29 oktober 2023

Hoogfeest van onze Heer Jezus Christus, Koning

Het raam met de afbeelding van Christus Koning boven de ingang van onze kerk.

Daartoe ben Ik geboren en daartoe juist in de wereld gekomen,
om te getuigen voor de waarheid.
Ieder, die uit de waarheid is, luistert naar Mijn stem.


Epistel
Kol. 1, 12–20
Broeders, wij brengen dank aan God de Vader, Die ons waardig heeft gemaakt deel te mogen hebben aan het lot der heiligen, in het volle licht. Hij heeft ons ontrukt aan de macht der duisternis en overgebracht naar het rijk van Zijn beminde Zoon, in Wie wij de verlossing bezitten, de vergiffenis der zonden, door de kracht van Zijn Bloed. Deze is het beeld van de onzichtbare God, geboren vóórdat alles geschapen werd; want in Hem werd alles geschapen, wat in de hemel en op aarde is, het zichtbare en het onzichtbare, tronen zowel als heerschappijen, overheden en machten; alles is door Hem en in Hem geschapen. Zo bestaat Hij vóór allen, en alles bestaat in Hem. Hij is ook het Hoofd van het lichaam, dat wil zeggen van de Kerk. Hij is het begin, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alles de eerste plaats zou hebben. Want het was besloten, dat in Hem alle volheid zou wonen, en dat Hij vrede zou brengen door het Bloed van Zijn kruis en door Zijn toedoen alles weer met God zou verzoenen, wat op de aarde of wat in de hemel is: in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie
Joh. 18, 33–37
In die tijd zei Pilatus tot Jezus: Zijt Gij de Koning van de joden? Jezus antwoordde: Stelt gij die vraag uit u zelf of hebben anderen u dat van Mij gezegd? Pilatus hernam: Ben ik dan soms een jood? Uw eigen volk en de opperpriesters hebben U aan mij uitgeleverd. Wat hebt Gij gedaan? Jezus gaf ten antwoord: Mijn rijk is niet van deze wereld. Als Mijn rijk van deze wereld was, zouden ongetwijfeld Mijn dienaren er voor strijden, dat Ik niet aan de joden werd overgeleverd; maar Mijn rijk is nu eenmaal niet van hier. Toen zei Pilatus tot Hem: Dus Kóning zijt Gij? Jezus antwoordde: Ja, gij zegt het; Kóning ben Ik. Daartoe ben Ik geboren en daartoe juist in de wereld gekomen, om te getuigen voor de waarheid. Ieder, die uit de waarheid is, luistert naar Mijn stem.

Overweging
Op de laatste zondag in oktober viert de Kerk - althans dat deel van de Kerk dat de liturgische kalender behorende bij het Missaal van 1962 volgt - de glorie van Christus. Hij is de Koning van de koningen en de Heer van de heren. Over Zichzelf zegt Hij: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde”. Als aan Christus alle macht gegeven is, dan volgt daaruit noodzakelijkerwijs, zo schreef paus Leo XIII, dat Zijn gezag het hoogste moet zijn, absoluut en onafhankelijk van iedereen, zodat geen enkele macht aan Zijn Macht evenwaardig is of daarop lijkt. En daar die macht Hem gegeven is zowel in de hemel als op aarde, moeten hemel en aarde Hem gehoorzamen.

Jezus Christus is koning, Hij is opperheer, aan Hem is alles onderworpen. Daarom is het ook juist dat iedereen aan Zijn woorden, aan Zijn leer en aan Zijn wensen gehoorzaamt. In het licht van een opkomend zelfbeschikkingsrecht van de volkeren en een afnemend respect voor het inzicht dat de overheid door God is ingesteld heeft paus Pius XI het feest van de universele heerschappij van Christus ingesteld.

Wie aan Hem onderdanig is, vindt de vrijheid. Deze vrijheid is een andere vrijheid dan die de wereld ons voorhoudt. De vrijheid die het koningschap van Christus geeft is namelijk te vinden in het beleven van de Waarheid. Alleen die Waarheid verzekert ons van de hoogste en de eigenlijke vrijheid. De afhankelijkheid hierin van God en van Christus en van Zijn heilige katholieke Kerk is geen slavernij, maar de weg naar het zuiverste geluk.

Ieder van ons is van Jezus afhankelijk. Hij is de Redder voor iedereen, Hij is de enige Waarheid. Hij is de Weg door dit leven, en daarom is Hij ook onze Koning. Hoe meer wij inwendig Zijn heerschappij erkennen en aanvaarden, des te meer zal de goddelijke rijkdom van liefde ons vervullen met licht, kracht en geluk. Zijn Rijk – zo bidden wij vandaag in de prefatie van de Mis – is een rijk van waarheid en van leven. Zijn Rijk is een rijk van heiligheid en van genade. Zijn Rijk is een rijk van gerechtigheid en vrede. Deze prefatie is als een program voor ons leven en tegelijkertijd een belofte.

Wie Christus zoekt, zich totaal aan Hem onderwerpt en ook in alles van Hem afhankelijk wil zijn, vindt waarheid en leven. Want hij belijdt Hem als zijn Koning, en de Koning zal hem Zijn gunsten bewijzen. Dit geldt zowel voor de staten en volkeren als voor de individuele mens.