25 augustus 2010

Professor dr Karel Van Isacker S.J. overleden

Professor dr Karel Van Isacker S.J.

In Niel-bij-As is op woensdag 25 augustus 2010, één dag na de viering van zijn 65-jarig priesterfeest, op de herinneringsdag van zijn eerste heilige Mis, overleden de zeereerwaarde pater Karel Van Isacker, priester in de Sociëteit van Jezus.

Afgelopen zondag is hem reeds het heilig Oliesel toegediend, omdat zijn gezondheidstoestand steeds verder achteruit ging. Toch werd op 24 augustus in de Sint-Michaëlskapel nog een plechtige Drieherenmis opgedragen uit dankbaarheid voor zijn briljanten (65-jarig) priesterjubileum.

Pater Van Isacker studeerde filosofie, theologie en geschiedenis en was een van de hoofdredacteuren van de vijftiendelige geschiedkundige encyclopedie "Twintig eeuwen Vlaanderen". Van 1965 tot 1980 was hij hoogleraar aan de Ufsia, nu Universiteit Antwerpen.

In 1989 schreef hij een pleidooi voor de voorconciliaire Tridentijnse Liturgie, getiteld 'Ontwijding'. In Niel-bij-As bouwde hij een grote stal en boerderij om tot de Sint-Michaëlskapel en sindsdien droeg hij er dagelijks de heilige Mis op volgens de oude ritus.

Pater Karel Van Isacker is 97 jaar geworden.

Voor meer informatie over zijn leven, de Sint-Michaëlskapel en zijn uitvaart: zie de website van de kapel.

Twee citaten uit het boekje 'Ontwijding' door pater Karel Van Isacker (Davidsfonds, 1989):

"Voor het weervinden van het geloof en de wijding zal er meer nodig zijn dan een terugkeer tot de authentieke teksten van Vaticanum II. Even onontbeerlijk is het goedmaken van de fouten: het overhoophalen van de traditie en het naïeve openstaan voor de 'wereld'."

"Wat na Vaticanum II in de Kerk gebeurde is heel wat anders dan het opruimen van verstarde gebruiken. Het is, op vele punten, een ruptuur met de heilige en daarom onaanraakbare oorsprong, met de Christus Die voortleeft in de Kerk. Het snelle verval van de godsdienstigheid is een symptoom. (...) De hoofdtrend van het proces van secularisering is duidelijk: emancipatie door desacralisatie. De mens moest autonoom worden en dus bevrijd van de religieuze tradities, van de wijding, van het sacrale dat hem opende voor 'het totaal ondere, het transcedente, het absolute, het goddelijke'. Zo werd ieder afbreken van een stuk eerbiedwaardig verleden een stap naar emanciperende ontwijding."