30 mei 2024

Sacramentshymne: Sacris Solemniis (Michael Haller)



Latijn

Sacris solemniis
iuncta sint gaudia,
et ex praecordiis
sonent praeconia;
recedant vetera,
nova sint omnia,
corda, voces, et opera.

Noctis recolitur
cena novissima,
qua Christus creditur
agnum et azyma
dedisse fratribus,
iuxta legitima
priscis indulta patribus.

Post agnum typicum,
expletis epulis,
Corpus Dominicum
datum discipulis,
sic totum omnibus,
quod totum singulis,
eius fatemur manibus.

Dedit fragilibus
corporis ferculum,
dedit et tristibus
sanguinis poculum,
dicens: Accipite
quod trado vasculum;
omnes ex eo bibite.

Sic sacrificium
istud instituit,
cuius officium
committi voluit
solis presbyteris,
quibus sic congruit,
ut sumant, et dent ceteris.

Panis angelicus
fit panis hominum;
dat panis caelicus
figuris terminum;
O res mirabilis:
manducat Dominum
pauper, servus et humilis.

Te, trina Deitas
unaque, poscimus:
sic nos tu visita,
sicut te colimus;
per tuas semitas
duc nos quo tendimus,
ad lucem quam inhabitas.
Amen.
Nederlands

't Hoogheilig feestgetij
ga met onz' vreugd gepaard,
stijge uit ons harte blij
't loflied de Here waard:
Stel 't oude gans terzij,
zij alles nieuw op aard,
harten, stemmen en levensaard.

Nu wordt het maal herdacht,
't laatste voor 's Heren dood,
toen Hij in de afscheidsnacht,
naast ongedesemd brood,
't Lam, naar de Wet geslacht,
aan Zijn apostelen bood,
zo 't God zei aan het voorgeslacht.

Toen 't maal ten einde ging
van 't Lam, dat zinnebeeld,
heeft Christus aan de kring
Zijn Lichaam uitgedeeld:
Gans gaf Hij 't hun te gaâr,
en elk het gans ontving:
eigenhandig, zo schonk Hij 't daar.

Hij gaf ons dan Zijn Vlees,
spijs die de zwakken voedt;
aan wie is droef, vol vrees,
gaf Hij als drank Zijn Bloed.
Neemt, sprak Hij, neemt de kelk,
waar gij uit drinken moet,
die Mijn liefde bereidt voor elk.

Zo stelde Hij die nacht
't Misoffer in, zo groot,
waartoe Hij ambt en macht
slechts aan de priester bood,
die offert zulkerwijs
dat, wat hij zelf genoot,
hij ook aan anderen geeft als spijs.

Nu mag het Engelenbrood
't Brood van de mensen zijn.
't Brood dat de hemel bood,
drijft weg nu beeld en schijn:
O wonder overgroot!
Gods Vlees wordt een festijn
voor ons, knechten, in druk en nood.

Drievoudige God en één,
U roepen we allen aan;
daal neer tot ons beneên,
daar wij hier smekend staan.
Doe, langs U paân geleid,
ons naar Uw einddoel gaan,
naar Uw woonsteê van heerlijkheid.
Amen.

Hoogfeest van het Allerheiligste Sacrament (Sacramentsdag)

Het feest van het Allerheiligst Sacrament (Sacramentsdag) valt op de tweede donderdag na Pinksteren. In veel landen wordt het ook gevierd op de tweede zondag na Pinksteren.

Sacramentsdag herdenkt, net als Witte Donderdag, de instelling van het Sacrament des Altaars. Paus Urbanus IV stelde in 1264 deze dag als een verplichte feestdag in op de donderdag na het Octaaf van Pinksteren, omdat hij vond dat het vasten- en boetekarakter van Witte Donderdag het feestelijke herdenken van het Laatste Avondmaal en de instelling van de Eucharistie (en het priesterschap) enigszins in de weg stond. Die beslissing heeft uiteraard de sacramentsdevotie sterk bevorderd. Voor zijn uitverkiezing tot paus was Urbanus aartsdiaken van Luik, waar hij in 1247 mede aan de basis stond van het ontstaan van Sacramentsdag.

Traditioneel trokken op Sacramentsdag of op de zondag erna alom kleurrijke sacramentsprocessies door de straten van steden en dorpen. Na een tijd van verwaarlozing komt op verscheidene plaatsen deze traditie weer in zwang, en niet alleen in Rome of in Lourdes, maar ook in New York en Amsterdam en in veel andere plaatsen. Het heilig Sacrament wordt dan in een plechtige stoet rondgedragen. Het centrum van de stoet is het Allerheiligste Sacrament, de heilige Hostie in de gouden houder, de monstrans. Hierop is de aandacht van de toeschouwer gericht. Men knielt en buigt eerbiedig het hoofd, want HET IS JEZUS ZELF DIE HIER AANWEZIG IS.

Lauda Sion zijn de woorden, naar de tekst van Sint Thomas van Aquino, waarmee de sequentie op Sacramentsdag begint. De sequentie (naar het Latijnse werkwoord sequi, vervolgen) is een hymne in dichtvorm, die in een plechtige heilige Mis gebeden of gezongen wordt na het Alleluja (dat volgt op de epistellezing) en voor het evangelie. Het lied legt de betekenis van het feest uit.

Sion, loof uw Heil en Hoeder!
Loof nu uwen Vorst en Voeder,
In gezang en jubellied!
Loof! En waag uw stoutste pogen:
Hij gaat allen lof te boven,
Tot Zijn lof volstaat Gij niet!

Keur van stof wordt u op heden
Voorgesteld tot lof en beden:
’t Levend Brood, dat Leven geeft:
’t Brood, dat naar wij zeker weten,
Bij het heilig Avondeten
Hij de Twaalf gegeven heeft.

Vol zij ’t loflied, rijk aan klanken!
Waardig en van vreugde sprank’lend
Zij der ziele jubellied:
Nu wij op dit hooggetij herdenken,
Hoe van ’t Maal, dat Hij ons wilde schenken,
De eerste viering is geschied.

Aan des nieuwen Konings maaltijd
Geeft aan ’t oude Paaslam afscheid
’t Nieuwe Lam van ’t Nieuw Verbond;
’t Nieuwe heeft het Oud’ verjaagd,
Waarheid schaduw weggevaagd,
Duisternis voor licht verzwond.

Wat de Heer bij ’t avondmalen
Deed, gebood Hij te herhalen
Ter gedachtenis aan zijn dood:
En, gehoorzaam, consacreren
Wij, naar Zijn hoogheilig leren
Tot Heilsoffer wijn en brood.

Christenen als geloofsstuk leren;
Dat hier wonderbaar verkeren
Brood in Vlees, en wijn in Bloed.
Wat verstand noch oog doorschouwen,
Hecht geloof in vast betrouwen
- Zij ’t een wonder! – houden doet.

Kostbaarheên van ’t rijkst gehalte
Gaan hier schuil in twee gestalten,
Die slechts lout’re tekens zijn:
’t Bloed als drank, het Vlees als spijze;
Toch blijft onverdeelderwijze
Christus gans in beider schijn.

Niet gebroken bij het eten,
Niet verdeeld, niet stukgebeten:
Nut men Hem gans ongedeerd.
Nutten één of duizendtallen:
Ieder nut zoveel als allen:
En géén nutten Hem verteert.

Goeden, bozen nutten beiden:
Doch hun lot is zeer verscheiden:
Leven of verdoemenis.
Dood de bozen, goeden ’t Leven:
Zie, waar eend’re Spijs gegeven,
Hoe verschillend de uitkomst is.

Wordt ook ’t Sacrament gebroken,
Weifel niet! Houd onweersproken:
Wat is in ’t geheel verstoken,
Schuilt ook gans in ieder deel.
D’inhoud zelf kan niemand breken:
’t Breken raakt alleen het teken:
Van ’t betekende, onbezweken,
Blijft en staat en bouw geheel.

Zie, wat Eng’lenbrood wij prijzen,
Pelgrims voedt op d’aardse reize,
Waarlijk brood, Gods kind tot spijze,
- Wee, die ’t voor de honden gooit! –
Voorbeduid in de oude dagen,
Die het Isaakoffer zagen,
’t Paaslam plechtig opgedragen,
’t Manna den Vaderen gestrooid.

Goede Herder, Brood waarachtig,
Jesu, wees ons arme’ indachtig
Voed ons en behoed ons krachtig:
Maak Uw glorie ons deelachtig
In des Levens land en loon.
Gij, Almogende en Alwijze:
Hier ons stervelingen tot spijze:
Maak ons, de Uwen, ten Paleize,
Gast en erven Heil’gerwijze,
Hun gezel ons in Uw Woon .
Zo zij het. Looft den Heer.
Amen.

29 mei 2024

Adoro Te Devote

Het boek Exodus verhaalt over het braambos dat in lichterlaaie stond en toch niet werd verteerd. Mozes, die in de omtrek zijn kudde weidde, wil het wondere schouwspel wat nader bezien, maar God roept hem uit het braambos toe: "Ga niet verder en doe uw schoeisel uit, want de plaats waar gij staat is heilige grond." Toen bedekte Mozes zijn gelaat, want hij durfde niet naar God opzien. (Ex. 3, 1-6)

Ook het boek Tobias leert eerbied voor het heilige. Na een lange reis in het land der Meden keerde Tobias naar zijn ouders terug. Zijn reisgezel, die hem onderweg voor alle onheil had behoed, genas ook Tobias' vader van zijn blindheid. Toen zij hem de helft van hun bezit wilden geven, zei de reisgezel: "Ik ben de engel Rafaël, één van de zeven die voor 's Heren aanschijn staan." Zij schrokken hevig en wierpen zich sidderend neer, met het gelaat op de grond. En nadat Rafaël was heengegaan, bleven zij nog drie uur lang diep gebogen liggen, en loofden God. (Tob. 4-12)

Het brandende braambos, de engelen die de weerglans zijn van Gods glorie, en de vele tekens in de Heilige Schrift van Gods aanwezigheid, zij zeggen hetzelfde als de Godslamp in onze kerk. Maar wij zijn aan deze stille vlam gewoon geraakt en zien haar betekenis niet meer: in het tabernakel is Christus werkelijk aanwezig.

Wie dat beseft knielt huiverend neer en bidt: Adoro Te devote, latens Deitas, quae sub his figuris vere latitas. (Vroom aanbid ik U, verscholen God, waarachtig verborgen onder deze gedaanten.)




Latijn

Adoro te devote, latens Deitas,
Quæ sub his figuris vere latitas;
Tibi se cor meum totum subjicit,
Quia te contemplans totum deficit.

Visus, tactus, gustus in te fallitur,
Sed auditu solo tuto creditur.
Credo quidquid dixit Dei Filius;
Nil hoc verbo veritátis verius.

In cruce latebat sola Deitas,
At hic latet simul et Humanitas,
Ambo tamen credens atque confitens,
Peto quod petivit latro pœnitens.

Plagas, sicut Thomas, non intueor:
Deum tamen meum te confiteor.
Fac me tibi semper magis credere,
In te spem habere, te diligere.

O memoriale mortis Domini!
Panis vivus, vitam præstans homini!
Præsta meæ menti de te vívere,
Et te illi semper dulce sapere.

Pie Pelicane, Jesu Domine,
Me immundum munda tuo sanguine:
Cujus una stilla salvum facere
Totum mundum quit ab omni scelere.

Jesu, quem velatum nunc aspicio,
Oro, fiat illud quod tam sitio:
Ut te revelata cernens facie,
Visu sim beátus tuæ gloriæ. Amen.
Nederlands

Devoot aanbid ik U, verborgen God,
Die U verbergt in deze schijn;
met heel mijn hart ben ik Uw dienaar,
bij Uw beschouwing ben ik niets.

Gezicht en tast en smaak vergissen zich in U,
alleen bij woorden staat nog ons geloof;
de woorden van Gods Zoon zijn mijn geloof:
geen waarheid sterk dan dit woord der Waarheid.

Alleen de godheid was verbrogen aan het Kruis,
maar hier verbergt zich ook de mensheid;
toch blijf ik beide prijzen en geloven,
en vragen, wat de goede rover vroeg.

Ik zie geen wonden, als eens Thomas deed,
maar U, mijn God, zal gelden mijn geloof.
Laat mij in U steeds meer geloven,
op U vertrouwen, U beminnen.

Gedachtenis aan 's Heren dood,
o Brood des levens, levenwekker voor de mens,
wil in mijn geest Uw leven storten,
in U ook steeds mijn vreugd doen zijn.

O Pelikaan vol liefde, Jezu Heer,
wil mij, onreine, wassen in Uw Bloed,
want iedere druppel draagt in zich de reinheid
voor al 's werelds zonden.

Jezu, Die mijn oog gesluierd ziet,
ik bid U, laat gebeuren wat ik diep verlang:
U eens te zien met ongedekt gelaat,
geluk te vinden in aanschouwing van Uw glorie. Amen.

Informatiebulletin voor de maand juni is verschenen

Het Informatiebulletin is het parochieblad van de Jozefparochie dat maandelijks verschijnt. In de editie voor de maand juni - in het bijzonder toegewijd aan het Heilig Hart van Jezus - aandacht voor het Heilig-Hartfeest, een omgevallen boom in de pastorietuin, de lezing voor de Sint-Nicolaasacademie en nog veel meer.

Het bulletin is op deze site te vinden onder het tabblad 'Informatiebulletin juni' of klik op onderstaande afbeelding. Ook bestaat de mogelijkheid om het blad elke maand gratis en in kleur per e-mail (klik hier) te ontvangen.

Klik op het symbool in de rechterbovenhoek van onderstaande afbeelding voor een vergrote weergave en om te kunnen bladeren.

28 mei 2024

Online missaal met Nederlandse vertaling

Dankzij het ijverige werk door onze vrienden van de Sint-Michaëlskapel in het Vlaamse Niel-bij-As is er een Nederlandse vertaling beschikbaar van de liturgische teksten van The Divinum Officium Project. Voor de meeste zon- en feestdagen is de vertaling inmiddels gereed en dat geldt ook voor de vaste gedeelten van de heilige Mis. Voor Android-gebruikers is er tevens een app beschikbaar. Dit kan een handig hulpmiddel zijn voor wie niet beschikt over een missaal, of moeite heeft om daarin zijn weg te vinden. Een toelichting op het gebruik van bovengenoemde website kunt u vinden op: www.michaelskapel.be/missaal.

27 mei 2024

Engel des Heren / Angelus Domini

Rond 12.00 uur bidden we dagelijks het Engel des Heren.
Het is een goede gewoonte om het gebed ook vroeg in de morgen en aan het begin van de avond te bidden.




Angelus Domini nuntiavit Mariae.
Et concepit de Spiritu Sancto.
Ave Maria...
Ecce ancilla Domini.
Fiat mihi secundum verbum tuum.
Ave Maria...
Et Verbum caro factum est.
Et habitavit in nobis.
Ave Maria...
Ora pro nobis, sancta Dei Genitrix,
ut digni efficiamur promissionibis Christi.

Oremus.
Gratiam tuam, quaesumus, Domine,
mentibus nostris infunde,
ut qui, Angelo nuntiante,
Christi Filii tui incarnationem cognovimus,
per passionem eius et crucem
ad resurrectionis gloriam perducamur.
Per eundem Christum Dominum nostrum.
Amen.
De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt.
En zij heeft ontvangen van de Heilige Geest.
Wees gegroet...
Zie de dienstmaagd des Heren.
Mij geschiede naar uw woord.
Wees gegroet...
En het Woord is vlees geworden.
En Het heeft onder ons gewoond.
Wees gegroet...
Bid voor ons, heilige Moeder van God,
opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Laat ons bidden.
Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel
de menswording van Christus, Uw Zoon, leren kennen,
wij bidden U:
stort Uw genade in onze harten,
opdat wij door Zijn lijden en kruis gebracht worden
tot de heerlijkheid van de Verrijzenis.
Door dezelfde Christus, onze Heer.
Amen.

26 mei 2024

Psalm 150 (Franck): Iedereen die adem heeft, looft de drie-ene God!



Frans
Hallelujah. Louez le Dieu, caché dans ses saints tabernacles,
Louez le Dieu qui règne en son immensité.
Louez-le dans sa force et ses puissants miracles.
Louez-le dans sa gloire et dans sa majesté. Louez-le par la voix des bruyantes trompettes.
Que pour lui le nébel se marie au kinnor.
Louez-le dans vos fêtes au son du tambourin, sur l’orgue et sur le luth, chantez, chantez encor.
Que pour lui dans vos mains résonne la cymbale aux accords éclatants et joyeux.
Que tout souflle vivant, tout soupir qui s’exhale dise: louange à lui, louange au Roi des cieux.
Louez-le dans vos fêtes, chantez, chantez toujours. Hallelujah.

Nederlands
Halleluja. Looft God in Zijn heiligdom, looft Hem in Zijn machtig uitspansel.
Looft Hem om Zijn kracht, Zijn daden; looft Hem om Zijn mateloze grootheid.
Looft Hem met een stoot op de ramshoorn, looft Hem met harp en lier, looft Hem met beltrom en rondedans,
looft Hem met citer en fluit, looft Hem met strijkende cimbels, looft Hem met slaande cimbalen;
ja, iedereen die adem heeft, looft de Heer. Halleluja.

25 mei 2024

De Heilige Drievuldigheid wil verblijf bij ons nemen

In zijn eerste brief schrijft de evangelist Johannes: Hieraan weten we dat we Hem kennen: wanneer we Zijn geboden onderhouden. Wie zegt: Ik ken Hem, doch Zijn geboden niet onderhoudt, hij is een leugenaar, en in hem is de waarheid niet. Maar wie Zijn woord onderhoudt, in hem is waarlijk de volmaakte liefde tot God. (1 Joh. 2, 3-5) In het evangelie volgens Johannes zegt Jezus Zelf: Zo gij Mij liefhebt, onderhoudt dan Mijn geboden. Dan zal Ik de Vader bidden en Hij zal u een andere Helper geven, om voor eeuwig bij u te blijven. Het is de Geest der waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, omdat ze Hem ziet noch kent; gij echter kent Hem, want Hij blijft bij u en is in u. (Joh. 14, 15-17)

De evangelist Lucas schrijft in de Handelingen: De Heilige Geest is Gods geschenk aan allen die Hem gehoorzamen. (vgl. Hand. 5, 32) Tevens mogen we de belofte van Jezus ter harte nemen, die Hij doet in het Johannesevangelie: Wie Mijn geboden onderhoudt, hij is het die Mij liefheeft. Maar wie Mij liefheeft, zal door Mijn Vader worden bemind, en ook Ikzelf zal hem beminnen en Mij aan hem openbaren. Zo iemand Mij liefheeft, zal Hij Mijn woord onderhouden. Dan zal Mijn Vader hem ook beminnen, en Wij zullen tot hem komen en Ons verblijf bij hem nemen. (Joh. 14, 21, 23)

Wie God liefheeft – en dus Zijn geboden onderhoudt – wordt bemind door de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, de Allerheiligste Drievuldigheid, Die Haar verblijf bij hem neemt. Zo worden wij opgenomen in dit goddelijk Mysterie.

23 mei 2024

Sint-Nicolaasacademie op zaterdag 25 mei 2024 om 13.00 uur

Op de vierde zaterdag van de maand mei, 25 mei, zal schrijver en onderzoeker over natuur en wetenschap en tevens fotograaf Rypke Zeilmaker een lezing houden over de sustainable development goals en de veelal onverenigbaarheid daarvan met de katholieke leer.

Dit is de vierde in de reeks voorjaarslezingen met het thema 'Aan de vruchten herkent men de boom'. De toegangsprijs voor de lezing bedraagt € 7,50.

Zie: De website van de academie.

13 mei 2024

Tweede weekend heilige Jeugd (fotoverslag)

Het scoutingsweekend voor jongens vond dit jaar plaats in het Gelderse Ingen. Medio april namen 23 jongens deel aan de verschillende activiteiten ter bevordering van broederschap en heiliging. Op zondag werd het weekend afgesloten met een zegen en de heilige Mis in onze kerk. Hier volgt een foto-impressie van de activiteiten in het weekend.















11 mei 2024

11 mei: H.H. Philippus en Jacobus de Mindere, apostelen, feest

Philippus en Jacobus de Mindere worden op dezelfde dag gevierd om twee redenen: ze waren beiden apostel én hun relieken rusten op dezelfde plek, namelijk in de kerk van de Twaalf Apostelen (Dodici Apostoli) in Rome.

Philippus, afkomstig uit de stad Betsaïda en leerling van Johannes de Doper, was als prediker actief in het westelijke deel van Klein-Azië en in Frygië. In dat land, meer bepaald in de stad Hiërapolis, stierf hij rond 80 de marteldood. Op bevel van keizer Domitianus werd hij gekruisigd met het hoofd naar beneden. Later werd hem een apocrief (niet als gezaghebbend erkend) evangelie toegeschreven, dat een lange lofzang op de maagdelijkheid is.

Jacobus de Mindere, ook de rechtvaardige genoemd, was een zoon van een zus van de heilige maagd Maria en dus een neef van Jezus, die een paar jaar jonger was. Het toevoegsel ‘de Mindere’ kreeg hij om hem te onderscheiden van de andere apostel Jacobus (de Meerdere). Het predikaat verwijst naar het feit dat hij later dan zijn naamgenoot apostel werd, namelijk in het jaar 31. Jacobus de Mindere werd de eerste bisschop van Jeruzalem en leidde een nogal zonderling bestaan. Zo zou hij zijn haar en baard nooit hebben laten knippen, waste hij zich nooit en liep hij blootsvoets. Het grootste deel van zijn tijd bracht hij al biddend door. Hij hoefde, naar verluidt, zijn armen maar naar de hemel uit te strekken om het te laten regenen. Hij schreef in 59 een epistel, waarvan de hoofdstelling luidt dat geloven alleen maar mogelijk is wanneer men ook goede werken doet. In 62 werd hij valselijk beschuldigd door de hogepriester Ananus, die hem aan het joodse volk uitleverde. Nadat hij had geweigerd zijn geloof af te zweren, werd Jacobus de Mindere van op het dak van de tempel naar beneden geworpen. Hij overleefde de val en vroeg de Heer om zijn moordenaars te vergeven. Daarop werd hij gestenigd en uiteindelijk doodgeslagen met een knuppel.

7 mei 2024

Bijeenkomst Legioen Kleine Zielen op woensdag 8 mei

De gebedsgroep Amsterdam van het Legioen Kleine Zielen van Jezus’ Barmhartig Hart komt elke tweede woensdag van de oneven maanden (januari, maart, mei, juli, september en november) bijeen in onze kerk en pastorie; op woensdag 8 mei na de heilige Mis en het lof gaat de conferentie over de voordracht 'De boodschap die Ik aan de wereld geef is Leven voor allen' door eerwaarde heer Luc Vanstraelen (†) van 28 december 1991. Na afloop is er gelegenheid om het scapulier van Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel opgelegd te krijgen.

Het programma is als volgt:
10.30 uur: Rozenkransgebed
11.00 uur: Gezongen H. Mis
12.15 uur: Lof
12.45 uur: Conferentie in de pastorie met koffie en thee (tot circa 14.00 uur).
14.00 uur: Opleggen scapulier

Een ieder is van harte uitgenodigd om kennis te komen maken en te komen meebidden met de gebedsgroep. Niemand is te groot of te klein, wij zijn allemaal aan het oefenen. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het legioen.

4 mei 2024

Requiem aeternam (Perosi)

4 mei: Heilige Monica, weduwe

Monica werd in het jaar 332 geboren in de Numidische plaats Thagaste, gelegen in het huidige Algerije. Zij was een dochter van christelijk ouders. Op 18-jarige leeftijd werd zij uitgehuwelijkt aan Patricius. Hij hield het bij de traditionele Romeinse goden. Van karakter was hij driftig en eigenzinnig. Pas vlak voor zijn dood in 371 zou hij zich tot het christendom bekeren, ongetwijfeld door Monica's onophoudelijk gebed. Monica schonk hem drie kinderen onder wie Augustinus, de latere heilige en kerkvader.

Zij probeerde haar kinderen vertrouwd te maken met de christelijke levensopvatting en de daarbij behorende deugden. Maar juist bij Augustinus, haar meeste getalenteerde kind, moet ze constateren dat hij het karakter van zijn vader had geërfd. Later zal Augustinus in zijn boek 'Confessiones' (= Belijdensissen) zelf over zijn jongelingsjaren vertellen. Tijdens zijn studies tot redenaar (destijds de baan om hogerop te komen in de maatschappij) deed hij alles wat christenen niet zouden moeten doen; hij ging om met slechte vrienden en zocht zijn levensgeluk bij filosofieën die veel spectaculairder waren dan die van zijn moeder. Vooral de boerse en rauwe verhalen uit het Oude Testament konden volgens hem nog niet in de schaduw staan van de fijnbesnaarde gedachten van de Griekse en Romeinse filosofen.

Monica leed daar onder. Eens kwam er een christelijke bisschop op doorreis door haar woonplaats. Zij stortte haar hart bij hem uit en bezwoer hem dat hij eens met haar zoon moest praten: hij zou de goede antwoorden op de scherpzinnige redeneringen van haar zoon wel weten. Maar die bisschop had allang begrepen dat Augustinus op dat moment juist genoot van zijn levensopvatting: daar zou zelfs een vreemde bisschop niets aan kunnen veranderen. Vermoeid door haar drammerige aanhouden zei hij tenslotte: "Een kind van zoveel tranen kan niet verloren gaan".

Augustinus ontvluchtte zijn moeder, zijn woonplaats en zijn wereld en stak over naar Italië om daar carrière te maken aan het keizerlijk hof als redenaar. Maar zijn moeder kwam achter hem aan, eerst naar Rome en vervolgens naar Milaan, waar het hof van de keizer op dat moment gevestigd was en waar haar zoon intussen leraar was geworden.
Intussen hadden al de filosofieën waarbij Augustinus zijn levensgeluk had gezocht, hem niets opgeleverd. Op zijn zoektocht naar een houvast in het leven ging hij regelmatig in de christelijke kerk naar de preken luisteren van de heilige bisschop Ambrosius († 397). Daar hoorde hij hoe Ambrosius juist schatten van filosofie en levensinzicht tevoorschijn wist te halen uit uit de door hem zo verachte verhalen van het Oude Testament.

Uiteindelijk zal hij zich na een lang en heftig innerlijk verzet laten dopen. Dit alles natuurlijk tot grote vreugde van zijn moeder met wie hij zich verzoende. Nu haar hartenwens was vervuld, besloot zij naar huis in Afrika terug te gaan. Augustinus reisde met haar mee. In Rome's havenstad Ostia overleed zij.

In 1162 werden haar relieken overgebracht naar het augustinessenklooster van Arrouaise bij Arras. Op 9 april 1430 werd haar stoffelijk overschot plechtig overgebracht naar Rome; daar werd zij tot de eer der altaren verheven en naast haar zoon bijgezet in de kerk van San Agostino, gelegen bij de Piazza Navona. Dat gaf een nieuwe opleving aan haar verering.

Het concilie van Trente (1570) bepaalde haar feestdag op 4 mei, de dag voordat Augustinus' bekering werd gevierd: die stond op 5 mei.
Zij is patrones van Santa Monica (Californië); van moeders en moederbonden, christenvrouwen en christelijke echtgenotes; van de Keulse 'gordelbroederschappen' (religieuze gemeenschappen die een gordel dragen); ook wordt haar voorspraak ingeroepen voor het zielenheil van kinderen die verkeerde wegen gaan.

3 mei 2024

Van de pastoor: De heilige Maagd is dichter bij ons dan ooit

Beminde gelovigen,

De meimaand is – met al haar bloei en schoonheid – de maand waaruit de zomer geboren zal worden. Van oudsher is deze maand, ook om die reden, aan de heilige Moeder Gods toegewijd. Uit haar vloeit immers onze Verlosser voort. Zij is degene die Hem bij ons gebracht heeft. Bij de heilige Maagd vindt de zuchtende mensheid de warmte en bijstand waarnaar zij verlangt; bij haar worden al onze noden verzacht in de moederlijke liefde die zij ons betoont, wanneer zij ons wijst naar haar Zoon.

In de geschiedenis zijn wij, mensen, vaak langs de rand van de afgrond gegaan. Die afgrond hebben wij zelf veroorzaakt doordat wij alleen de kortzichtigheid van de tijd voor ogen hebben. De afgrond wil ons verslinden door nood, onrecht, oorlog, tuchteloosheid en vertwijfeling. Op al deze momenten is de heilige Maagd dichter bij ons dan ooit en zegt: "Kijk naar mijn Zoon en luistert naar Hem. Hij is de enige Die redding brengt."

Ik hoop dat u in deze meimaand door het dagelijks bidden van de Rozenkrans en de litanie van Maria de moederlijke leiding naar onze Verlosser mag ondervinden, ter ere van God, ter heiliging van uzelf en voor het herstel van de goddelijke orde in onze samenleving.

Met mijn priesterlijke zegen,
Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor