11 juli 2010

Preek voor de zevende zondag na Pinksteren

Epistel (Rom. 6, 19-23)
Broeders, ik wil gewoon-menselijk spreken, vanwege de zwakheid van uw vlees. Evenals gij namelijk in het verleden uw ledematen als slaven in dienst hebt gesteld van de onreinheid en ongerechtigheid, om kwaad te doen, zo moet gij thans uw ledematen als slaven in dienst stellen van de gerechtigheid, om heilig te worden. Want in de tijd, dat gij slaven waart van de zonde, stondt gij niet in dienst van de gerechtigheid. Maar wat voor vrucht hadt gij toen van datgene, waarover gij u thans schaamt? Het einde immers daarvan is de dood. Thans echter, nu gij vrijgemaakt zijt van de zonde, maar slaaf zijt geworden van God, nu hebt gij als vrucht ervan, dat gij heilig wordt, en tot slot: het eeuwige leven. Want de soldij van de zonde is de dood; maar de genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie (Mattheüs 7, 15-21)
In die tijd sprak Jezus tot Zijn leerlingen: Weest op uw hoede voor de valse profeten; want zij komen tot u in schaapskleren, maar van binnen zijn het roofgierige wolven. Aan hun vruchten kunt gij ze kennen. Kan men wel druiven plukken van doornen, of vijgen van distels? Zó draagt iedere goede boom goede vruchten, maar een slechte boom draagt slechte vruchten. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, en een slechte boom kan geen goede vruchten dragen. Elke boom, die geen goede vruchten draagt, zal worden omgehakt, en in het vuur geworpen. Dus aan hun vruchten kunt gij ze kennen. Niet ieder die tot Mij zegt: Heer! Heer! zal het rijk der hemelen binnengaan; maar alleen hij, die de wil volbrengt van Mijn Vader in de hemel, hij zal het rijk der hemelen binnengaan.

Preek
Noch het heidendom, noch het jodendom – zo heeft Paulus uitvoerig betoogd – kan ons redden. Het heil is alléén in Jezus Christus. Wie daadwerkelijk in Hem leeft, dat wil zeggen in Zijn genade blijft, hoeft geen angst meer te hebben, want het leven in Christus redt de mens van de eeuwige verdoemenis. Wij zijn door Hem gered, wij zijn gelukkige kinderen van God, met de verwachting van de erfenis van hierboven die een eeuwig geluk bevat, dat onverwoestbaar zal blijven voortbestaan.

De meesten van ons zijn het helaas vergeten of misschien denken wij er niet voldoende over na, maar wat hebben wij toch vele redenen tot diepe dankbaarheid en tot blijdschap! Wij mogen vol geluk en vreugde iedere dag uit Gods hand aanwaarden als een stap voorwaarts naar het leven met Hem. Elke dag die in Hem wordt geleefd stappen wij in de richting van de eindeloze zaligheid. Zo geeft de Meester ons door Zijn liefde, die ons verloste van de eeuwige ondergang, een schat aan levensmoed, aan kracht en apostolische blijdschap, die wij alleen maar kunnen ontdekken als wij naar boven toe willen leven.

Beminde gelovigen, wij zijn gedoopt, wij behoren Christus toe als ledematen van Zijn mystieke Lichaam. Maar al heeft de Vader Zijn Zoon gegeven en Hij, de Zoon, ons de genade van het heilig doopsel gebracht, toch moeten wij Hem willen toebehoren, want Hij vraagt van ons een daadwerkelijk en levend geloof. Het gaat om het dagelijks leven met Jezus Christus, om het leven uit het geloof, want dat is de eigenlijke gerechtvaardigheid die God behaagt.

Een leven in Jezus Christus leiden, dat doen wij door dagelijks ons geloof in Hem te vernieuwen en te bevestigen. Het blijkt uit ons gebedsleven, het aandachtig mee offeren van de heilige Mis: al ons lijden, pijn, verdriet en ongeluk aan Hem opdragen, het goed voorbereid ontvangen van de heilige communie, en de vaak herhaalde herrinering aan Hem in Wie wij onze Redder erkennen. Leven in Christus betekent dat Zijn geest in ons heerst en regeert en dat wij een grenzeloos vertrouwen stellen op Hem. Zo een vertrouwen op Hem te hebben is een genade en geen wonder. Het vraagt onze goede wil en medewerking. Misschien hebben de meeste christenen van vandaag zo weinig vertrouwen op God, omdat wij moe geworden zijn en te veel zijn gaan lijken op de wereld, die alleen het tijdelijke zoekt.

Beminde gelovigen, onze christelijke hoop is buiten de tijd in de eeuwigheid en daar is ook het eeuwige onveranderlijke geluk van degenen die zich door Christus hebben willen laten redden. Deze zekerheid kan het leven van een mens radicaal veranderen en verheffen. Zo is het gegaan in het leven van talloze heiligen die ons zijn voorgegaan. Deze werkelijkheid moet opnieuw de katholieke Kerk doorstralen, waardoor het licht, dat Christus is, opnieuw voor de wereld zichtbaar zal worden tot hoop en redding voor allen die Hem willen aanvaarden. Amen.