25 maart 2012

Preek voor Passiezondag

De passie van Christus.

Epistel
Hebr. 9, 11-15
Broeders, Christus is opgetreden als Hogepriester van de goederen der toekomst. En door een grotere en volmaaktere tabernakeltent – niet met handen gemaakt en niet van deze schepping – is Hij, niet met bloed van bokken of kalveren, maar met Zijn eigen Bloed, eens en voor altijd binnengaan in het Heiligdom, en heeft eeuwiggeldende verlossing bewerkt. Want als het bloed van bokken en stieren, en de besprenkeling met de as van een koe onreinen kan heiligen, zodat zij uiterlijk gereinigd worden, hoeveel te meer zal dan het Bloed van Christus, Die door de Heilige Geest Zichzelf als smetteloos offer aan God heeft opgedragen, ons geweten van dode werken zuiveren, om voortaan de levende God te dienen. En juist daarom is Hij Middelaar van een Nieuw Verbond, opdat door tussenkomst van Zijn dood de overtredingen, onder het vroegere Verbond bedreven, zouden worden afgekocht, en zij, die geroepen zijn, de belofte van de eeuwige erfenis zouden ontvangen, in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie
Joh. 8, 46-59
In die tijd sprak Jezus tot de scharen der joden: Wie uwer kan Mij enige zonde bewijzen? Als Ik u de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij dan niet? Iemand, die uit God is, luistert naar Gods woorden. Dáárom luistert gij niet, omdat gij niet uit God zijt. De joden gaven Hem ten antwoord: Zeggen wij niet met recht, dat Gij een Samaritaan zijt en van de duivel zijt bezeten? Jezus antwoordde: Ik ben niet van de duivel bezeten, maar Ik verheerlijk Mijn Vader; en gij tast Mij in Mijn eer aan. Ik echter zoek Mijn eer niet; Eén is er, die ze zoekt en die oordeelt. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie Mijn woord onderhoudt, zal de dood niet zien in eeuwigheid. Toen zeiden de joden: Nu weten wij zeker, dat Gij van de duivel bezeten zijt! Abraham is gestorven en ook de profeten, en Gij zegt: wie Mijn woord onderhoudt, zal de dood niet sterven in eeuwigheid. Zijt Gij dan groter dan onze vader Abraham, die wèl gestorven is! Ook de profeten zijn gestorven. Voor wie houdt Gij Uzelf toch wel? Jezus antwoordde: Indien Ik Mijzelf verheerlijk, dan betekent Mijn heerlijkheid niets; het is Mijn Vader, Die Mij verheerlijkt: Hij, van Wie gij zegt, dat Hij uw God is; maar gij kent Hem niet! Ik echter ken Hem. En als Ik zei, dat Ik Hem niet kende, dan zou Ik een leugenaar zijn, zoals gij. Maar Ik ken Hem, en Ik onderhoud Zijn woord. Uw vader Abraham verheugde zich er op Mijn dag te mogen zien; hij heeft die gezien en zich verblijd. Doch de joden zeiden tot Hem: Gij zijt nog geen vijftig jaar oud, en Gij hebt Abraham gezien? Jezus gaf hun ten antwoord: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Vóórdat Abraham werd, ben Ik. Toen grepen zij stenen op, om Hem te stenigen; maar Jezus trok Zich terug, en verliet de tempel.

Preek
Laten wij de vrijheid aanbidden van Jezus’ liefde in Zijn smartelijk en gezegend lijden. “Niemand ontneemt Mij het leven, maar Ik leg het vrijwillig af.” Jezus gaf Zijn leven in vrijheid, omdat Hij het Zelf wilde, omdat Zijn uur, dat Hij Zelf nabijgebracht had, gekomen was. Juist daarom, om die opperste vrijheid van een goddelijke liefde, is Zijn dood het grootste bewijs, maar ook de hoogste openbaring van God Die de liefde is.

Jezus heeft dus vrijwillig Zijn kruis gedragen en de bloedige, schandelijke dood op Zich genomen. Vrijheid is de edele en onontbeerlijke eigenschap van de liefde. Hoe vrijer deze wordt geschonken, hoe zuiverder zij is. Ook van ons vraagt God de vrijheid van de liefde die Zijn genade oogsten wil.

Om deze te oogsten moet onze liefde allereerst bevrijd worden van de ketenen die haar gevangen houden, die haar binden aan het aardse en vergankelijke. Niet zelden moet onze liefde nog dieper bevrijd worden, omdat zij dieper gevangen zit dan slechts de oppervlakte van het aardse. Dat is wanneer zij door de zonde wordt gebonden.

Ons vasten en onze oefeningen van versterving dienen deze vrijheid te verkrijgen, waardoor wij ons met het lijden van Christus als bewuste en vrije daad kunnen verenigen. Alleen op die manier worden de verdiensten van Zijn overgave ook op ons toegepast en worden wij in staat gesteld om eens met Hem te verrijzen.

Het heil dat God aan iedereen wil schenken kent geen andere voorwaarde dan de liefde. Nu mogen wij de liefde niet als een sentimentele houding van het menselijke gevoel begrijpen. In het christendom verstaan we onder de liefde de vrije overgave die alles wil geven zonder daar voor zichzelf iets voor terug te krijgen. Dat betekent dat wij ons leven aan God moeten schenken omdat Hij God is. Dat wij Zijn heilige Wil willen voltrekken omdat het Zijn wil is. Het betekent zelfs dat wij onszelf moeten verloochenen en het kruis moeten opnemen om Christus na te volgen. Het betekent ook dat wij alles doodverklaren, alles in ons leven dat niet van God komt of tegen Zijn Wil ingaat, rechtstreeks door Hem gesproken of bij monde van Zijn heilige Kerk.

Beminde gelovigen, onze bekering is nog lang niet voltooid. Laten wij dus oppassen voor elke vorm van zelfverheerlijking. Amen.