4 juni 2010

Paus Benedictus XVI over de priester en zijn drie hoofdtaken

Met het oog op de afsluiting van het Jaar van de Priester in juni sprak paus Benedictus XVI tijdens de algemene audiëntie van 14 april jl. over de priester en het uitoefenen van de drie van Christus ontvangen taken van onderricht, heiliging en leiding.

De priester handelt in persona Christi, in de persoon van Christus, het Hoofd van de Kerk. Hij vertegenwoordigt Christus en handelt plaatsvervangend voor Hem. Christus is nooit afwezig in de Kerk die Zijn levend Lichaam is. Als Hoofd van de Kerk is Hij tegenwoordig en werkzaam. Christus handelt en verwerkelijkt wat de priester uit zichzelf helemaal niet zou kunnen: de consecratie van brood en wijn en de kwijtschelding van de zonden.

De drie taken van de priester zijn onderricht, heiliging en leiding. Dit zijn drie manieren van handelen door de verrezen Christus, Die ook vandaag in de Kerk en de wereld onderricht en zo het geloof schept, Zijn volk verenigt en de waarheid tegenwoordig laat worden.

Wij leven in een tijd van grote verwarring over fundamentele levenskeuzes en daarbij behorende vragen. Hierover bestaan vele filosofieën die opkomen en weer verdwijnen. Wat blijft is verwarring bij het nemen van fundamentele beslissingen: hoe moeten wij leven wanneer wij in het algemeen niet meer weten waardoor en waarvoor wij zijn geschapen en waarheen wij gaan? In deze situatie verwerkelijkt zich het woord van de Heer: Hij gevoelde medelijden met hen, want zij waren als schapen zonder herder (Mc. 6, 34). Het is de taak van de priester in persona Christi in de verwarring van onze tijd het licht van het Woord van God tegenwoordig stellen: het licht dat Christus Zelf is. Voor de priester geldt wat Christus over Zichzelf zei: Mijn leer is niet van Mij (Joh. 7, 16). Christus is als Zoon stem en woord van de Vader. Ook de priester dient steeds zo te handelen: mijn leer is niet de mijne, maar ik ben mond en hart van Christus.