Hij is door dit offer Zelf blijven zorgen voor Gods eer in de wereld en Hij is door dit heilig Sacrament Zelf blijven zorgen voor onze heiliging. Dit is het geheim van deze dag: Christus is blijvend onder ons aanwezig en zal aanwezig blijven tot aan het einde van de tijden, om alles tot Zich te trekken.
16 april 2025
Biechtgelegenheid en Paascommunie
Op de dagen van het Paastriduüm is er biechtgelegenheid tijdens de plechtigheden vanaf een uur vóór aanvang, en daarnaast ook op Paaszaterdag tussen 11.00 en 12.00 uur.
Aan alle plechtigheden van de Goede Week is een volle aflaat verbonden, onder de gebruikelijke voorwaarden van biecht, ontvangst van de heilige communie en gebeden voor de intenties van de Heilige Vader, onthechting aan iedere zonde, zelfs de dagelijkse zonden, en de bedoeling hebben de volle aflaat werkelijk te verdienen.
De heilige Kerk schrijft voor dat iedere gelovige minstens eenmaal per jaar moet gaan biechten en de heilige communie ontvangen. Deze Paascommunie moet plaatsvinden tussen Passiezondag en de tweede zondag na Pasen (voor zieken, die de heilige Mis niet kunnen bezoeken, geldt: tot en met Drievuldigheidszondag).
Openstelling tijdens het Paasoctaaf
Tijdens het Paasoctaaf (van zondag 20 tot en met zaterdag 26 april) zijn kerk en pastorie na de dagelijkse heilige Mis gesloten. In noodgevallen is de pastorie telefonisch bereikbaar.
15 april 2025
De voorbereiding op een goede biecht
Het gewetensonderzoek
Om de Heer vergeving te kunnen vragen voor onze zonden, moeten wij eerst ons geweten onderzoeken om de fouten te ontdekken waardoor wij Hem beledigd hebben. Hier kan geen algemene regel voor worden gegeven. De een biecht elke week, de ander spreekt enkel de verplichte Paasbiecht. De een is nog een kind, de ander een volwassene. De een is getrouwd, de ander ongetrouwd. We hebben niet allen dezelfde beroepsplichten of plichten van staat, maar wij zijn allen verplicht om dezelfde geboden te onderhouden, hoezeer onze levensomstandigheden ook verschillen. De enige voor alle gevallen toepasselijke aanwijzing lijkt dan ook deze: ieder moet aan zijn gewetensonderzoek de nodige tijd besteden om de bedreven zonden in te zien en ze in de biecht te kunnen belijden.
Om dit onderzoek goed te doen, is het passend dat wij ons aanbevelen bij de heilige maagd Maria en onze Engelbewaarder, opdat zij van de Heilige Geest voor ons het licht verkrijgen, dat onze fouten ons niet ongemerkt ontschieten, opdat we ze min of meer bewust zouden verdoezelen. Als wij echt verlangen dat de biecht ons geestelijk leven bevordert en de liefde Gods in ons doet groeien, dan is het onontbeerlijk dat wij ons geweten onderzoeken met evenveel zorgvuldigheid als wij ons voor andere belangrijke zaken inzetten.
Sommigen menen dat zij hun fouten niet kunnen ontdekken. In de meeste gevallen hebben ze gelijk, omdat zij ze niet meer kunnen zien, hoewel ze in het oog springen, dat komt omdat zij zo gewoon geraakt zijn aan zondige handelwijzen. Als wij ons geweten onderzoeken, mogen wij ons daarom niet beperken tot een oppervlakkige blik op onze handelingen. Wij moeten er de tijd voor nemen die nodig is om de misstappen te vinden die sleur geworden zijn en die ten slotte onze ziel dodelijk gaan schaden.
De lauwheid, de nalatigheid bij het vervullen van de plichten van staat, het lichtvaardig woordgebruik, de min of meer juiste beoordeling van andermans gebreken, wat we voor de naaste zouden moeten doen maar niet doen, de leugen, het zich niet houden aan het gegeven woord, het niet altijd onberispelijk gedrag bij het vermaak en de relaties met gezin en maatschappij, de vrijwillige verstrooiing tijdens de heilige Mis of gebed, de slapheid in het geestelijk leven, de weerstand tegen de genade Gods die bepaalde daden van deugd van ons vraagt enz. - die zouden onze aandacht moeten hebben en het voorwerp moeten zijn van een oprechte beschuldiging, vol berouw, in het sacrament van de biecht. Op die manier kunnen wij, door Gods genade gezuiverd, elke dag een stukje verder komen op de weg van de persoonlijke heiligheid, waartoe de Heer ons roept.
Het berouw
Om de vriendschap met God, die wij door de zonde verloren hebben, opnieuw te verwerven, is het berouw onontbeerlijk. Maar het berouw of het hartenleed moet niet worden opgevat als iets gevoeligs dat ons de tranen in de ogen brengt. Door zo'n opvatting zouden we, als we niet tot tranen toe geroerd zijn, kunnen gaan denken dat we niet voldeden aan een noodzakelijke voorwaarde voor het ontvangen van het biechtsacrament. Dat zou een jammerlijke vergissing zijn.
Sommigen menen dat het berouw zo iets is als de afschuw die een kind heftig de taartjes doet afwijzen, nadat het er ziek van geworden is. Er zijn immers gevallen waarin wij, na God beledigd te hebben, geen afschuw van de zonde in ons voelen opkomen, terwijl we het toch echt zouden wensen. Erger nog: na de zonde bedreven te hebben, gevoelen wij een nog sterkere neiging om te hervallen, want onze krachten om het goede te doen, verzwakken in zekere zin. Het leed om de zonde blijkt niet uit het feit dat deze, welke ze ook zijn, ons niet meer aantrekken, maar uit de vastbeslotenheid waarmee onze wil ze verafschuwt. Wie berouw heeft, zegt: Ik wou dat ik dat niet gedaan had. Wil het berouw geldig zijn, dan moet het bovendien in het bovennatuurlijk leven wortelen, want anders zou het in het natuurlijk vlak blijven steken, een heel ander dan dat van het leven van de genade. Dan zou de genade ons niet kunnen bereiken. Daarom moet het berouw op de een of andere wijze betrokken zijn op de Heer. Als het ten slotte niet op God gericht was, dan zou het berouw ons niet dichter brengen bij Hem die ons de vergeving schenkt. Wij zouden ons opsluiten binnen de enge grenzen van onze persoonlijke armoede, absoluut niet in staat de genade te verkrijgen die wij toch zozeer behoeven.
De motieven voor het berouw over onze zonden zijn vele, maar niet alle brengen ze ons in de gesteldheid om de genade te ontvangen door de biecht. Het is goed die motieven na te gaan, om niet in een dwaling te vervallen die God beledigt door een valse spijt, waardoor wij nog verder van Hem verwijderd zouden raken.
Er zijn drie soorten van spijt over de zonden. De eerste is die uit liefde. Die komt uit het hart: "de spijt uit liefde, omdat Hij goed is, omdat Hij onze vriend is en zijn leven voor ons gegeven heeft, omdat al het goede dat wij bezitten, van Hem is, omdat wij Hem beledigd hebt... omdat Hij ons vergiffenis heeft geschonken. ”Ween, mijn zoon, van verdriet, omdat je Hem bemint”. De tweede soort van spijt is die van vrees. Die komt voort uit de angst voor de rechtvaardige straf die we door onze zonden in het andere leven zouden verdienen. Die spijt is niet zo volmaakt en ook niet zo onzelfzuchtig als de vorige. Maar omdat dit toch gericht is op de Heer (ook ontstaat het contact door vrees), is ze voldoende om de genade van de vergiffenis te verkrijgen. Ten slotte is er een derde vorm van spijt, die met het bovennatuurlijk leven niets te maken heeft. Men zou die kunnen noemen: de spijt uit hoogmoed, omdat ze noch uit liefde tot God, noch uit vrees voor Hem voortkomt. Integendeel, ze komt voort uit de eigenliefde die zich bij het zien van de eigen onvolmaaktheid gekwetst voelt. Als wij deze teleurstelling over onszelf niet afwijzen, komen wij van kwaad tot erger. Trots blokkeert de weg terug naar God, want met zulk een spijt kunnen we niet waardig gaan biechten; ze verraadt een gesteltenis die niet Gods vergeving zoekt, maar zichzelf; trots is een ongeordend verlangen naar volmaaktheid.
Voornemen om zich te beteren
De spijt over onze fouten zou niet oprecht zijn zonder het voornemen ze niet opnieuw te bedrijven. Het moet duidelijk zijn dat er voor de goede en geldige biecht een essentiële voorwaarde bestaat: het voornemen om zich te beteren. Dit bestaat juist in het besluit van de wil niet opnieuw te zondigen. Maar dit besluit houdt niet de zekerheid in dat het inderdaad wordt uitgevoerd. Om goed te biechten is het echter niet noodzakelijk, de zekerheid te hebben dat men de Heer niet meer zal beledigen. Wel moet men bereid zijn de passende middelen te gebruiken om niet te hervallen.
Ons allen, zonder uitzondering, kan het overkomen dat we opnieuw zondigen, maar de vrees voor nieuwe fouten in de toekomst mag ons niet afhouden van het sacrament van de biecht, evenmin als de herstellende zieke de medicijnen achterwege mag laten.
Als de heilige Petrus de Heer vraagt, hoe vaak hij moet vergeven, oppert hij als het toppunt van edelmoedigheid: "Zeven keer? En Jezus antwoordt hem: "Nee, Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventigmaal zevenmaal." God zegt ons dit, omdat ook Hij bereid is ons telkens te vergeven, als wij Hem er in de vereiste gesteltenis om vragen. Die vereiste gesteltenis is bewust. Wie niet wil hervallen, weet het, omdat hij vastbesloten is de gelegenheden tot zondigen te vermijden, dat is die omstandigheden in het leven die voor ons een gevaar zijn God opnieuw te beledigen. Wie blijft omgaan met vrienden van wie hij weet dat ze hem de genade Gods weer doen verliezen, vermijdt de naaste gelegenheid tot zondigen niet. Wie blijft doen wat hem de wet van de Heer deed vergeten, vermijdt de gelegenheid tot zondigen niet. Wie vertoningen bijwoont waarvan hij weet dat ze hem kwaad doen, vermijdt de naaste gelegenheid tot zondigen niet, evenmin als hij die blijft doorlezen in een boek dat bij hem slechte gedachten opwekt, waaraan hij gemakkelijk toegeeft. Misleiden wij onszelf niet: wie met de zonde wil breken, wendt ook de daartoe geëigende middelen aan. Een zieke die gezond wil worden, neemt zijn medicijnen in en volgt het dieet van de dokter. Doet hij dit niet, dan kan men niet zeggen dat hij weer echt gezond wil worden. "Maar ik wil niet zondigen, ik ben alleen maar zwak." Akkoord. Juist omdat wij zwak zijn, zijn we speciaal verplicht om de gelegenheid tot zondigen te vermijden.
Een eerlijk voornemen blijkt alleen uit de bereidheid om positief iets te gaan doen wat onze zwakheid sterk maakt. De middelen daartoe zijn: het gebed - "Bid om niet in de bekoring te gaan”, het dikwijls ontvangen van de heilige communie, en de devotie tot de heilige Maagd. Hoe toch kunnen wij de bekoringen van zinnelijkheid, luiheid, egoïsme enz. overwinnen, als we niet onze toevlucht nemen tot de Heer en Zijn Moeder, om van hen de noodzakelijke kracht te krijgen?
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor
14 april 2025
Liturgische kalender voor de Goede Week en Pasen
13 april: Palmzondag
09.45 uur: Gelezen H. Mis zonder palmwijding
11.00 uur: Gezongen Hoogmis met palmwijding en processie
12.45 uur: Gelezen H. Mis zonder palmwijding
14 april: Maandag in de Goede Week
11.00 uur: Gelezen H. Mis
15 april: Dinsdag in de Goede Week
11.00 uur: Gelezen H. Mis
16 april: Woensdag in de Goede Week
11.00 uur: Gelezen H. Mis
PAASTRIDUÜM
17 april: Witte Donderdag
19.00 uur: Plechtige gezongen H. Mis ter herdenking van het Laatste Avondmaal, waarbij het Sacrament van het Altaar en het sacrament van het priesterschap werden ingesteld
Aansluitend: Ontbloting van het altaar en gezongen Donkere Metten, tevens gelegenheid tot aanbidding bij het rustaltaar (tot 22.30 uur)
18 april: Goede Vrijdag (vasten- en onthoudingsdag)
Vandaag begint de noveen tot de goddelijke Barmhartigheid.
14.00 uur: Oefening van de Kruisweg
15.00 uur: Plechtige herdenking van het Lijden en Sterven van onze Heer Jezus Christus
19 april: Paaszaterdag
19.00 uur: Plechtige gezongen Paaswake
20 april: VERRIJZENIS VAN ONZE HEER JEZUS CHRISTUS – Hoogfeest van Pasen
09.45 uur: Gelezen H. Mis
11.00 uur: Gezongen Hoogmis
12.45 uur: Gelezen H. Mis
Biechtgelegenheid
Op de dagen van het Paastriduüm is er biechtgelegenheid tijdens de plechtigheden vanaf een uur vóór aanvang. Tevens op Paaszaterdag van 11.00 tot 12.00 uur.
Volle aflaat
Aan alle plechtigheden van de Goede Week is een volle aflaat verbonden, onder de gebruikelijke voorwaarden van biecht, ontvangst van de heilige communie en gebeden voor de intenties van de Heilige Vader.
Paascommunie
De heilige Kerk schrijft voor dat iedere gelovige minstens eenmaal per jaar moet gaan biechten en de heilige communie ontvangen. Deze Paascommunie moet plaatsvinden tussen Passiezondag en de tweede zondag na Pasen (voor zieken, die de heilige Mis niet kunnen bezoeken, geldt: tot en met Drievuldigheidszondag).
13 april 2025
Miserere (psalm 50)
Ontferm U over mij, o God,
volgens Uw grote barmhartigheid.
En delg mijn misdaad naar de rijkdom van Uw ontferming.
Was mij geheel van mijn schuld en reinig mij van mijn zonde.
Want ik ben mij van mijn misdaad bewust,
en mijn zonde staat mij steeds voor de geest.
Tegen U alleen heb ik gezondigd, gedaan wat kwaad is in Uw ogen;
zo zult Gij rechtvaardig zijn in Uw vonnis en rein in Uw oordeel.
Want zie, in ongerechtigheid ben ik ontvangen,
en in zonde ontving mij mijn moeder.
Gij bemint de oprechtheid des harten;
Uw geheime en verborgen wijsheid hebt Gij mij ontvouwd.
Besprenkel mij met hysop, en ik word rein;
was mij, en ik word witter dan sneeuw.
Laat me weer vreugde en blijdschap vernemen,
dan zullen mijn verbrijzelde beenderen juichen.
Wend Uw gelaat af van mijn zonden en delg al mijn misdaden uit.
Schep een zuiver hart in mij, o God,
en vernieuw in mij een vaste geest.
Verwerp mij niet van Uw aanschijn
en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg.
Geef mij weer de vreugde van Uw heil en sterk mij met een willige geest.
Bozen zal ik Uw wegen leren,
en zondaars zullen zich tot U bekeren.
Bevrijd mij van bloedschuld, o God, God van mijn heil,
en mijn tong zal jubelen over Uw gerechtigheid.
Heer, open mijn lippen, en mijn mond zal Uw lof verkondigen.
Als Gij een slachtoffer wilde, ik zou het U schenken;
maar in brandoffers hebt Gij geen behagen.
Een offer voor God is een vermorzelde geest;
een verbrijzeld en deemoedig hart zult Gij, God, niet versmaden.
Wees Sion, Heer, in Uw goedheid genadig; herbouw Jeruzalems muren.
Dan zullen onze gaven en brandoffers U als ware offeranden behagen;
dan brengt men weer stieren op Uw altaar.
Palmzondag
Evangelie voorafgaand aan de plechtige palmprocessie
Mt. 21, 1-9
In die tijd naderde Jezus Jeruzalem, en toen Hij in de nabijheid van Betfage bij de Olijfberg gekomen was, zond Hij twee van Zijn leerlingen met de opdracht: Gaat naar het dorp, dat daar voor u ligt; daar zult gij dadelijk een ezelin vinden, die vastgebonden staat, met een veulen er bij; die moet gij losmaken en Mij hier brengen. En als soms iemand u wat zegt, geeft dan ten antwoord: De Heer heeft ze nodig, maar Hij zal ze aanstonds terugsturen. Dit alles nu geschiedde, opdat in vervulling zou gaan, wat door de profeet was voorzegd: Zegt aan Sions dochter: Zie, uw Koning komt tot u, zachtzinnig, en gezeten op een ezelin, op een veulen, het jong van een lastdier! De leerlingen gingen dan heen en deden, zoals Jezus hun bevolen had. Zij brachten de ezelin en het veulen mede, legden hun mantels er op, en lieten Hem daarop plaats nemen. De talrijke menigte spreidde haar mantels uit op de weg; en anderen sneden takken van de bomen en strooiden die over de weg. En de scharen, die voorop gingen en volgden, riepen luid: Hosanna de Zoon van David! Gezegend Hij, Die komt in de Naam des Heren! Hosanna in den hoge!
11 april 2025
Stabat Mater
Stabat mater dolorosa juxta Crucem lacrimosa, dum pendebat Filius. Cuius animam gementem, contristatam et dolentem pertransivit gladius. O quam tristis et afflicta fuit illa benedicta, mater Unigeniti! Quæ mœrebat et dolebat, pia Mater, dum videbat nati pœnas inclyti. Quis est homo qui non fleret, matrem Christi si videret in tanto supplicio? Quis non posset contristari Christi Matrem contemplari dolentem cum Filio? Pro peccatis suæ gentis vidit Iesum in tormentis, et flagellis subditum. Vidit suum dulcem Natum moriendo desolatum, dum emisit spiritum. Eia, Mater, fons amoris me sentire vim doloris fac, ut tecum lugeam. Fac, ut ardeat cor meum in amando Christum Deum ut sibi complaceam. Sancta Mater, istud agas, crucifixi fige plagas cordi meo valide. Tui Nati vulnerati, tam dignati pro me pati, pœnas mecum divide. Fac me tecum pie flere, crucifixo condolere, donec ego vixero. Juxta Crucem tecum stare, et me tibi sociare in planctu desidero. Virgo virginum præclara, mihi iam non sis amara, fac me tecum plangere. Fac, ut portem Christi mortem, passionis fac consortem, et plagas recolere. Fac me plagis vulnerari, fac me Cruce inebriari, et cruore Filii. Flammis ne urar succensus, per te, Virgo, sim defensus in die iudicii. Christe, cum sit hinc exire, da per Matrem me venire ad palmam victoriæ. Quando corpus morietur, fac, ut animæ donetur paradisi gloria. Amen. |
Naast het kruis met schreiende ogen, stond de Moeder - diep bewogen, daar de Zoon te sterven hing. En haar door het zuchtend harte, overstelpt van wee en smarten, 't zevenvoudig slagzwaard ging. O hoe droef, hoe vol van rouwe, was die zegenrijkste Vrouwe, om Gods eengeboren Zoon! Ach, hoe streed zij! Ach, hoe kreet zij, en wat folteringen leed zij, bij 't aanschouwen van die hoon! Wie, die hier niet schreien zoude, die het grievend leed aanschouwde, dat Maria's ziel verscheurt? Wie kan, zonder mee te wenen, Christus' Moeder horen stenen, daar zij met haar Zoon hier treurt? Voor de zonden van de zijnen zag zij Jezus zo in pijnen, en in wrede geselstraf. Zag haar lieve Zoon zo lijden, heel alleen de doodskamp strijden, tot hij Zijnen geest hergaf. Geef, o Moeder, bron van liefde, dat ik voele wat u griefde, dat ik met u medeklaag. Dat mij 't hart ontgloei' van binnen, in mijn Heer en God te minnen, dat ik Hem alleen behaag. Heilige Moeder, wil mij horen, met de wonden mij doorboren, die Hij aan het kruishout leed. Ach, dat ik de pijn gevoelde, die uw lieve Zoon doorwoelde, toen Hij stervend voor mij streed. Mocht ik klagen al mijn dagen, en Zijn plagen waarlijk dragen, tot mijn jongste stervenssmart. Met u onder 't kruis te wenen, met uw rouwe mij verenen, dat verlangt mijn zuchtend hart. Maagd der maagden, nooit volprezen, wil voor mij niet bitter wezen, laat mij treuren aan uw zij. Laat mij al de wrede plagen, en de dood van Christus dragen, laat mij sterven zoals Hij. Laat Zijn wonden mij doorwonden, worde ik bij Zijn kruis verslonden, in het Bloed van uwen Zoon. Moge ik in het vuur niet branden, neem, o Maagd, mijn zaak in handen, in het oordeel voor Gods troon. Christus, moge ik eens behalen, als mijn levenszon gaat dalen, door Uw Moeder palm en prijs. En als 't lichaam dan zal sterven, doe mijn ziel de glorie erven, van het hemels Paradijs. Amen. |
Vrijdag in de Passieweek: Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten (gedachtenis)
Hoe meer men een zaak bemint, hoe heviger voelt men de pijn bij het verlies ervan. Geen mens betwijfelt dat men meer bedrukt is om de dood van een broer dan van een dier; meer om de dood van een zoon dan van een vriend. Welnu, zegt Cornelius a Lapide, om te begrijpen welke de smart was van Maria bij de dood van haar Zoon, is het nodig de liefde te begrijpen die ze Hem toedroeg. Maar wie zal die liefde kunnen meten? De gelukzalige Amedeus zegt, dat in het Hart van Maria, beide liefden voor haar Jezus, namelijk de bovennatuurlijke liefde waarmee ze Hem als God beminde, en de natuurlijke liefde waarmee ze Hem liefhad als haar Zoon, tot een liefde verenigd waren. Zo ontstond dan uit deze twee liefden, slechts een liefde, maar een liefde zo mateloos dat Guilielmus van Parijs er toe komt te zeggen dat de allerheiligste Maagd Jezus bemint 'zoveel als ze het naar menselijke maat vermocht'. Vandaar zegt Richard van Sint Laurentius, zoals er geen liefde was die haar gelijke had, zo was er geen smart die met de hare kon vergeleken worden. Zo dan de liefde van Maria jegens haar Zoon mateloos was, zo moest haar smart ook mateloos geweest zijn bij het verlies van haar Zoon in de dood. Waar de hoogste liefde is, zegt de heilige Albertus de Grote, daar is ook de hoogste smart.
H. Alfonus Maria van Liguori
10 april 2025
Sint-Nicolaasacademie op zaterdag 12 april 2025 om 13.00 uur
Op zaterdag 12 april houdt Frank Mulder een lezing over de Franse socioloog en theoloog Jacques Ellul (1912-1994), die bekend is om zijn kritische filosofie van de techniek, die een allesoverheersende en sturende kracht is geworden in onze wereld en onze vrijheid van handelen inperkt.
De toegangsprijs voor de lezing bedraagt € 7,50.
Zie: De website van de academie.
7 april 2025
Van de pastoor: Meeleven met de Verlosser op weg naar Jeruzalem
![]() |
De tweede statie van de kruisweg in onze kerk: Jezus neemt het kruis op Zijn schouders. |
Beminde gelovigen,
In april gaan wij door het laatste gedeelte van de heilige vastentijd, namelijk de passietijd. Ik ben ervan overtuigd dat velen van u het moeilijk hebben gehad om het vasten toe te passen in het dagelijks leven. Deze moeilijkheid wordt vaak veroorzaakt door de drukte van het leven om ons heen, een drukte die op allerlei manieren bij ons binnendringt en ons afleidt.
Vasten in de christelijke zin is niet slechts een lichamelijke tuchtiging, maar een tuchtiging die ruimte wil maken in ons voor het ontvangen van nieuw leven, het leven van de genade in onze ziel. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat wij stiller worden om te kunnen vasten, dat wij ons afkeren van de wereld en het leven van de Verlosser in deze veertig dagen van vasten meeleven. Meeleven met de Verlosser op de weg naar Jeruzalem kunnen wij doen door de liturgische teksten van de heilige Missen in deze vastentijd te bemediteren en door de oefening van de kruisweg. Alleen op deze wijze kunnen wij met de Kerk meeleven, zodat de genaden van de Verlossing in ons werkelijk gaan bloeien, en niet slechts vechten om door de bodem van ons bestaan heen te breken.
Op vrijdag 25 april hoop ik 50 jaar oud te worden. Graag nodig ik u allen uit om na de heilige Mis van 11.00 uur in de bovenzaal van de pastorie een kleine traktatie te gebruiken. U bent tot 14.30 uur van harte welkom!
Ik wens u van harte een Zalig Pasen.
Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor
6 april 2025
Vexilla Regis
Des konings vaandels gaan vooraan,
't geheim des kruises grijpt ons aan,
dat op het schandhout uitgespreid
de Schepper als een schepsel lijdt.
Het harde ijzer van de speer
stak in de zijde van de Heer,
opdat het water en het bloed
ons reinigde in overvloed.
Wat David in zijn vrome lied
voorspeld heeft, dat is nu geschied.
Hij heeft de volkeren geleerd
dat God vanaf het hout regeert.
O kruis, u groet ik, want gij zijt
mijn hoop in deze lijdenstijd.
Geef vrolijkheid wie U vertrouwt,
genade wie zijn kwaad berouwt.
U brenge al wat leeft de eer,
Drievuldigheid, o ene Heer,
Die ons door 't kruisgeheim bevrijdt,
regeer ons tot in eeuwigheid.
(Vertaling: J.W. Schulte Nordholt)
Passiezondag
![]() |
De passie van Christus. |
Epistel
Hebr. 9, 11-15
Broeders, Christus is opgetreden als Hogepriester van de goederen der toekomst. En door een grotere en volmaaktere tabernakeltent – niet met handen gemaakt en niet van deze schepping – is Hij, niet met bloed van bokken of kalveren, maar met Zijn eigen Bloed, eens en voor altijd binnengaan in het Heiligdom, en heeft eeuwiggeldende verlossing bewerkt. Want als het bloed van bokken en stieren, en de besprenkeling met de as van een koe onreinen kan heiligen, zodat zij uiterlijk gereinigd worden, hoeveel te meer zal dan het Bloed van Christus, Die door de Heilige Geest Zichzelf als smetteloos offer aan God heeft opgedragen, ons geweten van dode werken zuiveren, om voortaan de levende God te dienen. En juist daarom is Hij Middelaar van een Nieuw Verbond, opdat door tussenkomst van Zijn dood de overtredingen, onder het vroegere Verbond bedreven, zouden worden afgekocht, en zij, die geroepen zijn, de belofte van de eeuwige erfenis zouden ontvangen, in Christus Jezus, onze Heer.
Evangelie
Joh. 8, 46-59
In die tijd sprak Jezus tot de scharen der joden: Wie uwer kan Mij enige zonde bewijzen? Als Ik u de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij dan niet? Iemand, die uit God is, luistert naar Gods woorden. Dáárom luistert gij niet, omdat gij niet uit God zijt. De joden gaven Hem ten antwoord: Zeggen wij niet met recht, dat Gij een Samaritaan zijt en van de duivel zijt bezeten? Jezus antwoordde: Ik ben niet van de duivel bezeten, maar Ik verheerlijk Mijn Vader; en gij tast Mij in Mijn eer aan. Ik echter zoek Mijn eer niet; Eén is er, die ze zoekt en die oordeelt. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie Mijn woord onderhoudt, zal de dood niet zien in eeuwigheid. Toen zeiden de joden: Nu weten wij zeker, dat Gij van de duivel bezeten zijt! Abraham is gestorven en ook de profeten, en Gij zegt: wie Mijn woord onderhoudt, zal de dood niet sterven in eeuwigheid. Zijt Gij dan groter dan onze vader Abraham, die wèl gestorven is! Ook de profeten zijn gestorven. Voor wie houdt Gij Uzelf toch wel? Jezus antwoordde: Indien Ik Mijzelf verheerlijk, dan betekent Mijn heerlijkheid niets; het is Mijn Vader, Die Mij verheerlijkt: Hij, van Wie gij zegt, dat Hij uw God is; maar gij kent Hem niet! Ik echter ken Hem. En als Ik zei, dat Ik Hem niet kende, dan zou Ik een leugenaar zijn, zoals gij. Maar Ik ken Hem, en Ik onderhoud Zijn woord. Uw vader Abraham verheugde zich er op Mijn dag te mogen zien; hij heeft die gezien en zich verblijd. Doch de joden zeiden tot Hem: Gij zijt nog geen vijftig jaar oud, en Gij hebt Abraham gezien? Jezus gaf hun ten antwoord: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Vóórdat Abraham werd, ben Ik. Toen grepen zij stenen op, om Hem te stenigen; maar Jezus trok Zich terug, en verliet de tempel.
Overweging
Over het gehele leven van Christus op aarde hangt de schaduw van de passie. Vanaf de geboorte te Bethlehem, door het leven te Nazareth en door Zijn openbaar leven – de schaduw van het kruis was overal aanwezig. Het kruis staat in het middelpunt van het leven van Jezus Christus en het lijden is het hoogtepunt van het werk dat Hij hier op aarde is komen volbrengen. Het bloed van de stieren en bokken was niet voldoende om de verloren mensheid met God te verzoenen. God wilde een volmaakt offer – een offer van Zijn eigen Zoon, op het kruis.
De eerste grote stap naar het kruis toe heeft de Zoon van God gedaan in Zijn menswording. Deze stap van de hemel omlaag naar de aarde, uit Zijn gestalte van God in die van de knecht, was een veel grotere stap dan Zijn laatste schreden naar Golgotha. En deze stap zette Hij in volledige en bewuste belijdenis van het kruis. Over Christus zegt de psalmist: ”slachtoffer noch gave hebt Gij gewild, maar een lichaam hebt Gij Mij bereid”. Het offer van Christus begint al in de stal, omdat er geen plaats voor Hem in de herberg was. De zijnen aanvaardden Hem niet. De zijnen haatten Hem al en vervolgden Hem en Hij moest voor hen vluchten en Zich verbergen. Hij vernederde Zich onder hun wetten en onder de behoeften van Zijn aangenomen menselijke natuur.
En nu treden wij de laatste momenten van het lijden binnen. Hoe zouden we de gevoelens van Jezus’ heilig Hart in deze dagen kunnen uitdrukken? Alle afschuwelijke lichamelijke en psychische pijnen en smarten stonden Hem voor ogen. De ondankbaarheid van de mensen, de ontrouw van Zijn leerlingen, de onuitsprekelijke smarten van Zijn Moeder – dat alles heeft Zijn heilige Ziel moeten verduren. En dat alles uit liefde.
De goddelijke Verlosser, Die zo vastberaden op Zijn lijden afgaat, Die al onze zonden op Zich neemt, lijdt door onze ondankbaarheid. Toen Hij aan het kruis hing, zag Hij allen, die het uur waarop Gods genade hen bezoekt niet erkennen. Hij zag alle mensen van alle tijden, die Zijn heil niet willen ontvangen. Is het niet schokkend, dat er zo veel mensen zijn die de Zoon van God afwijzen, terwijl Hij zonder klagen of verwijten bereid is Zich voor hen te laten slachtofferen? Dat er zo veel mensen tussen staan die onverschillig en koud, en misschien zelfs vervuld van haat, Zijn kruis aanstaren en niet willen begrijpen dat het om hen gaat, om hun heil of onheil, om hun leven of dood, hun hemel of hel?
Dit is wat het kruis van ons eist: oriëntering van heel ons wezen op God. Wanneer dat niet de vrucht van dit uur en van deze grote heilige weken zal zijn, dan heeft de goddelijke Verlosser ook ons gezien onder hen die Zijn lijden afwijzen. De belangrijkste taak, die we in ons leven te vervullen hebben, luidt: we moeten offers worden, altijd en overal onszelf overgeven aan God, Hem de eerste plaats geven, Hem in het middelpunt van ons leven plaatsen bij iedere gedachte, bij elk woord, bij iedere beslissing. Dat deze heilige passietijd ons allen een stap dieper mag binnenvoeren in het begrip en in de navolging van de totale overgave van Christus.
4 april 2025
4 april: Heilige Isidorus, bisschop, belijder en kerkleraar (gedachtenis)
Isidorus werd omstreeks het jaar 560 geboren te Cartagena uit een voorname Spaanse familie. Rond het jaar 600 volgde hij zijn broer (de heilige Leander) op als aartbisschop van Sevilla. Hij stichtte scholen en kloosters, beijverde zich voor de bekering van de joden en bevorderde de wetenschappen. Volgens een getuigenis van de achtste synode van Toledo in 653 was hij "een verlicht leraar van onze tijd, het jongste sieraad van de katholieke Kerk, de laatste der kerkvaders, de geleerdste van onze tijd."
In 1598 werd hij heilig verklaard en in 1722 verheven tot kerkleraar.
2 april 2025
2 april: Heilige Franciscus van Paula, belijder (gedachtenis)
Franciscus werd in 1416 in Calabrië, Italië, geboren uit zeer eenvoudige ouders. God verheerlijkte hem tijdens zijn leven en na zijn dood met ontelbaar veel wonderen.
In een van zijn brieven schreef hij: "Broeders, ernstig vermaan ik u: bewerk met verstand en zorgvuldigheid de redding van uw zielen. De dood is een feit, het leven maar kort en verdwijnen zal het als rook. Richt dus uw aandacht op het lijden van onze Heer Jezus Christus. Want Hij brandde van zo'n grote liefde voor ons, dat Hij uit de hemel is neergedaald om ons te verlossen. Voor ons heeft Hij alle lichamelijke en geestelijke kwellingen geleden en is voor geen marteling teruggeschrikt. Hij heeft ons een volmaakt voorbeeld gegeven van liefde en geduld. Daarom moeten ook wij het geduld beoefenen, wanneer de dingen tegen ons zijn."
1 april 2025
Informatiebulletin voor de maand april is verschenen
Het Informatiebulletin is het parochieblad van de Jozefparochie dat maandelijks verschijnt. In de editie voor de maand april - in het bijzonder toegewijd aan de heilige Eucharistie - aandacht voor de lezing voor de Sint-Nicolaasacademie, de noveen tot de goddelijke Barmhartigheid, een bijzondere verjaardag later deze maand... en uiteraard het liturgisch schema voor de Goede Week en het Paasfeest, de belangrijkste tijd in het kerkelijk jaar.
Het bulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin april' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.
Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.
30 maart 2025
Lætare Jerusalem (Introitus)
Latijn Lætare Jerusalem: et conventum facite, omnes qui diligitis eam: gaudete cum lætitia, qui in tristitia fuistis: ut exsultetis, et satiemini ab uberibus consolationis vestræ. Lætatus sum in his quæ dicta sunt mihi: in domum Domini ibimus. | Nederlands Verheug u, Jeruzalem, komt bijeen, gij allen, die deze stad liefhebt; verheugt en verblijdt u, gij die vol droefheid waart; nu moet gij juichen, en u verzadigen aan de troost, die zij, moeder, u schenkt. (Is. 66, 10-11) Ik was blij, dat mij gezegd werd: Wij trekken op naar het huis des Heren. (Ps. 121, 1) |
Vierde zondag van de vasten - Zondag Laetare
![]() |
Zondag Laetare: Een glimp van vreugde te midden van de droefheid. |
Epistel
Gal. 4, 22-31
Broeders, er staat geschreven, dat Abraham twee zonen had: één bij zijn slavin, en één bij zij vrijgeboren vrouw. Maar die van de slavin werd geboren op gewoon-natuurlijke wijze; die van de vrije vrouw echter krachtens de belofte. Deze dingen hebben een diepere zin. Het zijn twee verbonden. Het ene is van de berg Sinai; het brengt slavenkinderen voort. En dat is Agar; want de berg Sinai is gelegen in Arabië. En deze houdt verband met het Jeruzalem van thans, dat immers met haar kinderen verkeert in slavernij. Maar het andere, het Jeruzalem van boven, is vrij; en dat is de moeder van ons. Er staat immers geschreven: "Verblijd u, gij onvruchtbare, die geen kinderen voortbrengt; breek uit in gejubel, gij, die geen moedersmart kent; want de kinderen van de vrouw die verlaten staat, zijn talrijker dan die van haar, die de man bij zich heeft." En wij, broeders, wij zijn – evenals Isaac – kinderen van belofte. Maar zoals destijds de zoon, die naar het vlees geboren was, de ander vervolgde, die was geboren naar de geest, zo geschiedt het ook nu. Maar wat zegt de Schrift? "Jaag de slavin met haar zoon weg; want de zoon van de slavin zal niet meeërven met de zoon van de vrije vrouw." Derhalve, broeders, wij zijn geen slavenkinderen, maar kinderen van de vrije vrouw. En deze vrijheid heeft Christus ons bewerkt.
Evangelie
Joh. 6, 1-15
In die tijd begaf Jezus Zich naar de overzijde van het meer van Galilea of Tiberias. En een grote menigte volgde Hem, omdat zij de wonderen zagen, die Hij aan de zieken verrichtte. Dan besteeg Jezus het gebergte en zette Zich daar neer met Zijn leerlingen. Het was kort vóór Pasen, het grote feest van de joden. Toen Jezus de ogen opsloeg en zag, dat er zeer veel volk tot Hem kwam, zei Hij tot Philippus : Wáár zullen wij brood kopen, opdat zij wat te eten hebben? Hij zei dit echter, om hem op de proef te stellen, want Hij voor Zich wist wel, wat Hij zou doen. Philippus gaf Hem ten antwoord: Voor tweehonderd tienlingen brood is nog niet genoeg voor hen, om voor ieder ook maar een weinig te kunnen krijgen! Toen zei Hem een van Zijn leerlingen, Andreas, de broeder van Simon Petrus: Hier is een jongen, die vijf gerstebroden heeft en twee vissen; maar wat betekent dat voor zovelen! Jezus zei: Laat de mensen gaan zitten. – Er was namelijk veel gras daar ter plaatse – Zij zetten zich dan neder, de mannen ongeveer vijfduizend in getal. Toen nam Jezus de broden, sprak een dankgebed en deelde er van uit aan hen, die daar gezeten waren; eveneens ook van de vissen, zoveel als ieder wenste. En toen zij verzadigd waren, zei Hij tot Zijn leerlingen: Verzamelt de overgebleven brokken, opdat ze niet verloren gaan! Zij verzamelden ze dan, en vulden twaalf korven met brokken, die er van de vijf gerstebroden waren overgebleven, nadat zij gegeten hadden. Toen nu die mensen het wonder zagen, dat Jezus verricht had, zeiden zij: Deze is werkelijk de Profeet, die in de wereld moet komen! Maar Jezus begreep, dat zij zouden komen, om Hem mee te nemen en koning te maken; daarom trok Hij Zich weer terug in het gebergte. Hij alleen.
Overweging
![]() |
Verheug u, Jeruzalem! |
Wij zijn kinderen van de vrijheid, de vrijheid die Christus ons gaf in Zijn genade. Door de Kerk zijn wij vrij van de dood van de zonde. Verheug u, Jeruzalem, zo begint de intrede van de Mis van vandaag. Dit verheugen vindt zijn volle werkelijkheid in de Kerk, het nieuwe Jeruzalem.
De heilige apostel Paulus beschrijft in zijn epistel onze vrijheid als volgt: wij zijn immers geboren uit het geestelijk Jeruzalem, dat is de heilige Kerk, die geen slavin maar de vrije bruid van Jezus Christus is. Laat ons nooit door de zonden slaven van de duivel en van onze driften zijn, anders zouden ook wij, zoals de zoon van Abrahams slavin, verstoten worden en onwaardig verklaard om mede-erfgenaam te zijn van Jezus Christus.
Abraham had twee zonen, een van de slavin Agar en een van Sara, de vrije vrouw. De zoon van de slavin werd naar het vlees geboren, die van de vrije vrouw echter werd geboren uit de kracht van de belofte, die God aan Abraham had gedaan. Dit alles heeft een diepe zinnebeeldende betekenis: het verbeeldt de twee testamenten. Het eerste of oude verbond, dat op de berg Sinaï werd aangegaan, baart tot dienstbaarheid en wordt door de slavin Agar voorgesteld, want de Sinaï is een berg in Arabië die met het aardse Jeruzalem overeenkomt, het aardse Jeruzalem dat de mensheid niet zelf uit de zonde kon verlossen. Maar het hemels Jeruzalem van hierboven is vrij en dit is onze Moeder, de Kerk, het nieuwe verbond, waardoor wij gered zullen worden.
“Verblijd u, onvruchtbare, die niet baart; jubel in vreugde, gij die niet ter wereld brengt, want de eenzame heeft vele kinderen.” Wij zijn kinderen van de belofte, zoals Isaac, want wij zijn naar Gods belofte uit de vrije wettige bruid, de heilige Kerk, geboren. Wij zijn dus geen kinderen van een slavin, maar van de vrije vrouw, krachtens de vrijheid waarmee Christus ons heeft vrijgemaakt.
Het hoofdthema dat de apostel Paulus vandaag schildert is de vrijheid van Christus en de vrijheid in Christus. Niet altijd zijn wij ons de vrijheid bewust, die ons gegeven werd juist door de diepe verbondenheid met de Zoon van God. Hij heeft ons immers van de zonde vrijgemaakt, Hij heeft het ons mogelijk gemaakt naar God op te zien, niet als slaven en knechten, maar als hoopvolle kinderen.
Zouden wij dan niet reeds uit dankbaarheid hiervoor moeten leven in de vrijheid die bestaat in het loslaten van zonden? Zouden wij niet moeten leven in het bewustzijn van de goedheid van de Vader en van de eeuwige eindbestemming die ons wacht? Beseffen wij wel hoe de liefde van Jezus Christus ons als het ware achtervolgt? Denk eens aan hoe vaak Hij u heeft vergeven. Deze vergeving heeft Hij trouwens voor ons verdiend door Zijn bitter lijden en door Zijn gehoorzaamheid aan de Vader, tot in de dood, de dood op het Kruishout. Door het lijden toonde Hij ons Zijn liefde.
Er zijn genoeg redenen tot vreugde, want de goddelijke liefde is volkomen. Verheugen wij ons daarover, maar laten wij tegelijkertijd deze goddelijke goedheid niet misbruiken door te leven in zorgeloze middelmatigheid, want wij zijn geroepen tot volkomenheid.
29 maart 2025
Aanvang zomertijd: Komende nacht gaat de klok één uur vooruit
Vannacht om 2.00 uur gaat de zomertijd in. Dat betekent dat de klok één uur vooruit wordt gezet.
Morgen viert de Kerk zondag Laetare ofwel halfvasten: een glimp van vreugde te midden van de droefheid. Om 11.00 uur (zomertijd) begint de gezongen Hoogmis. Gelezen H.H. Missen zijn er om 9.45 en om 12.45 uur.
Vastenactie 2025
Dit jaar willen we met onze vastenactie de prolife-activiteiten in Nederland ondersteunen. Ongetwijfeld hebt u via de media vernomen dat het aantal abortussen in ons land de laatste jaren explosief is gestegen (2022: 35.606; 2023: 39.332). Inmiddels wordt bijna 11% van de zwangerschappen provocatief beëindigd! Circa 5.000 abortussen vinden plaats tussen 13 en 24 weken zwangerschap, waarbij het ongeboren kind zich steeds meer – tot in de kleinste details – heeft ontwikkeld. (Vele zwangerschappen worden al beëindigd door het gebruik van door de Kerk verboden voorbehoedmiddelen. 'Behoed': Wie? Waartegen?)
De Kerk leert dat abortus een intrinsiek kwaad is en een misdaad tegen het menselijk leven, de menselijke waardigheid en vrijheid, omdat het moord (directe opzettelijke doodslag) is op een menselijk wezen, zelfs al is het een ongeboren persoon. Die persoon heeft vanaf de conceptie een ziel van God gekregen en verdient daarom bescherming.
Aan deze vastenactie – die gaat over leven en dood – kunt u bijdragen door uw actie en gebed en/of door uw vastenoffer over te maken op bankrekening
NL48 ABNA 0589 9700 89
ten name van Parochie H. Jozef onder vermelding van 'vastenoffer 2025'.
Op Aswoensdag begon de 40-Days-for-Life-gebedsactie voor het ongeboren leven. Uw deelname is van cruciaal belang! Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met Maru Broekroelofs via telefoonnummer 06-20653425 of per e-mail: 40daysheemstede@gmail.com.
27 maart 2025
Kruiswegoefening op vrijdag
Wij aanbidden U, Christus, en loven U,
omdat Gij door Uw heilig Kruis de wereld hebt verlost.
Morgen - en op alle vrijdagen in de vasten - wordt rond 11.45 uur (aansluitend op de heilige Mis) in onze kerk de kruisweg gebeden.
Daarna is er een korte kruisverering.
Informatiebulletin elke maand per e-mail
Wilt u het maandelijkse Informatiebulletin, een uitgave van onze parochie, voortaan als eerste per e-mail ontvangen? Stuurt u dan een (lege) e-mail naar bulletin@agneskerk.org met als onderwerp: “Bulletin: ja”.
25 maart 2025
25 maart: Maria Boodschap, hoogfeest
De Kerk viert op 25 maart, negen maanden vóór Kerstmis, de ontvangenis van Jezus Christus. Deze gebeurtenis valt samen met de verschijning van de aartsengel Gabriël aan de heilige maagd Maria, waarbij de engel haar de Menswording van God aankondigt.
In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met de naam Nazaret, naar een maagd die verloofd was met een man genaamd Jozef, die uit het huis van David stamde; haar naam was Maria. De engel trad bij haar binnen en zei: `Verheug u, begenadigde, de Heer is met u.' Zij raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting te betekenen had. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, Maria, u hebt genade gevonden bij God. U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ ‘Maar hoe moet dat dan?' zei Maria tegen de engel. ‘Ik heb geen omgang met een man.' De engel antwoordde haar: ‘Heilige Geest zal op u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overdekken. Daarom zal het kind heilig genoemd worden, Zoon van God. Bovendien, ook Elisabet, uw verwante, is op haar oude dag zwanger van een zoon; zij werd onvruchtbaar genoemd, maar zij is al in haar zesde maand. Want voor God is niets onmogelijk.' Toen zei Maria: ‘Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt.' Toen ging de engel van haar weg.
Op deze dag vieren wij het begin van onze verlossing, de vervulling van het profetische woord zoals dit in het Evangelie wordt vermeld: 'Zie de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen' (Mt. 1,23), de intrede van Christus in deze wereld: 'Slachtoffers en gaven hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt voor mij een lichaam bereid...Ik ben gekomen, o God, om Uw wil te doen' (Heb. 10,5-7).
De Kerk die - als een van de weinige in deze wereld - opkomt voor het ongeboren menselijk leven, ziet in het feest van Maria Boodschap een getuigenis van de waardigheid van de mens vanaf zijn conceptie tot aan zijn natuurlijke dood. Er wordt immers verkondigd dat de Zoon van God al bij de Annunciatie Zijn intrede in de wereld deed. De Incarnatie begint dus bij Christus' ontvangenis en niet pas bij Zijn geboorte.
In Nazareth wordt Maria Boodschap luisterrijk gevierd in de kerk van de Annunciatie (ook wel Verkondigingsbasiliek genoemd). Dit heiligdom is gebouwd op de fundamenten van kerken uit de Byzantijnse tijd en de kruisvaardersperiode. Op die plaats kreeg Maria de verschijning van Gabriël.
24 maart 2025
24 maart: Heilige Gabriël, aartsengel (gedachtenis)
De aartsengel Gabriël treedt twee keer op in het boek Daniël in het Oude Testament. In Daniël 8, 15-26 wordt een visioen van de profeet beschreven. Daarin verschijnt hem iemand 'die er uitzag als een man'. Een stem vanuit de verte over het Ulaikanaal beveelt Gabriël ervoor te zorgen dat Daniël zijn visioen begrijpt.
In hoofdstuk 9, vers 21, van datzelfde Bijbelboek vliegt Gabriël tijdens het gebed van Daniël naar hem toe om uitleg te geven over hoe en wanneer God de zonden van de Israëlieten zal vergeven.
In het Boek Henoch wordt Gabriël beschreven als 'een van de heilige engelen, die aangesteld is over het paradijs, de slangen en de Cherubijnen' (1 Henoch 20, 7-8).
In de joodse traditie wordt Gabriël niet alleen als boodschapper van God beschouwd, maar ook als de ‘engel des doods’.
Gabriël komt ook twee maal voor in het Evangelie volgens Lucas. In Lucas 1, 11-20 kondigt een engel aan Zacharias de geboorte van zijn zoon, Johannes de Doper, aan. Zacharias vraagt hem of die boodschap wel juist is. Hierop antwoordt de engel: "Ik ben Gabriël die altijd in Gods nabijheid is, en ik ben gezonden om je dit goede nieuws te brengen."
De belangrijkste rol van Gabriël beschrijft Lucas in hoofdstuk 1, 26-38, als hij aan de maagd Maria aankondigt dat zij – in haar maagdelijkheid – zwanger zal worden, en een zoon zal baren die Jezus, Zoon van de Allerhoogste, zal worden genoemd. Deze gebeurtenis noemen we Annunciatie of Maria Boodschap, een van de grootste christelijke feesten, dat we op 25 maart (morgen), precies negen maanden vóór Kerstmis, vieren.
Bij de Annunciatie wordt Gabriël vaak afgebeeld met witte lelies in zijn hand, als symbool van de maagdelijkheid van Maria. Soms ook met een bazuin, als symbool van de aankondiging van Jezus’ geboorte. Indien hij alleen wordt afgebeeld, dan draagt hij vaak een scepter, als teken van door God gegeven autoriteit.
In 1946 publiceerde Gabriël Smit een boekje over heiligen voor kinderen. Daarin komt ook een rijmpje voor over de aartsengel Gabriël:
Sint Gabriël, die vlug en zacht,
de Maagd de liefste boodschap bracht,
zij heeft uw tijding blij aanvaard
al bleef geen droefheid haar gespaard.
Kom bij mij engel, als 'k vergeet
wat Jezus’ Moeder voor ons leed.
23 maart 2025
O Jesu zoet
O Jesu zoet,
gekleurd met bloed
door kroon en geselroede.
Waar gaat Gij heen;
zijn Uwe leên,
Uw hart niet lijdensmoede?
Jezus, ik vrage:
Waarom gedragen
't hout van de schande naar Golgotha?
Onschuldig Lam,
wat ik niet nam
tot boeting mijner zonden.
Hebt Gij zo blij
getorst voor mij
Uw liefde sloeg U wonden.
Jezus, ik vrage:
Waarom gedragen
't hout van de schande naar Golgotha?
O Jesu zoet,
geef mij de moed
om 't kruis met U te dragen.
Hoe zwaar het zij,
Uw kracht zal mij
bij 't zwakke pogen schragen.
Jezus, ik vrage:
Waarom gedragen
't hout van de schande naar Golgotha?
Derde zondag van de vasten
Epistel
Ef. 5, 1-9
Broeders, weest navolgers van God, als Zijn veelgeliefde kinderen; en leeft in liefde, zoals ook Christus ons heeft liefgehad en Zichzelf voor ons heeft overgeleverd als een gave en een offer van welriekende geur voor God. Ontucht echter en onreinheid of hebzucht mag onder u zelfs niet genoemd worden, zoals het heiligen past; evenmin iets oneerbaars, onbehoorlijke scherts of dubbelzinnige taal, die niet te pas komt; maar veeleer gebeden van dankzegging. Want weet en beseft het wel: niemand, die zich overgeeft aan onkuisheid of onreinheid of aan hebzucht – wat afgodendienst is – zal een erfdeel ontvangen in het rijk van Christus en van God. Laat niemand u misleiden met ijdel gepraat; want om zulke dingen komt Gods toorn over de weerspannige mensen. Daarom moet gij met hen niet meedoen. Want vroeger waart gij duisternis; maar nu zijt gij licht, in de Heer. Gedraagt u dus als kinderen van het licht. De vrucht namelijk van het licht bestaat in louter goedheid en rechtvaardigheid en waarheid.
Evangelie
Lc. 11, 14-28
In die tijd dreef Jezus een duivel uit, die stom was. En toen Hij de duivel uitgedreven had, begon de stomme te spreken, en de menigte stond verbaasd. Maar sommigen onder hen zeiden: Door Beëlzebub, de vorst der duivels, drijft Hij de duivels uit! En anderen, die Hem op de proef wilden stellen, verlangden van Hem een teken uit de hemel. Maar Hij kende hun gedachten, en zei tot hen: Ieder rijk, dat innerlijk verdeeld is, zal ten gronde gaan, en het ene huis zal op het andere vallen. Wanneer dus ook de Satan innerlijk verdeeld is, hoe zal zijn rijk dan kunnen standhouden? Gij zegt immers dat Ik door Beëlzebub de duivels uitdrijf. Maar als Ik door Beëlzebub de duivels uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze dan uit? Daarom zullen zij uw rechters zijn. Doch als Ik door de vinger Gods de duivels uitdrijf, dan is inderdaad het rijk van God onder u gekomen! Zolang een sterke man in volle wapenrusting zijn erf bewaakt, is geheel zijn bezit in veiligheid. Maar als er iemand komt, die sterker is dan hij, en hem overmeestert, dan ontneemt hij hem al zijn wapens, waarop hij vertrouwde, en verdeelt zijn buit. Wie niet mét Mij is, is tégen Mij, en wie niet verzamelt met Mij, verstrooit! Wanneer de onreine geest uit iemand is weggegaan, zwerft hij rond in dorre streken, waar hij zoekt naar rust. En als hij die niet vindt, zegt hij: Ik ga terug naar mijn huis, waar ik ben uitgegaan! En bij zijn komst vindt hij het schoongeveegd en in orde gebracht. Dan gaat hij zeven andere geesten halen, nog bozer dan hijzelf, en zij treden daar binnen, en vestigen er hun verblijf. Zo wordt de laatste toestand van die mens nog erger dan de eerste. En terwijl Hij zo sprak, verhief een vrouw uit de menigte haar stem en riep Hem toe: Welzalig de schoot, die U mocht dragen, en de borst, die U mocht voeden! Maar Hij zei: Ja, waarlijk zalig zij, die het woord Gods aanhoren en het bewaren!
Overweging
In de lezingen van deze derde zondag van de Vasten legt de Kerk wederom de nadruk op de heiligheid die ons christelijk leven moet kenmerken.
In de lezing aan de Efesiërs worden wij opgeroepen navolgers van God te zijn. Dat betekent, zo zegt de lezing, dat wij moeten leven in de liefde van Christus, zoals Hij ook ons heeft liefgehad, door ons oude aardse zondige leven af te leggen, dat bestaat uit onwaarheid en onzuiverheid; wij moeten voortaan leven als heiligen in Christus. Hierin raakt de lezing precies onze opdracht tot heiligheid aan, en geeft midden in de vastentijd ons opnieuw de kans om onze levenswandel te overwegen en om daarin eventueel correcties aan te brengen.
Die onaangename vragen over ons eigen leven zouden wij ons eens in alle eerlijkheid moeten stellen. Indien wij dat niet doen, dan blijven wij namelijk in de schaduw wandelen en kunnen wij God niet duidelijk zien. De lezing waarschuwt ons voor wat er zal gebeuren met degenen die in het oude leven van laster en onzuiverheid blijven hangen. Zij zullen geen erfdeel ontvangen in het rijk van Christus, zegt de apostel Paulus, omdat dit afgodendienst is.
Welk een opdracht is aan ons gegeven en welk een verandering zal er in ons leven moeten plaatsvinden als wij in de genade van God als Zijn kinderen willen leven. Het is goed dat wij de heilzame gewoonte aanleggen om dagelijks onze levenswandel in een kort gewetensonderzoek te beproeven. Op die manier kunnen wij bij de eerste tekenen van misleiding spoedig opnieuw ons leven richten op de liefde van God in Jezus Christus. Dat is ook de vermaning aan ons, waarmee de lezing wordt beëindigd: “Gedraagt u dus als kinderen van het licht”.
In het Evangelie van deze zondag wordt de gedachte over het oude leven in zonde en het nieuwe leven in de genade in alle duidelijkheid uitgebeeld. Wij zouden misschien kunnen denken dat beide met elkaar kunnen co-existeren, maar deze dodelijke illusie wordt eens en voor altijd door Christus Zelf ontmanteld. Hij zegt tot ons dat ieder rijk dat innerlijk verdeeld is te gronde zal gaan. Die verdeeldheid bestaat hierin dat het goede en het kwade niet in één-en-dezelfde persoon tegelijk kunnen bestaan. Voor ons betekent dit concreet en zonder twijfel dat wij in de genade óf in de zonde leven. Anders gezegd: dat wij deel hebben aan het eeuwig leven of dat wij door de zonde tot het hellevuur gevallen zijn.
Met dit Evangelie wil de Kerk ons sterken in de strijd tegen de duivel, die wij tijdens het vasten met nieuwe ijver aangaan. Dat Christus in het Evangelie een duivel uitdrijft toont aan de zondaar dat de genade sterker is dan de zonde. Het laat ook zien dat er voor de zondaars op aarde nog altijd hoop bestaat, die ligt namelijk in de onvoorwaardelijke overgave aan de wet van Christus. Wij moeten de moed opbrengen om onze ogen op Hem te fixeren. Als onze ogen altijd op Hem zijn gericht, dan worden wij zozeer verblind door Zijn heerlijkheid en dan wordt onze ziel zodanig bevangen door het verlangen om deel te hebben aan Zijn liefde dat zij niet meer aarzelt het kruis te omhelzen. Wij moeten Hem willen aanzien en onze geest terugbuigen, keer op keer, van het geschapene naar God, dus ons steeds afwenden van het aardse en omkeren naar God.
Aan het einde van dit zondagsevangelie horen wij uit de mond van een vrouw die haar stem verhief een zalige lofprijzing aan de heilige Moeder Gods: “Zalig de schoot die U mocht dragen en de borst die U mocht voeden”. Het antwoord van Christus hierop is voor ons een woord van hoop en bemoediging: “Ja waarlijk zalig zijn zij, die het Woord Gods aanhoren en het bewaren”. Nemen wij dus in de strijd van dit leven onze toevlucht bij de Zoete Moeder en bewaren wij, zoals zij dat deed, het Woord Gods. Het bewaren van Zijn Woord zal ons tot zaligheid en eeuwig leven dienen.
22 maart 2025
Nieuwe biechtspiegel verschenen
Er is een nieuwe Nederlandstalige praktische biechtspiegel voor volwassenen verschenen. Deze biechtspiegel is een uitstekende hulp om u voor te bereiden op een goede biecht. Deze bevat zowel de geestelijke voorbereiding met gebeden als de praktische uitleg van de geboden Gods, de geboden van de Kerk, en de hoofdzonden.
In het gewetensonderzoek onderzoeken wij zorgvuldig onszelf en ons leven ten overstaan van God, maar zonder angstvalligheid. Met kinderlijk vertrouwen herinneren wij ons Zijn goddelijke aanwezigheid en plaatsen wij ons heel bewust in Zijn licht.
De biechtspiegel dient ter ondersteuning van het geheugen en is een uitstekend middel dat het geweten helpt vormen. Het zou echter een misverstand zijn hem te beschouwen als een volledige lijst van zonden en van alle persoonlijke plichten van een christen in de wereld. Hij kan geenszins een goede catechese over de biecht vervangen.
De biechtspiegel is verkrijgbaar achter in de kerk. Een vrijwillige bijdrage wordt op prijs gesteld.
19 maart 2025
Sint Jozef, laat ons loven
Sint Jozef, laat ons loven
uw reinheid, zuiver als het licht.
Een engel kwam van boven
met nooit doorgrond bericht:
Uw Bruid zou maagd en moeder zijn.
Hoe stond uw droom vol hemelschijn.
Uit wie gij had verkoren
werd God geboren.
Sint Jozef, laat ons loven
uw tedere goedheid en uw kracht.
Een kindje kwam van boven,
Dat weende heel de nacht:
De last leek zwaar, de toekomst bang,
maar ver zong heldere engelenzang.
Ge wist wel wat te geven:
Ge geeft uw leven.
Sint Jozef, laat ons loven
uw trouw, in eenvoud tot de dood.
Uw bijstand komt van boven
met troost in elke nood:
De wind vlaagt op, het weer wordt zwaar,
maar verre blinkt de hemel klaar.
Och, help ons, goedgezinden,
eens Jezus vinden.
19 maart: Heilige Jozef, bruidegom van de heilige maagd Maria, belijder, patroon van de Kerk en van onze parochie, hoogfeest
Van de heilige Jozef is niet veel bekend. Slechts uit de periode dat hij verloofd was met de heilige maagd Maria en toen Jezus kind was komen wij de naam van Jozef tegen. Hij was een toegewijd echtgenoot en een liefdevolle vader.
Zijn eerste feestdag viert hij samen met Jezus en Maria (feest van de Heilige Familie). Juist door zijn eenvoud en liefdevolle zorg heeft hij in de loop der tijden veel verering gekregen bij de gelovigen, die in hem een voorbeeld zagen van oprechte naastenliefde.
In de 15e eeuw komt zijn verering op gang. Hij werd vooral bewonderd door de heilige Birgitta van Zweden en de heilige Bernardus van Siena. Zijn feestdag werd in het jaar 1621 definitief op 19 maart voorgeschreven. Paus Pius IX verhief Sint Jozef in 1870 tot patroon van de gehele Kerk. Paus Johannes XXIII heeft de naam van Jozef opgenomen in de Canon van de heilige Mis.
Sint Jozef is patroon van de stervenden en van een zalige dood, want bij zijn sterven waren Jezus en Maria aanwezig. Verder is hij patroon van echtparen, kinderen, christelijke gezinnen, jeugd, wezen, kuisheid, arbeiders, houthakkers, timmerlui, meubelmakers, ingenieurs, begrafenisondernemers, opvoeders, uitgestotenen en reizigers, en patroon bij oogaandoeningen en hopeloze zaken. Hij is tevens patroon tegen bekoringen en woningnood.
18 maart 2025
18 maart: Heilige Cyrillus van Jeruzalem, bisschop, belijder en kerkleraar (gedachtenis)
Als hier iemand slaaf is van de zonde, laat hij dan helemaal klaarstaan om door het geloof bevrijd en herboren te worden als kind van God. Enerzijds moet hij de ellendige slavernij van de zonde afleggen, anderzijds de gelukzalige slavernij van de Heer aannnemen; zo moet hij het rijk der hemelen als erfdeel verdienen. Door de belijdenis van uw zonden moet ge 'de oude mens, die te gronde gaat aan zijn bedrieglijke begeerten, afleggen' (Ef. 4, 22), en hierdoor moet ge u bekleden met 'de nieuwe mens die op weg is naar het ware inzicht, zich vernieuwend naar het beeld van zijn Schepper (Kol. 3, 10). Door het geloof moet ge 'het handgeld van de Geest' (2 Kor. 1, 22) verkrijgen om opgenomen te kunnen worden in de eeuwige tenten' (Lc. 16, 9). Nadert tot het merkteken met zijn diepe betekenis, om door de Heer herkend te worden. Sluit u aan bij de heilige, geestelijke kudde van Christus, om eens aan zijn rechterhand geplaatst te worden en het eeuwig leven, dat voor u bereid is, te verkrijgen (vgl. Mt. 25, 33-34). Want degenen die nog bekleed zijn met het ruige bokkevel van hun zonden, die komen aan de linkerhand terecht; ze hebben immers niet beantwoord aan de genade van God, die gegeven wordt door Christus bij de wedergeboorte in het doopsel. Ik bedoel hier niet de wedergeboorte van het lichaam, maar de geestelijke wedergeboorte van de ziel. Het lichaam wordt immers geboren door middel van de zichtbare ouders, maar de ziel wordt herboren door het geloof. Want de Geest blaast waarheen Hij wil (vgl. Joh. 3, 8). Als ge het verdient, kunt ge de woorden horen: 'Uitstekend, goede en trouwe dienaar' (Mt. 25, 21), wanneer namelijk blijkt dat ge een zuiver geweten hebt zonder schijnheiligheid.
Als nu iemand van de hier aanwezigen meent de genade op de proef te kunnen stellen, bedriegt hij zichzelf en miskent hij de kracht. Mens, houd uw geest vrij van valse schijn, omwille van Hem 'Die harten en nieren doorgrondt' (Ps. 7, 10).
Het juiste tijdstip om uw zonden te belijden is nu aangebroken. Belijd wat gij verkeerd gedaan hebt, zowel in woorden als in daden, zowel 's nachts als overdag. Belijd dit 'op de gunstige tijd', en ontvang op de dag van het heil' (2 Kor. 6, 2) de schat in de hemel. Reinig het vat dat gijzelf zijt, dan kan het meer genade bevatten. De vergeving van de zonde wordt namelijk aan allen zonder onderscheid gegeven, maar de gemeenschap met de Heilige Geest wordt geschonken naar de mate van ieders geloof. Als ge weinig moeite doet, zult ge weinig ontvangen, maar als ge veel werk verzet, zal er veel loon zijn. Ge loopt voor uzelf, kijk dan ook naar uw eigenbelang.
Als ge iets tegen iemand hebt, vergeef het hem dan. Ge komt hier om vergeving van de zonden te verkrijgen, dan moet ook gij genade schenken aan degene die u iets misdaan heeft.
Uit: de onderrichtingen van de heilige Cyrillus, bisschop van Jeruzalem (+386)
Wie zijn zonden verheelt, zal geen voorspoed kennen, maar wie ze belijdt en ze nalaat, zal barmhartigheid ondervinden. (Spr. 28, 13)
16 maart 2025
Tweede zondag van de vasten
Epistel
1 Tess. 4, 1-7
Broeders, gij hebt van ons geleerd, hoe gij u moet gedragen en aan God welgevallig zijn; wij bidden u daarom en bezweren u bij de Heer Jezus uw levenswandel zo ook in te richten, om zodoende nog meer vooruit te gaan. Gij kent immers de geboden, die ik u gegeven heb namens de Heer Jezus. Dit toch is de wil van God: dat gij heilig wordt; gij moet u onthouden van onkuisheid; onder u moet ieder zich een vrouw weten te verwerven in heiligheid en ere, niet in hartstocht en begeerlijkheid, zoals de heidenen, die God niet kennen. Laat niemand zich te buiten gaan en in deze zaak de rechten schenden van zijn broeder. Immers de Heer zal dit alles wreken, zoals wij u vroeger reeds gezegd en verzekerd hebben. God immers heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar om heilig te worden, in Christus Jezus, onze Heer.
Evangelie
Mt. 17, 1-9
In die tijd nam Jezus Petrus, Jacobus en diens broeder Johannes met Zich mee, en bracht hen op een hoge berg, waar zij alleen waren. En Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd. Zijn aangezicht straalde als de zon, en Zijn klederen werden wit als sneeuw. En opeens verschenen hun Mozes en Elias, die met Hem spraken. Petrus nu nam het woord en zei tot Jezus: Heer, het is ons goed hier te zijn! Als Gij wilt, laten wij hier dan drie tenten bouwen: één voor U, één voor Mozes en één voor Elias. Terwijl hij nog sprak, overschaduwde hen op eenmaal een lichtende wolk; en plotseling klonk er uit de wolk een stem, die sprak: Deze is Mijn veelgeliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luistert naar Hem! Toen de leerlingen dit hoorden, vielen zij op hun aangezicht neer en werden zeer bevreesd. Maar Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: Staat op, en vreest niet! Toen sloegen zij hun ogen op, en zagen niemand meer dan Jezus alleen. En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: Spreekt met niemand over deze verschijning, voordat de Mensenzoon van de doden is opgestaan.
Overweging
De apostelen konden zich moeilijk verenigen met de gedachte aan het lijden en de dood van de Messias. Door Zijn glorievolle gedaanteverandering gaf Christus hun nogmaals het bewijs van Zijn godheid en een voorafbeelding van Zijn verrijzenis. Om ons aan te zetten tot hernieuwde ijver gedurende deze heilige vastentijd, toont de Kerk ons vandaag eveneens het beeld van de verheerlijkte Christus.
Het Evangelie van de gedaanteverandering des Heren bereikt zijn hoogtepunt in de woorden van de stem van God de Vader uit de wolk: “Deze is Mijn geliefde Zoon in Wie Ik Mijn welbehagen heb, luistert naar Hem.” Vanaf dat moment zal dus de stem van de Zoon weerklinken, en naar Hem moeten wij luisteren. De stem van de hemelse bruidegom is niet verstomd met het heengaan van Jezus van deze aarde; zij klinkt nog steeds door de verkondiging van Zijn heilige katholieke Kerk. Door deze Kerk -- Zijn mystieke Lichaam –- spreekt Hij nog steeds tot ons, en naar Zijn stem moeten wij luisteren.
Het is de stem die spreekt over het kruis en de vreugde van de geest; tegelijkertijd over zelfverloochening en hemelse beloften, over het rijk Gods en de Wil van God, over de liefde voor God en voor alle mensen. Laat het ook gezegd worden: deze hemelse stem is niet de luide stem die de wereld beheerst en die zo gemakkelijk wordt verstaan en zo gewillig begrip en gehoor vindt in onze moderne samenleving, omdat de donkere ondergrond van deze wereldse stem de lagere en onedele lusten van de mens aanspreekt: begeerlijkheid van het vlees en de ogen, rebellie tegen God en Zijn ordening. Achter deze wereldse stem staat degene die zich bij voorkeur hult in de gestalte van de engel van het licht en het gehele orkest van wereld en vlees blijft dirigeren, de satan.
De stem van de hemel is de stem die ons oproept om de wereld en haar lusten achter te laten en de hemelse vreugden reeds nu te beleven door het geloof en de dienst in de heilige Kerk. Het is de stem die ons oproept tot heilige zuiverheid in leven, woord en daad.
Dat is waartoe wij geroepen zijn om te bereiken: door het vasten de ziel te bevrijden van de tirannie van deze wereld, opdat onze ziel in staat is om te luisteren naar de stem vanuit de hemel. Om ons te bevrijden moeten wij de oude mens laten sterven en met haar alle verlangens van de wereld waarmee satan ons gebonden houdt. Wij moeten het hoge hemelse ideaal meer beminnen dan het kortzichtige aardse gevoel van plezier en het leven in het vlees van de oude mens. Weet dat de oude mens reeds veroordeeld is om eeuwig opgesloten te zijn in het hellevuur en dat alleen de nieuwe mens, die leeft door de rechtvaardigheid van de Godmens Jezus Christus, de hemelse vreugde kan binnentreden. Nu is er nog tijd om ons leven om te keren en daardoor deel te krijgen aan de belofte.