31 maart 2013

Preek voor het hoogfeest van Pasen

Christus is waarlijk verrezen, alleluia!

Epistel
1 Kor. 5, 7-8
Broeders, doet het oude zuurdeeg weg, om aldus een nieuw deeg te zijn. Gij zijt toch immers ongedesemd. Want ook ons Paaslam is geslacht, dat is Christus. Laten wij daarom ons feestmaal vieren, niet met oude zuurdesem, dat wil zeggen: niet met zuurdesem van slechtheid en boosheid; maar met ongedesemd brood van zuiverheid en waarheid.

Evangelie
Mc. 16, 1-7
In die tijd kochten Maria Magdalena en Maria van Jacobus en Salóme reukwerken, om Jezus te gaan balsemen. En zeer vroeg in de morgen, op de eerste dag der week, kwamen zij bij het graf, toen de zon reeds was opgegaan. En zij zeiden tot elkander: Wie zal ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen? Maar toen zij gingen zien, bemerkten zij, dat de steen reeds weggerold was. Deze nu was buitengewoon groot. Zij gingen dan het graf binnen, en zagen aan de rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad; en zij ontstelden hevig. Maar deze sprak tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus van Nazareth, Die gekruisigd is. Hij is verrezen; Hij is hier niet meer; ziet hier de plaats, waar men Hem had neergelegd. Maar gaat heen, en zegt aan Zijn leerlingen, met name aan Petrus, dat Hij weer voor u uitgaat naar Galilea; daar zult gij Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.

Preek
Ons geloof zou leeg zijn en zonder inhoud als Christus niet verrezen is. Ons geloof zou zijn hart, zijn zin en zijn reden van bestaan verliezen. Als Christus niet uit de doden is opgestaan, dan is de prediking van de Kerk nutteloos; wij zouden onze tijd verspillen aan iets dat geen toekomst heeft.

Maar Christus leeft. Hij is waarlijk verrezen! Hij is gekruisigd, gestorven en begraven, maar op de derde dag was het graf, waarin Hij was neergelegd, leeg. Hij is eruit opgestaan. De heilige vrouwen waren er getuigen van, dan de apostelen en miljoenen andere mensen die hun leven daarnaar hebben ingericht. En uiteindelijk ook wij, want zonder het geloof in de verrijzenis van Christus zouden wij hier, op dit Paasfeest, niet zitten.

Beminde gelovigen, Jezus Christus is verrezen! Dat is de waarheid die ons geloof inhoud geeft. Hij heeft de dood overwonnen. Hij heeft gezegevierd over de machten van de duisternis, over pijn en angst. Zijn lijden en dood waren voor Hem geen ondergang; zij waren de hoge losprijs voor onze zielen.

De Verrijzenis van Christus is het centrale thema van de christenheid en een fundamentele waarheid in ons leven. Het is de bezegeling van de waarheid van Jezus' leer en optreden, en daarmee van dat van de apostelen, en van de hele christelijke waarheid, leer en leven. Uiteraard is de Verrijzenis het bewijs van Jezus’ macht en godheid. Hij is opgestaan door Zijn eigen kracht.

Wat er toen is gebeurd, gaat ons begrip te boven. Het Lichaam van Christus, doorstraald van licht en heerlijkheid, behoort niet tot onze wereld van vlees en bloed, van lijden en dood, maar tot de eeuwigheid. En dit wonder van de verrijzenis zal ook onze toekomst zijn. Jezus' verrijzenis is een waarborg van het eeuwig leven van allen die Hem toebehoren. Hij is de Eersteling uit de doden, één van ons, van ons menselijk geslacht. Allen die door de genade met Hem verbonden zijn, zullen Hem daarin volgen.

De Kerk nodigt ons allen vol van blijdschap uit tot innige vreugde. De bron van deze vreugde is de verrijzenis. Wij weten dat Christus, opgewekt uit de doden, niet meer sterft. De dood heeft geen macht over Hem. Zo moet het ook met ons zijn. Wij moeten ook sterven, sterven aan de zonde om in Christus en met Christus te leven. Dat is alles wat Hij van ons verwacht. Wij moeten in Christus “herboren worden”. Daartoe roept de apostel Paulus ons in de lezing van deze Mis: “Wij moeten ons feest vieren, niet met de oude zuurdesem, maar met het ongedesemd brood van reinheid en waarheid.” Het ongedesemd brood is niets anders dan de zuivere werken en daden van liefde. Wij moeten één worden met Christus om in Zijn glorie te mogen delen. Dat veronderstelt dat wij ons inwendig en uitwendig zo volkomen mogelijk bij Christus aansluiten. De fundamentele eenheid is die van het doopsel waardoor ons het goddelijk leven werd ingestort en wij in Zijn mystiek Lichaam zijn ingelijfd. (Het doopsel is intens verbonden met het Paasfeest.) Maar wij worden ook één met Christus door de heilige Communie: “Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem”. Dan begrijpen wij ook beter, waarom de Kerk zo de nadruk legt op de Paascommunie.

Beminde gelovigen, de verrijzenis van Christus is een feit in de geschiedenis. Zij is ook, in haar volle omvang en betekenis, één van de punten van ons geloof, één van de meest centrale. Zij is een gave van God aan ons, omdat wij daardoor, door in vreugde de waarheid en de waarachtigheid van de Verrijzenis te erkennen, ons geloof kunnen versterken in de vele moeilijkheden die het tijdens het dagelijkse leven ondervindt. Zij geeft ons de hoop dat wij, na dit aardse bestaan, ook met Christus zullen leven. Amen.