Parochie van de heilige Jozef
patroon van de H. Kerk

Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam

30 april 2025

Meimaand – Mariamaand




De maand mei is toegewijd aan de heilige maagd Maria. Wij eren de Moeder Gods door het dagelijks Rozenkransgebed in onze kerk. Op de eerste en de laatste dag van de meimaand wordt bovendien een plechtig Marialof gehouden.

Verheug en verblijd u, maagd Maria, alleluja!
Want de Heer is waarlijk verrezen, alleluja!

30 april: Heilige Catharina van Siena, maagd en Kerklerares, co-patrones van Europa

Catharina werd geboren op 25 maart 1347 in Siena, in Toscane, als dochter van de vooraanstaande wolwever Jacopo Benincasa. Zij was het vijfentwintigste kind in het gezin. Zij was klein van gestalte maar groot in geest en waardigheid. Zij wordt de grootste vrouw van het christendom genoemd.

Vanaf haar zevende jaar stortte zij zich volledig op de godsdienst; vooral de devotie tot Jezus en in het bijzonder Zijn lijden werd de leidraad van haar leven. Zij werd na aanvankelijke weerstand lid van de derde orde van de heilige Dominicus en betrok tussen haar zestiende en negentiende levensjaar zelfs een kluis in de werkplaats van haar vader. Haar moeder deed toen, anno 1354, een smalende uitspraak die veel 'moderne mensen' bekend in de oren zou moeten klinken: "Tegenwoordig zijn er toch geen heiligen meer?"

Het kleine meisje in haar 'bezemkast' had toch duidelijk een andere uitstraling dan een door fantasie op hol geslagen kind, want al snel kwamen er horden belangstellenden om naar haar te luisteren en haar te helpen met haar liefdadige werken, haar bella compagnia. Ze zamelde voedsel en kleding in voor de allerarmsten, bezocht gevangenen en verpleegde lijders aan besmettelijke zieken bij wie anderen niet in de buurt durfden te komen. De zalige Raymundus van Capua werd in 1374 haar geestelijk leidsman. Als magister-generaal van de Dominicanen zou hij later haar biograaf worden, zodat we veel gegevens van haar leven uit de eerste hand hebben.

Ze begon zich te bemoeien met de politiek, eerst en vooral met de eindeloze conflicten tussen de vele steden in haar omgeving, maar later ook met de wereldpolitiek. Vooral het feit dat de paus sinds 1309 in Avignon resideerde in plaats van in Rome, waar hij thuishoorde, zat Catharina buitengewoon dwars. De vele Franse kardinalen hadden een terugkeer naar Rome eindeloos weten te vertragen, maar Catharina bleek sterker dan zij.

In 1376 ging Catharina op reis naar Avignon. Mede dankzij haar eindeloze preken aan het adres van paus Gregorius XI liet deze zich uiteindelijk overhalen zijn hof weer naar Rome te verplaatsen. Ze had dan ook een intimiderende persoonlijkheid. Als ze haar zin niet kreeg riep ze eenvoudigweg, maar met de nodige uitwerking: "Voglio" ("Ik wil het!") Dit deed ze niet alleen tegen de paus, maar ook tegen allerlei wereldlijke vorsten en hooggeplaatste figuren.

Helaas werkte haar streven soms ook averechts: toen paus Gregorius XI terug naar Rome ging, kozen de kardinalen in Avignon gewoon een nieuwe paus. Dit was het begin van het zogeheten Westers Schisma, dat Catharina veel verdriet heeft gedaan.

Catharina had in 1375 stigmata terwijl ze in Pisa verbleef. Daarbij ontving ze de genade van het mystieke huwelijk, en aan het eind van haar leven Jezus' Hart zelf: Hij ruilde het tijdens een verschijning voor het hare. Haar laatste jaren bracht Catharina op uitnodiging van Urbanus VI door in Rome waar zij op 29 april 1380 verzwakt en verlamd overleed.

Van Catharina van Siena zijn 381 brieven bekend. Zij correspondeerde niet enkel met kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, maar ook met gewone mannen en vrouwen van allerlei rang en stand. Haar hoofdwerk is de Dialoog van de goddelijke voorzienigheid uit 1378. In een visioen werd zij aangezet tot het schrijven van dit boek. Zij schrijft hierin in vaak beeldende taal over het zoeken naar waarheid, Christus' mededogen met de wereld, het mystieke leven van de Kerk en het volbrengen van Gods voorzienigheid. Daarnaast zijn er 26 gebeden van haar overgeleverd.

Catharina werd in 1461 door paus Pius II heiligverklaard. Haar lichaam ligt in een schrijn onder het hoogaltaar van de Santa Maria sopra Minerva in Rome, maar haar hoofd wordt bewaard achter gouden tralies in een nis binnen de San Domenico in Siena. Ook het huis van haar jeugd in Siena is tegenwoordig een kerk.

Samen met de heilige Teresia van Avila werd zij in 1970 door paus Paulus VI als eerste vrouw verheven tot Kerklerares. In 1999 benoemde de heilige paus Johannes Paulus II haar met Birgitta van Zweden en Theresia-Benedicta van het Kruis (Edith Stein) tot patrones van Europa. Voorts is zij de patroonheilige van de Dominicanessen van de Derde Orde, wasvrouwen en stervenden.

29 april 2025

(Noveen)gebed voor de verkiezing van de paus (van dinsdag 29 april tot en met woensdag 7 mei)

Openingsgebed
Almachtige, eeuwige God, Die door de Heilige Geest de gehele Kerk leidt en heiligt, verhoor ons nederig smeken en schenk aan Uw heilige Roomse Kerk een paus, die U door zijn vroomheid welgevallig is, en door zijn herderlijke zorg door Uw volk geëerd mag worden, tot glorie van Uw Naam.
Door Christus, onze Heer. Amen.

Onze Vader...
Wees gegroet Maria...
Eer aan...

Heilige Maria, Moeder van de Kerk – bid voor ons.
Heilige Jozef – bid voor ons.
Heilige Petrus – bid voor ons.

Slotgebed
Almachtige God, U leidt Uw kerk met liefde. Wij bidden U: Laat Uw Heilige Geest neerdalen over het conclaaf. Schenk aan de kardinalen duidelijkheid in het luisteren, eenheid van wil en trouw in het handelen. Moge de te verkiezen paus Uw Evangelie zonder vrees verkondigen en Uw volk met wijsheid leiden.
Door Christus, onze Heer. Amen.

29 april: Heilige Petrus van Verona, martelaar

Petrus werd geboren rond 1205. Zijn ouders waren aanhangers van de Katharen. Deze ketterij beheerste het geestesleven van die tijd. (Het woord 'ketterij' is zelfs afgeleid van 'Katharen'.) Petrus genoot echter een katholieke opvoeding. Op 16-jarige leeftijd trad hij in bij de Dominicanen, een nieuwe orde die toen pas vijf jaar bestond en die door prediking een actief aandeel had in de bestrijding van de ketterij. Hun eigenlijke naam luidde dan ook de Orde der Predikheren. Als predikheer deed hij de naam van zijn orde alle eer aan, want hij was een populair predikant, die zijn woorden soms zelfs met wonderen kracht wist bij te zetten. Bovendien werd hij aangesteld als inquisiteur om de ketterij van de Katharen in Como en Milaan te bestrijden.

Zo geliefd als hij was bij zijn eigen mensen, zo gehaat was hij bij de Katharen. Onderweg van Como naar Milaan werd hij op 6 april 1252 door twee huurmoordenaars om het leven gebracht. Stervend schreef hij met zijn eigen bloed op de grond het woord 'Credo'. Hij werd bijgezet in de kerk van San Eustorgio te Milaan. Een jaar later - op 24 maart 1253 - werd hij reeds heiligverklaard door paus Innocentius IV.

Petrus van Verona (of Sint Petrus Martelaar) is patroon van Lombardije, het hertogdom Modena, de Italiaanse steden Como en Cremona, van de inquisitie, van de Dominicanen en de kraamvrouwen. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen hoofdpijn, bliksem, onweer en storm en voor het verkrijgen van een goede oogst.

28 april 2025

28 april: Heilige Paulus van het Kruis, belijder

Paulus van het Kruis werd op 3 januari 1694 geboren in Ovada, Piemonte als Paolo Francesco Danei.

Na een tijd bij zijn vader in de handel te hebben gewerkt, besloot Paolo zijn leven in dienst van Christus te stellen. Het besef van Jezus’ martelgang en wrede kruisdood hadden hem zo zwaar aangegrepen dat hij kluizenaar werd om dieper tot de zin ervan door te dringen. Al spoedig kwam hij tot het inzicht dat bezinning op het Lijden van Christus leidt tot compassie met de mensen die in ellendige omstandigheden verkeren. Hij deed afstand van al zijn bezittingen en begon een leven van ascese, boete en naastenliefde.

Op een zeker moment kreeg hij een verschijning van de heilige maagd Maria, die - gekleed in een zwart habijt - hem opdroeg om een gemeenschap te stichten die permanent rouwt om de dood van haar Kind. Paolo verbleef toen in het stadje Castallazzo in het bisdom Alessandria. Hij vertelde de plaatselijke bisschop, Arborio di Gattinara, wat hij had ervaren. Die bekleedde hem op 22 november 1720 met het zwarte habijt dat Maria hem had opgedragen te dragen uit rouw om haar zoon. Vanaf dat moment droeg hij de naam Paolo della Croce (Paulus van het Kruis).

Aangemoedigd door bisschop Arborio trok Paolo zich in de maanden november en december 1720 terug in een torenkamertje van de kerk van Castallazzo voor een veertigdaagse retraite. Daar schreef hij een leefregel voor zijn toekomstige communiteit: de door hem gestichte Congregatie van het Lijden van Jezus Christus, beter bekend onder de naam Passionisten. Deze leefregel vormde de basis van zijn kloosterregel, die in 1741 door paus Benedictus XIV zou worden goedgekeurd. Ook schreef hij in Castallazzo zijn geestelijke ervaringen op in een soort dagboek, dat onder de klassieke teksten van de mystiek wordt gerekend.

Paolo werd in 1727 tot priester gewijd. Een jaar later trok hij zich met zijn broer, Giovanni Battista, terug op de berg Argentaro op het Toscaanse schiereiland Orbetello. Daar stichtte hij samen met enkele volgelingen het eerste passionistenklooster. Steeds meer begonnen de eerste passionisten zich toe te leggen op de prediking onder de armen in de toenmalige Pauselijke Staten en Toscane. Paus Clemens XII bevestigde hen daarin en verleende hun de titel 'apostolisch missionaris'; dat betekende dat zij in diens naam het Evangelie verkondigden. In 1771 stichtte Paolo de vrouwelijke en zuiver comtemplatieve tak van de congregatie: de Passionistinnen.

Paulus van het Kruis staat bekend als een groot mysticus. Meer dan 45 jaar ging hij de spirituele weg van de Verlatenheid om uiteindelijk steeds meer verenigd te raken met de gekruisigde Christus. Als geestelijk leidsman en biechtvader oefende hij veel invloed uit op het leven van geestelijken en leken. Paulus van het Kruis stierf op 18 oktober 1775 in Rome. Zijn lichaam ligt begraven in de Romeinse basiliek SS. Giovanni e Paolo, de kerk van het gelijknamige klooster dat door paus Clemens XIV aan hem geschonken was. Paus Pius IX verklaarde hem in 1852 zalig en in 1867 heilig.

27 april 2025

U zij de glorie (Händel)


Frans

À toi la gloire, O Ressuscité!
À toi la victoire pour l’éternité!
Brillant de lumière, l’ange est descendu,
Il roule la pierre du tombeau vaincu.
À toi la gloire, O Ressuscité!
À toi la victoire pour l’éternité!


Vois-le paraître: C’est lui, c’est Jésus,
Ton Sauveur, ton Maître, Oh! ne doute plus!
Sois dans l’allégresse, peuple du Seigneur,
Et redis sans cesse: Le Christ est vainqueur!
À toi la gloire, O Ressuscité!
À toi la victoire pour l’éternité!


Craindrais-je encore? Il vit à jamais,
Celui que j’adore, le Prince de paix;
Il est ma victoire, mon puissant soutien,
Ma vie et ma gloire : non, je ne crains rien!
À toi la gloire, O Ressuscité!
À toi la victoire pour l’éternité!
Nederlands (vertaling: J.W. Schulte Nordholt)

U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen, daald' een engel af,
heeft de steen genomen van 't verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.


Ziet Hem verschijnen, Jezus, onze Heer.
Hij brengt al de zijnen in Zijn armen weer.
Weest dan, volk des Heren, blijd' en welgezind,
en zegt telkenkere: Christus overwint!
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.


Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
Die mij heeft genezen, Die mij vrede geeft?
In Zijn godd'lijk wezen is mijn glorie groot,
niets heb ik te vrezen, in leven en in dood.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.

Beloken Pasen - Feest van de goddelijke Barmhartigheid

"Thomas, kom hier met uw hand en leg ze in Mijn zijde."

Epistel
1 Joh. 5, 4-10
Veelgeliefden, al wat uit God is geboren, is overwinnaar van de wereld; en dit is de zegevierende macht, waardoor de wereld overwonnen wordt, ons geloof. Wie anders is er overwinnaar van de wereld, dan hij die gelooft, dat Jezus is de Zoon van God? Deze is het, Die gekomen is in water en in bloed, Jezus Christus; niet alleen in het water, maar in het water én in het bloed. En het is de Geest, Die getuigt, dat Christus de waarheid is. Want het zijn er drie, Die getuigenis geven in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één. En het zijn er drie, die getuigenis geven op de aarde: de Geest, en het water, en het bloed; en deze drie zijn het eens. Indien wij het getuigenis van mensen aannemen, Gods getuigenis heeft groter waarde; inderdaad hebben wij hierin dat getuigenis van God met die grotere waarde, dat Hij getuigenis heeft gegeven omtrent Zijn Zoon. Wie gelooft in de Zoon van God, draagt het getuigenis van God in zich.

Evangelie
Joh. 20, 19-31
In die tijd, toen de avond van die dag, de eerste dag der week, reeds was gevallen, en de deuren van de plaats, waar de leerlingen samen waren, uit vrees voor de joden waren gelosten, kwam Jezus, en stond plotseling in hun midden; en Hij sprak tot hen: Vrede zij u! En na dit gezegd te hebben toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. En de leerlingen waren zeer verheugd, toen zij de Heer zagen. Vervolgens sprak Hij andermaal tot hen: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u. En na deze woorden blies Hij over hen en zei hun: Ontvangt de Heilige Geest. Aan wie gij de zonden vergeeft, hun zijn ze vergeven, en aan wie gij de zonden laat houden, zij blijven ze houden. Maar Thomas, één van de Twaalf, ook wel Didymus genoemd, was niet bij hen, toen Jezus kwam. Daarom zeiden de andere leerlingen tot hem: Wij hebben de Heer gezien! Maar hij antwoordde hun: Als ik niet in Zijn handen de wonden der nagelen zie, en mijn vinger niet in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand niet kan leggen in Zijn zijde, zal ik niet geloven. En acht dagen later waren Zijn leerlingen weer daarbinnen bijeen; en ook Thomas was bij hen. En terwijl de deuren gesloten bleven, kwam Jezus binnen; en plotseling stond Hij in hun midden, en sprak: Vrede zij u! Daarop zei Hij tot Thomas: Steek uw vinger hierin, en bezie Mijn handen; en kom hier met uw hand, en leg ze in Mijn zijde; en wees niet meer ongelovig, maar gelovig! Thomas gaf Hem ten antwoord: Mijn Heer en mijn God! Toen sprak Jezus tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, daarom gelooft gij; zalig zij, die niet zien, en toch geloven. Nog vele andere tekenen, heeft Jezus voor het oog van Zijn leerlingen verricht, die in dit boek niet staan opgetekend. Maar deze zijn opgetekend, opdat gij zoudt geloven, dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door dat geloof het leven moogt bezitten in Zijn Naam.

Overweging
Op deze octaafdag van Pasen, die tevens het feest van de goddelijke Barmhartigheid is, zouden wij met de apostel Thomas van harte een van de allermooiste en meest hoopvolle gebeden kunnen uitspreken, en daardoor iedere twijfel, die wellicht nog in ons leeft, uitroeien: “Mijn Heer en mijn God”. Daar gaat het in het christelijke leven om: om God. En omdat het in ons leven om God gaat, moeten wij bereid zijn om alles wat met God verbonden is, dus de Kerk van God en haar bevrijdende en tot zaligheid noodzakelijke geloofsleer, innig en volledig te omhelzen.

God is mens geworden en heeft op het Kruis de wereld Zijn barmhartigheid getoond, een barmhartigheid die ieder van ons zou kunnen omvatten als wij maar bereid zijn om ons hart in volledig vertrouwen aan Hem over te geven. In deze overgave, die een bekering inhoudt, ligt het begin van het leven met God, een leven dat als het ernstig wordt genomen, zich openbaart als een leven door God. Door de goddelijke barmhartigheid en genade mogen wij leven en eens de hemelse zaligheid aanschouwen. De deur tot dit bovennatuurlijke leven heeft Christus geopend door Zijn heilswerk, het heilswerk dat door de tijden heen wordt voortgezet door de katholieke Kerk. Daar wacht Hij ook nu op de zielen om Zijn liefde te tonen aan degenen die de duisternis en het bedrog van de wereld verlaten.

Octaafdag van Pasen: Feest van de goddelijke Barmhartigheid

Jezus, ik vertrouw op U


Op 25 augustus 1905 wordt in het Poolse dorpje Glogowiec een meisje geboren: Helena Kowalska. Op 20-jarige leeftijd treedt ze in bij de zusters van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid in Warschau. Ze krijgt de kloosternaam Maria Faustina (‘begunstigde’). Al heel vroeg heeft ze bovennatuurlijke ontmoetingen. Jezus Zelf geeft haar aanwijzingen wat ze moet doen. Twijfel, angst en verwijten van haar medezusters achtervolgen haar als Jezus haar opdraagt de devotie van de goddelijke Barmhartigheid openlijk te verspreiden. Opvallend is haar grote gehoorzaamheid aan haar oversten en aan haar biechtvader, zoals Jezus dat van haar verlangt.

Vanaf 1933 lijdt ze aan tuberculose, met heftige pijnen. Daarnaast lijdt zuster Faustina onbeschrijflijke geestelijke pijnen door onzichtbare stigmata, Godverlatenheid en het verdriet om de zondaars, maar toch kent ze een diepe, innerlijke vreugde. Ze weet dat de prijs van haar liefde het lijden is. Ze wil alles doen om zielen te redden. En Jezus laat haar lijden, bijna 13 jaar in het klooster. Op 5 oktober 1938 sterft zuster Faustina, 33 jaar oud, net zo oud als haar goddelijke Vriend.

In 1965 leidt de Poolse aartsbisschop Karol Wojtyla het zaligverklaringsproces in. Op de eerste zondag na Pasen in 1993 verklaart hij als paus Johannes Paulus II haar zalig en in het heilig jaar 2000, op de zondag van de goddelijke Barmhartigheid, verklaart hij haar heilig.

Uit haar dagboek komt naar voren hoe graag Jezus wil dat de mensen in de hemel komen. Geen mens, hoe groot zijn zonden ook zijn, hoeft verloren te gaan. God wil de dood van de zondaar niet. Het enige dat wij hoeven te doen is ons vol vertrouwen, en berouwvol, aan Zijn eindeloze Barmhartigheid over te geven.

Bij Zijn eerste verschijning aan zuster Faustina geeft Jezus haar de opdracht: “Schilder een afbeelding die overeenkomt met het voorbeeld dat je ziet, met het onderschrift: Jezus, ik vertrouw op U. Ik wil dat deze afbeelding vereerd wordt, eerst in jouw kapel en daarna over de hele wereld. Ik beloof je dat de ziel die deze afbeelding zal vereren, niet verloren zal gaan.”

Jezus heeft aan zuster Faustina gezegd dat Hij wil dat op de zondag na Pasen het feest van de goddelijke Barmhartigheid wordt gevierd: “Op die dag staan de diepste diepten van Mijn tedere barmhartigheid open. Ik stort een hele oceaan van genaden uit over die zielen die tot de fontein van Mijn barmhartigheid naderen. De ziel die te biechten zal gaan en de heilige communie zal ontvangen, zal volledige vergeving van zonden en straf ontvangen. Op die dag staan alle sluizen van de hemel, waardoor de genade vloeit, open.”

26 april 2025

Noveen tot de goddelijke Barmhartigheid, dag 9

“Breng vandaag de zielen bij Mij die lauw geworden zijn en dompel hen in de afgrond van Mijn barmhartigheid. Deze zielen wonden Mijn Hart uitermate pijnlijk. Mijn ziel leed de vreselijkste walging in de hof van Olijven vanwege de lauwe zielen. Zij waren er de oorzaak van dat Ik uitschreeuwde: “Vader, als het Uw wil is, neem deze kelk van Mij weg.” Voor hen is de laatste hoop op redding dat zij naar Mijn barmhartigheid vluchten.”

Allerbarmhartigste Jezus, U bent het medelijden Zelf. Ik breng de lauwe zielen naar de schuilplaats van Uw allermededogendst Hart. Laat in dit vuur van Uw zuivere liefde deze lauwe zielen, die U met zo’n diepe walging vervulden alsof het lijken waren, opnieuw ontvlammen. O, allermededogendste Jezus, maak gebruik van de almacht van Uw barmhartigheid en trek hen binnen in de gloed van Uw liefde en verleen hun de gave van heilige liefde, want niets gaat Uw macht te boven.

Vuur en ijs kunnen niet worden samengevoegd,
het vuur gaat uit of het ijs smelt,
maar door Uw barmhartigheid, o God,
kunt U alles aanvullen wat ontbreekt.

Eeuwige Vader, wend Uw barmhartige blik naar de lauwe zielen die desondanks door het allermededogendst Hart van Jezus omhuld zijn. Vader der barmhartigheid, ik smeek U door het bitter lijden van Uw Zoon en door Zijn drie uren durende doodsstrijd op het kruis: laat ook hen de afgrond van Uw barmhartigheid verheerlijken. Amen.

Alleluja, wij heffen 't aan



Alleluja, wij heffen 't aan:
de Heer is waarlijk opgestaan.
En waar ik ben of waar ik ga,
mijn ziele zingt: alleluja.

Dit is de grote, blijde dag,
die David in zijn geest voorzag.
Zingt nu met vreugd', zo zing ik na
het blijde lied: alleluja.

Lof zij het Lam, Dat door Zijn Bloed
voor onze zonden heeft geboet.
Zijn bit're dood schonk ons gena',
zo zingen wij: alleluja.