25 oktober 2009

Preek voor het hoogfeest van Christus Koning


De Koning der Liefde maakte Zichzelf tot slachtoffer
van Zijn eigen Zoenoffer.

Epistel
Kol. 1, 12–20
Broeders: wij brengen dank aan God de Vader, die ons waardig heeft gemaakt deel te mogen hebben aan het lot der heiligen, in het volle licht. Hij heeft ons ontrukt aan de macht der duisternis en overgebracht naar het rijk van zijn beminde Zoon, in wie wij de verlossing bezitten, de vergiffenis der zonden, door de kracht van zijn Bloed. Deze is het beeld van de onzichtbare God, geboren voordat alles geschapen werd; want in Hem werd alles geschapen, wat in de hemel en op aarde is, het zichtbare en onzichtbare, tronen zowel als heerschappijen, overheden en machten; alles is door Hem en in Hem geschapen. Zo bestaat Hij voor allen, en alles bestaat in Hem. Hij is ook het hoofd van het lichaam, dat wil zeggen van de Kerk. Hij is het begin, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alles de eerste plaats zou hebben. Want het was besloten, dat in Hem alle volheid zou wonen, en dat Hij vrede zou brengen door het Bloed van zijn kruis en door zijn toedoen alles weer met God zou verzoenen, wat op de aarde of in de hemel is: in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie
Joh. 18, 33–37
In die tijd vroeg Pilatus aan Jezus: “Zijt Gij de Koning van de Joden?” Jezus antwoordde: “Stelt gij de vraag uit u zelf of hebben anderen u dat van Mij gezegd?” Pilatus hernam: “Ben ik soms een Jood? Uw eigen volk en de opperpriesters hebben U aan mij uitgeleverd. Wat hebt Gij gedaan?” Jezus gaf ten antwoord: “Mijn rijk is niet van deze wereld. Als mijn rijk van deze wereld was, dan zouden mijn dienaren ervoor strijden, dat Ik niet aan de joden werd overgeleverd; maar mijn rijk is nu eenmaal niet van hier.” Toen vroeg Pilatus Hem: “Dus Koning zijt Gij?” Jezus antwoordde: “Ja, gij zegt het; Koning ben Ik. Daartoe ben ik geboren en daartoe in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen voor de waarheid. Ieder, die uit de waarheid is, luistert naar mijn stem”.

Preek
Vandaag vieren wij niet alleen het hoogfeest van Christus Koning maar tegelijkertijd ook de eerste heilige communie van Marcha en Miriam. Daarom zal ik eerst het belang van deze gebeurtenis aan hen uitleggen.

Marcha en Miriam, vandaag is een heel bijzondere dag, de dag van jullie eerste heilige communie. De voorbereidingen op deze dag hebben lang geduurd: een heel jaar hebben jullie de catechismuslessen gevolgd en afgelopen dinsdag zijn jullie voor de eerste keer gaan biechten, om jullie hart en jullie ziel schoon te maken voor God Die vandaag daar zal intrekken. God komt te wonen in jullie hart en ziel, omdat Hij wil dat jullie met Hem zullen leven en omdat Hij jullie tot Zijn hemelse paradijs wil brengen. God de Zoon, Jezus Christus, was waarlijk God en mens tegelijk. Hij biedt Zich aan de gelovige zielen als Offer en Spijs aan – vandaag voor de eerste keer ook aan jullie – en dat doet Hij onder de gedaante van een kleine witte hostie. Dit is het kostbaarste dat jullie ooit van God zullen ontvangen, want deze hostie is God Zelf. God is altijd goed, daarom geeft Hij Zichzelf zodat wij kunnen leven. De goede God, Die in jullie hart en ziel komt te wonen, wordt altijd blij als wij Hem een schone woning bereiden, vrij van kwaad en zonde. Daarom was het ook noodzakelijk dat jullie gingen biechten voordat Hij vandaag intrekt.

Marcha en Miriam, de mensen zijn niet zo goed als God. Daarom komt hij ons helpen om naar het paradijs te gaan. Hij vertelt ons waar wij moeten gaan, maar als onze ziel smerig is, dan kunnen wij Hem niet horen als Hij tot ons komt. En dan wordt God triest. Om God te kunnen horen moeten jullie je ziel en je hart schoonhouden. En zullen je hart en je ziel toch eens smerig worden, dan moeten jullie hen opnieuw schoonmaken in de heilige biecht.

Beminde gelovigen, vandaag viert de kerk de glorie van Christus. Hij is de Koning van de koningen en de Heer van de heren. Over Zichzelf zegt Hij: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde”. Als aan Christus alle macht gegeven is, dan volgt daaruit noodzakelijkerwijs, zo schreef paus Leo XIII, dat Zijn gezag het hoogste moet zijn, absoluut en onafhankelijk van iedereen, zodat geen enkele macht aan Zijn Macht evenwaardig is of daarop lijkt. En daar die macht Hem gegeven is zowel in de hemel als op aarde, moeten hemel en aarde Hem gehoorzamen.

Jezus Christus is koning, Hij is opperheer, aan Hem is alles onderworpen. Daarom is het ook juist dat iedereen aan Zijn woorden, aan Zijn leer en aan Zijn wensen gehoorzaamt. Onze tijd zweert bij democratie en het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren, maar respecteert niet langer dat de overheid door God is ingesteld. Tegenover deze steeds toenemende statelijke miskenning van het gezag van Christus heeft paus Pius XI het feest van de universele heerschappij van Christus ingesteld.

Wie aan Hem onderdanig is, vindt de vrijheid. Deze vrijheid is een andere vrijheid dan de foute vrijheid in onze huidige samenleving. De vrijheid die het koningschap van Christus geeft is namelijk te vinden in het beleven van de Waarheid. Alleen die Waarheid verzekert ons van de hoogste en de eigenlijke vrijheid. De afhankelijkheid hierin van God en van Christus en van Zijn heilige katholieke Kerk is geen slavernij, maar de weg naar het zuiverste geluk.

Ieder van ons is van Jezus afhankelijk. Hij is de Redder voor iedereen, Hij is de enige Waarheid. Hij is de Weg door dit leven, en daarom is Hij ook onze Koning. Hoe meer wij inwendig Zijn heerschappij erkennen en aanvaarden, des te meer zal de goddelijke rijkdom van liefde ons vervullen met licht, kracht en geluk. Zijn Rijk – zo bidden wij vandaag in de prefatie van de Mis – is een rijk van waarheid en van leven. Zijn Rijk is een rijk van heiligheid en van genade. Zijn Rijk is een rijk van gerechtigheid en vrede. Deze prefatie is als een program voor ons leven en tegelijkertijd een belofte.

Beminde gelovigen, wie Christus zoekt, zich totaal aan Hem onderwerpt en ook in alles van Hem afhankelijk wil zijn, vindt waarheid en leven. Want hij belijdt Hem als zijn Koning, en de Koning zal hem Zijn gunsten bewijzen. Dit geldt zowel voor de staten en volkeren als voor de individuele mens. Amen.