19 oktober 2009

Preek voor de 20e zondag na Pinksteren

"Ga heen, uw zoon is weer beter!"

Epistel
Efesiërs 5, 15–21
Broeders, zorgt ervoor dat gij met alle omzichtigheid uw levenswandel inricht; niet als onverstandigen, maar als wijze mensen, die de tijd benutten; want het zijn kwade dagen. Weest daarom niet kortzichtig, maar toont begrip voor de wil van God. Bedrinkt u niet aan wijn; want daaruit volgt losbandigheid; maar vervult u met de Heilige Geest, en spreekt onder elkander in psalmen en lofgezangen en geestelijke liederen, terwijl gij de Heer lofzingt in uw harten; en brengt zonder ophouden voor alles dank aan onze God en Vader in de Naam van onze Heer Jezus Christus. Weest aan elkander onderdanig in de vreze van Christus.

Evangelie
Johannes 4, 46–53
In die tijd was er een zekere hofbeambte, wiens zoon ziek lag te Kafarnaüm. Toen hij hoorde, dat Jezus uit Judea naar Galilea was gekomen, ging hij naar Hem toe, en verzocht Hem om zijn zoon te komen genezen; want deze lag op sterven. Jezus nu sprak tot hem: “Als gij geen tekenen en wonderen ziet, gelooft gij niet”. De hofbeambte zeide tot Hem: “Heer, kom toch, vóórdat mijn zoon sterft!” Jezus sprak tot hem: “Ga heen, uw zoon is weer beter!” De man geloofde het woord, dat Jezus tot hem sprak, en ging heen. Toen hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem tegemoet en berichtten hem, dat zijn zoon weer beter was. Hij vroeg hun dan naar het uur, waarop de beterschap was ingetreden. En zij antwoordden hem: “Gisteren in het zevende uur heft de koorts hem verlaten.” Toen bemerkte de vader, dat dit juist het uur was, waarop Jezus tot hem zeide: “Uw zoon is weer beter.” En hij aanvaardde het geloof, hij zelf en geheel zijn huisgezin.

Preek
In het epistel van deze zondag maant de heilige Paulus ons om verstandig te zijn, met andere woorden om wijs te zijn. Hij doelt daarmee op een geestelijk inzicht dat ons in staat stelt steeds opnieuw, zo zuiver mogelijk, te onderscheiden wat God van ons vraagt. En het gaat niet alleen om een algemene kennis van wat Gods wil is, maar ook om ons antwoord daarop in de concrete omstandigheden van ons leven. Deze waarschuwing van de apostel is misschien nog belangrijker in de huidige wereld waar de mens denkt alles te weten en alles te kunnen bereiken op eigen kracht.

Wat is de wijsheid? Wat betekent het om wijs te zijn? Onder de gaven van de Heilige Geest is de gave der wijsheid de eerste; de eerste en de grootste. Deze doet ons God kennen en ervaren. Het is als een licht dat wij van boven ontvangen om ons in het leven te oriënteren.

Wie op weg is naar een belangrijk doel, wie een grote taak onderneemt, kijk zorgvuldig uit of alles geregeld is. Zo moet het ook in ons geestelijk leven zijn. Wij moeten goed weten waar wij naartoe willen. Wat is het doel van de mens? Waartoe zijn wij hier op aarde? Zonder deze kennis zouden wij niet in de juiste richting kunnen gaan en zouden wij het risico lopen ons leven te verspelen.

Wijsheid is de hoogste kennis van het goddelijke, van alles wat we over God weten. Maar wijsheid is veel meer dan hoofdkennis. Door deze gave kunnen wij niet alleen het goddelijke kennen, maar ook ervaren en beleven. Zij geeft ons een speciale mogelijkheid om menselijke zaken te beoordelen naar Gods standaard. Verlicht door de wijsheid is de christen in staat om de realiteit van de wereld te zien in het licht van God. Daardoor kunnen wij elke situatie waarin we ons bevinden naar waarheid beoordelen.

De ware wijsheid is niet een passieve kennis, die niets met het leven te maken heeft, in tegendeel. Wijsheid bewijst zich in een levensstijl volgens Gods richtlijnen. Wijsheid is praktisch van aard. Er bestaat een duidelijk verband tussen geestelijke wijsheid en de vruchten van ons leven. Iemand die wijs is, weet dat God het grootste goed is en dat de mens hier op aarde is om God te kennen, Hem te beminnen en Hem te dienen. Hij gedraagt zich naar deze kennis. Hij zoekt Gods wil in zijn eigen leven en Gods genade vervult hem zo goed als mogelijk. Wijsheid rijpt door het toepassen van kennis in het dagelijks leven.

Er zijn veel mensen die hooggeleerd zijn, die misschien vele talen kunnen spreken en die beschouwd worden als ware autoriteiten. Maar als zij niets van God willen weten, als zij openlijk ontkennen dat de mens door God geschapen is met zijn natuur en bestemming, dan hebben zij met de ware wijsheid niets te maken. Want echte wijsheid is gebaseerd op Gods wijsheid en die is radicaal anders dan de wijsheid van de mensen. Zulke mensen zijn gewoon dom. Deze domheid gaat samen met hoogmoed die de ziel meer en meer verblindt en die haar laat geloven dat de mens de absolute maat van het universum is. Uiteindelijk neemt de mens de plaats van God in en bepaalt hij zelf wat goed en wat kwaad is.

Beminde gelovigen, de wijzen gebruiken hun tijd goed. Nu is het mogelijk om te bewijzen dat wij weten wat in het leven het belangrijkst is. Nu is het de tijd om Gods wil te herkennen en te vervullen. De ware wijsheid is het vermogen om de werken van God te begrijpen en alleen Hem te dienen.

Bidden wij dat wij steeds meer in de ware wijsheid mogen groeien. Amen.