1 mei 2011

Preek voor Beloken Pasen - Feest van de goddelijke Barmhartigheid

Epistel
1 Joh. 5, 4-10
Veelgeliefden, al wat uit God is geboren, is overwinnaar van de wereld; en dit is de zegevierende macht, waardoor de wereld overwonnen wordt, ons geloof. Wie anders is er overwinnaar van de wereld, dan hij die gelooft, dat Jezus is de Zoon van God? Deze is het, Die gekomen is in water en in bloed, Jezus Christus; niet alleen in het water, maar in het water én in het bloed. En het is de Geest, Die getuigt, dat Christus de waarheid is. Want het zijn er drie, Die getuigenis geven in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één. En het zijn er drie, die getuigenis geven op de aarde: de Geest, en het water, en het bloed; en deze drie zijn het eens. Indien wij het getuigenis van mensen aannemen, Gods getuigenis heeft groter waarde; inderdaad hebben wij hierin dat getuigenis van God met die grotere waarde, dat Hij getuigenis heeft gegeven omtrent Zijn Zoon. Wie gelooft in de Zoon van God, draagt het getuigenis van God in zich.

Evangelie
Joh. 20, 19-31
In die tijd, toen de avond van die dag, de eerste dag der week, reeds was gevallen, en de deuren van de plaats, waar de leerlingen samen waren, uit vrees voor de joden waren gelosten, kwam Jezus, en stond plotseling in hun midden; en Hij sprak tot hen: Vrede zij u! En na dit gezegd te hebben toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. En de leerlingen waren zeer verheugd, toen zij de Heer zagen. Vervolgens sprak Hij andermaal tot hen: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u. En na deze woorden blies Hij over hen en zei hun: Ontvangt de Heilige Geest. Aan wie gij de zonden vergeeft, hun zijn ze vergeven, en aan wie gij de zonden laat houden, zij blijven ze houden. Maar Thomas, één van de Twaalf, ook wel Didymus genoemd, was niet bij hen, toen Jezus kwam. Daarom zeiden de andere leerlingen tot hem: Wij hebben de Heer gezien! Maar hij antwoordde hun: Als ik niet in Zijn handen de wonden der nagelen zie, en mijn vinger niet in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand niet kan leggen in Zijn zijde, zal ik niet geloven. En acht dagen later waren Zijn leerlingen weer daarbinnen bijeen; en ook Thomas was bij hen. En terwijl de deuren gesloten bleven, kwam Jezus binnen; en plotseling stond Hij in hun midden, en sprak: Vrede zij u! Daarop zei Hij tot Thomas: Steek uw vinger hierin, en bezie Mijn handen; en kom hier met uw hand, en leg ze in Mijn zijde; en wees niet meer ongelovig, maar gelovig! Thomas gaf Hem ten antwoord: Mijn Heer en mijn God! Toen sprak Jezus tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, daarom gelooft gij; zalig zij, die niet zien, en toch geloven. Nog vele andere tekenen, heeft Jezus voor het oog van Zijn leerlingen verricht, die in dit boek niet staan opgetekend. Maar deze zijn opgetekend, opdat gij zoudt geloven, dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door dat geloof het leven moogt bezitten in Zijn Naam.

Preek
Allereerst wil ik u er aan herinneren dat wij vandaag een volle aflaat kunnen krijgen. Een volle aflaat wordt verleend volgens de gebruikelijke voorwaarden (sacramentele biecht, ontvangst van de heilige Communie, en gebed voor de intenties van de Paus; dat alles met een ziel die vrij is van zonden, ook van dagelijkse zonden). Daarnaast is nog een vereiste de deelname aan een godsvruchtige praktijk ter ere van de goddelijke Barmhartigheid (zoals wij voor de H. Mis hebben gedaan) of ten minste in aanwezigheid van het Allerheiligste Sacrament het bidden van het Onze Vader en het Credo met een aanroeping tot de barmhartige Heer Jezus (bijvoorbeeld “Barmhartige Jezus, ik heb vertrouwen in U.”).

Vandaag sluit de Kerk het Paasoctaaf af met het feest van de goddelijke Barmhartigheid. En het is zeker niet toevallig dat dit feest op deze zondag valt. Ten eerste werd dit feest uitdrukkelijk door onze Heer gevraagd en precies op de eerste zondag na Pasen. In de visioenen, die zuster Faustina kreeg, liet Christus duidelijk weten dat de mensheid haar redding in de goddelijke Barmhartigheid zou moeten zoeken.

Ten tweede omdat dit feest nauw verbonden is met de kruisdood en de verrijzenis van Christus. Onze verlossing is door het kruis gekomen en vanuit Christus’ Kruis stromen de oneindige en onmetelijke genaden die elke ziel zuiver maken. Het Hart van Jezus is op het kruis geopend.

Beminde gelovigen, God is oneindig barmhartig en heeft medelijden met de mensen, in het bijzonder met degenen die zich in de diepste ellende bevinden, in de zonde. Gods barmhartigheid is eeuwig, dat wil zeggen: zonder begrenzing in de tijd; zij is onmetelijk, zonder beperking van plaats en ruimte; zij is allesomvattend, want ze beperkt zich niet tot een volk of een ras en is even uitgebreid voor alle zondaars. De menswording van de Zoon van God en Zijn afschuwelijke dood op het kruis zijn het bewijs van de goddelijke Barmhartigheid. Hij heeft Zichzelf gegeven en Hij is zo volledig en geheel voor ieder van ons gestorven, als was er niemand anders voor wie Hij sterven kon.

De goddelijke Barmhartigheid moet ons, arme zondaars, tot Hem leiden. Maar zij kan geen voorwendsel worden voor onze zonden of ons gebrek aan zorg om ons leven te beteren. Als wij onze toevlucht nemen tot de barmhartige Liefde, dan doen wij niets anders dan de gewone middelen van de genade gebruiken: de heilige Mis en de sacramenten.

Wij mogen niet vergeten dat de grootste uiting van Zijn genade, sinds het begin van de Kerk, het sacrament van de biecht is. In de biechtstoel knielen wij voor Zijn troon van genade en daar kunnen wij het meest Zijn barmhartige Liefde ervaren. Het is dus geen toeval dat wij vandaag, op het feest van de goddelijke Barmhartigheid, in het Evangelie de woorden horen: “Ontvangt de Heilige Geest. Aan wie gij de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven”. Door dit sacrament kunnen alle zonden worden weggeveegd en in Zijn oneindige vergeving worden geworpen.

Het is waar dat God Zijn barmhartigheid aan iedereen wil schenken, maar wij moeten bereid zijn om die te ontvangen. Zijn barmhartigheid is alleen voor degenen die nederig zijn. Alleen als wij erkennen dat wij zondaars zijn en alleen als wij op zoek gaan om van de zonde bevrijd te worden, kunnen wij Zijn ontferming vinden. De wil om in zonde te blijven leven, de hoogmoed (waarbij de mens zijn zonden niet wil erkennen) en het weigeren van de goddelijke genade zijn de beletselen die de mens weghouden van de goddelijke Barmhartigheid.

Maar er is nog iets dat wij moeten weten: De goddelijke Barmhartigheid kan alleen worden ervaren door hen die zelf weten te vergeven. “Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.” (Mt. 5,7) Als wij zelf de barmhartigheid zoeken, dan moeten wij ook bereid zijn om aan anderen te vergeven. En het is soms heel moeilijk te vergeven. Soms doet het pijn. Er zijn wonden in ons hart die niet zo makkelijk genezen kunnen worden. Maar wil je barmhartigheid vinden, wees dan zelf barmhartig. Het is belangrijk hier te zeggen dat wij bereid moeten zijn om te vergeven met onze wil, ook als onze gevoelens anders zijn. Ik wil mijn naaste vergeven, hoewel het nog steeds pijn doet en de wond misschien openblijft, maar ik wil het. Als wij dat doen, dan brengt de genade in de tijd volledige genezing.

Dierbare gelovigen, Gods oneindige Liefde wil ons allen redden. Deze zorg heeft Hij voor iedere mens afzonderlijk. Onze zonden, hoe groot die ook zijn, verdwijnen in Zijn onmetelijke Barmhartigheid. Bidden wij vandaag dat God ook ons Zijn vergiffenis schenkt en de wederliefde in onze harten vindt. Amen.