Rooms-katholieke parochie voor de traditionele Latijnse liturgie in de Sint-Agneskerk te Amsterdam
Actuele website: https://agneskerk.nl

21 december 2012

Venite adoremus

Jezus is werkelijk aanwezig in het Allerheiligste Sacrament:
Ik ben het Levende Brood dat uit de hemel is neergedaald.
(Joh. 6, 35)

Wie kijkt naar de heilige Hostie, kijkt naar Jezus, de Zoon van God:
Dit is de wil van Mijn Vader, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven bezit en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
(Joh. 6, 40)

Elk uur dat we doorbrengen met Jezus zorgt voor verdieping van het goddelijk leven in ons:
Ik ben gekomen opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed.
(Joh. 10, 10)

Gelegenheid tot aanbidding van Jezus in het Allerheiligste Sacrament: vanmiddag tussen 12.00 en 17.00 uur.

12 december 2012

Van de parochie-administrator: Advent

Beminde gelovigen,

In de maand december, in de Adventstijd, laat onze moeder, de heilige Kerk, ons met ingetogen vreugde de verwachting van onze verlossing overwegen. Deze tijd van verwachting van de goddelijke Verlosser beleven wij bij voorkeur in de religieuze diepte. Juist daarom is het van belang dat wij de wereldse kerstmis zo ver mogelijk bij ons vandaan houden.

De wereld die het goddelijk Kind en Zijn verlossing niet kent, viert in de decembermaand een feest van consumptie. Wanneer het dan eindelijk Kerstmis geworden is, dan keert zij alweer terug naar het dagelijks leven. Dat alles is niet nieuw voor ons. Wat nieuw voor ons zou moeten zijn, is de wijze waarop wij, katholieken, dit feest zouden moeten vieren. Gebruiken wij de Adventstijd om in stil gebed en meditatie, bijvoorbeeld aan de hand van de dagelijkse teksten uit het missaal, de betekenis van Zijn komst te doorgronden. Stellen wij ons de vraag hoe wij nog dieper Zijn verlossende genade in ons kunnen laten doordringen.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie

10 december 2012

Ave Maria (in stylo Sanctae Hildegardis)

Op 8 december 2012, het feest van Maria Onbevlekte Ontvangenis, gebeurde er iets unieks in onze kerk: voor het eerst werd het Ave Maria gezongen in de stijl van Hildegard van Bingen (1098-1179), wier muziek verwant is aan het gregoriaans. Het Weesgegroet, zoals wij het nu kennen, ontbrak in het repertoire van Hildegard van Bingen, omdat dit in haar tijd nog niet bestond.

Een groot deel van de melodie van dit lied is ontleend aan de muziek van Hildegard van Bingen; de voornaamste reden dat fans van haar muziek enthousiast worden bij het horen van dit lied!

De componist van dit lied, 'Anonymus', geeft iedereen het recht dit lied te zingen en te verspreiden (in kerken, op CD, op internet etc.), maar verbiedt de melodie op eigen naam te zetten en zo te publiceren. Moge door het zingen van dit lied de devotie tot Maria, Koningin van hemel en aarde, toenemen, tot eer van God en tot heil van de zielen!

16 november 2012

Vandaag tussen 12 en 17 uur: Uitstelling van het Allerheiligste Sacrament des Altaars

Jezus is werkelijk aanwezig in het Allerheiligste Sacrament:
Ik ben het Levende Brood dat uit de hemel is neergedaald.
(Joh. 6, 35)

Jezus verblijft dag en nacht in het Allerheiligste Sacrament, omdat Hij oneindig veel van ons houdt:
Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.
(Mt. 28, 20)
Mijn liefde voor u duurt eeuwig, Ik blijf u altijd trouw.
(Jer. 31, 3)

5 november 2012

Van de parochie-administrator: De heiliging van ons allen

Beminde gelovigen,

Het Informatiebulletin van deze maand wil ik graag gebruiken om enkele zaken aan u te laten weten. Allereerst ziet het ernaar uit dat wij met het bisdom een goede regeling voor de toekomst hebben getroffen. Dat betekent nog niet dat alles meteen zal worden zoals wij het graag zouden zien, maar wij zijn wel op de goede weg. Aan de Tridentijnse Mis in het bisdom Haarlem-Amsterdam en aan het apostolaat van de priesterbroederschap Sint Petrus wordt een kerkrechtelijke status verleend, die onze aanwezigheid voor de toekomst zal garanderen. Voor wat betreft de gebouwen (kerk en pastorie) zijn er meerdere opties; de toekomst zal moeten uitwijzen wat uiteindelijk haalbaar is. Uw verdere steun, door gebed en schenkingen, blijft ook in de toekomst noodzakelijk om alles goed te kunnen laten verlopen.

Er zijn meerdere oudere mensen die in het verleden dagelijks naar de Mis kwamen, en die in het begin van ons apostolaat veel voor de priesters en de kerk hebben gedaan, die nu vanwege hun afnemende gezondheid niet meer in staat zijn om naar de kerk te komen. De priesters brengen aan hen – en aan andere zieken – regelmatig een bezoek. Deze bezoeken nemen (inclusief reistijd) een groot deel van de dag in beslag, waardoor het onmogelijk is op die dagen nog afspraken te maken op de pastorie. Binnenkort zal er daarom een dienstregeling gepubliceerd worden. Deze is noodzakelijk om een goede pastorale zorg te kunnen verlenen en om de priesters gelegenheid te geven hun geestelijk leven te onderhouden in de vorm van het brevier, de rozenkrans, meditatie en geestelijke lectuur. Dit is essentieel voor het priesterlijk bestaan. Zonder geestelijk leven is de priester al snel niet meer priesterlijk. Ik hoop dat wij op uw medewerking mogen rekenen, opdat het mag bijdragen aan de heiliging van ons allen.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie

19 oktober 2012

Gelegenheid tot aanbidding: Vandaag tussen 12.00 en 17.00 uur

Ik zeg niets tegen Hem,
ik kijk naar Hem en Hij kijkt naar mij.
Jezus is daar, verborgen,
Hij wacht erop, dat wij Hem komen bezoeken
en Hem onze vragen voorleggen.
Wat is Hij goed!
Hij past Zich aan onze zwakheid aan.
Als Hij Zich met heel Zijn grootheid toonde,
zouden wij Hem niet durven naderen.


H. Johannes Maria Vianney, pastoor van Ars

8 oktober 2012

Van de parochie-administrator: FSSP-regio Benelux opgeheven

Beminde gelovigen,

Er ligt een drukke zomer achter ons. De zomertijd is voor uw priesters geen gemakkelijke tijd geweest door de verplaatsingen die nodig waren vanwege het generaal kapittel van onze broederschap. Vooral pater Schijffelen heeft op veel plaatsen vervangende diensten aangeboden, en ik heb zo goed mogelijk geprobeerd om in Amsterdam de pastorale praktijk waar te nemen.

Veel van onze oudere gelovigen zijn vanwege hun teruglopende gezondheid bediend of zij hebben van een priester de ziekencommunie ontvangen. Daardoor kon de kerk niet altijd op de gebruikelijke tijdstippen geopend blijven en was er niet altijd een priester aanwezig.

Door het generaal kapittel van de priesterbroederschap Sint Petrus is het besluit genomen om de regio Benelux op te heffen. Het apostolaat in Amsterdam, en op andere plaatsen in Nederland, ressorteert nu onder de Duitse overste die in Wigratzbad (Beieren) verblijft. Voor de dagelijkse pastorale werkzaamheden heeft dit weinig gevolgen, maar organisatorisch gaat er wel het een en ander veranderen, ook met betrekking tot de Agneskerk. Allerlei informatie moet voor de nieuwe overste toegankelijk worden gemaakt om het hem mogelijk te maken de juiste beslissingen te nemen.

Er is reeds veel gebeden en veel gegeven voor onze kerk, en toch is dat nog maar een begin. Laten wij in oktober, de maand die in het bijzonder is toegewijd aan de maagdelijke moeder Maria, ook haar voorspraak afsmeken, samen met die van haar kuise bruidegom, die wij gedurende een jaar vereren met een reeks van novenen. Blijven wij God bidden om te zegenen wat reeds zoveel zegeningen heeft gebracht aan de gelovigen en aan de Kerk, door roepingen en een leven in genade.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie

5 oktober 2012

Heilige Maria Faustina Kowalska

Op 25 augustus 1905 wordt in het Poolse dorpje Glogowiec een meisje geboren: Helena Kowalska. Op 20-jarige leeftijd treedt ze in bij de zusters van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid in Warschau. Ze krijgt de kloosternaam Maria Faustina (‘begunstigde’). Al heel vroeg heeft ze bovennatuurlijke ontmoetingen. Jezus Zelf geeft haar aanwijzingen wat ze moet doen. Twijfel, angst en verwijten van haar medezusters achtervolgen haar als Jezus haar opdraagt de devotie van de goddelijke Barmhartigheid openlijk te verspreiden. Opvallend is haar grote gehoorzaamheid aan haar oversten en aan haar biechtvader, zoals Jezus dat van haar verlangt.

Vanaf 1933 lijdt ze aan tuberculose, met heftige pijnen. Daarnaast lijdt zuster Faustina onbeschrijflijke geestelijke pijnen door onzichtbare stigmata, Godverlatenheid en het verdriet om de zondaars, maar toch kent ze een diepe, innerlijke vreugde. Ze weet dat de prijs van haar liefde het lijden is. Ze wil alles doen om zielen te redden. En Jezus laat haar lijden, bijna 13 jaar in het klooster. Op 5 oktober 1938 sterft zuster Faustina, 33 jaar oud, net zo oud als haar goddelijke Vriend. 5 oktober is ook de dag waarop haar gedachtenis (Novus ordo) wordt gevierd.

In 1965 leidt de Poolse aartsbisschop Karol Wojtyla het zaligverklaringsproces in. Op de eerste zondag na Pasen in 1993 verklaart hij als paus Johannes Paulus II haar zalig en in het heilig jaar 2000, op de zondag van de goddelijke Barmhartigheid, verklaart hij haar heilig.

Uit haar dagboek komt naar voren hoe graag Jezus wil dat de mensen in de hemel komen. Geen mens, hoe groot zijn zonden ook zijn, hoeft verloren te gaan. God wil de dood van de zondaar niet. Het enige dat wij hoeven te doen is ons vol vertrouwen, en berouwvol, aan Zijn eindeloze Barmhartigheid over te geven.

Bij Zijn eerste verschijning aan zuster Faustina geeft Jezus haar de opdracht: "Schilder een afbeelding die overeenkomt met het voorbeeld dat je ziet, met het onderschrift: Jezus, ik vertrouw op U. Ik wil dat deze afbeelding vereerd wordt, eerst in jouw kapel en daarna over de hele wereld. Ik beloof je dat de ziel die deze afbeelding zal vereren, niet verloren zal gaan."

Jezus heeft aan zuster Faustina gezegd dat Hij wil dat op de zondag na Pasen het feest van de goddelijke Barmhartigheid wordt gevierd: "Op die dag staan de diepste diepten van Mijn tedere barmhartigheid open. Ik stort een hele oceaan van genaden uit over die zielen die tot de fontein van Mijn barmhartigheid naderen. De ziel die te biechten zal gaan en de heilige communie zal ontvangen, zal volledige vergeving van zonden en straf ontvangen. Op die dag staan alle sluizen van de hemel, waardoor de genade vloeit, open."

Jezus, ik vertrouw op U

1 september 2012

Van de parochie-administrator: Verkiezingen

Beminde gelovigen,

In de maand september worden in Nederland verkiezingen gehouden voor de Tweede Kamer. Bij dezen wil ik u er graag aan herinneren dat wij, als goede katholieken, moeten stemmen zoals wij geloven, dat wil zeggen dat wij moeten stemmen op partijen die geen afbreuk doen aan de rechten en de eer van God. Wij moeten kiezen voor parlementariërs die tegen abortus en euthanasie zijn en die zich inzetten voor de goddelijke wetten van de zedelijkheid. Alleen zo kunnen wij, als gelovigen en trouwe kinderen van de heilige Kerk, onze verantwoordelijkheid voor de samenleving ook voor het aangezicht van God rechtvaardigen.

Als geschapen – en dus afhankelijke – wezens zijn wij niet vrij om te kiezen wat goed en recht is. Recht en goed zijn objectieve werkelijkheden, die voortkomen uit de openbaring van God en die in de schepping door iedere mens kunnen worden waargenomen, en die bovenal ook aan ons, gelovige katholieken, worden voorgehouden door de openbaring van God en de leerstellingen van onze heilige Moeder, de Kerk.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie

25 augustus 2012

Adopteer - spiritueel - een ongeboren baby

Een foetus van 12 weken oud; het kindje is compleet en moet alleen nog maar groeien. Daarom heeft het
de bescherming nodig van de schoot van de moeder. In Nederland en in vele landen op de wereld
is het legaal om deze bescherming aan het kindje te ontnemen en het straffeloos te doden.

Jaarlijks worden wereldwijd 44 miljoen baby's gedood door abortus, dagelijks zijn dit 120.000 baby's! Deze baby's hebben zo weinig bescherming dat alleen de hand van God deze slachting kan beëindigen. Ons gebed is het beste wapen om hen te helpen - het meest effectief.

Bid dit gebed elke dag en gedurende negen maanden om het leven van een baby te redden!

Jezus, Maria en Jozef, ik houd heel veel van U.
Ik smeek U om het leven van het ongeboren kindje
dat ik spiritueel heb geadopteerd, te beschermen
en te sparen in de moederschoot,
omdat dit nieuwe leven het gevaar loopt
om te worden afgewezen en afgebroken (geaborteerd).
Amen.

Gebed van de eerbiedwaardige dienaar Gods
aartsbisschop Fulton J. Sheen

1 augustus 2012

Van de parochie-administrator: Het generaal kapittel van de FSSP

Beminde gelovigen,

Zoals u misschien reeds hebt vernomen is tijdens het generaal kapittel van de priesterbroederschap Sint Petrus (FSSP), dat deze zomer in de Verenigde Staten plaatsvond, onze generaal-overste, pater John Berg, herkozen voor een termijn van zes jaar.

Geheel onverwachts is pater Andrzej Komorowski gekozen tot een van zijn assistenten, eveneens voor een termijn van zes jaar. Dat betekent helaas dat wij hem niet mogen verwelkomen terug in de Sint-Agneskerk, zoals vorig jaar bij zijn afscheid werd meegedeeld.

Dat is jammer voor ons, maar wij mogen verheugd zijn dat hij – met de hulp van de goddelijke genade – nu mag werken voor het goed van de gehele broederschap. Willen wij, die hem mochten leren kennen als een goed en toegewijd priester, hem in zijn nieuwe taak begeleiden met onze gebeden.

Op 15 augustus vieren wij het grote feest van Maria Tenhemelopneming. Ik hoop dat velen van u daarbij aanwezig zullen zijn.

Gods rijke zegen en een goede zomer toegewenst!

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie

29 juli 2012

Preek voor de negende zondag na Pinksteren

Jezus weent over Jeruzalem.

Epistel
1 Kor. 10, 6-13
Broeders, laten wij geen begeerten koesteren naar het kwade, zoals zij (de Israëlieten) dat hebben gedaan. Wordt dus geen afgodendienaars, zoals sommigen van hen; er staat immers geschreven: “Het volk zette zich neer om te eten en te drinken, en zij stonden op om te spelen.” Laten wij ook geen onkuisheid bedrijven, zoals sommigen van hen zich overgaven aan ontucht; en op één dag vielen er drieëntwintigduizend. En laten wij Christus niet tergen, zoals sommigen van hen dat hebben gedaan; en zij kwamen om door de slangen. En wilt ook niet morren, zoals sommigen van hen dat deden; en zij kwamen om door de verderfengel. Dit alles nu is hun overkomen bij wijze van voorbeeld, en het werd opgeschreven als een waarschuwing voor ons, die het einde der tijden beleven. Daarom – wie meent, dat hij staat, laat hij toezien, dat hij niet valt. Geen beproeving moge u aangrijpen, die niet menselijk is; doch – God is getrouw, en Hij zal niet toelaten, dat gij beproefd wordt boven uw krachten; maar met de beproeving zal Hij ook uitkomst geven, om ze te kunnen doorstaan.

Evangelie
Lc. 19, 41-47
In die tijd, toen Jezus in de nabijheid van Jeruzalem kwam en de stad daar voor Zich zag liggen, weende Hij over haar en sprak: Ach, mocht ook gij, tenminste op deze uwe dag, nog inzien, wat u tot vrede strekt! Maar thans is dat voor uw ogen verborgen. Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden u met een stormwal zullen omringen, u zullen omsingelen en van alle kanten in het nauw brengen; en zij zullen u en uw kinderen binnen uw muren ter aarde neerslaan; en zij zullen bij u geen steen op de ander laten, omdat gij uw tijd van genade niet hebt erkend. En Hij ging de tempel binnen en begon de kopers en verkopers, die daar waren, uit te drijven met de woorden: Er staat geschreven: “Mijn huis is een huis van gebed”; maar gij hebt er een rovershol van gemaakt! En iedere dag gaf Hij onderricht in de tempel.

Preek
In het Evangelie van vandaag beweent de Heer de stad Jeruzalem, hoofdstad van Zijn aardse vaderland, en zinnebeeld van ons hemelse Vaderland. De Heer beweent die prachtige stad met Gods tempel, omdat Hij het einde van die stad voorziet. Rond vijfendertig jaar na Zijn kruisdood zal Jeruzalem door het Romeinse leger worden verwoest. Het Romeinse leger zal inderdaad de stad omsingelen, de inwoners neerslaan, en geen steen op de andere laten. Gods aardse verblijfplaats van het oude verbond, de tempel, zal vernietigd worden en blijven tot het einde der tijden. Want een nieuwe godsdienst zal komen in plaats van de oude. Men zal niet meer in de joodse tempel met dieroffers God aanbidden, maar overal ter wereld zal met God aanbidden, in de geest en in de waarheid, dat wil zeggen in de genade van de Heilige Geest en in de Waarheid van Jezus Christus. Met de vernietiging van de joodse tempel zal een onherroepelijk einde aan de oude godsdienst komen, want op het Kruis zal het ware Lam Gods opgedragen worden, een Offer van eeuwige waarde, en zo zullen de menigvuldige tijdelijke offers van de joden en heidenen hun betekenis en zin voorgoed kwijtraken. De profeet Malachias voorzag dat er een dag zou komen, wanneer "ter ere van God een zuiver offer onder de volkeren opgedragen zal worden van zonsopgang tot zonsondergang" en dat zuiver Offer is onze heilige Mis, de onbloedige tegenwoordigstelling van het bloedige Kruisoffer.

In het Evangelie van vandaag zien we de edele menselijke natuur van onze Heer Jezus Christus. Als mens heeft Christus Zijn aardse vaderland en Zijn volk lief. Als mens spijt het Hem dat de aardse staat waarvan hij onderdaan is, na één geslacht de laatste schijn van zijn onafhankelijkheid zal verliezen en voorgoed ten onder zal gaan. Als mens beweent Hij de val van het centrum van de godsdienst en cultuur van Zijn aardse volk. De gevoelens van onze Zaligmaker zijn precht en edel en een schitterend voorbeeld voor ons, dat ook wij ons aardse vaderland en volk beminnen zoals Hij. Maar tegelijkertijd als God kan Hij het einde van Zijn geliefde stad en tempel voorzien. Als God weet onze Heer dat aan iedere aardse stad, volk en tempel een einde zal komen. Alleen het hemelse Vaderland, alleen het hemelse volk, alleen de hemelse tempel zullen voor eeuwig blijven bestaan. Door het vergaande aardse vaderland te beminnen, leren wij naar het eeuwige hemelse Vaderland te verlangen.

Verder in het Evangelie van vandaag wordt ons een kant getoond van onze Heer die wij zelden zien: woede. De woede van Christus is gerechtvaardigd, want die is de vrucht van heilige ijver voor Gods tempel en de juiste reactie op de heiligschennis die daarin gepleegd wordt. De kopers en verkopers hebben een geoorloofde reden om in de tempel te zijn. Zij zijn bezig met het kopen en verkopen van dieren voor de verplichte tempeloffers. Maar de handel moet niet in de tempel plaatsvinden, maar in de voorhof. En nog erger, de verkopers maken er een zwendel, een oplichterij van, door te veel te vragen voor de offerdieren. Niet voor niets noemt Christus hen 'rovers'. De Heer drijft de kopers en verkopers uit de tempel met de woorden: Mijn huis is een huis van gebed, maar gij hebt er een rovershol van gemaakt!

Als Christus zo'n heilige ijver had voor de tempel te Jeruzalem, hoe veel meer ijver zouden wij moeten voelen en tonen voor de kerk, voor het altaar, voor het tabernakel: de ware woonplaats van Jezus Christus op aarde!? De tempel te Jeruzalem was maar een voorafbeelding van ons kerkgebouw. De tempeldienst was maar een voorafbeelding van onze heilige Mis; het allerheiligste in de tempel was maar een voorafbeelding van ons tabernakel, dat het Ware Allerheiligste bevat: het Lichaam, het Bloed, de Ziel en de Godheid van onze Heer Jezus Christus, Die de tempel van Zijn menselijk lichaam binnen drie dagen waarlijk deed herrijzen.

Laten wij katholieken - die de ware godsdienst belijden - maar een klein beetje bezitten van die heilige ijver die onze Heer voor de tempel van het oude verbond toonde. Laten wij altijd met eerbied en bewondering Gods kerk binnentreden en de heilige geheimen van het altaar zo vereren dat wij de vrucht van de verlossing steeds in ons gevoelen. Laten wij zelf nooit vergeten - en anderen ook niet laten vergeten - dat het huis van God een huis van gebed is. Amen.

7 juli 2012

Kardinaal Raymond Burke over vijf jaar Summorum Pontificum

"Wat door eerdere generaties als heilig werd beschouwd,
dat blijft ook voor ons heilig en magnifiek,
en het bestaat niet dat iets dergelijks plotseling volledig wordt verboden
of zelfs als schadelijk wordt beschouwd"


Paus Benedictus XVI - 7-7-2007


Vijf jaar Summorum Pontificum: Deo gratias

Vandaag is het precies vijf jaar geleden dat paus Benedictus XVI het motu proprio Summorum Pontificum publiceerde, waarin hij elke priester toestemming gaf om de heilige Mis volgens het missaal van 1962 (Tridentijnse Mis) op te dragen, vrijwel zonder restricties. Tevens verklaarde hij dat deze oude Mis nooit verboden is geweest.

De Paus drong er in zijn schrijven van 7 juli 2007 bij de bisschoppen op aan om personele parochies op te richten voor de gelovigen die een bijzondere voorkeur hebben voor de traditionele Latijnse Mis.

4 juli 2012

Van de parochie-administrator: Trouw blijven aan God

Beminde gelovigen,

Het is een vreugde geweest dat wij een neomist in ons midden hebben gehad, een priester voor de toekomst van de Kerk en een bewijs van een heropleving van traditiegezinde priesters onder de diocesane clerus.

Dit herinnert ons eraan dat alles – ook de toekomst van de Kerk en onze eigen toekomst – ligt in de hand van God. En wij moeten ons dan ook aan Zijn handen toevertrouwen. Wat door ons niet in de hand van God wordt ge¬legd, dat leidt tot niets anders dan de ondergang.

Bidden wij daarom steeds voor de heiliging van de priesters en van de gezinnen; bidden wij er ook voor dat wij zelf, maar ook de parochie, steeds trouw blijven aan God, en laten wij door ons eigen doen en laten daaraan bijdragen.

Als wij ons aan Zijn handen overgeven, dan zijn wij veilig en hebben wij een toekomst. Wij kunnen dat doen door trouw te blijven en in gehoorzaamheid onze religieuze verplichtingen te vervullen. Onszelf toevertrouwen aan Zijn handen is dus iets heel concreets en geen zintuiglijk gevoel.

Dat wens ik de eerwaarde neomist én onze eigen parochie toe.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie

Priesterbroederschap Sint Petrus krijgt Zwitserse basiliek

Een luchtfoto van de basilique de Notre Dame in Fribourg.

De priesterbroederschap Sint Petrus (FSSP), aan wie door de Bisschop van Haarlem-Amsterdam de pastorale zorg voor onze parochie is toevertrouwd, heeft haar hoofdzetel in Fribourg (Zwitserland). De bisschop van Lausanne-Genève-Fribourg, mgr Charles Morerod OP, heeft met ingang van september 2012 de pastorale zorg voor de gelovigen in de Onze Lieve Vrouwebasiliek (Basilique de Notre Dame) in Fribourg toevertrouwd aan FSSP-priesters.

De basiliek, die op een steenworp afstand ligt van de kathedraal van Fribourg, is oorspronkelijk een Romaanse kerk uit de 12e eeuw; eind 18e eeuw werd het gebouw getransformeerd tot een kerk in Lodewijk XVI-stijl.

Vanaf de maand september zullen de priesters van de priesterbroederschap Sint Petrus de Tridentijnse H. Mis in deze basiliek opdragen. Ook de overige pastorale activiteiten, die tot nog toe op verschillende locaties in de stad plaatsvonden, zullen worden geconcentreerd in de basiliek, die in 2011 volledig werd gerestaureerd.

Het interieur van de onlangs gerestaureerde basiliek.

16 juni 2012

De nieuwe evangelisatie en de heilige Liturgie

Mgr Athanasius Schneider, hulpbisschop van Karachanda (Kazachstan).

De Parijse vereniging Réunicatho, die kort na het motu proprio 'Summorum Pontificum' is ontstaan, hield op 15 januari 2012 haar vierde bijeenkomst, gericht op de katholieke eenheid. Eregast van de conferentie, mgr Athanasius Schneider (foto), hield een toespraak met als thema 'de buitengewone vorm (van de liturgie) en de nieuwe evangelisatie'. Hierin stelt (zie onder III) mgr Schneider 'de vijf wonden' van de huidige liturgie op. Mgr Schneider, hulpbisschop van het aartsbisdom van de heilige Maria van Astana en secretaris van de Rooms-katholieke bisschoppenconferentie in Kazachstan, is de auteur van Dominus Est (Het is de Heer - in Nederland uitgegeven door uitgeverij De Boog), overwegingen van een bisschop van Centraal-Azië over de heilige communie.

I. Onze blik naar Christus richten

Om correct te kunnen spreken over een nieuwe evangelisatie is het noodzakelijk om eerst onze blik te richten op Hem Die de ware verkondiger is, namelijk onze Heer en Zaligmaker Jezus Christus, het mensgeworden Woord van God. De Zoon van God kwam op deze aarde om boete te doen en de grootste zonde, de zonde bij uitstek, goed te maken. Deze zonde van de mensheid bij uitstek bestaat uit de weigering God te aanbidden, door te weigeren Hem de eerste plaats, de ereplaats, toe te kennen. Deze zonde van de kant van de mens bestaat erin geen aandacht te schenken aan God, in het geen gevoel meer hebben voor de maat der dingen, of zelfs geen gevoel voor wat relevant is met betrekking tot God en tot de verering die Hem toekomt, in het God niet willen zien, in het niet willen knielen voor God.


Bij een dergelijke houding is de incarnatie van God een belemmering met als gevolg dat Gods werkelijke tegenwoordigheid in het eucharistisch mysterie eveneens een belemmering is, de centrale plaats van de eucharistische aanwezigheid van God in onze kerken is dan een belemmering. Inderdaad, de zondige mens wil de centrale plaats voor zichzelf, zowel binnen de kerk of tijdens de heilige Mis, hij wil gezien worden, hij wil worden opgemerkt.

Om die reden wordt de eucharistische Jezus, de mensgeworden God, aanwezig in het tabernakel onder de eucharistische gedaante, veronachtzaamd. Zelfs de afbeelding van de Gekruisigde gekeerd naar het volk in het midden van het altaar tijdens de viering is een belemmering, want het zou het zicht op de priester kunnen wegnemen. Daarom is het beeld van de Gekruisigde in het midden van het altaar evenals de eucharistische Jezus in het tabernakel, eveneens geplaatst in het midden van het altaar, een belemmering. Bijgevolg worden kruis en tabernakel naar de zijkant verplaatst. Tijdens de Mis moet de gemeenschap te allen tijde het gezicht van de priester kunnen zien en hij schept er behagen in zichzelf letterlijk in het midden van het Gods huis te plaatsen. Als mogelijkerwijs de eucharistische Jezus nog in Zijn tabernakel in het midden van het altaar is gelaten, omdat het Ministerie van Historisch Monumenten - zelfs in een atheïstisch regime - verboden heeft het te verplaatsen in verband met het behoud van het artistieke erfgoed, aarzelt de priester vaak niet gedurende de gehele Mis Hem de rug toe te keren.

Hoe dikwijls hebben goede en trouwe aanbidders van Christus in hun eenvoud en nederigheid uitgeroepen: "God zegene u, Ministerie van Historisch Monumenten! U heeft ons tenminste nog Jezus in het centrum van onze kerk gelaten."

II. De Mis is bedoeld om eer aan God te geven, niet aan de mensen

Alleen op basis van aanbidding en verheerlijking van God kan de Kerk adequaat het woord der waarheid verkondigen, dat wil zeggen, evangeliseren. Voordat de wereld ooit Jezus, het mensgeworden Woord, hoorde prediken en het Koninkrijk Gods verkondigen, aanbad Hij dertig jaar in alle rust. Dit blijft voor immer de wet voor het leven en handelen van de Kerk en geldt voor alle geloofsverkondigers. "De wijze waarop met de liturgie wordt omgegaan, bepaalt het lot van het geloof en van de Kerk", aldus kardinaal Ratzinger, onze huidige paus Benedictus XVI. Het Tweede Vaticaans Concilie wilde de Kerk eraan herinneren welke realiteit en welk handelen de eerste plaats in haar leven moesten innemen. Daarom was het eerste document van het Concilie gewijd aan de liturgie. Het Concilie geeft ons de volgende principes: in de Kerk en dus in de liturgie moet het menselijke gericht zijn op het goddelijke en daaraan ondergeschikt zijn; evenzeer het zichtbare op het onzichtbare, het handelen op de contemplatie, het heden op de toekomstige woonplaats die wij nastreven (zie Sacrosanctum Concilium, 2). Volgens de leer van het Tweede Vaticaans Concilie deelt onze aardse liturgie de voorsmaak van de hemelse liturgie van de heilige stad Jeruzalem (ibid. 2).

Alles met betrekking tot de liturgie van de Heilige Mis moet dus dienen om duidelijk de werkelijkheid van Christus' offer uit te drukken, namelijk de gebeden van aanbidding, van dankzegging, van boetedoening en van smeking door de eeuwige Hogepriester aan zijn Vader aangeboden.

De ritus en elk detail van het Heilig Misoffer moeten zich concentreren op de verheerlijking en aanbidding van God door te volharden in het centraal stellen van Christus' tegenwoordigheid, hetzij in het teken en de afbeelding van de Gekruisigde, hetzij in Zijn eucharistische aanwezigheid in het tabernakel en vooral op het moment van de consecratie en van de heilige communie. Hoe meer dit wordt geëerbiedigd, hoe minder de mens centraal staat in de viering, hoe minder de viering eruit ziet als een in zichzelf gesloten cirkel. In plaats daarvan strekt zij zich meer uit naar Christus als in een processie op weg zijn naar Hem met aan het hoofd de priester; zo'n liturgische processie zal meer een reële afspiegeling zijn van het offer van aanbidding van de gekruisigde Christus; de vruchten die voortvloeien uit Gods verheerlijking ontvangen in de zielen van de aanwezigen zullen rijker zijn, God zal hen meer erkennen.

Hoe meer de priester en de gelovigen in de Missen vol vertrouwen Gods glorie zoeken in plaats van die van de mensen en zij er niet naar zoeken om elkaars eer te verkrijgen, des te meer zal God hen schenken dat hun ziel intenser en vruchtbaarder zal delen in de glorie en eer van Zijn goddelijk leven.

Op talrijke plaatsen op aarde zijn er tegenwoordig veel vieringen van de heilige Mis waarover men zou kunnen zeggen, als een omkering van psalm 113, 9: "Aan ons, Heer, aan onze naam komt de eer toe". Op dergelijke vieringen passen Jezus' woorden: "Hoe zou u tot geloof kunnen komen, wanneer het u te doen is om de eer die u van elkaar ontvangt en u de eer niet zoekt die komt van God alleen?" (Joh. 5, 44).

III. De zes uitgangspunten van de liturgische hervorming

Het Tweede Vaticaans Concilie stelde de volgende uitgangspunten voor met betrekking tot een liturgische hervorming:

1. Tijdens de liturgieviering moet het menselijke, het tijdelijke, en het handelen gericht zijn op het goddelijke, het eeuwige, en daaraan ondergeschikt het zichtbare aan het onzichtbare, de actie aan de contemplatie (Sacrosanctum Concilium, 2).

2. Tijdens de liturgieviering zal het besef dat de aardse liturgie deelt in de hemelse liturgie moeten worden aangemoedigd (Sacrosanctum Concilium, 8).

3. Er mag absoluut geen innovatie, dus geen nieuwe creatie van liturgische riten zijn, vooral in de riten van de Mis, tenzij deze door een werkelijk en duidelijk nut voor de Kerk worden vereist, waarbij men er op dient te letten dat de nieuwe vormen als het ware organisch voortkomen uit de reeds bestaande vormen. (Sacrosanctum Concilium, 23).

4. De riten van de Mis moet zodanig zijn dat zij het heilige duidelijker tot uitdrukking brengen. (Sacrosanctum Concilium, 21).

5. Latijn moet worden bewaard in de liturgie, vooral in de heilige Mis (Sacrosanctum Concilium, 36 en 54).

6. Gregoriaans heeft een ereplaats in de liturgie (Sacrosanctum Concilium, 116).

De concilievaders zagen hun voorstellen voor de hervorming als de voortzetting van de hervorming van de heilige Pius X (Sacrosanctum Concilium 112 en 117) en van de dienaar Gods Pius XII; ja, in de liturgische constitutie is het de encycliek Mediator Dei van Pius XII die zeer vaak wordt geciteerd.

Onder anderen liet paus Pius XII de Kerk een belangrijk uitgangspunt na betreffende de leer over de heilige liturgie, namelijk de veroordeling van wat genoemd wordt liturgisch archeologisme. Haar ideeën vallen grotendeels samen met die van de Jansenistische en protestants-georiënteerde synode van Pistoia (zie Mediator Dei, 63-64). In feite doen ze denken aan het theologisch gedachtegoed van Maarten Luther.

Om die reden veroordeelde het Concilie van Trente reeds protestants liturgische ideeën, in het bijzonder de overdreven nadruk op de maaltijdgedachte in de heilige Mis ten nadele van het offerkarakter en de afschaffing van eenduidige tekenen van sacraliteit als een uitdrukking van het mysterie van de liturgie (zie Concilie van Trente, sessie 22).

De leerstellige verklaringen van het Magisterium met betrekking tot de liturgie, zoals in dit geval die van het Concilie van Trente en van de encycliek Mediator Dei en die tot uitdrukking komen in een eeuwenoude, of zelfs millennia-oude liturgische praxis, deze verklaringen, zeg ik, maken deel uit van dat element van de heilige Traditie dat men niet kan loslaten zonder ernstige geestelijke schade. Vaticanum II ging verder met deze leerstellige verklaringen over de liturgie, zoals men kan zien door het lezen van de algemene grondbeginselen van de goddelijke eredienst in de liturgische constitutie Sacrosanctum Concilium.

Als voorbeeld van een concrete fout in het denken en handelen in het liturgisch gebeuren, noemt paus Pius XII het voorstel om het altaar de vorm van een tafel te geven (Mediator Dei 62). Als paus Pius XII al het tafelvormige altaar afwees, dan kan men zich voorstellen hoeveel te meer hij het voorstel voor een viering rond een tafel "versus populum" zou hebben afgewezen.

Wanneer Sacrosanctum Concilium leert dat in de liturgie bezinning prioriteit heeft en dat de hele viering gericht moet zijn op de hemelse geheimen (ibid. 2 en 8), is het getrouw in navolging van de volgende verklaring van het Concilie van Trente: "En aangezien het de aard van de mens is dat hij zonder externe hulp niet gemakkelijk kan worden gebracht tot de meditatie van het goddelijke, daarom heeft onze Moeder de heilige Kerk bepaalde riten ingesteld, namelijk zo dat bepaalde zaken in de Mis zachtjes en andere luid worden uitgesproken. Zij heeft bovendien ceremonies in gebruik genomen, zoals symbolische zegeningen, licht, wierook, gewaden en vele andere gelijkaardige zaken, afgeleid van een apostolische discipline en traditie, waarbij zowel de luister van dit grote offer zou kunnen worden aanbevolen en de geest van de gelovigen worden geprikkeld door die zichtbare tekenen van religie en vroomheid, tot de contemplatie van deze meest sublieme zaken, die verborgen zijn in dit offer." (Session 24, hfst. 5).

De gezaghebbende leer van de Kerk zoals hierboven geciteerd, in het bijzonder in Mediator Dei, werd met zekerheid erkend door de concilievaders als volledig geldig. Daarom moet de leer volledig geldig blijven voor alle kinderen van de Kerk ook vandaag nog.

IV. De vijf wonden van het liturgisch mystieke lichaam van Christus

In de brief aan alle bisschoppen van de katholieke Kerk die Benedictus XVI stuurde op 7 juli 2007 gelijk met het motu proprio Summorum Pontificum, legde de Paus de volgende belangrijke verklaring af: "In de geschiedenis van de liturgie is er groei en vooruitgang maar geen breuk. Wat voor vorige generaties heilig was, blijft heilig en groots voor ons." Door dit te zeggen sprak de Paus het fundamentele uitgangspunt betreffende de liturgie uit dat het concilie van Trente, paus Pius XII en het Tweede Vaticaans Concilie steeds hadden geleerd.

Als we onbevooroordeeld en objectief kijken naar de liturgische praktijk van de overgrote meerderheid van kerken in de katholieke wereld waar de gewone vorm van de Romeinse ritus wordt gebruikt, kan niemand in eerlijkheid ontkennen dat de zes voornoemde liturgische principes van Vaticanum II nooit of nauwelijks zijn gerespecteerd, ondanks de onjuiste bewering dat dit de liturgische praktijk is die het Tweede Vaticaans Concilie wenste. Er is een zeker aantal concrete aspecten van de huidige heersende liturgische praktijk in de gewone ritus die een ware breuk vormen met een onveranderlijke en millenniumoude liturgische praktijk.

Hiermee bedoel ik de vijf liturgische gebruiken die ik in het kort zal noemen; zij kunnen worden aangeduid als de vijf wonden van het liturgisch mystieke lichaam van Christus. Het zijn wonden want ze komen neer op een gewelddadige breuk met het verleden, omdat zij het offerkarakter (dat in feite het centrale en essentiële karakter van de Mis is) bagatelliseren en de maaltijdgedachte naar voren schuiven. Dit alles vermindert de uiterlijke tekenen van de goddelijke aanbidding, want het doet de hemelse en eeuwige dimensie van het mysterie in veel mindere mate naar voren komen.

De vijf wonden (behalve de nieuwe offerandegebeden) nu zijn die welke niet zijn voorzien in de gewone vorm van de ritus van de Mis, maar die op betreurenswaardige wijze in praktijk zijn gebracht.

1. De eerste en meest voor de hand liggende wonde is de viering van het Misoffer waarin de priester met zijn gezicht naar de gelovigen staat, vooral tijdens de Canon en de Consecratie, het hoogste en heiligste moment van de aanbidding welke God toekomt. Deze uiterlijke vorm komt uit de aard der zaak meer overeen met de manier waarop iemand voor de klas staat of aan een maaltijd deelneemt. We zitten in een gesloten cirkel. En deze vorm conformeert zich absoluut niet met het moment van gebed, nog minder met die van aanbidding. En Vaticanum II heeft deze vorm echter geenszins gewild, noch is ze ooit aanbevolen door het leergezag van de pausen sinds het Concilie.

Paus Benedictus schreef in het voorwoord van het eerste deel van zijn verzamelde werken: "Het idee dat de priester en het volk in gebed naar elkaar moeten kijken, is pas ontsproten in de moderne tijd en is volledig vreemd is aan het klassieke christendom. Feitelijk richten de priester en het volk hun gebed niet tot elkaar, maar richten ze zich samen tot de ene Heer. Om die reden kijken ze tijdens het gebed in dezelfde richting, ofwel naar het oosten als het kosmische symbool van de terugkeer van de Heer, of waar dit niet mogelijk is, naar een beeld van Christus in de absis, in de richting van een kruis, of gewoon naar boven."

De vorm van de viering waarin allen hun blik keren in dezelfde richting (conversi ad orientam, ad Crucem, ad Dominum) wordt zelfs vermeld in de rubrieken van de nieuwe ritus van de Mis (zie Ordo Missae, 25, 133, 134). De zogenaamde 'versus populum viering' komt in ieder geval niet overeen met de denkbeelden over de heilige Liturgie, zoals vermeld in de verklaring van Sacrosanctum Concilium, 2 en 8.

2. De tweede wonde is de communie in de hand die nu bijna over de hele wereld is verspreid. Niet alleen werd deze manier van ontvangen van de heilige communie op geen enkele wijze genoemd door de concilievaders van Vaticanum II, maar werd in feite geïntroduceerd door een aantal bisschoppen in ongehoorzaamheid aan de Heilige Stoel en in weerwil van de negatieve meerderheid van stemmen door de bisschoppen in 1968. Paus Paulus VI legitimeerde het pas later, met tegenzin, en onder bepaalde voorwaarden.

Sinds Sacramentsdag 2008 deelt paus Benedictus XVI de communie aan de neergeknielde gelovigen op hun tong uit, zowel in Rome als ook in alle plaatselijke kerken die hij bezoekt. Hij laat zo dus aan de gehele Kerk een duidelijk voorbeeld zien van praktisch leergezag in een liturgische kwestie. Aangezien de gekwalificeerde meerderheid van de bisschoppen drie jaar na het Concilie de communie in de hand weigerde als iets schadelijk, hoeveel te meer zouden de concilievaders dat hebben gedaan!

3. De derde wonde is de nieuwe offerandegebeden. Ze zijn een geheel nieuwe creatie en zijn nooit gebruikt in de Kerk. Ze drukken minder het mysterie van het kruisoffer uit en benadrukken meer de maaltijdgedachte; ze herinneren aan de gebeden van de joodse sabbatmaaltijd. In de meer dan duizend jaar oude traditie van de Kerk, zowel in Oost en West, zijn de offerandegebeden altijd uitdrukkelijk gericht geweest op het mysterie van het Kruisoffer. Zie bijvoorbeeld Paul Tirot, Histoire des prières d'offertoire dans la Liturgie romaine du VIIème au XVIème siècle (Rome, 1985). Het lijdt geen twijfel dat een dergelijke volstrekt nieuwe creatie in tegenspraak is met de duidelijke formulering van het Tweede Vaticaans Concilie: "Innovationes ne fiant. . . novae formae ex formis iam exstantibus organice crescant" (Sacrosanctum Concilium, 23).

4. De vierde wonde is het totaal verdwijnen van het Latijn in de overgrote meerderheid van H.H. Missen in de gewone vorm in alle katholieke landen. Dit is een directe inbreuk op de besluiten van Vaticanum II.

5. De vijfde wonde is de uitoefening van de liturgische functies van lector en acoliet door vrouwen, alsmede het uitoefenen van deze functies in lekenkleding waarbij men tijdens de heilige Mis het priesterkoor opkomt rechtstreeks vanuit de ruimte die voorbehouden is aan de gelovigen. Deze gewoonte heeft nooit bestaan in de Kerk of is in ieder geval nooit gewenst. Ze verleent aan de viering van de katholieke Mis het uiterlijk karakter van informaliteit, het karakter en de stijl van een nogal profane samenkomst. Het tweede concilie van Nicea verbood al in 787 deze praktijken toen het de volgende canon vastlegde: "Als iemand niet gewijd is, is het hem niet toegestaan om de lezing te doen vanaf de ambo tijdens de heilige liturgie" (can.14). Deze norm is onophoudelijk gevolgd in de Kerk. Alleen subdiakens en lectoren mochten de lezing doen tijdens de Misliturgie. Als lectoren en acolieten ontbreken, kunnen mannen of jongens in de liturgische gewaden dit doen, geen vrouwen, aangezien het mannelijke geslacht symbool staat voor de laatste schakel naar de lagere wijdingen voorafgaand aan de niet-sacramentele wijding van de lectoren en acolieten.

De teksten van Vaticanum II noemen nergens het afschaffen van de lagere wijdingen en van het subdiaconaat of de invoering van nieuwe bedieningen. In Sacrosanctum Concilium nr. 28 maakt het Concilie een onderscheid tussen de bedienaar en de gelovige tijdens de liturgieviering en bepaalt dat ieder slechts datgene mag doen wat hem uit de aard der zaak toekomt. Nr. 29 noemt de "ministrantes", dat zijn de misdienaars die niet gewijd zijn. In tegenstelling tot hen die overeenkomstig de juridische termen in die tijd, de "ministri," zijn, dat wil zeggen zij die een wijding hebben ontvangen hetzij de hogere of de lagere.

V. Het motu proprio: een einde maken aan de breuk in de liturgie

In het motu proprio Summorum Pontificum, bepaalt paus Benedictus XVI dat de twee vormen van de Romeinse ritus met hetzelfde respect moeten worden beschouwd en behandeld, omdat de Kerk dezelfde blijft vóór en na het Concilie. In de begeleidende brief bij het motu proprio, wenst de Paus dat de twee vormen elkaar wederzijds verrijken. Verder wenst hij dat de nieuwe vorm in staat moge zijn, krachtiger dan tot dusver het geval was, de sacraliteit aan te tonen welke veel mensen aantrekt in het vroegere gebruik."

Vier van de liturgische wonden of ongelukkige praktijken (de viering 'versus populum', de communie in de hand, het totaal loslaten van het Latijn en van het gregoriaans en het toelaten van vrouwen voor de bediening als lector en acoliet), hebben op zich niets te maken met de gewone vorm van de Mis en zijn bovendien in strijd met de liturgische principes van het Tweede Vaticaans Concilie. Als er een einde aan deze praktijken zou worden gemaakt, zouden we weer terug zijn bij de ware leer van Vaticanum II. Dan zouden de twee vormen van de Romeinse ritus (vetus ordo en novus ordo) veel dichter bij elkaar komen, zodat er, in ieder geval uiterlijk, geen sprake zou zijn van een breuk tussen beide en dus ook geen breuk tussen de Kerk van vóór en na het Concilie.

Wat betreft de nieuwe offerandegebeden zou het wenselijk zijn dat de H. Stoel ze vervangt door de overeenkomstige gebeden van de buitengewone vorm, of althans het gebruik ervan ad libitum (naar keuze) toe te staan. Op deze wijze zou de breuk tussen de twee vormen niet alleen uiterlijk maar ook innerlijk worden vermeden. Een breuk in de liturgie is precies wat de concilievaders niet wilden. De verslagen van het Concilie getuigen ervan, want gedurende de tweeduizend jaar liturgiegeschiedenis is er nooit een liturgische breuk geweest en kan er derhalve nooit zijn. Daarentegen moet er continuïteit zijn, zoals dat ook hoort bij het Leergezag om ononderbroken te zijn.

De vijf wonden van het liturgisch lichaam van de Kerk die ik genoemd heb, smeken om genezing. Ze staan voor een breuk die men kan vergelijken met de ballingschap in Avignon. Het bestaan van zo'n scherpe breuk in het tot uitdrukking brengen van het leven van de Kerk is verre van onbelangrijk – in het verleden de afwezigheid van de pausen weg van Rome, heden ten dage de zichtbare breuk tussen de liturgie van vóór en na het Concilie. Deze situatie smeekt voorwaar om genezing.

Daarom hebben we vandaag de dag behoefte aan nieuwe heiligen, een of meerdere Catharina's van Siëna. We hebben de "vox populi fidelis" (stem van het gelovige volk) nodig die de afschaffing van deze liturgische breuk eist. De tragedie in dit alles is dat, zowel nu als in de tijd van de ballingschap in Avignon, een overgrote meerderheid van de geestelijkheid, vooral in de hogere gelederen, tevreden is met deze breuk.

Alvorens we effectieve en blijvende vruchten kunnen verwachten van de nieuwe evangelisatie, moet er eerst een proces van bekering op gang komen binnen de Kerk. Hoe kunnen we van anderen vragen zich te bekeren, terwijl onder hen die hiertoe oproepen nog geen geloofwaardige bekering tot God, noch innerlijk, noch uiterlijk, heeft plaatsgevonden. Het Misoffer, het offer van aanbidding van Christus, het grootste mysterie van het geloof, de meest verheven daad van aanbidding wordt gevierd in een gesloten cirkel waar mensen elkaar aankijken.

Wat ontbreekt is de 'conversio ad Dominum'(het zich naar God keren). Dit is zowel uiterlijk als fysiek noodzakelijk. Omdat de gelovigen de communie staande ontvangen en bovendien zoals ander voedsel in hun handen nemen, met hun vingers vastpakken en zelf in hun mond stoppen, wordt Christus in de liturgie behandeld alsof Hij God niet is en worden Hem geen duidelijke uiterlijke tekenen van de aanbidding geschonken welke alleen God toekomen. Er is hier sprake van een soort eucharistisch Arianisme of semi-Arianisme.

Een van de noodzakelijke voorwaarden voor een vruchtbare nieuwe evangelisatie moet het getuigenis van de hele Kerk in de openbare eredienst zijn. Ze zou tenminste deze twee aspecten van de Goddelijke Eredienst acht moeten nemen:

1. Laat de heilige Mis over de hele wereld gevierd worden, zelfs in de gewone vorm, in een innerlijk en daarom noodzakelijkerwijs ook uiterlijk 'conversio ad Dominum' (gekeerd zijn naar de Heer).

2. Laten de gelovigen tijdens de heilige communie voor Christus knielen, zoals de heilige Paulus vraagt wanneer hij de naam en de persoon van Christus noemt (Phil. 2,10), en laten ze Hem ontvangen met de grootste liefde en het grootst mogelijke respect, zoals dat Hem, de ware God, toekomt.

Gode zij dank heeft Benedictus XVI twee concrete maatregelen genomen om het proces van een terugkeer uit de liturgische ballingschap van Avignon aan te vangen, te weten het motu proprio Summorum Pontificum en de herinvoering van de traditionele communieritus.

Er is nog veel gebed nodig, wellicht ook voor een nieuwe heilige Catharina van Siëna, om verdere stappen te ondernemen de vijf wonden op het liturgisch en mystiek lichaam van de Kerk te helen en om God in de liturgie te aanbidden met die liefde, dat respect, met dat gevoel voor het verhevene hetgeen altijd al het kenmerk van de Kerk en van haar leer is geweest.

Met name in het Concilie van Trente, van paus Pius XII in zijn encycliek Mediator Dei, van het Tweede Vaticaans Concilie in haar constitutie Sacrosanctum Concilium en van paus Benedictus XVI in zijn theologie betreffende de liturgie, in zijn liturgisch leergezag en in het hierboven genoemde motu proprio komt die leer tot uitdrukking.

Niemand kan evangeliseren, tenzij hij eerst aanbeden heeft, of beter nog, tenzij hij voortdurend aanbidt en God, de eucharistische Christus, echt prioriteit geeft in zijn wijze van vieren en in alles van zijn leven. Inderdaad, om kardinaal Joseph Ratzinger te citeren: "Het lot van het geloof en van de Kerk wordt bepaald door de wijze waarop de liturgie wordt behandeld."

Bisschop Athanasius Schneider,
Réunicatho, 15 januari 2012

(Vertaling door A.F.M. de la Porte, secretaris van de Stichting Sint-Agneskerk Amsterdam)

10 juni 2012

Preek voor de tweede zondag na Pinksteren

Vandaag werden wij vereerd met het bezoek van de zeereerwaarde pater Louis Baudon de Mony FSSP. Hij kwam naar Amsterdam om de gelovigen bij de Sint-Agneskerk te bedanken voor hun bijdrage aan de vastenactie van dit jaar. Eerst droeg hij de Hoogmis op in de kerk, daarna gaf de pater een enthousiaste presentatie van het werk in het missie-apostolaat van de priesterbroederschap Sint Petrus in Colombia.

De foto boven toont de schoolkinderen op de auto van het apostolaat die dit jaar is aangeschaft, mede met het geld van onze vastenactie. De foto onder toont de de leerlingen van de school; hun aantal is in drie jaar gegroeid van 18 naar 70.

Wilt u het missie-apostolaat van de FSSP in Colombia ondersteunen, dan kan dat door een bedrag over te schrijven op rekening 4930515 ten name van kerkbestuur Sint-Agnesparochie onder vermelding van 'apostolaat Colombia'. Reeds met een klein bedrag kunt u zeer veel bewerkstelligen voor de arme bevolking van het dorp waar de FSSP-priesters werkzaam zijn. Vele kleine giften maken een grote!

Epistel
1 Joh. 3, 13-18
Veelgeliefden, wilt u niet verwonderen, als de wereld u haat. Wij weten, dat wij zijn overgebracht van de dood naar het leven, daar wij immers onze broeders beminnen. Wie geen liefde heeft, blijft nog in de dood. Ieder, die zijn broeder haat, is een moordenaar. En gij weet, dat geen moordenaar eeuwig leven in zich draagt. Hieraan hebben wij de liefde van God leren kennen, dat Hij Zijn leven voor ons gegeven heeft; ook wij moeten ons leven geven voor onze broeders. Wie de goederen dezer wereld bezit, en zijn broeder gebrek ziet lijden en niettemin zijn hart voor hem sluit, hoe zou in hem de liefde Gods aanwezig zijn? Mijn kinderkens, laat ons niet beminnen met woorden of met de tong, maar metterdaad en in waarheid.

Evangelie
Lc. 14, 16-24
In die tijd hield Jezus de farizeeën deze gelijkenis voor: Een zeker iemand richtte een groot gastmaal aan, en nodigde er velen uit. En tegen het uur van de maaltijd zond hij zijn dienaar, om aan de genodigden te zeggen, dat zij zouden komen, omdat alles gereed was. Maar eenparig begonnen allen zich te verontschuldigen. De eerste zei hem: Ik heb een landgoed gekocht, en ik moet het noodzakelijk gaan bezichtigen; wees zo goed mij te verontschuldigen. En een ander zei: Ik heb vijf koppel ossen gekocht, en ik ga ze keuren; wees zo goed mij te verontschuldigen. En weer een ander zei: Ik heb een vrouw getrouwd, en daarom kan ik niet komen. De dienaar kwam dan terug, en deelde dit mede aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes vertoornd, en hij zei tot zijn dienaar: Ga onmiddellijk naar de pleinen en straten der stad, en breng de armen en gebrekkigen, en de blinden en kreupelen hier binnen. En de dienaar zei: Heer, het is geschied, zoals gij bevolen hebt, en nog is er plaats. Toen sprak de heer tot zijn dienaar: Ga naar de wegen en binnenpaden, en dwing hen binnen te komen; want mijn huis moet vol worden. Maar dit zeg ik u: niemand van deze mannen, die genodigd waren, zal van mijn gastmaal proeven.

Preek
First of all, I would like to thank father Knudsen for giving me this opportunity to visit your community. It is an honour for me to be with you in such a nice church in your beautiful city of Amsterdam.

My little children, let us not love in word nor in tongue, but in deed and in truth.


Dear friends in Christ,

Just after Pentecost, the church gives us to contemplate those beautiful words of the apostle Saint John in his first epistle.
Why? The church has been founded in Pentecost by the reception of the Holy Spirit and this reception has given to the apostles the necessary strength to spread all over the world the good news of the Gospel. People working in publicity or communication and marketing know how important it is to be sure that the heart of the message has been received and understood by the people. Otherwise the communication has not been successful.

After Pentecost, we are at the very beginning of the church: the apostles have to spread over the deepest meaning of the message of Jesus. But what is it? The center of the message is Love. Mt 22, 36: Master, which is the greatest commandment in the Law?
Love the Lord your God with all your heart and with all your soul and with all your mind.
This is the first and more important commandment, the center of Jesus’ message that the apostles have to spread over the world. The words of Saint John are a clear formulation and a practical explanation of Jesus teaching.

Love in deed and in truth means that I have to ask me: What are the needs of my neighbour? What can I do concrete for him? How can I be closer to him? And John answers: share the goods. But not only that, it is much more: I have to give my own life, like our master Jesus Christ did for us. That’s the reason why the Fraternity of Saint Peter has a mission in Colombia.

Dear friends in Christ, I have the grace to work for the Fraternity of Saint Peter and for the Church in a country with many poor people, people working very hard for a miserable salary. Let me tell you that as a priest seeing this Colombian reality makes me reflect on how little we have to complain about.

Dear friends in Christ, the Church is the hope of the poor. And in the village of Anolaima where the Fraternity has now been working for 6 years, the Fraternity is part of the hope of the village.

The village where I am working is very poor. It is in the countryside where no roads are found and where mud and dust are our neighbours. There are a few cars but mainly horses and donkeys for the peasants who farm by hand. The houses are very simple with one bedroom for the whole family and a bed is shared by 2 or 3 children. Some of the children are not able to go to school. They are abandoned by the politicians and by the rich. They lie to them because they don’t care about them. We, on the contrary, because we know that everyone is a member of the body of Christ, created and loved by God since the beginning, we try to serve those populations as much as possible. Caritas urget nos. Charity compels us.

What are the needs? People need to know and to love Jesus Christ and our first mission is to make them know and love Him. That’s why they need good witnesses of Jesus Christ and this is the first help I ask you: pray for us to be the good instruments that God needs to touch the hearts of these people! We must be holy priests, that means men of prayer… with a total giving of ourselves to our brothers who suffer and hunger for Christ who we can bring through our ministry.

The second need is the education: without education, no future. To respond to these two needs we opened a primary school which has just began its third year. We started our school in our house with 18 children and now we have 70 children. The growth is exponential and we really need a school building. A real catholic school is so important. Our aim is to educate good Catholics with an excellent academic level.
We need your help because we must begin construction on a new school building to be able to open grades and increase the number of students.

Another challenge that we have is the sponsorship program that we began for the poorest families. We need sponsors to offer the tuition to those who can’t afford to attend our school. Can you imagine that with only 40 euros you can offer one month of studying in our school? With 400 euros you offer one year! Give me 20 euros and I can offer the bus for a 4 year-old child who lives at a 2 hours walk in the mountains and save him and his mother one hour a walk. Give me 2 euros and this child can have lunch today!

Dear friends in Christ, our mission is your mission too! The Church is missionary in her nature since Pentecost thus it is the task of everyone. The Church is bigger than our parish, bigger than our diocese or our country and we are members of the same body. If a part of the body suffers, it is the whole body which suffers.

Dear friends, God calls us to take part to the mission as at the great supper of the gospel of today. Are we going to respond with generosity or will we say: hold me excused?

Dear friends, we want to belong to those who will take part one day at the supper in the kingdom of heaven. Amen.

Father Louis Baudon de Mony FSSP

De Hoogmis van deze zondag: Opheffing van de Hostie, het Lichaam van Christus.

De Hoogmis van deze zondag: Opheffing van de kelk met het Bloed van Christus.

Pater Louis Baudon de Mony FSSP tijdens zijn presentatie in de grote zaal van de pastorie.

8 juni 2012

Presentatie over FSSP in Colombia

Zondag 10 juni zal de Hoogmis in onze kerk worden opgedragen door pater Louis Baudon de Mony FSSP (foto). Na afloop zal hij in de zaal van de pastorie een presentatie geven over het werk van de priesterbroederschap Sint Petrus in Colombia, waar hij werkzaam is.

Onze kerk heeft dit jaar de vastenactie gehouden voor een project van de FSSP in dit Zuid-Amerikaanse land ten behoeve van straatkinderen. Pater Baudon spreekt Engels, Duits en Frans.

5 juni 2012

Beeldverslag Pinksterbedevaart Parijs-Chartres

In het Pinksterweekend van zaterdag 26 tot en met maandag 28 mei liepen vele duizenden pelgrims de oude bedevaartsroute van de Notre Dame in Parijs naar de Notre Dame in Chartres. Hieronder volgt een beeldverslag van deze bedevaart, waaraan ook door enkele gelovigen uit onze kerk werd deelgenomen.






Seminarist en oud-misdienaar van onze kerk Manu als wierookdrager.


Pater J. Berg, generaal-overste van de priesterbroederschap Sint Petrus,
bij de opheffing van de Hostie.


In dit filmpje zijn twee oude bekenden terug te zien:
Seminarist Manu als wierookdrager en pater A. Komorowski tussen de vele priesters.

2 juni 2012

Van de parochie-administrator: Vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid

Beminde gelovigen,

Graag wil ik mijn dank uitspreken aan alle parochianen en andere gelovigen die de pogingen ondersteunen van de priesterbroederschap Sint Petrus om de Sint-Agneskerk verder te dragen en uiteindelijk over te nemen. Ik ben vooral onder de indruk van de ijver waarmee u bidt voor deze intentie, in het bijzonder uw deelname aan de novenenreeks tot Sint Jozef.

Ook de financiële kant van onze actie gaat vooruit, maar toch moet ik u op dat vlak ook mijn teleurstelling bekennen, omdat velen van u zich tot nu toe niet aangesproken voelen of angstig zijn om zich te verplichten.

Aan ons allen wil ik in herinnering brengen dat in het rijk Gods op aarde ons vertrouwen gevestigd moet zijn op de goddelijke Voorzienigheid. Het voortbestaan van ons apostolaat bij deze kerk is van belang voor de heiliging van de zielen. Denken wij aan de bekeringen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden, de eerste roeping tot het priesterschap en het hernieuwde leven vanuit de sacramenten dat velen bij ons hebben ontdekt.

Hopende dat wij allen met vernieuwd vertrouwen alles zullen doen dat mogelijk is, wens ik u Gods rijke zegen voor de komende zomertijd!

Pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie

29 mei 2012

Restauratiewerkzaamheden aan het orgel

In de maanden april en mei hebben enkele vrijwilligers hard gewerkt aan het Clavaux-orgel in onze kerk. Er zijn meer dan 600 membranen vervangen.

Membranen zijn lederen zakjes die de luchttoevoer naar de individuele orgelpijpen regelen. Deze waren in de loop der jaren door slijtage en ouderdom poreus en stug geworden. Hierdoor werkte een groot deel van het orgel niet meer naar behoren.

Achter de grote orgelpijpen die u vanuit de kerk kunt zien, bevinden zich nog tal van kleinere pijpen en pijpjes, die u niet kunt zien. Gezamenlijk brengen zij de prachtige klanken van het instrument voort.

In de komende maanden zullen nog werkzaamheden plaatsvinden om een aantal minder opvallende storingen te verhelpen.

22 mei 2012

Opbrengst Vastenactie 2012

De Vastenactie, die dit jaar werd gehouden voor de straatkinderen in het Zuid-Amerikaanse Colombia, heeft een bedrag van € 1.993 opgebracht. Aan iedereen die heeft bijgedragen: hartelijk dank!

2 mei 2012

Marialof in de meimaand

Moeder van God, bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood.
Gedurende de maand mei vindt van dinsdag tot en met vrijdag aansluitend op de H. Mis van 11.00 uur het Marialof plaats. Voor het uitgestelde Allerheiligste wordt de Rozenkrans gebeden. Ook worden enkele Marialiederen gezongen en wordt Christus aanbeden en vereerd, Die aanwezig is in Zijn allerheiligste Sacrament.

Zondag – 10.30 uur: Rozenkransgebed.
Dinsdag tot en met vrijdag – 11.45 uur: Marialof.
Zaterdag – 12.45 uur: Rozenkransgebed.

1 mei 2012

Van de parochie-administrator: Lof aan onze hemelse Moeder

Beminde gelovigen,

Velen van u hebben de afgelopen maanden mijn stervende vader en de rest van mijn familie begeleid met gebed. Daarvoor ben ik u bijzonder dankbaar! Mijn vader mocht zijn Rechter tegemoetgaan op de dag waarop onze Verlosser het priesterschap heeft gesticht, waartoe hij zijn zoon heeft geschonken.

Ook ben ik u dankbaar voor het begrip dat u hebt getoond op de vele momenten dat ik vanwege zijn ziekte afwezig was. Ik heb zeker niet alles kunnen doen wat pastoraal gezien noodzakelijk was. In de komende tijd zal ik proberen dat goed te maken.

We staan aan het begin van de maand mei, die – zoals u weet – in het bijzonder is toegewijd aan de allerheiligste maagd Maria. Het is mijn vurige hoop dat wij door onze toewijding aan Maria haar machtige voorbede en bescherming zullen afsmeken over ons apostolaat en over onze kerk. Wij doen dat in het bijzonder in het Marialof aansluitend op de doordeweekse H.H. Missen. Het is bijzonder prijzenswaardig als wij allen ten minste één keer deze lof aan onze hemelse Moeder zouden brengen.

Met mijn priesterlijke zegen,

Pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie

20 april 2012

Derde vrijdag van de maand: Uitstelling Allerheiligste Sacrament

Vandaag van 12.00 tot 17.00 uur: gelegenheid tot aanbidding van onze Heer Jezus Christus in het Allerheiligste Sacrament des Altaars

17 april 2012

Jozefnoveen voor Agneskerk

Voor deelname aan de reeks van novenen tot Sint Jozef kunt u zich nog altijd aanmelden bij pater M. Knudsen. U krijgt dan de gebeden en de data waarop u aan de beurt bent.

16 april 2012

Zijne Heiligheid paus Benedictus XVI viert zijn 85-ste verjaardag

God onze Vader, Herder en Leidsman,
zie met liefde neer op uw dienaar, Paus Benedictus XVI,
de herder van Uw Kerk, die vandaag 85 jaar wordt.

Verleen dat zijn woord en voorbeeld
de Kerk mogen inspireren en leiden,
en dat hij en allen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd,
het eeuwig leven mogen verwerven.
Dit vragen wij door Christus, onze Heer.
Amen.

Maria, Moeder van de Kerk, bid voor ons.
Heilige Petrus, bid voor ons.

13 april 2012

Pinksterbedevaart Parijs-Chartres: 26, 27 en 28 mei 2012

Op 26, 27 en 28 mei 2012 vindt voor de dertigste keer de traditionele Pinksterbedevaart van de Notre-Dame van Parijs naar de Notre-Dame in Chartres plaats. Het hoofdthema van dit jaar is 'De familie, bakermat van het christendom'.

Zingend, biddend en mediterend lopen de pelgrims -- die afkomstig zijn uit vele landen over de gehele wereld -- tijdens het Pinksterweekend door Parijs, langs velden en bossen de aloude bedevaartsroute naar Chartres. Zij zien daarbij af van elke vorm van luxe.

Hoogtepunten zijn de dagelijkse heilige Mis buiten in het bos, de uitstelling van het Allerheiligste Sacrament en de aanbidding op de avond van Pinksteren, de aankomst in Chartres en de pontificale Hoogmis in de kathedraal.

Geestelijke en pastorale begeleiding wordt verleend door een priester van de priesterbroederschap Sint Petrus (FSSP).

De deelname van Nederlandstaligen onder de patronage van de H.H. Martelaren van Gorkum wordt ook dit jaar gecoördineerd door de Stichting Ecclesia Dei Delft (Nederland), e-mail: chartres@ecclesiadei.nl, en de Werkgroep Mysterium Fidei (België), e-mail: mysteriumfidei@catholic.org.

11 april 2012

Vastenactie 2012 sluit op zondag 15 april a.s.

De Vastenactie 2012 die wordt gehouden voor het missieproject van de priesterbroederschap Sint Petrus (FSSP) in Colombia (Zuid-Amerika), wordt zondag 15 april a.s. gesloten.

Vlakbij de hoofdstad Bogota beheert de FSSP een project voor straatkinderen. Zij krijgen daar onderdak en onderwijs. Er is geld nodig voor onder meer de bouw van een studiecentrum en voor ondersteuning van het pastorale werk.
U kunt uw vastenbijdrage storten op bankrekening 4930515 t.n.v. R.-k. Sint-Agnesparochie te Amsterdam (o.v.v. ‘Vastenactie’) of deponeren in de ronde collectebus achter in de kerk.

8 april 2012

Preek voor het hoogfeest van Pasen

Christus is waarlijk verrezen, alleluia!

Epistel
1 Kor. 5, 7-8
Broeders, doet het oude zuurdeeg weg, om aldus een nieuw deeg te zijn. Gij zijt toch immers ongedesemd. Want ook ons Paaslam is geslacht, dat is Christus. Laten wij daarom ons feestmaal vieren, niet met oude zuurdesem, dat wil zeggen: niet met zuurdesem van slechtheid en boosheid; maar met ongedesemd brood van zuiverheid en waarheid.

Evangelie
Mc. 16, 1-7
In die tijd kochten Maria Magdalena en Maria van Jacobus en Salóme reukwerken, om Jezus te gaan balsemen. En zeer vroeg in de morgen, op de eerste dag der week, kwamen zij bij het graf, toen de zon reeds was opgegaan. En zij zeiden tot elkander: Wie zal ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen? Maar toen zij gingen zien, bemerkten zij, dat de steen reeds weggerold was. Deze nu was buitengewoon groot. Zij gingen dan het graf binnen, en zagen aan de rechterkant een jongeling zitten, gekleed in een wit gewaad; en zij ontstelden hevig. Maar deze sprak tot haar: Weest niet ontsteld. Gij zoekt Jezus van Nazareth, Die gekruisigd is. Hij is verrezen; Hij is hier niet meer; ziet hier de plaats, waar men Hem had neergelegd. Maar gaat heen, en zegt aan Zijn leerlingen, met name aan Petrus, dat Hij weer voor u uitgaat naar Galilea; daar zult gij Hem zien, zoals Hij u gezegd heeft.

Preek
Vandaag viert de Kerk haar gloriedag, het ‘feest der feesten’, omdat zij de overwinning van Jezus Christus, haar Stichter, viert. Het Paasfeest is het jubelfeest om de verlossing. De redding is een feit geworden. Gods belofte, lang geleden gegeven, werd op Paasdag vervuld. Jezus, voor ons gestorven, vernietigde de schuld en de angst en Hij gaf ons de hemel terug. Na Zijn verschrikkelijk lijden, dat Hij uit liefde op Zich had genomen, is Hij nu doorstraald van licht en heerlijkheid.

“Vreest niet! Gij zoekt Jezus van Nazareth Die gekruisigd is. Hij is verrezen. Hij is niet hier. Ziet de plaats waar men Hem had neergelegd.” Deze woorden van een engel hoorden de heilige vrouwen die naar het graf van Jezus gingen om Zijn lichaam te balsemen. Hij is verrezen – met deze woorden nodigt de Kerk ook ons in de gehele Paasliturgie uit tot een innige blijdschap. “Hij is waarlijk verrezen.” Zijn lijden en dood waren voor Hem geen ondergang: zij waren de hoge losprijs voor de zielen, voor onze zielen. Dit was het herstel uit de zonde, de prijs van de nieuwe vriendschap tussen God en de mensen.

Geheel de Kerk is vol van blijdschap en dankt God. Wat kunnen wij anders doen dan blij zijn zowel inwendig als naar buiten om dit grote geluk, deze vernieuwing van het leven, om deze glorie vooral van onze Heer en Redder, Jezus Christus? Maar niet alleen blijdschap regeert in deze tijd in de Kerk. Zij is ook enorm dankbaar voor alles wat Christus voor ons heeft gedaan. En dit is: ons de hemel teruggegeven en Gods liefde.

Met dankbaarheid en vreugde moeten ook onze harten vervuld worden. “Dit is de dag die de Heer gemaakt heeft; laat ons heden juichen en blij zijn” – zingen wij in het graduale. Naast de blijdschap brengt het feest van Pasen ons de hoop, de hoop dat wij op een dag ook zullen verrijzen om met God eeuwig te leven. En dit leven zal een heel ander leven zijn, een nieuw leven. Amen.

4 april 2012

Van de parochie-administrator: Pasen 2012

Beminde gelovigen,

Het informatiebulletin van onze parochie voor de maand april bevat de tijden van alle godsdienstige plechtigheden in de Goede Week en met Pasen. Ik wil daarop graag uw aandacht vestigen.

Ook vraag ik uw aandacht voor de paasbiecht die een onmisbare stap is om met vreugde Pasen te kunnen vieren.

Voor het afleggen van uw paasbiecht vragen wij, priesters, aan de gelovigen die de heilige Mis op weekdagen bezoeken of in de buurt van de kerk wonen om reeds tijdig in de Goede Week – dus vóór de dagen met de plechtigheden – hun biecht af te leggen. Dan is er ook ruimte voor degenen die van ver komen en hun biecht vlak voor de plechtigheden moeten houden. Daardoor draagt u er ook aan bij dat de liturgie op tijd kan beginnen in een week met veel voorbereidingen en oefeningen.

Belangrijker dan deze formaliteiten is de betekenis van Pasen. Voor hen die in staat van genade leven is dat het vooruitkijken naar en het proeven van het heil van God. Voor de zondaars is Pasen het teken van de goddelijke barmhartigheid; het biedt hun de mogelijkheid om gerechtvaardigd te worden en zich te bekleden met het heil.

Ik wens u allen Gods rijkste zegen toe. Zalig Pasen!

Pater M. Kromann Knudsen FSSP,
administrator Sint-Agnesparochie

29 maart 2012

Vastenactie 2012: Colombia

Dit jaar presenteren we u een missieproject van de priesterbroederschap Sint Petrus (FSSP) in Colombia (Zuid-Amerika).

Vlakbij de hoofdstad Bogota beheert de FSSP een project voor straatkinderen. Zij krijgen daar onderdak en onderwijs. Er is geld nodig voor onder meer de bouw van een studiecentrum en voor ondersteuning van het pastorale werk.
U kunt uw vastenbijdrage storten op bankrekening 4930515 t.n.v. R.-k. Sint-Agnesparochie te Amsterdam (o.v.v. ‘Vastenactie’) of deponeren in de ronde collectebus achter in de kerk. Deze blijft staan tot en met zondag 15 april.

25 maart 2012

Preek voor Passiezondag

De passie van Christus.

Epistel
Hebr. 9, 11-15
Broeders, Christus is opgetreden als Hogepriester van de goederen der toekomst. En door een grotere en volmaaktere tabernakeltent – niet met handen gemaakt en niet van deze schepping – is Hij, niet met bloed van bokken of kalveren, maar met Zijn eigen Bloed, eens en voor altijd binnengaan in het Heiligdom, en heeft eeuwiggeldende verlossing bewerkt. Want als het bloed van bokken en stieren, en de besprenkeling met de as van een koe onreinen kan heiligen, zodat zij uiterlijk gereinigd worden, hoeveel te meer zal dan het Bloed van Christus, Die door de Heilige Geest Zichzelf als smetteloos offer aan God heeft opgedragen, ons geweten van dode werken zuiveren, om voortaan de levende God te dienen. En juist daarom is Hij Middelaar van een Nieuw Verbond, opdat door tussenkomst van Zijn dood de overtredingen, onder het vroegere Verbond bedreven, zouden worden afgekocht, en zij, die geroepen zijn, de belofte van de eeuwige erfenis zouden ontvangen, in Christus Jezus, onze Heer.

Evangelie
Joh. 8, 46-59
In die tijd sprak Jezus tot de scharen der joden: Wie uwer kan Mij enige zonde bewijzen? Als Ik u de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij dan niet? Iemand, die uit God is, luistert naar Gods woorden. Dáárom luistert gij niet, omdat gij niet uit God zijt. De joden gaven Hem ten antwoord: Zeggen wij niet met recht, dat Gij een Samaritaan zijt en van de duivel zijt bezeten? Jezus antwoordde: Ik ben niet van de duivel bezeten, maar Ik verheerlijk Mijn Vader; en gij tast Mij in Mijn eer aan. Ik echter zoek Mijn eer niet; Eén is er, die ze zoekt en die oordeelt. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie Mijn woord onderhoudt, zal de dood niet zien in eeuwigheid. Toen zeiden de joden: Nu weten wij zeker, dat Gij van de duivel bezeten zijt! Abraham is gestorven en ook de profeten, en Gij zegt: wie Mijn woord onderhoudt, zal de dood niet sterven in eeuwigheid. Zijt Gij dan groter dan onze vader Abraham, die wèl gestorven is! Ook de profeten zijn gestorven. Voor wie houdt Gij Uzelf toch wel? Jezus antwoordde: Indien Ik Mijzelf verheerlijk, dan betekent Mijn heerlijkheid niets; het is Mijn Vader, Die Mij verheerlijkt: Hij, van Wie gij zegt, dat Hij uw God is; maar gij kent Hem niet! Ik echter ken Hem. En als Ik zei, dat Ik Hem niet kende, dan zou Ik een leugenaar zijn, zoals gij. Maar Ik ken Hem, en Ik onderhoud Zijn woord. Uw vader Abraham verheugde zich er op Mijn dag te mogen zien; hij heeft die gezien en zich verblijd. Doch de joden zeiden tot Hem: Gij zijt nog geen vijftig jaar oud, en Gij hebt Abraham gezien? Jezus gaf hun ten antwoord: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Vóórdat Abraham werd, ben Ik. Toen grepen zij stenen op, om Hem te stenigen; maar Jezus trok Zich terug, en verliet de tempel.

Preek
Laten wij de vrijheid aanbidden van Jezus’ liefde in Zijn smartelijk en gezegend lijden. “Niemand ontneemt Mij het leven, maar Ik leg het vrijwillig af.” Jezus gaf Zijn leven in vrijheid, omdat Hij het Zelf wilde, omdat Zijn uur, dat Hij Zelf nabijgebracht had, gekomen was. Juist daarom, om die opperste vrijheid van een goddelijke liefde, is Zijn dood het grootste bewijs, maar ook de hoogste openbaring van God Die de liefde is.

Jezus heeft dus vrijwillig Zijn kruis gedragen en de bloedige, schandelijke dood op Zich genomen. Vrijheid is de edele en onontbeerlijke eigenschap van de liefde. Hoe vrijer deze wordt geschonken, hoe zuiverder zij is. Ook van ons vraagt God de vrijheid van de liefde die Zijn genade oogsten wil.

Om deze te oogsten moet onze liefde allereerst bevrijd worden van de ketenen die haar gevangen houden, die haar binden aan het aardse en vergankelijke. Niet zelden moet onze liefde nog dieper bevrijd worden, omdat zij dieper gevangen zit dan slechts de oppervlakte van het aardse. Dat is wanneer zij door de zonde wordt gebonden.

Ons vasten en onze oefeningen van versterving dienen deze vrijheid te verkrijgen, waardoor wij ons met het lijden van Christus als bewuste en vrije daad kunnen verenigen. Alleen op die manier worden de verdiensten van Zijn overgave ook op ons toegepast en worden wij in staat gesteld om eens met Hem te verrijzen.

Het heil dat God aan iedereen wil schenken kent geen andere voorwaarde dan de liefde. Nu mogen wij de liefde niet als een sentimentele houding van het menselijke gevoel begrijpen. In het christendom verstaan we onder de liefde de vrije overgave die alles wil geven zonder daar voor zichzelf iets voor terug te krijgen. Dat betekent dat wij ons leven aan God moeten schenken omdat Hij God is. Dat wij Zijn heilige Wil willen voltrekken omdat het Zijn wil is. Het betekent zelfs dat wij onszelf moeten verloochenen en het kruis moeten opnemen om Christus na te volgen. Het betekent ook dat wij alles doodverklaren, alles in ons leven dat niet van God komt of tegen Zijn Wil ingaat, rechtstreeks door Hem gesproken of bij monde van Zijn heilige Kerk.

Beminde gelovigen, onze bekering is nog lang niet voltooid. Laten wij dus oppassen voor elke vorm van zelfverheerlijking. Amen.

18 maart 2012

Preek voor de vierde zondag van de Vasten (Zondag Laetare -- Halfvasten)

De wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging.

Epistel
Gal. 4, 22-31
Broeders, er staat geschreven, dat Abraham twee zonen had: één bij zijn slavin, en één bij zij vrijgeboren vrouw. Maar die van de slavin werd geboren op gewoon-natuurlijke wijze; die van de vrije vrouw echter krachtens de belofte. Deze dingen hebben een diepere zin. Het zijn twee verbonden. Het ene is van de berg Sinai; het brengt slavenkinderen voort. En dat is Agar; want de berg Sinai is gelegen in Arabië. En deze houdt verband met het Jeruzalem van thans, dat immers met haar kinderen verkeert in slavernij. Maar het andere, het Jeruzalem van boven, is vrij; en dat is de moeder van ons. Er staat immers geschreven: "Verblijd u, gij onvruchtbare, die geen kinderen voortbrengt; breek uit in gejubel, gij, die geen moedersmart kent; want de kinderen van de vrouw die verlaten staat, zijn talrijker dan die van haar, die de man bij zich heeft." En wij, broeders, wij zijn – evenals Isaac – kinderen van belofte. Maar zoals destijds de zoon, die naar het vlees geboren was, de ander vervolgde, die was geboren naar de geest, zo geschiedt het ook nu. Maar wat zegt de Schrift? "Jaag de slavin met haar zoon weg; want de zoon van de slavin zal niet meeërven met de zoon van de vrije vrouw." Derhalve, broeders, wij zijn geen slavenkinderen, maar kinderen van de vrije vrouw. En deze vrijheid heeft Christus ons bewerkt.

Evangelie
Joh. 6, 1-15
In die tijd begaf Jezus Zich naar de overzijde van het meer van Galilea of Tiberias. En een grote menigte volgde Hem, omdat zij de wonderen zagen, die Hij aan de zieken verrichtte. Dan besteeg Jezus het gebergte en zette Zich daar neer met Zijn leerlingen. Het was kort vóór Pasen, het grote feest van de joden. Toen Jezus de ogen opsloeg en zag, dat er zeer veel volk tot Hem kwam, zei Hij tot Philippus : Wáár zullen wij brood kopen, opdat zij wat te eten hebben? Hij zei dit echter, om hem op de proef te stellen, want Hij voor Zich wist wel, wat Hij zou doen. Philippus gaf Hem ten antwoord: Voor tweehonderd tienlingen brood is nog niet genoeg voor hen, om voor ieder ook maar een weinig te kunnen krijgen! Toen zei Hem een van Zijn leerlingen, Andreas, de broeder van Simon Petrus: Hier is een jongen, die vijf gerstebroden heeft en twee vissen; maar wat betekent dat voor zovelen! Jezus zei: Laat de mensen gaan zitten. – Er was namelijk veel gras daar ter plaatse – Zij zetten zich dan neder, de mannen ongeveer vijfduizend in getal. Toen nam Jezus de broden, sprak een dankgebed en deelde er van uit aan hen, die daar gezeten waren; eveneens ook van de vissen, zoveel als ieder wenste. En toen zij verzadigd waren, zei Hij tot Zijn leerlingen: Verzamelt de overgebleven brokken, opdat ze niet verloren gaan! Zij verzamelden ze dan, en vulden twaalf korven met brokken, die er van de vijf gerstebroden waren overgebleven, nadat zij gegeten hadden. Toen nu die mensen het wonder zagen, dat Jezus verricht had, zeiden zij: Deze is werkelijk de Profeet, die in de wereld moet komen! Maar Jezus begreep, dat zij zouden komen, om Hem mee te nemen en koning te maken; daarom trok Hij Zich weer terug in het gebergte. Hij alleen.

Preek
Wanneer wij de veertig dagen die de Vastentijd duurt bezien in vergelijking met de veertig jaar durende wandeling van de joden in de woestijn, een wandeling die hen voerde van slavernij naar vrijheid, dan begrijpen wij dat ook ons vasten nu een wandeling naar bevrijding zou moeten zijn, Geen bevrijding van lichamelijke slavernij, maar van geestelijke slavernij die ons door de zonde wordt opgelegd.

Als wij naar deze bevrijding verlangen, dan is deze vierde zondag, midden in de Vasten, een teken van vreugde. Het aan de bevrijde joden beloofde land was Israël; het beloofde land van het Nieuwe Verbond is de verlossing en het eeuwig leven in het koninkrijk van God. Het is deze belofte die wij, midden in de vastentijd, als een silhouet aan de horizon zien. Dit wekt in ons de vreugdevolle hoop dat ook wij aan deze belofte mogen deelhebben.

Deze vreugde geeft ons ook hernieuwde moed en kracht om ons nog ernstiger en dieper te verenigen met het lijden en sterven van de Heer. Wij moeten ons met Hem verenigen, anders zouden wij niet met Hem in het beloofde land kunnen leven. De joden ontvingen door tussenkomst van Mozes de wet om met God te kunnen leven in het beloofde land dat Hij hun zou geven. Ook wij ontvangen deze wet, maar nu in zijn volledige vorm, de heiligmakende genade, om met God te kunnen leven. Door ons vasten willen wij deze genade ons steeds dieper laten vormen en herschapen, door het uitroeien van de overblijfselen van de oude mens.

Het vasten is daarom, beminde gelovigen, geen zelfpijniging, maar een beweging naar vrijheid toe, de vrijheid die God mogelijk maakt wanneer wij Zijn wet onderhouden. Deze wet houdt ook in dat wij leven volgens de aanwijzingen van de Kerk, want door haar schenkt, beschermt en vermeerdert God de genade. Amen.

17 maart 2012

Novenenreeks gedurende één jaar tot Sint Jozef

Maandag 19 maart viert de Kerk het hoogfeest van Sint Jozef, bruidegom van de heilige maagd Maria, patroon van de gehele Kerk. Wij hebben hem gekozen als bijzondere patroon aan wie wij de toekomst van het Agneskerkgebouw en het daaraan verbonden traditionele apostolaat van de priesterbroederschap Sint Petrus toevertrouwen.

De hemel wil gevraagd worden, zij wil bestormd worden met onze gebeden. Daarom starten we op 19 maart met een novenenreeks die één jaar zal duren tot 19 maart 2013. In een estafette zullen steeds enkele gelovigen, die zich daarvoor hebben aangemeld, verantwoordelijk zijn voor een noveen ter ere van Sint Jozef. De noveen bestaat uit een kort dagelijks smeekgebed tot de Voedstervader van onze Heer Jezus Christus, een Onze Vader, een Wees Gegroet, en de litanie van Sint Jozef. Dagelijks kost het gebed ongeveer tien minuten van uw tijd.

Wie wil deelnemen -- en dat kan ook meerdere keren in het jaar -- kan zich opgeven bij pater M. Knudsen, persoonlijk of per e-mail. U ontvangt dan tijdig een boekje met de gebeden per dag en een opgave van de noveendagen die voor u van toepassing zijn.

Jozef, beschermer van de heilige Kerk, bid voor ons.