9 maart 2013

Een nieuwe paus, een nieuwe moraal?

Beminde gelovigen,

Het ontbreekt niet aan wensen hoe de nog te verkiezen paus onze Kerk zou moeten regeren. Vandaag verschenen er twee visies op hoe hij de seksuele moraal van de Kerk zou moeten vernieuwen. De ene visie werd gepubliceerd op rkk.nl in de vorm van een column door de kerkelijke journalist Wilfred Kemp onder de titel 'Een paus met compassie', de andere in de vorm van een open brief aan kardinaal Eijk over 'de seksuele moraal van de Kerk' van de hand van diocesaan priester Pierre Valkering. De inhoud van beide artikelen is dezelfde: de Kerk sluit mensen uit door het handhaven van een moraal die niet meer aan de eisen van deze tijd voldoet en die niet weerspiegelt wat de seksuele beleving is van brede bevolkingsgroepen, namelijk het samenleven buiten het huwelijk, al dan niet na echtscheiding, of in een homoseksuele verbintenis. Daarmee zou de Kerk het geluk van de mensen en hun opbloei naar God en naar elkaar verhinderen. De moraal zou om die reden moeten worden herzien en opengesteld moeten worden voor nieuwe wegen van seksuele beleving, die zijn ontstaan door de keuze voor andere leefwijzen.

De hier geschilderde opvattingen zijn fout, allereerst omdat God Zelf het huwelijk tussen man en vrouw heeft ingesteld, en iedere vorm van ontucht bij monde van Zijn profeten en door Zijn geboden heeft veroordeeld. Deze opvattingen zijn ook niet juist omdat de Kerk niet over de macht beschikt om de geopenbaarde en de natuurlijke wetten van God op moreel niveau te veranderen; zij gelden voor alle mensen van alle tijden en overal ter wereld. Ook is het niet waar dat door de morele leerstellingen van de Kerk aan mensen het geluk wordt ontnomen. De Kerk heeft in haar morele stellingname nu juist het eeuwig geluk van de zondaar voor ogen, zij wil door haar prediking de zondaar helpen dit eeuwig geluk te bereiken. Is dit nu juist niet de christelijke barmhartigheid en liefde?

De schrijvers hebben ook geen gelijk omdat er zonder de juiste innerlijke gesteldheid geen vruchtbare deelname aan het sacramentele leven van de Kerk - en daarmee aan het leven in het mystieke Lichaam van Christus - mogelijk is, dat wil zeggen dat wij in staat van doodzonde niet geheiligd kunnen worden en dat wij dan God niet kunnen verheerlijken. Het is de seksuele ondeugd die ons het meest van God vervreemdt; het ondeugdelijk seksuele leven keert de mens van God af en doet hem het meest op de dieren lijken.

Is dit alles aan genoemde schrijvers niet bekend of willen zij een kerk die haar geluk op aarde zoekt en waarin het religieuze sentiment bestaat uit subjectieve gevoelens, die met waarheid en openbaring niets van doen hebben? Dragen dit soort hedonistische wensen werkelijk bij aan het geluk van de mensen? In elk geval niet voor de eeuwigheid.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP, pastoor